Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR639340
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR639340/7
Subsidieregeling Programmalijn Maatschappelijk Domein gemeente Hardenberg 2020
Geldend van 20-12-2024 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 19-11-2024
Intitulé
Subsidieregeling Programmalijn Maatschappelijk Domein gemeente Hardenberg 2020Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg;
gelet op artikel 3 van de Algemene subsidieverordening gemeente Hardenberg 2018;
BESLUIT:
vast te stellen de “Subsidieregeling programmalijn Maatschappelijk Domein gemeente Hardenberg 2020":
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In deze regeling wordt verstaan onder:
- a.
Amateurkunst: Actieve kunstbeoefening in groepsverband in de vrije tijd, buiten school en werk, uit passie, liefhebberijf of betrokkenheid zonder daarmee primair in het levensonderhoud te willen voorzien.
- b.
Betalend lid: Een lid dat contributie betaalt aan de instelling.
- c.
Dorpshuis/wijkcentrum: Een openbaar toegankelijk gebouw in een wijk of dorp waar ontmoeting en activiteiten voor verschillende doelgroepen en leeftijdscategorieën worden georganiseerd.
- d.
Instelling: Een vereniging, stichting of groep personen die zich blijkens de statuten en/of feitelijke werkzaamheden, tot taak stelt activiteiten als omschreven in artikel 3 van deze regeling te verrichten ten behoeve van inwoners van de gemeente.
- e.
Kunstbeoefening: Beoefenen van activiteiten binnen één van de volgende disciplines of mengvormen daarvan: beeldende kunst, architectuur, muziek, dans, zang, theater, woordkunst en (moderne) mediakunst.
- f.
Kwetsbare groepen: Groepen van inwoners die op één of meer van de levensdomeinen onderwijs en scholing, betaald werk, inkomen, gezondheid, veiligheid en maatschappelijke participatie niet (volledig) zelfredzaam zijn.
- g.
Mediakunst: Verzamelterm voor kunstzinnige fotografie, film, video en computerkunst.
- h.
Subsidieplafond: Het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidies krachtens een bepaald wettelijk voorschrift.
- i.
Vrijwilligers: Personen die in enig georganiseerd verband onverplicht en onbetaald maar niet vrijblijvend werk verrichten ten behoeve van een maatschappelijk belang.
- j.
Vrijwilligerswerk: Werk dat in enig georganiseerd verband onverplicht en onbetaald wordt verricht ten behoeve van anderen of de samenleving.
- k.
Waarderingssubsidie: Een incidentele of structurele subsidie die onafhankelijk van de exploitatieresultaten ter beschikking wordt gesteld en is bedoeld om een bepaalde activiteit aan te moedigen of te ondersteunen.
- l.
(gereserveerd).
- m.
Sport: het op recreatief- of op wedstrijdniveau beoefenen van een sport, die door het NOC*NSF als zodanig is erkend;
- n.
Sportvereniging: een vereniging met volledige rechtsbevoegdheid, die aan de volgende voorwaarden voldoet:
- -
aangesloten is bij een landelijke of regionale sportbond die op haar beurt weer is aangesloten bij NOC*NSF;
- -
ingeschreven is in het verenigingsregister van de Kamer van Koophandel;
- -
zich ten doel stelt zonder winstoogmerk door sportbeoefening in clubverband de vorming en ontwikkeling van alle leden te bevorderen, volgens de regels van de tak van sport;
- -
statutair gevestigd is in de gemeente Hardenberg met uitzondering van gehandicapten sportverenigingen;
- -
- o.
Lid: een persoon, die in de gemeente Hardenberg woonachtig is en lid is van een sportvereniging;
- p.
Jeugdlid: een lid dat, op 1 januari van het bedoelde kalenderjaar jonger is dan 18 jaar;
- q.
Gehandicapte: een persoon met een motorische, zintuiglijke of verstandelijke handicap of met een chronische aandoening, die aantoonbare beperkingen oplevert bij sport en bewegingsactiviteiten;
- r.
Voorziening:
- -
bouwkundige voorzieningen in de accommodatiesfeer (zoals de bouw van een clubhuis, het aanleggen van straatwerk of de bouw van een kassa- of materiaalhok);
- -
bouwkundige voorzieningen in de accommodatiesfeer die de integratie van mensen met een handicap bevorderen;
- -
- s.
