Besluit van de directeur van de directie Verkeer en Openbare Ruimte gemeente Amsterdam houdende regels omtrent algemeen ondermandaatbesluit directie Verkeer & Openbare Ruimte

Geldend van 25-04-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Besluit van de directeur van de directie Verkeer en Openbare Ruimte gemeente Amsterdam houdende regels omtrent algemeen ondermandaatbesluit directie Verkeer & Openbare Ruimte

Directie Verkeer & Openbare Ruimte, 31 maart 2020

De directeur van de directie Verkeer & Openbare Ruimte, Esseline Schieven

Gelet op:

  • -

    de Gemeentewet;

  • -

    het Burgerlijk wetboek;

  • -

    de Algemene wet bestuursrecht;

  • -

    het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam;

BESLUIT:

  • I.

    Op basis van artikel 11 van het Bevoegdhedenbesluit ondermandaat te verlenen aan de volgende functionarissen ten aanzien van de volgende aangelegenheden:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1

Functionarissen oefenen een aan hun gemandateerde bevoegdheid niet uit indien sprake is van een politiek of bestuurlijk gevoelig onderwerp.

Hoofdstuk 2 Ondermandaat algemene bevoegdheden

Artikel 2 Arbeidsrechtelijke regelingen en personeelsaangelegenheden

  • 1. Aan afdelingshoofden en teamleiders:

    de bevoegdheden die zijn genoemd in de Tabel ondermandaat teamleiders in bijlage 5 onder B van het Bevoegdhedenbesluit ambtelijke organisatie Amsterdam, die ingevolge het Bevoegdhedenbesluit op basis van bijlagen 1 onder A, 2 onder A en 3 onder A niet aan het college, de gemeentesecretaris, de directeur Personeel en Organisatieadvies en de directeur V&OR zijn voorbehouden.

  • 2. Aan afdelingshoofden en teamleiders is het niet toegestaan om ondermandaat te verstrekken.

  • 3. Het ondermandaat ten aanzien van de in het eerste lid bedoelde bevoegdheden is slechts van toepassing op de afdeling/het team waaraan de gemandateerde leiding geeft.

Artikel 3 Aangaan privaatrechtelijke rechtshandelingen (overeenkomsten )

  • 1. Aan afdelingshoofden, teamleiders, teamleiders stedelijk beheer, ambtelijke opdrachtgevers in de functie van programmanager I:, ambtelijke opdrachtgevers in de functie van manager J of project / programmamanager G, programmamanagers, projectmanagers en assetmanagers:

    het nemen van besluiten ten aanzien van het aangaan van privaatrechtelijke rechtshandelingen genoemd in het Bevoegdhedenbesluit Bijlage 1, onder B artikel 1.

  • 2. De bevoegdheid als vermeld in het eerste lid wordt slechts uitgeoefend met inachtneming van hetgeen daarover in het Bevoegdhedenbesluit en de Budgethoudersregeling is vermeld en binnen de instructies van de mandaatgever.

  • 3. De bevoegdheid als vermeld in het eerste lid wordt voorts slechts uitgeoefend indien dit past binnen het daarvoor beschikbaar gestelde budget.

  • 4. Als voorwaarde voor het uitoefenen van de in dit artikel bedoelde bevoegdheid geldt dat de gemandateerde als budgethouder is aangewezen bij of krachtens de Budgethoudersregeling.

  • 5. De gemandateerde is bevoegd tot het aangaan van een financiële verplichting van maximaal €250.000,- (afdelingshoofden); €1.000.000 (afdelingshoofd assets); €50.000 (teamleiders); €250.000 (teamleiders stedelijk beheer), €1.000.000 (ambtelijke opdrachtgevers in de functie van programmanager I); €500.000 (ambtelijke opdrachtgevers in de functie van manager J of project / programmamanager G ), €250.000 (programmamanagers) en €250.000 (projectmanagers), €100.000 (assetmanagers) overeenkomstig het bepaalde in de Budgethoudersregeling en Bijlage 2 bij de Budgethoudersregeling.

Artikel 4 Overige algemene bevoegdheden op grond van bijlage 1 bevoegdhedenbesluit

  • 1. Aan afdelingshoofden, teamleiders, ambtelijke opdrachtgevers, programmamanagers en projectmanagers:

    De bevoegdheden genoemd in het Bevoegdhedenbesluit Bijlage 1, onder:

    • B

      artikelen 2, 3 en 4 (bevoegdheden Gemeentewet),

    • C

      (bevoegdheden Algemene wet bestuursrecht), .

    • E

      (bevoegdheden Wet bescherming persoonsgegevens)

    • F

      (bevoegdheden Algemene Verordening Nadeelcompensatie)

    • G

      (Archiefwet en aanverwanten).

  • 2. Geen ondermandaat wordt verleend aan de onder lid 1 genoemde functionarissen tot het nemen van besluiten op basis van het Bevoegdhedenbesluit Bijlage 1, onder

    • D

      (Wet Openbaarheid Bestuur).

Hoofdstuk 3 RVE specifieke bevoegdheden bijlage 4 bevoegdhedenbesluit

Artikel 5

  • 1. De bestuursrechtelijke bevoegdheden genoemd in het Bevoegdhedenbesluit, Bijlage 4, hoofdstuk II (Cluster Ruimte en Economie), onderdeel 4 (directeur Verkeer en Openbare Ruimte) blijven voorbehouden aan de directeur en worden niet onder gemandateerd binnen de organisatie.

  • II.

    Dat dit besluit wordt gepubliceerd in het Elektronisch Gemeenteblad en in werking treedt op de dag nadat het besluit is gepubliceerd.

  • III.

    Het eerder verleende algemene ondermandaatbesluit dd. 20 december 2018 van dit organisatieonderdeel in te trekken.

Ondertekening

Amsterdam, 31 maart 2020

De directeur van de directie Verkeer & Openbare Ruimte,

Esseline Schieven