Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR63828
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR63828/1
Aanwijzing ex. Artikel 67 van de Flora-en faunawet
Geldend van 08-01-2003 t/m heden
Intitulé
Aanwijzing ex. Artikel 67 van de Flora-en faunawetGedeputeerde Staten van Zeeland
- -
gelet op het bepaalde in artikel 67 van de Flora- en faunawet, het Besluit beheer en schadebestrijding dieren en de Regeling beheer en schadebestrijding dieren;
- -
gelet op de op 20 december 2002 door provinciale staten vastgestelde nota Provinciaal Faunabeleid;
- -
maken ter voldoening aan het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht en de Provinciewet bekend dat zij in hun vergadering van 7 januari 2003 heb ben vastgesteld: het Besluit aanwijzing ex. artikel 67 Flora- en fauna wet.
- -
Het Besluit aanwijzing ex. artikel 67 Flora- en faunawet komt te luiden als volgt:
besluiten vast te stellen de navolgende aanwijzing ex artikel 67 van de Flora- en faunawet.
Artikelen
Artikel 1
Als personen of categorieën van personen en middelen als bedoeld in artikel 67 van de Flora- en faunawet voor het grondgebied van de provincie Zeeland aan te wijzen:
- 1.
houders van een geldige jachtakte mogen de in bijlage 1 genoemde soorten beperken met het geweer of met honden, niet zijnde lange honden, op de gronden waar zij gerechtigd zijn gebruik te maken van het geweer of honden, niet zijnde lange honden, dit in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid;
- 2.
jachthouders en grondgebruikers in de provincie Zeeland mogen de in bijlage 2 genoemde soorten beperken met gebruikmaking van een kastval ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren of ter voorkoming van schade aan flora en fauna;
- 3.
houders van een geldige valkeniersakte mogen de in bijlage 1 genoemde soorten beperken met gefokte jachtvogels, te weten slechtvalken (Falcoperegrinus) en haviken (Accipiter gentilis), op gronden waar ze gerechtigd zijn te jagen, of op andere gronden met toestemming van de grondgebruiker, ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren of ter voorkoming van schade aan flora en fauna;
- 4.
de muskusrattenbestrijders in dienst van het Waterschap Zeeuwse Eilanden en het Waterschap Zeeuws Vlaanderen mogen de in bijlage 3 genoemde soorten beperken met gebruikmaking van vangkooien, waaronder fuiken, en klemmen. Zij zijn hiertoe gerechtigd op het gehele provinciale grondgebied, waarbij zij toegang hebben tot alle gronden (onder verwijzing naar art. 67, lid 4 Flora- en faunawet).
Artikel 2
Aan de aanwijzing in artikel 1 worden de volgende voorwaarden verbonden:
- 1.
de in de Flora- en faunawet vastgelegde verboden ex artikel 74 dienen in acht te worden genomen;
- 2.
de regels zoals gesteld in het Jachtbesluit (Stbl. 2000, nr. 520) en het Besluit beheer en schadebestrijding dieren (Stbl. 2000, nr. 521) dienen, tenzij in dit besluit anders is bepaald, in acht te worden genomen;
- 3.
het recht gebruik te maken van het geweer, zoals bedoeld in artikel 1, eerste lid, dient te blijken uit een geldige jachthuurovereenkomst of uit verkregen schriftelijke toestemmingen van de grondgebruiker(s);
- 4.
voor het doden van de in bijlage 1 genoemde dieren mag gebruik worden gemaakt van een geweer dat voldoet aan de volgende eisen: hagelgeweer kaliber 12,16 of 20, hagel max. 3,5 mm, kogelgeweer met een kaliber van af .22 inch of 5,6 (5,58) mm en een trefenergie van minimaal 980 Joules op 100 meter;
- 5.
indien bij het gebruik van een kastval andere diersoorten dan de op bijlage 2 of 3 vermelde worden gevangen, dienen deze onverwijld in vrijheid te worden gesteld.
Artikel 3
- 1.
Van de aanwijzing als bedoeld in artikel 1 wordt geen gebruik gemaakt in gebieden als bedoeld in arti-kel 46, lid 3 Flora- en faunawet, tenzij het beperken van de in bijlage 1 en 2 genoemde soorten is voor-zien in een faunabeheerplan als bedoeld in artikel 1, lid 1 van de Flora- en faunawet.
- 2.
Het bepaalde in het vorige lid is niet van toepassing voor de in artikel 1, lid 4 genoemde personen.
- 3.
Onverminderd het bepaalde in lid 1 kunnen Gedeputeerde Staten in spoedeisende gevallen een specifieke, op naam gestelde aanwijzing doen.
Artikel 4
Bij bijzondere weersomstandigheden kunnen Gedeputeerde Staten besluiten om de werking van deze aanwijzing op te schorten.