Instelling: een vereniging, instelling of organisatie op het gebied van sport, die statutair gevestigd is in de gemeente Hardenberg;
- t.
Investeringskosten:
- -
grondkosten, inclusief kosten verwerving;
- -
kosten (ver)bouw (op aannemersbasis);
- -
kosten van aankoop bouwmaterialen;
- -
legeskosten;
- -
Artikel 2. Toepassingsbereik
Het bepaalde in deze subsidieregeling is enkel van toepassing op de verstrekking van subsidies door burgemeester en wethouders voor de in artikel 3 bedoelde activiteiten.
Artikel 3. Reikwijdte
Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die:
- 1.
bijdragen aan het vergroten van de zelfredzaamheid en/of participatie van kwetsbare groepen of;
- 2.
gericht zijn op de collectieve preventieve gezondheid van inwoners van de gemeente of
- 3.
gericht zijn op de professionele ondersteuning en/of stimulering van mantelzorgers en vrijwilligers of;
- 4.
de leefbaarheid (sociaal, fysiek en veilig) in de kern, wijk of straat bevorderen of;
- 5.
gericht zijn op het geven van muziekonderwijs aan kinderen en jongeren tot en met 17 jaar of;
- 6.
gericht zijn op het verzorgen van een cultureel educatief aanbod voor leerlingen van het primair onderwijs of;
- 7.
gericht zijn op het verzorgen van maatschappelijke, culturele en educatieve centra in de gemeente of;
- 8.
gericht zijn op het behoud van cultuur historische erfgoed of;
- 9.
gericht zijn op het verzorgen van een lokaal omroepprogramma zoals omschreven in de Mediawet, of;
- 10.
gericht zijn op het beoefenen van amateurkunst, of;
- 11.
gericht zijn op het ontwikkelen, uitvoeren van en/of participeren in kunst- en cultuuractiviteiten, of;
- 12.
gericht op sport, of;
- 13.
gericht op sportaccommodaties.
Artikel 4. Algemene uitgangspunten voor het verstrekken van subsidie
-
1. Subsidie wordt slechts verstrekt aan instellingen die zonder winstoogmerk werkzaam zijn.
-
2. Subsidie wordt slechts verstrekt voor activiteiten die geen partijpolitieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke vorming beogen.
-
3. Behoudens voor zover er sprake is van een op een specifieke doelgroep gerichte activiteit, wordt alleen subsidie verstrekt voor activiteiten, die open staan voor alle groeperingen of personen, zonder onderscheid naar ras, godsdienst, levensovertuiging, sekse of seksuele geaardheid.
-
4. Subsidie moet passen binnen de algemeen geformuleerde uitgangspunten te weten:
- a.
meer inwoner, minder overheid
- b.
meer buurt/wijk, minder centraal
- c.
meer preventief, minder curatief
- d.
meer integraal, minder versnipperd
- e.
meer collectief, minder individueel
- a.
Artikel 5. Aanvullende criteria
Naast de in artikel 4 genoemde algemene uitgangspunten gelden, voor wat betreft de beoordeling van aanvragen voor subsidie voor activiteiten, bedoeld in artikel 3, onder 4 en 10, ook de criteria, opgenomen in de bij deze subsidieregeling behorende en daarvan onderdeel uitmakende “uitwerking sociaal culturele activiteiten in dorpshuizen en wijkcentra”, uitwerking Fonds maatschappelijke Initiatieven", “aanvullende criteria amateurkunst”.
Artikel 6. Wijze van verdeling subsidieplafond
-
1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van indiening bij burgemeester en wethouders, totdat het subsidieplafond, indien dit voor subsidie aan de betrokken activiteiten is vastgesteld, is bereikt.
-
2. Als de aanvrager krachtens artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van indiening van de aanvraag de datum waarop de aanvraag na aanvulling compleet is.
