Regeling vervallen per 09-01-2024

Het Reglement van Orde voor de raadsvergadering gemeente Gorinchem 2020

Geldend van 18-03-2020 t/m 08-01-2024

Intitulé

Het Reglement van Orde voor de raadsvergadering gemeente Gorinchem 2020

De gemeenteraad van Gorinchem,

Gelet op het raadsvoorstel van het presidium d.d. 13 februari 2020;

Gelet op de wettelijke bepalingen van de gemeentewet;

Gelet op het advies van het fractievoorzittersoverleg d.d. 30 januari 2020.

Besluit:

  • 1.

    Het Reglement van Orde voor raadsvergadering gemeente Gorinchem 2020 (zie bijlage 1, RvO 2020) vast te stellen;

  • 2.

    Het huidige reglement in te trekken

BIJLAGE 1

HOOFDSTUK 1. ALGEMENE BEPALINGEN

ARTIKEL 1. BEGRIPSBEPALINGEN

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • voorzitter: voorzitter van de raad of diens plaatsvervanger

  • griffier: griffier van de raad of diens plaatsvervanger

  • het college: burgemeester en wethouders

  • fractie: een fractie zoals benoemd door de gemeenteraad van Gorinchem, conform artikel 7 van dit reglement;

  • fractievoorzitter: lid van de raad dat tevens voorzitter is van een fractie;

  • fractie-assistent: de vertegenwoordiger van een politieke groepering die door een fractie is aangewezen om deel te nemen aan parallelsessies

  • initiatiefvoorstel: voorstel van een raadslid voor een verordening of ander voorstel

  • motie: verklaring waarmee een oordeel, wens of verzoek wordt uitgesproken

  • amendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een ontwerpverordening of ontwerpbeslissing

  • subamendement: voorstel van een raadslid tot wijziging van een aanhangig amendement

  • agendacommissie: de agendacommissie zoals benoemd door de gemeenteraad van Gorinchem, conform artikel 2 van dit reglement;

  • fractievoorzittersoverleg: het fractievoorzittersoverleg zoals benoemd door de gemeenteraad van Gorinchem, conform artikel 3 van dit reglement;

  • parallelsessie: een parallelsessie zoals benoemd door de gemeenteraad van Gorinchem, conform artikel 9 van dit reglement.

ARTIKEL 2. DE AGENDACOMMISSIE

  • 1.

    De agendacommissie bestaat uit ten hoogste vijf raadsleden.

  • 2.

    De leden van de agendacommissie worden in de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling door de raad benoemd. De raad streeft daarbij naar een evenwichtige samenstelling, gelet op de samenstelling van de raad.

  • 3.

    Tot de vergaderingen van de agendacommissie hebben naast de raadsleden toegang de voorzitter, de griffier en een door het college aan te wijzen wethouder. De agendacommissie kan voorts anderen uitnodigen deel te nemen aan zijn vergaderingen.

  • 4.

    De voorzitter zit de vergaderingen van de agendacommissie voor.

  • 5.

    De agendacommissie heeft in ieder geval de volgende taken:

  • a.

    het vaststellen van de data en tijdstippen van de vergadercyclus van de raad en de parallelsessies met inachtneming van artikel 17 van de Gemeentewet;

  • b.

    het voorbereiden en vaststellen van voorlopige agenda’s voor raadsvergaderingen en parallelsessies.

ARTIKEL 3. HET FRACTIEVOORZITTERSOVERLEG

  • 1.

    Het fractievoorzittersoverleg bestaat uit de voorzitter en de fractievoorzitters.

  • 2.

    Het fractievoorzittersoverleg doet aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie en het functioneren van de raad voor zover het niet betreft de taken van de agendacommissie.

ARTIKEL 4. DE GRIFFIER

  • 1.

    De griffier is aanwezig in raadsvergaderingen en vergaderingen van de agendacommissie, fractievoorzittersoverleg en de commissie voor de geloofsbrieven.

  • 2.

    Bij verhindering of afwezigheid wordt de griffier vervangen door de adjunct-griffier of een raadsadviseur.

  • 3.

    De griffier, de adjunct-griffier of een raadsadviseur is aanwezig in de parallelsessies.

  • 4.

    De griffier kan op uitnodiging van de voorzitter aan beraadslagingen in raadsvergaderingen en parallelsessies deelnemen.

ARTIKEL 5. ONDERZOEK GELOOFSBRIEVEN EN BEËDIGING RAADSLEDEN

  • 1.

    In de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling benoemt de raad een commissie voor de geloofsbrieven, bestaande uit drie raadsleden.

  • 2.

    De commissie voor de geloofsbrieven onderzoekt de geloofsbrieven en de daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde raadsleden en brengt vervolgens advies uit aan de raad over de toelating van de nieuw benoemde raadsleden tot de raad. Indien van toepassing, wordt van een minderheidsstandpunt melding gemaakt in dit advies.

  • 3.

    Het onderzoek van het proces-verbaal van het centraal stembureau na de raadsverkiezingen gebeurt in de laatste raadsvergadering in oude samenstelling.

  • 4.

    Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten raadsleden op om in de eerste raadsvergadering in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

  • 5.

    In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter in afwijking van het voorgaande een nieuw benoemd raadslid op voor de raadsvergadering waarin over diens toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.

ARTIKEL 6. ONDERZOEK AANBEVOLEN WETHOUDERS

  • 1.

    Indien in een raadsvergadering een wethouder moet worden benoemd doet de commissie voor de geloofsbrieven tevoren onderzoek naar de benoembaarheid van aanbevolen kandidaten.

  • 2.

    De commissie vormt zich daartoe een oordeel over de vraag of een aanbevolen kandidaat voldoet aan de artikelen 36a, 36b, 41b, eerste, derde en vierde lid, en artikel 41c, eerste lid van de Gemeentewet. Tevens vormt zij zich een oordeel over de benoembaarheid van een kandidaat op basis van zijn antecedenten, mede in het licht van de door de raad vastgestelde gedragscode voor burgemeester en wethouders.

  • 3.

    Ten behoeve van het oordeel over de antecedenten wordt onder verantwoordelijkheid van de burgemeester een onderzoek ingesteld. De conclusies van dit onderzoek worden door de burgemeester besproken met de aanbevolen kandidaat en, voor zover de kandidaat daarmee instemt, met de commissie. De conclusies en het rapport waarop zij berusten zijn geheim.

  • 4.

    De commissie rapporteert haar bevindingen over de benoembaarheid van een kandidaat aan de raad aan het begin van de beraadslagingen over de benoeming van een wethouder. Zij licht tevoren de burgemeester in.

  • 5.

    Indien de raad een wethouder benoemt die niet eerder was aanbevolen, dan wel waarover om een andere reden nog geen onderzoek heeft plaatsgevonden, vindt dit onderzoek en de rapportage van de bevindingen zo snel mogelijk plaats voordat de beëdiging plaatsvindt.

ARTIKEL 7. FRACTIES

  • 1.

    De leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting, als bedoeld in artikel 18 Gemeentewet, als één fractie beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts één lid verkozen, dan wordt dit lid als een afzonderlijke fractie beschouwd.

  • 2.

    Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad, als bedoeld in artikel 18 Gemeentewet, aan de voorzitter mee welke naam deze fractie in de raad wil voeren.

  • 3.

    De namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger optreden worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.

  • 4.

    Indien:

  • a.

    twee of meer bestaande fracties als één fractie gaan optreden.

  • b.

    één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie, wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter, met vermelding van de gewenste fractienaam.

  • 5.

    Met de onder lid 4 beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met ingang van de eerstvolgende vergadering van de raad na de mededeling daarvan

ARTIKEL 8. ZELFSTANDIG LID OF ZELFSTANDIGE GROEP

Er wordt zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter indien:

één of meer leden van een fractie respectievelijk als zelfstandig lid of zelfstandige groep gaan optreden,

twee of meer zelfstandige leden als één zelfstandige groep gaan optreden,

één of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een zelfstandig lid of zelfstandige groep.

Een zelfstandig lid of zelfstandige groep bedoeld in het eerste lid, wordt aangeduid als:

lid, gevolgd door van de achternaam van het betreffende lid, indien het één lid van de raad betreft.

groep, gevolgd door achternamen van de betreffende leden van de raad, indien het meerdere leden betreft.

HOOFDSTUK 2. PARALLELSESSIES EN ZEEPKIST

ARTIKEL 9. SAMENSTELLING EN DOELSTELLING PARALLELSESSIES

  • 1.

    Aan parallelsessies kan worden deelgenomen door raadsleden, fractie-assistenten en vertegenwoordigers van het college.

  • 2.

    De parallelsessies worden geleid door een raadslid, daartoe per parallelsessie door de agendacommissie aangewezen, of de voorzitter.

  • 3.

    De behandeling van voorstellen kan worden voorbereid in parallelsessies. Daarin kunnen ook onderwerpen worden behandeld.

  • 4.

    Parallelsessies worden onderscheiden in sessies voor Informatie & Ontmoeting en sessies voor Beraad & Advies.

  • a.

    In een Informatie & Ontmoeting kunnen de raadsleden zich over raadsvoorstellen of vastgestelde onderwerpen informeren alvorens deze worden geagendeerd voor een Beraad & Advies. Onverminderd het eerste lid is het mogelijk voor anderen deel te nemen aan de parallelsessie, zulks ter beoordeling van de voorzitter.

  • b.

    In een Beraad & Advies worden in de regel raadsvoorstellen behandeld, alvorens voor een raadsvergadering te worden geagendeerd. De agendacommissie kan voorstellen tot benoemingen en voorstellen die kennelijk een hamerstuk zijn in afwijking van deze regel rechtstreeks agenderen voor een raadsvergadering.

ARTIKEL 10. FREQUENTIE VAN PARALLELSESSIES

  • 1.

    Parallelsessies vinden in de regel op donderdag plaats, de week van de raadsvergadering en vakantieperiodes niet meegerekend.

  • 2.

    Parallelsessies worden gehouden in het stadhuis van de gemeente Gorinchem.