Artikel 5
Het bepaalde in artikel 16, derde lid Flora- en faunawet is niet van toepassing bij gebruik van honden en jachtvogels op grond van deze aanwijzing.
Artikel 6
Deze aanwijzing treedt in werking 8 januari 2003 (de eerste dag na de dag van uitgifte van het Provinciaal blad, waarin zij is opgenomen).
Ondertekening
Bijlage 1 als bedoeld in het Besluit aanwijzing ex artikel 67 van de Flora- en faunawet
Nederlandse naam |
Wetenschappelijke naam |
Belang |
Muskusrat |
Ondatra zibethicus |
1/2 |
Gedomesticeerde grauwe gans |
Anser anser |
2/3 |
Nijlgans |
Alopochen aegyptiacus |
2/3 |
Rosse stekelstaart |
Oxyura jamaicensis |
3 |
Verwilderde duif |
Columba livia forma domestica |
2 |
Verwilderde kat |
Felis catus |
3 |
Verwilderde nerts |
Mustela vison |
3 |
Belang:
- 1.
In het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid;
- 2.
In het belang van het voorkomen van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren;
- 3.
In het belang van het voorkomen van schade aan flora en fauna.
Bijlage 2 als bedoeld in het Besluit aanwijzing ex artikel 67 van de Flora- en faunawet
Nederlandse naam |
Wetenschappelijke naam |
Belang |
Verwilderde nerts |
Mustela vison |
3 |
Verwilderde kat |
Felis catus |
3 |
Verwilderde duif |
Columba livia forma domestica |
2 |
Belang:
- 1.
In het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid;
- 2.
In het belang van het voorkomen van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren;
- 3.
In het belang van het voorkomen van schade aan flora en fauna
Bijlage 3 als bedoeld in het Besluit aanwijzing ex artikel 67 van de Flora- en faunawet
Nederlandse naam |
Wetenschappelijke naam |
Belang |
Muskusrat |
Ondatra zibethicus |
1/2 |
Belang:
- 1.
In het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid;
- 2.
In het belang van het voorkomen van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren;
- 3.
In het belang van het voorkomen van schade aan flora en fauna
Toelichting Besluit ex artikel 67 van de Flora- en faunawet
Algemeen
In artikel 67 van de Flora- en faunawet is bepaald dat Gedeputeerde Staten personen of categorieën van personen kunnen aanwijzen om de stand van een aantal diersoorten te beperken in het belang van de volksgezondheid en openbare veiligheid, ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen, vee, bossen, bedrijfsmatige visserij en wateren of ter voorkoming van schade aan flora en fauna. De diersoorten waarvoor Gedeputeerde Staten deze aanwijzing kunnen doen zijn beperkt tot de in de Regeling beheer en schadebestrijding dieren (Stcr. 12 december 2001, nr. 241) door de minister van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij gepubliceerde lijst. Hierop is een aantal soorten vermeld die als exoot of als verwilderd worden beschouwd en derhalve niet tot de beschermde soorten worden gerekend. Daarnaast komen enkele beschermde soorten. Hoewel onbeschermde dieren gedood mogen worden, is voor het gebruik van geweer, hond, kastval of jachtvogel wel aanwijzing in de zin van artikel 67 van de Flora- en faunawet noodzakelijk.
In het onlangs vastgestelde provinciaal faunabeleid is voorzien in het verlenen van een aanwijzing ex artikel 67 voor bestrijding van de muskusrat, de nijlgans, de gedomesticeerde grauwe gans, de rosse stekelstaart, de verwilderde duif, de verwilderde kat en de verwilderde nerts. De in Zeeland voorkomende exoten en verwilderde diersoorten zijn thans in de provinciale aanwijzing opgenomen. Voor de op de ministeriële lijst voorkomende beschermde dieren achten wij het instrument van ontheffing op grond van artikel 68 Flora- en faunawet een geschikter middel omdat op die wijze beter rekening gehouden kan worden met de staat van instandhouding van de soort.
In de Flora- en faunawet is opgenomen dat de jacht niet wordt geopend in, kort gezegd, de beschermde natuurgebieden. Hieraan ligt de overweging ten grondslag dat in deze gebieden rust moet heersen. Gebruikmaking van de onderhavige aanwijzing kan in natuurgebieden dezelfde onrust veroorzaken als jacht. Derhalve zal van de aanwijzing slechts in uitzonderlijke gevallen gebruik gemaakt mogen worden. De afweging daartoe kan het best in een faunabeheerplan plaatsvinden waarbij alle betrokken belangen aan de orde kunnen komen. De aanwijzing voorziet overigens ook in een mogelijkheid om snel te kunnen ingrijpen als daartoe aanleiding bestaat.