Artikel 7. Aanvullende weigeringsgronden
Overeenkomstig artikel 9, tweede lid, aanhef en onder f, van de algemene subsidieverordening gemeente Hardenberg 2018 kan subsidie worden geweigerd als:
- a.
met de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd is begonnen voordat de aanvraag is ontvangen;
- b.
de aanvrager doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien, die in strijd zijn met het algemeen belang of de openbare orde;
- c.
de activiteiten een politieke, godsdienstige of levensbeschouwelijke boodschap hebben;
- d.
aannemelijk is dat de activiteiten ook zonder subsidie zonder belangrijke vertraging zouden worden uitgevoerd;
- e.
voor de activiteiten reeds een gemeentelijke subsidie is verstrekt..
Artikel 8. Verplichtingen
Burgemeester en wethouders kunnen aan de beschikking tot subsidieverlening verplichtingen verbinden.
Artikel 9. Inwerkingtreding en citeerartikel
-
1. Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag volgend op die van bekendmaking.
-
2. Het onderdeel “uitwerking sociaal culturele activiteiten in dorpshuizen en wijkcentra” van de subsidieregeling zal inwerking treden op 1 januari 2021.
-
3. Met ingang van de in lid 1 genoemde dag wordt de “Subsidieregeling programmalijn Maatschappelijk Domein gemeente Hardenberg 2020”, vastgesteld op 4 februari 2020, ingetrokken.
-
3. Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: “Subsidieregeling programmalijn Maatschappelijk Domein gemeente Hardenberg 2020”.
Artikel 10. Hardheidsclausule
Burgemeester en wethouders kunnen van deze subsidieregeling afwijken als daaraan vasthouden voor een subsidieaanvrager of -ontvanger gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zouden zijn tot de daarmee te dienen belangen.
Ondertekening
Hardenberg, 7 april 2020
Burgemeester en wethouders van de gemeente Hardenberg,
Secretaris, Burgemeester,
I.A.A. Oostmeijer-Oosting drs. J.W. WiggersUitwerking sociaal culturele activiteiten in dorpshuizen en wijkcentra.
Op grond van Artikel 3 lid 4 van de subsidieregeling Programmalijn Maatschappelijk Domein Ingaande op 1 januari 2021.
Algemene uitgangspunten voor de waarderingssubsidie voor sociaal culturele activiteiten in dorpshuizen en wijkcentra:
- 1.
De activiteiten versterken de sociale samenhang en leefbaarheid van dorpen en wijken;
- 2.
De activiteiten leveren een bijdrage aan het welbevinden van de inwoners;
- 3.
Door de activiteiten wordt ontmoeting gestimuleerd en eenzaamheid tegengegaan;
- 4.
Door de activiteiten wordt de maatschappelijke betrokkenheid en het naar elkaar omzien verhoogd.
Aanvullende criteria sociaal culturele activiteiten in dorpshuizen en wijkcentra.
- 1.
Een dorpshuis/wijkcentrum kan in aanmerking komen voor de volgende waarderingssubsidie:
- a.
Het dorpshuis in de centrale kern Dedemsvaart ontvangt een bedrag van € 950 per jaar.
- b.
De dorpshuizen/wijkcentra in de grote kernen ontvangen een bedrag van € 1150 per jaar.
Onder grote kernen vallen Bergentheim, Gramsbergen, Slagharen, Balkbrug en de wijken Norden-Hazenbos, Baalder, Baalderveld, Heemse en Marslanden in Hardenberg.
- c.
De dorpshuizen in de kleine kernen ontvangen een bedrag van € 1350 per jaar.
Onder kleine kernen vallen De Krim, Lutten, Kloosterhaar, Sibculo, Bruchterveld, Schuinesloot, Mariënberg, Rheezerveen, Radewijk, Ane, Hoogenweg, Collendoorn, Rheeze, Heemserveen, Brucht, Loozen, Den Velde, Holtheme, Oud-Lutten, Ebbenbroek, Anerveen, Diffelen, Venebrugge, Holthone, Anevelde.
- a.
- 2.
Het indienen van de subsidieaanvraag dient plaats te vinden via het “aanvraagformulier waarderingssubsidie sociaal-culturele activiteiten dorpshuizen en wijkcentra”.
- 3.
Aanvragen kunnen het hele betreffende jaar worden ingediend.
- 4.