  • 3.

    Parallelsessies starten in de regel om 19.30 uur.

  • 4.

    Het is mogelijk dat er twee parallelsessies op hetzelfde moment plaatsvinden.

  • 5.

    De agendacommissie, dan wel in spoedeisende gevallen de voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag, een extra dag, een andere aanvangstijd bepalen of een andere vergaderlocatie aanwijzen.

ARTIKEL 11. AGENDA PARALLELSESSIES

Datum, tijdstip en agenda van parallelsessies worden vastgesteld door de agendacommissie.

In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen.

ARTIKEL 12. OPROEP PARALLELSESSIES

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste zes dagen voor een parallelsessie, de raadsleden, de wethouders en de secretaris een schriftelijke oproep. Hij draagt er tevens zorg voor dat gelijktijdig de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, digitaal aan de raadsleden, de wethouders en de secretaris ter beschikking wordt gesteld.

  • 2.

    In gevallen als bedoeld in artikel 10, vijfde lid, kan de voorzitter de termijn als bedoeld in het eerste lid, verkorten tot minimaal 48 uur.

  • 3.

    Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 11, tweede lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de parallelsessie digitaal aan de raadsleden, de wethouders en de secretaris ter beschikking gesteld.

  • 4.

    Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden, de wethouders en de secretaris op verzoek inzage.

ARTIKEL 13. TER INZAGE LEGGEN EN PUBLICEREN VAN STUKKEN PARALLELSESSIES

  • 1.

    Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda van een parallelsessie dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd en op de website van de gemeente gepubliceerd.

  • 2.

    Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

ARTIKEL 14. OPENBARE KENNISGEVING PARALLELSESSIES

Parallelsessies worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging in DeStadGorinchem.nl.

ARTIKEL 15. INSPRAAK

  • 1.

    De agendacommissie draagt er zorg voor, dat met betrekking tot elk raadsvoorstel of onderwerp dat in één of meer parallelsessies wordt besproken, minstens één keer aan burgers en andere belanghebbenden de gelegenheid wordt geboden daarop inspraak te kunnen geven.

  • 2.

    Inspraak vindt in beginsel plaats in een parallelsessie voor Informatie & Ontmoeting; Indien een raadsvoorstel of onderwerp alleen geagendeerd wordt in een parallelsessie voor Beraad & Advies, wordt aan het begin daarvan de mogelijkheid tot inspraak geboden.

  • 3.

    Minstens één keer per vier weken, de vakantieperiode uitgezonderd, wordt een parallelsessie voor Informatie & Ontmoeting belegd, waar burgers en belanghebbenden zelf onderwerpen aan de orde kunnen stellen.

ARTIKEL 16. ZEEPKIST

Voorafgaand aan de raadsvergadering is er de gelegenheid voor inwoners de raad en het college toe te spreken over een onderwerp wat hen bezighoudt. Zij kunnen zich hiervoor tot 12:00 op de woensdag voorafgaand aan de raadsvergadering aanmelden bij de griffie.

HOOFDSTUK 3. RAADSVERGADERINGEN

PARAGRAAF 1. VOORBEREIDING

ARTIKEL 17. SAMENSTELLING EN DOELSTELLING RAADSVERGADERING

  • 1.

    De raad komt bijeen in raadsvergaderingen.

  • 2.

    In de raadsvergadering nemen de raadsleden inhoudelijke besluiten over de voorgelegde raadsvoorstellen.

  • 3.

    In de raadsvergadering debatteren raadsleden over ingediende moties en amendementen.

ARTIKEL 18. VERGADERFREQUENTIE

  • 1.

    Raadsvergaderingen vinden in de regel op donderdag, één keer per vier weken plaats, de vakantieperiodes niet meegerekend. De agendacommissie maakt daarbij onderscheid tussen een reguliere raadsvergadering en een hamerraad. Een hamerraad bestaat uit ter kennisname en zonder verder debat afhameren van eerder behandelde voorstellen. Hierbij kunnen korte stemverklaringen worden gegeven.

  • 2.

    Raadsvergaderingen worden gehouden in het stadhuis van de gemeente Gorinchem.

  • 3.

    Raadsvergaderingen starten in de regel om 19.30 uur.

  • 4.

    De agendacommissie, dan wel in spoedeisende gevallen de voorzitter kan in bijzondere gevallen een andere dag, een extra dag, een andere aanvangstijd bepalen of een andere vergaderlocatie aanwijzen.

ARTIKEL 19. AGENDA RAADSVERGADERINGEN

  • 1.

    De agendacommissie stelt de voorlopige agenda vast.

  • 2.

    In spoedeisende gevallen kan de voorzitter na het verzenden van een schriftelijke oproep een aanvullende voorlopige agenda opstellen.

  • 3.

    De agenda wordt bij aanvang van een raadsvergadering door de raad vastgesteld.

ARTIKEL 20. OPROEP RAADSVERGADERINGEN

  • 1.

    De voorzitter zendt ten minste zes dagen voor een raadsvergadering, de raadsleden, de wethouders en de secretaris een schriftelijke oproep. Hij draagt er tevens zorg voor dat gelijktijdig de voorlopige agenda met de daarbij behorende stukken, met uitzondering van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken, digitaal aan de raadsleden, de wethouders en de secretaris ter beschikking wordt gesteld.

  • 2.

    In gevallen als bedoeld in artikel 18, vierde lid, kan de voorzitter de termijn als bedoeld in het eerste lid, verkorten tot minimaal 48 uur.

  • 3.

    Als een aanvullende agenda als bedoeld in artikel 19, tweede lid, wordt vastgesteld, wordt deze met de daarbij behorende stukken zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk 48 uur voor aanvang van de raadsvergadering digitaal aan de raadsleden, de wethouders en de secretaris ter beschikking gesteld.

  • 4.

    Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden, de wethouders en de secretaris op verzoek inzage.

ARTIKEL 21. TER INZAGE LEGGEN EN PUBLICEREN VAN STUKKEN RAADSVERGADERINGEN

  • 1.

    Stukken die ter toelichting van de onderwerpen of voorstellen op een voorlopige agenda van een raadsvergadering dienen, worden gelijktijdig met het verzenden van de schriftelijke oproep op het gemeentehuis ter inzage gelegd en op de website van de gemeente gepubliceerd.

  • 2.

    Als omtrent stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, blijven deze stukken in afwijking van het eerste lid onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden op verzoek inzage.

ARTIKEL 22. OPENBARE KENNISGEVING RAADSVERGADERINGEN

Raadsvergaderingen worden ten openbare kennis gebracht door aankondiging in DeStadGorinchem.nl.

PARAGRAAF 2. TER VERGADERING

ARTIKEL 23. PRESENTIELIJST

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor het bijhouden van presentielijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Bij binnenkomst in de vergaderzaal tekenen raadsleden de presentielijst. Aan het einde van elke raadsvergadering wordt die lijst door de voorzitter en de griffier door ondertekening vastgesteld.

ARTIKEL 24. BERAADSLAGING

  • 1.

    De raad kan op voorstel van de voorzitter of een lid besluiten over één of meer onderdelen van een onderwerp of voorstel afzonderlijk, of over één of meer onderwerpen en/of voorstellen gezamenlijk te beraadslagen.

  • 2.

    Beraadslaging geschiedt in ten hoogste twee termijnen, tenzij de raad anders beslist.

  • 3.

    Spreektermijnen worden door de voorzitter afgesloten.

  • 4.

    Raadsleden mogen in een termijn niet meer dan éénmaal het woord voeren over hetzelfde onderwerp of voorstel.

  • 5.

    Het derde lid is niet van toepassing op een raadslid dat een amendement, een subamendement, een motie of een initiatiefvoorstel heeft ingediend, ten aanzien van de beraadslaging over het door dat raadslid ingediende.

  • 6.

    Bij de bepaling hoeveel malen een raadslid over hetzelfde onderwerp of voorstel het woord heeft gevoerd, wordt niet meegerekend het spreken over een voorstel van orde.

  • 7.

    Al dan niet op verzoek van een lid of een wethouder kan de voorzitter de beraadslagingen schorsen om de leden en/of het college de gelegenheid te geven tot onderling beraad.

ARTIKEL 25. SPREEKREGELS

  • 1.

    De raadsleden spreken vanaf hun zitplaats of vanaf een katheder. Ze richten zich tot de voorzitter.

  • 2.

    Bij bijzondere gelegenheden kan de voorzitter bepalen dat de raadsleden of andere aanwezigen spreken vanaf een andere plaats.

  • 3.

    Een raadslid voert het woord na het aan de voorzitter gevraagd en van hem verkregen te hebben.

  • 4.

    De voorzitter bepaalt de volgorde van de sprekers. Aan het einde van elke termijn geeft hij zo nodig het woord aan één of meer vertegenwoordigers van het college.

ARTIKEL 26. DEELNAME AAN DE BERAADSLAGING DOOR ANDEREN

Onverminderd artikel 21 van de Gemeentewet kan de raad op enig moment besluiten dat anderen mogen deelnemen aan de beraadslaging.

ARTIKEL 27. SPREEKTIJD

De raad kan op voorstel van de voorzitter of een lid voorafgaand aan de beraadslaging over een onderwerp of voorstel besluiten tot beperking van de spreektijd van de leden, wethouders of andere aanwezigen.

ARTIKEL 28. HANDHAVING ORDE

  • 1.

    Een spreker mag in zijn betoog niet worden gestoord, tenzij de voorzitter het nodig oordeelt hem te herinneren aan het opvolgen van dit reglement of een raadslid hem interrumpeert; de voorzitter kan bepalen dat de spreker zonder interrupties zijn betoog zal afronden.

  • 2.

    Indien een spreker zich beledigende of onbetamelijke uitdrukkingen veroorlooft, afwijkt van het in behandeling zijnde onderwerp, een andere spreker herhaaldelijk interrumpeert, dan wel anderszins de orde verstoort, wordt hij door de voorzitter tot de orde geroepen. Indien de spreker hieraan geen gevolg geeft, kan de voorzitter hem over het aanhangige onderwerp het woord ontnemen.

  • 3.

    De voorzitter kan ter handhaving van de orde de vergadering voor een door hem te bepalen tijd schorsen, dan wel sluiten.

ARTIKEL 29. VOORSTELLEN VAN ORDE

Raadsleden kunnen tijdens een raadsvergadering mondeling een voorstel van orde betreffende de vergadering doen. De raad beslist hier terstond over.

ARTIKEL 30. WETHOUDERS EN SECRETARIS

  • 1.

    Wethouders hebben toegang tot de vergadering en kunnen deelnemen aan de beraadslagingen.

  • 2.

    De secretaris heeft toegang tot de vergadering; hij vergezelt het college.

  • 3.

    In bijzondere gevallen kan de raad besluiten buiten aanwezigheid van de wethouders en de secretaris te vergaderen.

ARTIKEL 31. ZITPLAATSEN

  • 1.

    Voorzitter, raadsleden, wethouders, griffier en secretaris hebben een vaste zitplaats. De voorzitter wijst deze plaatsen aan bij aanvang van iedere nieuwe zittingsperiode van de raad.

  • 2.

    De voorzitter kan de indeling herzien indien daartoe aanleiding bestaat.

  • 3.

    De voorzitter zorgt voor een zitplaats voor anderen, die voor de vergadering zijn uitgenodigd.

PARAGRAAF 3. STEMMINGEN

ARTIKEL 32. BESLISSING

  • 1.

    De voorzitter sluit de beraadslaging als hij vaststelt dat een onderwerp of voorstel voldoende is toegelicht, tenzij de raad anders beslist.

  • 2.

    Voordat de stemming over het voorstel in zijn geheel plaatsvindt, formuleert de voorzitter het voorstel voor de te nemen beslissing.

ARTIKEL 33. STEMVERKLARING

Raadsleden kunnen hun voorgenomen stemgedrag in een korte verklaring toelichten.

ARTIKEL 34. STEMMING

  • 1.

    De voorzitter vraagt de raadsleden of zij stemming verlangen. Is dit niet het geval dan stelt de voorzitter vast dat het voorstel zonder stemming is aangenomen.

  • 2.

    Als een voorstel zonder stemming wordt aangenomen kunnen de in de raadsvergadering aanwezige raadsleden aantekening in het verslag vragen, dat zij geacht willen worden te hebben tegengestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming te hebben deelgenomen.

  • 3.

    Stemming geschiedt middels de stemkastjes of middels handopsteken. De voorzitter stelt vast welke fracties c.q. leden voor of tegen een voorstel hebben gestemd of overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming hebben deelgenomen en of het voorstel is aangenomen of verworpen.

  • 4.

    De hoofdelijke stemming geschiedt gelijktijdig middels de stemkastjes. Bij stemming middels handopsteken roept de griffier de raadsleden bij naam op hun stem uit te brengen, beginnend bij het daarvoor bij loting aangewezen raadslid. Vervolgens geschiedt de oproeping op alfabetische volgorde.

  • 5.

    De in het vierde lid bedoelde loting geschiedt één keer per vergadering als de eerste keer om hoofdelijke stemming wordt gevraagd. Bij de loting wordt een volgnummer van de presentielijst en het daarbij horende raadslid bepaald.

  • 6.

    Bij hoofdelijke stemming brengen ter vergadering aanwezig raadsleden, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen, hun stem uit door 'voor' of 'tegen' uit te spreken, zonder enige toevoeging.

  • 7.

    Een raadslid dat zich bij het uitbrengen van zijn stem vergist, kan deze vergissing herstellen totdat het volgende raadslid heeft gestemd. Bemerkt het raadslid zijn vergissing pas later, dan kan deze nadat de voorzitter de uitslag van de stemming bekend heeft gemaakt aantekening vragen van zijn vergissing. Dit brengt geen verandering in de uitslag van de stemming.

  • 8.

    De voorzitter deelt de uitslag na afloop van de stemming mee. Deze doet daarbij tevens mededeling van het genomen besluit.

ARTIKEL 35. VOLGORDE STEMMING OVER AMENDEMENTEN EN MOTIES

  • 1.

    Als een amendement op een aanhangig voorstel is ingediend, wordt eerst over dat amendement gestemd en vervolgens over het voorstel zoals het dan luidt in zijn geheel.

  • 2.

    Als een subamendement is ingediend, wordt eerst over het subamendement gestemd en vervolgens over het amendement waarop dat betrekking heeft.

  • 3.

    Als diverse amendementen of subamendementen op een aanhangig voorstel zijn ingediend, wordt, onverminderd het eerste en tweede lid, eerst over het meest verstrekkende amendement of subamendement gestemd.

  • 4.

    Als aangaande een aanhangig voorstel een motie is ingediend, wordt na de stemming over de amendementen eerst over de motie gestemd en vervolgens over het voorstel. De raad kan besluiten van deze volgorde af te wijken.

  • 5.

    Wanneer bij stemming over een motie of amendement in een niet voltallige raad de stemmen staken zal de voorzitter een ordevoorstel doen waarin wordt besloten of de stemming over het aanhangig voorstel uitgesteld dient te worden.

ARTIKEL 36. STEMMING OVER PERSONEN

  • 1.

    Bij stemming over personen voor voordrachten of het opstellen van voordrachten of aanbevelingen, benoemt de voorzitter drie raadsleden tot stembureau.

  • 2.

    Aanwezige raadsleden zijn verplicht een door het stembureau verstrekt stembriefje in te leveren, tenzij zij overeenkomstig artikel 28 van de Gemeentewet niet aan de stemming deel behoren te nemen.

  • 3.

    Er hebben zoveel stemmingen plaats als er personen zijn te benoemen, voor te dragen of aan te bevelen. De voorzitter kan beslissen dat bepaalde stemmingen worden samengevat op één briefje.

  • 4.

    Ongeldig zijn blanco stembriefjes, stembriefjes die ondertekend zijn, waarop meerdere namen per vacature zijn vermeld en stembriefjes waarop andere namen zijn vermeld dan die van kandidaten waartoe de stemming wegens een voordracht of bij herstemming was beperkt.

  • 5.

    In geval van twijfel over de inhoud van een stembriefje beslist de raad op voorstel van het stembureau.

  • 6.

    Na vaststelling van de uitslag worden de stembriefjes terstond door de griffier vernietigd.

ARTIKEL 37. HERSTEMMING; BESLISSING DOOR HET LOT

  • 1.

    Wanneer bij de eerste stemming, zoals bedoeld in artikel 36, eerste lid, niemand de volstrekte meerderheid heeft gekregen, wordt tot een tweede stemming overgegaan.

  • 2.

    Wanneer ook bij de tweede stemming niemand de volstrekte meerderheid heeft verkregen, vindt een derde stemming plaats tussen twee personen die bij de tweede stemming de meeste stemmen op zich hebben verenigd. Indien bij de tweede stemming de meeste stemmen over meer dan twee personen zijn verdeeld, vindt een tussenstemming plaats om uit te maken tussen welke twee personen de derde stemming zal plaatsvinden.

  • 3.

    Indien bij de tussenstemming of de derde stemming de stemmen staken beslist het lot.

  • 4.

    Wanneer het lot moet beslissen worden de namen van degenen waartussen moet worden beslist door het stembureau op twee gelijke briefjes opgeschreven, welke vervolgens op gelijke wijze gevouwen, in een stembokaal worden gedeponeerd. Vervolgens neemt de voorzitter één van de briefjes uit de stembokaal. Degene wiens naam op het briefje voorkomt, is gekozen.

PARAGRAAF 4. VERSLAGLEGGING; INGEKOMEN STUKKEN

ARTIKEL 38. VERSLAG EN BESLUITENLIJST

  • 1.

    De griffier draagt zorg voor verslagen en besluitenlijsten van raadsvergaderingen.

  • 2.

    Een verslag bevat in ieder geval:

  • a.

    de namen van de voorzitter, de griffier, de raadsleden, de wethouders en de secretaris, allen voor zover aanwezig, alsmede van de overige personen die het woord gevoerd hebben;

  • b.

    een aantekening van wie der onder a genoemden afwezig waren;

  • c.

    een vermelding van de zaken die aan de orde zijn geweest;

  • d.

    een weergave van het gesprokene met vermelding van de namen van de sprekers;

  • e.

    een overzicht van het verloop van elke stemming, met vermelding bij hoofdelijke stemming van de namen van de raadsleden die voor of tegen stemden, onder aantekening van de namen van de raadsleden die zich overeenkomstig de Gemeentewet van stemming hebben onthouden of zich bij het uitbrengen van hun stem hebben vergist;

  • f.

    de tekst van de ter vergadering ingediende initiatiefvoorstellen, voorstellen van orde, moties, amendementen en subamendementen;

  • g.

    bij het desbetreffende agendapunt, de naam en de hoedanigheid van die personen aan wie het op grond van het bepaalde in artikel 25 door de raad is toegestaan deel te nemen aan de beraadslagingen.

  • 3.

    Een conceptverslag wordt gelijktijdig met de verzending aan de raadsleden verzonden aan de overige personen die het woord hebben gevoerd in de raadsvergadering waarop het betrekking heeft.

  • 4.

    Vastgestelde verslagen worden ondertekend door de voorzitter en griffier.

  • 5.

    Voor zover de aard en de inhoud van de besluitvorming zich daartegen niet verzet, wordt de besluitenlijst zo spoedig mogelijk na de raadsvergadering openbaar gemaakt op de in de gemeente gebruikelijke wijze.

  • 6.

    Als verslagen en besluitenlijsten elektronisch beschikbaar zijn, worden ze op de website van de gemeente geplaatst.

ARTIKEL 39. INGEKOMEN STUKKEN

  • 1.

    Bij de raad ingekomen stukken, waaronder begrepen aan de raad gestuurde voorstellen en informatiebrieven, worden op een lijst geplaatst en samen met die lijst aan de raadsleden, de wethouders en de secretaris digitaal ter beschikking gesteld en op de website van de gemeente geplaatst.

  • 2.

    Als omtrent de inhoud van stukken op grond van artikel 25, eerste of tweede lid, van de Gemeentewet geheimhouding is opgelegd, worden deze stukken in afwijking van het eerste lid op een geheime lijst geplaatst en blijven zij onder berusting van de griffier en verleent deze de raadsleden, de wethouders en de secretaris op verzoek inzage.

  • 3.

    Bij de aanvang van de vergadering stelt de raad op voorstel van de agendacommissie de wijze van afdoening van de ingekomen stukken vast. Daarbij vindt geen inhoudelijke bespreking plaats.

PARAGRAAF 5. BESLOTEN RAADSVERGADERINGEN EN PARALLELSESSIES

ARTIKEL 40. TOEPASSING REGLEMENT OP BESLOTEN RAADSVERGADERINGEN EN PARALLELSESSIES

Op besloten raadsvergaderingen en parallelsessies is dit reglement van overeenkomstige toepassing voor zover dat niet strijdig is met het besloten karakter van de raadsvergadering of parallelsessie.

ARTIKEL 41. VERSLAG BESLOTEN RAADSVERGADERINGEN EN PARALLELSESSIES

  • 1.

    Conceptverslagen en -besluitenlijsten van besloten raadsvergaderingen en parallelsessies worden niet verspreid, maar uitsluitend voor de raadsleden ter inzage gelegd bij de griffier.

  • 2.

    Deze verslagen en besluitenlijsten worden zo spoedig mogelijk in een besloten raadsvergadering ter vaststelling aangeboden. Tijdens deze vergadering neemt de raad een besluit over het al dan niet openbaar maken van het vastgestelde verslag en de besluitenlijst.

  • 3.

    De vastgestelde verslagen en besluitenlijsten worden door de voorzitter en de griffier ondertekend.

ARTIKEL 42. OPHEFFING GEHEIMHOUDING

Als de raad op grond van de artikelen 25, derde en vierde lid, 55, tweede en derde lid, of 86, tweede en derde lid, van de Gemeentewet voornemens is de geheimhouding op te heffen, wordt, als het orgaan dat geheimhouding heeft opgelegd daarom verzoekt, daarover in een besloten raadsvergadering met het desbetreffende orgaan overleg gevoerd.

PARAGRAAF 6. TOEHOORDERS EN PERS

ARTIKEL 43. TOEHOORDERS EN PERS

  • 1.

    Toehoorders en vertegenwoordigers van de pers wonen openbare raadsvergaderingen en parallelsessies uitsluitend bij op de voor hen bestemde plaatsen.

  • 2.

    Het blijkgeven van goed- of afkeuring of het op andere wijze verstoren van de orde is hen verboden.

ARTIKEL 44. GELUID- EN BEELDREGISTRATIES

Degenen die van een openbare raadsvergadering of parallelsessie geluid- of beeldregistraties willen maken, doen hiervan mededeling aan de voorzitter en gedragen zich naar diens aanwijzingen.

HOOFDSTUK 4. BEVOEGDHEDEN, INSTRUMENTEN RAADSLEDEN

ARTIKEL 45. AMENDEMENTEN EN SUBAMENDEMENTEN

  • 1.

    Raadsleden dienen amendementen en subamendementen voor het sluiten van de beraadslaging van het voorstel waarop deze betrekking hebben in bij de voorzitter.

  • 2.

    Er wordt alleen beraadslaagd over amendementen en subamendementen die ingediend zijn door raadsleden die de presentielijst getekend hebben.

  • 3.

    Intrekking door de indiener van een amendement of subamendement is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

ARTIKEL 46. MOTIES

  • 1.

    Raadsleden dienen moties in bij de voorzitter.

  • 2.

    De behandeling van een motie vindt gelijktijdig plaats met de beraadslaging over het onderwerp of voorstel waarop het betrekking heeft.

  • 3.

    Intrekking door de indiener van een motie is mogelijk totdat de besluitvorming daarover door de raad is afgerond.

ARTIKEL 47. INITIATIEFVOORSTEL

  • 1.

    Raadsleden dienen initiatiefvoorstellen in bij de voorzitter. Deze brengt een ingediend voorstel zo spoedig mogelijk ter kennis van het college.

  • 2.

    Het college kan binnen 30 dagen nadat het ter kennis is gesteld van een voorstel schriftelijk wensen en bedenkingen met betrekking tot het voorstel ter kennis van de raad brengen.

  • 3.

    Indien het college schriftelijk wensen of bedenkingen ter kennis van de raad heeft gebracht of kenbaar heeft gemaakt hiertoe niet te zullen overgaan, dan wel nadat de in het tweede lid gestelde termijn is verlopen, heeft de agendacommissie de bevoegdheid om vervolgens de behandelprocedure van het voorstel te bepalen op voorwaarde dat de raadsbehandeling binnen zes weken moet plaatsvinden.

ARTIKEL 48. COLLEGEVOORSTEL

Intrekking door het college van een collegevoorstel is mogelijk totdat de besluitvorming

daarover door de raad is afgerond.

ARTIKEL 49. INTERPELLATIE

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot het houden van een interpellatie schriftelijk in bij de voorzitter. Het verzoek bevat in ieder geval de te stellen vragen.

  • 2.

    De voorzitter brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden, de wethouders en de secretaris.

  • 3.

    Als het verzoek ten minste 48 uur voor aanvang van een raadsvergadering is ingediend of in naar het oordeel van de voorzitter spoedeisende gevallen, wordt over het verzoek tijdens de eerstvolgende raadsvergadering gestemd. In andere gevallen tijdens de daaropvolgende raadsvergadering.

  • 4.

    De interpellant voert niet vaker dan tweemaal het woord. De overige raadsleden, de burgemeester en de wethouders niet vaker dan eenmaal, tenzij de raad hen hiertoe verlof geeft.

ARTIKEL 50. SCHRIFTELIJKE VRAGEN

  • 1.

    Raadsleden dienen schriftelijke vragen aan het college of de burgemeester in bij de griffier. Daarbij wordt aangegeven of er een voorkeur voor schriftelijke of mondelinge beantwoording bestaat.

  • 2.

    De griffier brengt de vragen zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3.

    Schriftelijke beantwoording vindt zo spoedig mogelijk plaats, in ieder geval binnen 30 dagen nadat de vragen zijn ingediend. Zij wordt door tussenkomst van de griffier aan de raadsleden toegezonden

  • 4.

    Het college of de burgemeester kunnen binnen de in het derde lid gestelde termijn schriftelijke vragen ook mondeling beantwoorden in het vragenuur, als bedoeld in artikel 52.

ARTIKEL 51. INLICHTINGEN

  • 1.

    Raadsleden dienen verzoeken tot inlichtingen als bedoeld in de artikelen 169, derde lid, en 180, derde lid, van de Gemeentewet schriftelijk in bij de griffier.

  • 2.

    De griffier brengt de inhoud van het verzoek zo spoedig mogelijk ter kennis van de overige raadsleden en het college of de burgemeester.

  • 3.

    De verlangde inlichtingen worden zo spoedig mogelijk aan de raad verschaft. Indien daarvoor een langere termijn dan tien dagen is vereist, doet het college c.q. de burgemeester daarvan met redenen omkleed mededeling aan de raad.

ARTIKEL 52. VRAGENUUR

  • 1.

    Aan het begin van de periodieke raadsvergadering als bedoeld in artikel 18, eerste lid, wordt de gelegenheid geboden aan raadsleden tot het stellen van mondelinge vragen en aan leden van het college tot het doen van korte mondelinge mededelingen.

  • 2.

    Raadsleden die mondelinge vragen willen stellen, melden dit onder aanduiding van de vragen uiterlijk de maandag voorafgaand aan de vergadering bij de griffier.

  • 3.

    De voorzitter bepaalt de volgorde waarin aangemelde vragen aan de orde worden gesteld.

  • 4.

    Per onderwerp wordt aan de vragensteller het woord verleend om één of meer vragen aan het college of de burgemeester te stellen en een korte toelichting daarop te geven. De voorzitter kan de vragensteller de gelegenheid geven om naar aanleiding van de beantwoording één of enkele korte vervolgvragen ter verduidelijking te stellen.

  • 5.

    Tijdens het vragenuur kunnen geen moties worden ingediend en worden geen interrupties toegelaten.

HOOFDSTUK 5. LIDMAATSCHAP VAN ANDERE ORGANISATIES

ARTIKEL 53. VERSLAG; VERANTWOORDING

  • 1.

    Een door de raad benoemde vertegenwoordiger in het bestuur van een gemeenschappelijke regeling of een andere organisatie is voor zijn bestuur verantwoording schuldig aan de raad.

  • 2.

    Ten aanzien van het vragen van inlichtingen zijn de artikelen 49 tot en met 52 van overeenkomstige toepassing.

  • 3.

    Indien hij geen raadslid of lid van het college is, kan de raad hem overeenkomstig artikel 26 toestaan in de raad het woord te voeren.

HOOFDSTUK 6. SLOTBEPALINGEN

ARTIKEL 54. UITLEG REGLEMENT

In gevallen waarin dit reglement niet voorziet of bij twijfel omtrent de toepassing van het reglement, beslist de raad op voorstel van de voorzitter.

ARTIKEL 55. INTREKKEN OUDE REGLEMENT

Het Reglement van Orde voor de vergaderingen en andere werkzaamheden van de gemeenteraad, september 2016 (gewijzigd juni 2017) wordt ingetrokken.

ARTIKEL 56. INWERKINGTREDING EN CITEERTITEL

  • 1.

    Dit reglement treedt in werking op 20 februari 2020.

  • 2.

    Dit reglement wordt aangehaald als: Reglement van orde voor raadsvergaderingen Gemeente Gorinchem 2020.

Ondertekening

Aldus besloten in de raadsvergadering van 20 februari 2020,

Griffier, Voorzitter,

BIJLAGE 1

Reglement van orde voor raadsvergadering gemeente Gorinchem 2020

Gorinchem, donderdag 20 februari 2020