Voor de muskusrattenbestrijding geldt de bepaling dat van de aanwijzing geen gebruik zal worden gemaakt in beschermde natuurmonumenten niet. Een doelmatige bestrijding van muskusratten vergt een gebiedsdekkende aanpak. Bovendien worden met de waterschappen afzonderlijke afspraken gemaakt over het vangen van muskusratten in deze gebieden.
Ten aanzien van de in artikel 67 genoemde criteria merken wij het volgende op. In lid c staat bijvoorbeeld vermeld dat een aanwijzing kan worden gegeven ter voorkoming van belangrijke schade aan gewassen. Dit zou kunnen impliceren dat een aanwijzing alleen kan worden gegeven voor die omstandigheden en tijdstippen dat daadwerkelijk is aangetoond dat schade dreigt. Artikel 67 geldt echter zowel voor beschermde als onbeschermde diersoorten. Wij gaan ervan uit deze zwaardere bewijslast met name gericht is op de beschermde soorten en dat het niet de intentie is geweest van de wetgever om wat dit betreft aan onbeschermde diersoorten dezelfde bescherming te bieden; terzijde merken wij op dat dit onvermijdelijk zou leiden tot extra landbouwschade waar geen voorziening voor is getroffen.
Ter behartiging van het belang genoemd onder b. veiligheid van het luchtverkeer, zien wij geen aanleiding om voor de provincie Zeeland soorten aan te wijzen. Aan beheerders van vliegvelden kan zonodig een specifieke aanwijzing worden gedaan.
Tot slot merken wij op dat in de praktijk het onderscheid tussen verwilderde duiven en niet-verwilderde duiven, dus met gehouden postduiven, niet gemakkelijk te maken is. Dit is evenwel de privaatrechtelijke verantwoordelijkheid van de jachthouders. In ieder geval is jaarlijks gedurende de perioden en tijdstippen wanneer er een ophokplicht geldt, dit verschil zonder meer duidelijk.
Openbare veiligheid
De muskusrat kan met zijn gangenstelsels dammen, kaden en dijken ondergraven . Dit kan leiden tot verzakking of instortingsgevaar met alle gevolgen van dien. Om deze reden wordt sinds een groot aantal jaren de muskusrat op grote schaal bestreden. De uitvoering van deze bestrijding is in Zeeland ondergebracht bij de waterschappen. Circa 18 personen zijn fulltime met de muskusrattenbestrijding in Zeeland belast. Met behulp van klemmen en vangkooien worden de dieren gevangen. De vanglocaties zijn vooral gelegen in kreken, plassen, waterlopen en sloten. Om deze locaties te kunnen bereiken, moeten gronden van veel verschillende en vaak onbekende eigenaren worden betreden. De muskusrat zelf geniet geen bescherming ingevolge de Flora- en faunawet. Vrijstelling of ontheffing van de wettelijke bepalingen is derhalve niet noodzakelijk. Dit is echter wel het geval voor het, zonder verkregen toestemming, betreden van particuliere gronden. Omdat het verkrijgen van deze toestemming een grote bestuurlijke last met zich brengt én bij weigering van toestemming alsnog een aanwijzing moet plaatsvinden, kiest de provincie ervoor voor de bestrijding van muskusratten het middel van aanwijzing toe te passen. Uitvoering van de bestrijding zal, conform de afspraken die hierover zijn gemaakt, door de Zeeuwse waterschappen worden uitgevoerd.
Landbouwschade
De genoemde soorten in deze aanwijzing golden onder de Jachtwet als onbeschermde soort. Daardoor kon landbouwschade gemakkelijk worden voorkomen maar was het anderzijds niet mogelijk om voor de door deze soorten veroorzaakte schade een tegemoetkoming te ontvangen van het Jachtfonds. Dit is met de inwerkingtreding van de Flora- en faunawet nog steeds het geval. Daarom bestaan er geen objectieve gegevens over de door deze soorten veroorzaakte landbouwschade. Bekend is evenwel dat de nijlgans, de verwilderde gedomesticeerde grauwe gans en de verwilderde gedomesticeerde rotsduif landbouwschade kunnen veroorzaken. Verwacht mag worden dat deze schade aanzienlijk zal zijn als geen adequate mogelijkheden worden geboden de stand van deze diersoorten in het buitengebied te beperken.
Schade aan fauna
Afgezien van de verwilderde gedomesticeerde grauwe gans zijn de genoemde soorten in Nederland exoti-sche diersoorten. Los van de mogelijke directe schade die deze soorten veroorzaken aan landbouwgewassen en natuurwaarden, is ook de vraag aan de orde of de aanwezigheid van exoten gewenst is. Daarbij achten wij de volgende algemene overwegingen van belang. Aan het invoeren van diersoorten zijn vaak negatieve effecten verbonden zoals het terugdringen of zelfs uitsterven van de nu aanwezige soorten. Voorbeelden van door exoten met uitsterving bedreigde soorten zijn de Europese nerts en de witkopeend. De stand van de overige nu aanwezige soorten kan sterk afnemen door concurrentie met de nieuwkomers. Hierdoor gaat de in vele miljoenen jaren ontstane eigenheid van de soortensamenstelling van een gebied grotendeels verloren.