Alleen aan een instelling zoals een stichting of vereniging die een dorpshuis/wijkcentrum beheert wordt subsidie verleend.
- 5.
Per kern of wijk komt maar 1 dorpshuis/wijkcentrum in aanmerking voor een subsidie. Indien er meerdere subsidieaanvragen voor een kern of wijk worden ingediend zal op basis van draagvlak en bereik een keuze worden gemaakt.
- 6.
De instelling waar de subsidie aan wordt verstrekt dient minimaal 5 sociaal culturele activiteiten per jaar in het dorpshuis/wijkcentrum te organiseren.
- 7.
Het dorpshuis/wijkcentrum moet zich met het activiteitenprogramma richten op verschillende doelgroepen en leeftijdscategorieën.
- 8.
De instelling waar de subsidie aan wordt verstrekt mag niet verbonden zijn aan een bepaalde geloofsovertuiging en mag geen activiteiten vanuit een bepaalde geloofsovertuiging organiseren in het dorpshuis/wijkcentrum.
Uitwerking Fonds maatschappelijke initiatieven
Op grond van Artikel 3 lid 4 van de subsidieregeling Programmalijn Maatschappelijk Domein
Algemene criteria
Het project:
- -
heeft draagvlak in de samenleving
dit blijkt bv uit aantal vrijwilligers, sponsoring, steunbetuigingen, grote deelname;
- -
draagt bij aan het versterken van de lokale samenleving en de maatschappelijke kwaliteit;
- -
is nieuw of nog niet eerder in die kern uitgevoerd
het Fonds is niet bedoeld om al bestaande activiteiten te financieren (m.u.v. kleine culturele activiteiten die onder categorie A vallen);
- -
komt alleen in aanmerking voor een eenmalige bijdrage, die niet gebruikt mag worden voor exploitatie c.q. vervanging inventaris/installatie en het uitvoeren van reguliere taken;
- -
krijgt geen andere gemeentelijke subsidies;
- -
wordt uitgevoerd door een groep/stichting/vereniging die geen winstoogmerk heeft;
- -
wordt niet uitgevoerd door een commerciële en/of professionele organisatie;
- -
is geen buurtfeest;
- -
is geen evenement (m.u.v. kleine culturele activiteiten die onder categorie A vallen);
- -
Is uitvoering van een plan, met een omschrijving van het plan en het te behalen doel.
3 Categorieën
- a.
kleine projecten maximale bijdrage 5.000 euro
aanvragen bij de gemeente;
verantwoording d.m.v. bewijs van uitvoering;
bijdrage maximaal 80% van de kosten.
- b.
grotere projecten bijdrage tussen 5.000 – 25.000 euro
aanvragen bij de gemeente (4 deadlines per jaar);
inhoudelijke en financiële verantwoording;
bijdrage maximaal 50% van de kosten;
eigen bijdrage kan ook gedeeltelijk d.m.v. inzet vrijwilligers.
- c.
Specifiek budget per kern budget per kern afhankelijk
aanvragen bij de gemeente;
budget per kern op basis van vast bedrag per inwoner;
in kleine kernen zonder voorzieningen is het bedrag per inwoner hoger;
projecten in de kern kunnen ‘pitchen’ aan de inwoners;
ook de beoordeling vindt plaats binnen de kern;
het project (of meerdere, afhankelijk van de gevraagde bijdrage) met de meeste stemmen krijgt ondersteuning; anonieme stemming, openbare oproep in de kern, organisatie door een Plaatselijk Belang.
Aanvullende criteria Amateurkunst
Op grond van artikel 3 lid 10 van de Subsidieregeling Programmalijn Maatschappelijk Domein
- 1.
Om voor subsidie in aanmerking te komen moet de amateurkunstinstelling gedurende een periode van tenminste twee jaar door de uitvoering van activiteiten en het in stand houden van de organisatie zijn bestaansrecht hebben bewezen. In geval van een fusie worden de jaren, die de instellingen vóór de fusie hebben bestaan, meegeteld.
- 2.
Om voor subsidie in aanmerking te komen moet de amateurkunstinstelling binnen haar mogelijkheden en afgestemd op lokale wensen/behoeften met het uitvoeren van een merendeel van haar activiteiten actief een maatschappelijke rol vervullen in de gemeente Hardenberg. Activiteiten die binnen een geloofsgemeenschap plaatsvinden vallen hier niet onder.
- 3.
M.u.v. de Stichting Hafabra, dient de subsidieontvanger binnen zeventien weken na afloop van het kalenderjaar een aanvraag tot vaststelling van de subsidie in.
Bij de aanvraag overlegt de aanvrager de volgende gegevens:
- a.
de jaarrekening en de verantwoording over het afgelopen jaar.
- b.
de begroting voor het lopende boekjaar.
- a.
- 4.
De Stichting Hafabra kan in aanmerking komen voor een subsidie voor de muziekverenigingen die deelnemer zijn van de stichting, t.b.v. activiteiten die onder de doelstellingen van de deelnemers vallen en voor de organisatie van Festival de gemeentevlag. De raad stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor deze subsidie, door opname van een bedrag in de begroting.
- 5.
De Stichting Hafabra verleent, wanneer zij in aanmerking wenst te komen voor subsidie als bedoeld onder 4, medewerking aan de totstandkoming van een meerjarige overeenkomst en een uitvoeringsovereenkomst.
- 6.
Amateurkunstinstellingen, niet zijnde de deelnemers van de stichting Hafabra, kunnen in aanmerking komen voor een jaarlijkse subsidie. De raad stelt jaarlijks een subsidieplafond vast voor deze subsidie, door opname van een bedrag in de begroting. In afwijking van het bepaalde in artikel 6, lid 1, van de Subsidieregeling Programmalijn Maatschappelijk Domein 2020, wordt dit subsidieplafond als volgt verdeeld:
- a.
De aanvragende amateurkunstinstellingen die voor deze subsidie in aanmerking komen, ontvangen elk een basisbedrag van € 250,00.
- b.
Het, na toekenning van het basisbedrag resterende bedrag van het subsidieplafond wordt als volgt verdeeld over de aanvragende amateurkunstinstellingen, die voor deze subsidie in aanmerking komen: een bedrag per betalend lid. Dit bedrag wordt bepaald door het resterende bedrag van het subsidieplafond te delen door het totaal aantal betalende leden van de aanvragende amateurkunstinstellingen, die voor deze subsidie in aanmerking komen.
- a.
- 7.
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd van de genoemde subsidiegrondslagen en –bedragen af te wijken indien naar hun oordeel hiervoor voldoende redenen bestaan.
Uitwerking Subsidieregeling sport
Op grond van artikel 3 lid 12 van de Subsidieregeling Programmalijn Maatschappelijk Domein.
- 1.
vervallen
- 2.
Doelstelling
- 2.1
Doel van de regeling is: door middel van een geldelijke bijdrage de sportbeoefening in het algemeen en in het bijzonder in verenigingsverband in de gemeente Hardenberg te bevorderen.
- 2.2
Deze regeling is niet van toepassing op (semi-) beroepssport en bedrijfssport.
- 3.
Subsidieplafond
- 3.1
De gemeenteraad stelt jaarlijks bij de behandeling van de gemeentebegroting het subsidieplafond vast.
- 3.2
In deze regeling worden in het kader van de te subsidiëren activiteiten de volgende deelbudgetten onderscheiden:
- a.
deelbudget basissubsidie voor jeugdleden;
- b.
deelbudget subsidie projecten voor jeugdleden;
- c.
deelbudget basissubsidie voor gehandicapten;
- d.
deelbudget subsidie projecten voor gehandicapten;
- e.
deelbudget subsidie projecten voor kadervorming;
- f.
deelbudget evenementensubsidie.
- a.
- 3.3
Burgemeester en wethouders stellen jaarlijks vóór 15 december de hoogte van de afzonderlijke deelbudgetten vast.
- 4.
Aanvraag
- 4.1
Voor het indienen van een aanvraag gelden de volgende voorwaarden en termijnen:
- a.
bij een aanvraag om subsidie moet gebruik gemaakt worden van de daarvoor bestemde aanvraagformulieren;
- b.
basissubsidie voor jeugdleden en gehandicapten moet voor 1 maart van het betreffende kalenderjaar worden aangevraagd;
- c.
projectsubsidie moet acht weken vóór de datum waarop het project plaatsvindt worden aangevraagd;
- d.
evenementensubsidie dient acht weken voor de datum waarop het evenement plaatsvindt te worden aangevraagd.
- a.
- 4.2
Bij de indiening van een aanvraag om subsidie voor projecten voor kadervorming of een evenementensubsidie wordt in ieder geval een begroting overgelegd.
- 5.
Beslissing op een aanvraag
- 5.1
Burgemeester en wethouders beslissen op een aanvraag binnen acht weken, tenzij er een uiterste termijn voor de indiening van de aanvraag geldt; de termijn van acht weken begint in dat geval op de dag nadat de uiterste termijn is verstreken.
- 5.2
Burgemeester en wethouders kunnen de in 5.1 bedoelde termijn met ten hoogste zes weken verlengen.
- 6.
Subsidievaststelling
- 6.1
Indien burgemeester en wethouders een subsidie vaststellen, wordt in de subsidiebeschikking aangegeven, op welk bedrag de subsidieontvanger aanspraak heeft.
- 6.2
Bij hun beschikking tot vaststelling van de subsidie geven burgemeester en wethouders zo concreet mogelijk aan, welke prestaties door de subsidieontvanger, met de ter beschikking gestelde subsidie, moet worden verricht, alsmede welke effecten daarmee worden beoogd.
- 7.
Subsidie voor de jeugd
- 7.1
Burgemeester en wethouders kunnen aan sportverenigingen een subsidie verstrekken.
- 7.2
De basissubsidie bestaat uit een bedrag per jeugdlid.
- 7.3
Voor het verkrijgen van subsidie dient de vereniging per kalenderjaar van haar jeugdleden een contributie te heffen van minimaal € 30.
- 7.4
Het budget voor basissubsidie wordt verdeeld over het aantal jeugdleden, dat voor subsidie in aanmerking komt.
- 7.5
Daarnaast kunnen sportverenigingen aanvragen indienen voor projecten, die ten doel hebben de sportdeelname van jeugd en jongeren te vergroten, de betrokkenheid bij bestuurlijke activiteiten te stimuleren of het sportaanbod te vernieuwen.
- 7.6
De vergoeding bedraagt 75% per project met een maximum van € 675.
De gemeente organiseert jaarlijks ook zelf projecten, die ten doel hebben de sportdeelname van jeugd en jongeren te vergroten.
Deze projecten zijn gericht op sportoriëntatie en -keuze en bedoeld voor leerlingen uit het basisonderwijs. De uitvoering is in handen van de sportverenigingen en de basisscholen.
Voor scholen voor Voortgezet Onderwijs bestaat eveneens de mogelijkheid voor hun leerlingen projecten gericht op sportoriëntatie en -keuze te organiseren.
Verenigingen, die meewerken aan de activiteiten voor leerlingen uit het basisonderwijs en scholen voor Voortgezet Onderwijs, die activiteiten organiseren voor hun leerlingen, ontvangen een onkostenvergoeding.
Deze onkostenvergoedingen worden als eerste ten laste gebracht van het budget "projecten voor jeugdleden". Het restantbudget is bestemd voor vergoeding van de onder 7.6 genoemde projecten.
- 7.7
Er kan subsidie worden verstrekt aan verenigingen, die niet statutair gevestigd zijn in de gemeente Hardenberg.
- 8.
Subsidie voor lichamelijk en geestelijk gehandicapten
- 8.1
Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken om deelname aan sport door gehandicapten mogelijk te maken en te houden en om de kwaliteit van het sportaanbod te bevorderen.
- 8.2
Sportverenigingen uit de gemeente Hardenberg of sportverenigingen in de regio waarvan gehandicapte inwoners uit de gemeente Hardenberg lid zijn kunnen jaarlijks € 11,35 per gehandicapt sportlid, woonachtig in de gemeente Hardenberg, aan subsidie ontvangen.
- 8.3
Sportverenigingen uit de gemeente Hardenberg kunnen een projectsubsidie aanvragen, die betrekking heeft op een specifiek sportaanbod voor leden met een handicap. Hierbij valt te denken aan een integratieproject bij bestaande sportverenigingen.
- 8.4
De vergoeding bedraagt 75% per project met een maximum van € 675.
- 9.
Subsidie projecten voor kadervorming
- 9.1
Burgemeester en wethouders kunnen een projectsubsidie verstrekken aan sportverenigingen om deelname aan cursussen ten behoeve van sporttechnisch kader, wegens het belang van deskundige leiding, te stimuleren.
- 9.2
In aanmerking komen de door de rijksoverheid erkende sportopleidingen voor vrijwilligers in de sport.
- 9.3
De vergoeding bedraagt 75% van de cursuskosten met een maximum van € 225 per persoon per kalenderjaar.
- 10.
Subsidie voor sportevenementen
- 10.1
Burgemeester en wethouders kunnen een subsidie verstrekken aan sportverenigingen en niet commerciële instellingen voor sportevenementen met een bovenplaatselijke uitstraling, die een bijzondere publiciteit voor de gemeente Hardenberg met zich meebrengen, hetzij vanwege het bijzondere karakter van het evenement, hetzij vanwege het niveau van sportbeoefening.
- 10.2
Subsidiabele sportevenementen binnen dit artikel zijn incidentele sportevenementen, die niet tot de reguliere activiteiten van de betreffende sportvereniging behoren.
- 10.3
Subsidiëring zal plaatsvinden op basis van een gespecificeerde begroting, die gelijktijdig bij de aanvraag wordt ingediend.
- 10.4
Per sportevenement wordt een bedrag van maximaal € 500 gesubsidieerd.
- 10.5
Bij een aanvraag om subsidie moet gebruik gemaakt worden van de daarvoor bestemde aanvraagformulieren.
- 11.
Nadere regels
Burgemeester en wethouders zijn bevoegd voor de uitvoering van deze regeling nadere regels vast te stellen.
Uitwerking Subsidieregeling sportaccommodaties
Op grond van artikel 3 lid 13 van de Subsidieregeling Programmalijn Maatschappelijk Domein.
- 1.
vervallen
- 2.
Doelstelling
Deze regeling heeft tot doel regels te stellen voor het verstrekken van subsidies aan instellingen voor investeringskosten voor het realiseren van voorzieningen.
- 3.
Uitsluiting
Op basis van deze verordening komen niet voor subsidie in aanmerking:
- a.
investeringskosten t.b.v. het realiseren van voorzieningen die op commerciële basis (zullen) worden geëxploiteerd;
- b.
investeringskosten t.b.v. het realiseren van voorzieningen waarvoor reeds eerder een gemeentelijke subsidie is verstrekt;
- c.
investeringskosten t.b.v. voorzieningen die reeds zijn gerealiseerd of waarvan reeds met de realisering is begonnen;
- d.
investeringskosten t.b.v. het realiseren van een uitbreiding of verbouwing van een clubgebouw;
- e.
inrichtingskosten van een clubgebouw (zoals een bar of een keuken);
- f.
aanschafkosten van inventaris.
- 4.
Subsidieplafond
- 4.1
Jaarlijks wordt door de Raad in de gemeentebegroting een bedrag opgenomen voor de ondersteuning van particulier initiatief. Dit bedrag geldt als subsidieplafond.
- 4.2
Indien het toewijzen van alle subsidieaanvragen leidt tot overschrijding van het subsidieplafond als bedoeld in lid 1, bepaalt het College tussen 1 oktober en 1 december van het jaar waarin de subsidies zijn aangevraagd, voor het daaropvolgende kalenderjaar de rangorde waarin aanvragen worden toe- of afgewezen, op basis van urgentie van de voorzieningen, zo nodig in relatie tot de in het vierde lid genoemde toetsingscriteria.
- 4.3
De navolgende onderscheidingen in urgentie worden bij de toetsing gehanteerd:
- a.
zeer urgent: de voorziening waarvoor subsidie aangevraagd wordt dient op de kortst mogelijke termijn gerealiseerd te worden om een goede instandhouding van de instelling te waarborgen;
- b.
urgent: de gevraagde voorziening dient binnen een termijn van één tot drie jaar gerealiseerd te worden om een goede instandhouding van de instelling te waarborgen;
- c.
minder urgent: de gevraagde voorziening dient binnen een termijn van drie tot vijf jaar te worden gerealiseerd om een goede instandhouding van de instelling te waarborgen.
- a.
- 4.4
Bij eenzelfde mate van urgentie van twee of meer aanvragen wordt aan de navolgende criteria getoetst om de rangorden te bepalen:
- a.
bij eenzelfde mate van urgentie van twee of meer aanvragen wordt aan de navolgende criteria getoetst om de rangorden te bepalen:
- b.
de verhouding tussen de kosten van de voorziening en het te verkrijgen resultaat.
- a.
- 5.1
Subsidiabele kosten
Subsidiabele kosten op grond van deze verordening zijn:
- a.
investeringskosten van voorzieningen, niet zijnde clubgebouwen, voor zover deze hoger zijn dan € 2.500 maar een bedrag van € 56.723 niet te boven gaan;
- b.
functionele investeringskosten voor de bouw van een clubgebouw, voor zover de instelling nog niet eerder subsidie heeft ontvangen voor de bouw van een clubgebouw;
- c.
functionele investeringskosten voor de vervanging van een clubgebouw, voor zover sprake is van vervanging van semi-permanente uitvoering naar nieuwbouw in steen dan wel een andere duurzame uitvoering. Indien voor de investeringskosten voor de bouw van de semi-permanente uitvoering eerder subsidie is ontvangen, wordt voor de berekening van de subsidie voor nieuwbouw het bedrag van de eerder verleende subsidie in mindering gebracht op het bedrag van de investeringskosten voor vervanging.
- 6.
Hoogte van de subsidie
- 6.1
De subsidie bedraagt voor voorzieningen als bedoeld in artikel 5, onder a: 25% van de investeringskosten, met een maximum van € 14.175.
- 6.2
De subsidie bedraagt voor voorzieningen als bedoeld in artikel 5, onder b en c: 1/3 deel van de investeringskosten, met een maximum van € 20.000.
- 7.
De subsidieaanvraag
- 7.1
Subsidieaanvragen, die betrekking hebben op in een bepaald kalenderjaar te realiseren voorzieningen, moeten voor 1 oktober van het aan dat jaar voorafgaande kalenderjaar worden ingediend bij het College. Aanvragen, die geen betrekking hebben op voorzieningen die in het daaropvolgende kalenderjaar zullen worden gerealiseerd, worden niet in behandeling genomen.
- 7.2
Bij een subsidieaanvraag moet ten minste worden overgelegd:
- a.
een motivering van de noodzaak of gewenstheid van de te realiseren voorziening;
- b.
een raming van de investeringskosten;
- c.
een financierings- en exploitatieopzet.
- a.
- 8.
De beslistermijn
- 8.1
Het College beslist jaarlijks vóór 1december over de subsidieaanvragen voor het daaropvolgende jaar.
- 8.2
Indien het College besluit subsidie te verlenen wordt aan de subsidieontvanger de verplichting opgelegd de realisering van de voorziening daadwerkelijk te voltooien binnen het daaropvolgende jaar.
- 8.3
Indien blijkt dat een instelling niet aan de in het tweede lid bedoelde verplichting kan voldoen, kan het College, op verzoek van de instelling in bijzondere gevallen uitstel verlenen. De instelling dient een verzoek tot uitstel te doen voor 1 december van het jaar waarbinnen de realisering van de voorziening voltooid dient te zijn.
- 9.
Voorschotten
Indien het College besluit tot subsidieverlening wordt 90 % van de verleende subsidie als voorschot verleend.
- 10.
De aanvraag tot subsidievaststelling
- 10.1
De aanvraag tot subsidievaststelling moet binnen twee maanden na voltooiing van de realisering van de voorziening, overeenkomstig het bepaalde in artikel 8, lid 2 of 3, worden ingediend bij het College.
- 102.
Bij de aanvraag tot subsidievaststelling dient de subsidieontvanger een financiële verantwoording te overleggen.
- 11.
De subsidievaststelling
Het College stelt de subsidie vast binnen acht weken na ontvangst van de aanvraag tot subsidievaststelling.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl