Besluit kosten regionale werkzaamheden in de openbare ruimte

Geldend van 02-04-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit kosten regionale werkzaamheden in de openbare ruimte

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel,

gelet op,

artikel 229 a en artikel 229b, eerste lid, van de Gemeentewet

artikel 231, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet in samenhang met artikel 63 van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen

Artikel 2:11, vierde lid, van de Algemene plaatselijke verordening Maasdriel 2020

de Algemene verordening ondergrondse infrastructuren

de Legesverordening 2020 inclusief tarieventabel, hoofdstuk 18

overwegende dat,

er sprake kan zijn van beoogde werkzaamheden in de openbare ruimte die de grenzen van een individuele gemeente overschrijden;

de berekening van de kosten die de gemeente in rekening brengt voor haar dienstverlening ter zake is gebaseerd op werkzaamheden in de openbare ruimte die plaatsvinden binnen de grenzen van de gemeente;

de kosten die de gemeente in rekening brengt zodanig dienen te worden vastgesteld dat de geraamde baten op het niveau van de Verordening voor zover het leges betreft niet uitgaan boven de geraamde lasten ter zake, maar ook dat de geraamde baten niet lager zijn dan de geraamde lasten ter zake, en de werkelijke kosten in rekening worden gebracht;

het in voorkomende gevallen noodzakelijk is af te wijken van de vastgestelde gemeentelijke regelgeving om onbillijkheden van overwegende aard die niet zijn voorzien in de heffing te voorkomen;

besluit vast te stellen het navolgende:

Besluit kosten regionale werkzaamheden in de openbare ruimte

Artikel 1: Doel en toepassingsbereik

  • 1. Dit besluit is van toepassing op het heffen van kosten, waaronder leges, degeneratiekosten, beheerkosten, onderhoudskosten, straatwerkkosten en administratieve kosten, door het college van burgemeester en wethouders, ten behoeve van werkzaamheden in de openbare ruimte die niet louter binnen de grenzen van één gemeente plaatsvinden, maar plaatsvinden op het grondgebied van twee of meer gemeenten binnen de gemeenten die deelnemen aan de Gemeenschappelijke regeling Uitvoeringsorganisatie Breedband Rivierenland.

  • 2. Het doel van dit besluit is om ten behoeve van de werkzaamheden, bedoeld in het eerste lid, tot billijke heffingen te komen. Dit kan geschieden door ervoor te zorgen dat:

    • a.

      de werkelijke kosten voor de betrokken gemeenten voor het totaal aan werkzaamheden via een heffing in rekening worden gebracht;

    • b.

      elke betrokken gemeente dat deel van de werkelijke kosten via een heffing in rekening brengt dat zich verhoudt tot de inzet van die gemeente;

    • c.

      elke betrokken gemeente dezelfde tarieven hanteert voor het in rekening brengen van de werkelijke kosten.

Artikel 2: Berekening bovenregionale leges en degeneratiekosten

  • 1. Het college van burgemeester en wethouders kan, door de toepassing van artikel 231, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet in samenhang met artikel 63 van de Algemene wet inzake Rijksbelastingen, afwijken van de voor de gemeente geldende legesverordening en tarieventabel.

  • 2. De per gemeente te heffen kosten kunnen in ieder geval worden vastgesteld op basis van:

    • a.

      de werkelijk te verwachten kosten voor de gemeenten voor de beoogde werkzaamheden in de openbare ruimte;

    • b.

      de werkelijk gerealiseerde kosten voor de gemeenten van vergelijkbare werkzaamheden in de openbare ruimte;

    • c.

      de verschillende tarieven van de betrokken gemeenten, en

    • d.

      de verdeling van benodigde inzet per betrokken gemeente.

  • 3. Het college stemt over de te heffen kosten waar nodig af met de andere betrokken gemeenten.

Artikel 3: Slotbepalingen

  • 1. Dit besluit treedt in werking op de dag nadat het is bekendgemaakt.

  • 2. Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit kosten regionale werkzaamheden in de openbare ruimte.

Ondertekening

Aldus besloten door het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Maasdriel op 24 maart 2020.

Burgemeester en wethouders van Maasdriel,

de secretaris,

G.T. Wildeman

de burgermeester

H. van Kooten