Overweging per soort
De muskusrat (Ondatra zibethicus) is uit Zuid-Amerika afkomstig en ooit in Europa ingevoerd voor het bont. De muskusrat weet zich na ontsnappingen uitstekend te redden in het Nederlandse landschap. Het is de bekendste bedreiging van dijken en waterkeringen. Aanleiding bestrijding: het belang van de openbare veiligheid en voorkomen van landbouwschade.
Hoewel muskusrat intensief bestreden wordt door speciaal daarvoor aangewezen medewerkers van de waterschappen, biedt deze aanwijzing ook aan jachtaktehouders de mogelijkheid om met de in de aanwijzing vermelde middelen hun bijdrage te leveren aan bestrijding van deze soorten.
De verwilderde gedomesticeerde grauwe gans is een afstammeling van de grauwe gans (Anser anser) die in Zeeland ook in wilde staat voorkomt. In Zeeland is de verwilderde gedomesticeerde grauwe gans plaatselijk talrijk. Onder verwilderde gedomesticeerde grauwe ganzen worden alle witte en bonte grauwe ganzen begrepen, alsmede kruisingen daarvan met andere ganzensoorten. Aanleiding bestrijding: voorkomen van landbouwschade en bescherming van de fauna.
De verwilderde duif is een gedomesticeerde afstammeling van de rotsduif (Columba livia) welke in wilde staat voorkomt in Ierland en het Verenigd Koninkrijk en in Zuid-Europa. Wilde rotsduiven komen in Nederland niet voor. Wel bestaat er een aanzienlijke populatie van verwilderde gedomesticeerde rotsduiven, vooral in stedelijke gebieden. Aanleiding bestrijding: voorkomen van landbouwschade.
De nijlgans (Alopochen aegyptiacus) is een uit Afrika afkomstige soort. De huidige populatie is ontstaan door ontsnappingen uit particuliere watervogelcollecties. De afgelopen jaren is er sprake van een verdere groei en daarmee gepaard gaande verdringing van inheemse fauna. Waarnemingen van groepen van honderden exemplaren zijn geen uitzondering meer. Aanleiding bestrijding: voorkomen van landbouwschade en bescherming fauna.
De rosse stekelstaart (Oxyura jamaicensis) is een uit Noord-Amerika afkomstige eendensoort. De Europese populatie is afkomstig van uitzettingen en ontsnappingen. Omdat de rosse stekelstaart hybridiseert met de nauw verwante en bedreigde witkopeend (Oxyura leucocephala), vormt de aanwezigheid van in het wild levende rosse stekelstaarten een bedreiging voor de instandhouding van de witkopeend in Europa. De witkopeend is een in de Europese Unie alleen in Spanje voorkomende soort welke daar enkele tientallen jaren geleden door overbejaging en biotoopvernietiging dreigde uit te sterven, maar waarvan door beschermingsmaatregelen de populatie inmiddels weer tot enkele honderden paren is gegroeid. Het staat evenwel vast dat deze soort op korte termijn door hybridisering alsnog zal uitsterven als de vestiging van rosse stekelstaarten niet wordt tegengegaan. In Spanje wordt de rosse stekelstaart daarom zoveel mogelijk bestreden. Vanuit Spaanse natuurbeschermingskringen is aan de andere Europese landen verzocht de stand van de rosse stekelstaart ook daar zoveel mogelijk te beperken. Op dit moment is er met name in het Verenigd Koninkrijk sprake van een grote populatie van de rosse stekelstaart, waartegen inmiddels ook wordt opgetreden. Aanleiding bestrijding: voorkomen schade aan de fauna.
De populatie verwilderde katten (Felis catus) breidt zich uit door nieuwe verwilderingen van huiskatten. Mogelijk is er ook sprake van voortplanting van verwilderde huiskatten in het wild. Aanleiding bestrijding: voorkomen van schade aan de fauna.
De verwilderde nerts of mink (Mustela vison) is een uit Noord-Amerika afkomstige soort. De Europese populatie is afkomstig van uitzettingen en ontsnappingen. De populatie Europese nertsen (Mustela lutreola) wordt bedreigd door verwilderde nertsen. Weliswaar komt de Europese nerts niet in Nederland voor, maar voor bijvoorbeeld de otter (Lutra lutra) is de verwilderde nerts een potentiële concurrent die de stand negatief kan beïnvloeden. Aanleiding bestrijding: voorkomen schade aan de fauna.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl