Regeling vervallen per 14-07-2010

Verordening op de bestrijding van distels in de provincie Zeeland

Geldend van 14-07-1993 t/m 13-07-2010

Intitulé

Verordening op de bestrijding van distels in de provincie Zeeland

De Staten der provincie Zeeland besluiten met intrekking van hun besluit van 17 januari 1950, no. 30, tot vaststelling van de Distelverordening Zeeland, vast te stellen de navolgende Verordening op de bestrijding van distels in de provincie Zeeland.

Artikel 1

Onverminderd het bepaalde in artikel 4, lid 2, van de Wegenverordening Zeeland en artikel 6, lid 2 van de Verordening waterkering en waterbeheersing Zeeland, is de gebruiker van landbouwgronden, of bij gebreke van dien, de eigenaar van gronden verplicht deze te zuiveren van de distelsoorten Cirsium arvense (akkerdistel) en Sonchus arvensis (akkermelkdistel) voordat deze tot bloei komen, voor zover het betreft landbouwgronden en een strook van 30 m daaraan grenzend.

Onder eigenaar wordt in deze verordening ook verstaan degene, die de eigenaar bij het beheer vertegenwoordigt en voorts ieder, die krachtens enig zakelijk recht, bezit daaronder begrepen, beschikking heeft over gronden.

Artikel 2

Indien burgemeester en wethouders der gemeente in welke de gronden liggen, al dan niet na overleg met of verkregen advies van de directeur Landbouw, Natuur en Openluchtrecreatie, van oordeel zijn dat de bi artikel 1, le lid opgelegde verplichting niet of niet behoorlijk wordt nagekomen, zenden zij de gebruiker, of bij gebreke van dien, de eigenaar, bij aangetekende brief of tegen gedagtekend ontvangstbewijs, een schriftelijke lastgeving om zijn gronden binnen een in de lastgeving genoemde termijn van distels te zuiveren.

Artikel 3

Indien de gebruiker, of bij gebreke van dien, de eigenaar nalaat om, binnen de krachtens het vorig artikel gestelde termijn, gevolg te geven aan de hem verstrekte last, kunnen burgemeester en wethouders, bij de uitoefening van de bevoegdheid als bedoeld in artikel 152 der Gemeentewet, gebruik maken van de voor de zuivering van gronden in het bijzonder aangewezen middelen. Spoedeisende gevallen uitgezonderd, gaan burgemeester en wethouders daartoe niet over, dan nadat de belanghebbende schriftelijk is gewaarschuwd.

Artikel 4

Met het toezicht op en de zorg voor de naleving van de bepalingen dezer verordening zijn, behalve de bij artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering aangewezen personen, belast de ambtenaren der gemeentepolitie, de opsporingsambtenaren van de directie Milieu en Waterstaat van de provincie Zeeland, ambtenaren van de algemene inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij, alsmede zij, die daartoe door Gedeputeerde Staten worden aangewezen.

Zij hebben daartoe tussen zonsopgang en -ondergang het recht van vrije toegang tot alle gronden.

Artikel 5

Voorzover rechtspersonen tot naleving van het in deze verordening gestelde zijn gehouden, zijn bestuurders, leden van bestuur of commissarissen verplicht voor die naleving zorg te dragen.

Overtreding van de bepalingen dezer verordening, waaronder het niet voldoen aan een lastgeving, als bedoeld in artikel 2, wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van de tweede categorie.

Artikel 6

Deze verordening kan worden aangehaald als "Distelverordening Zeeland 1993".

Ondertekening

Gegeven te Middelburg, 6 april 1993
Gedeputeerde Staten voornoemd,
drs. W.T. VAN GELDER, voorzitter.
mr. J.A. LANDER, griffier.
Uitgegeven, 6 juli 1993.
De griffier der Staten,
mr. J.A. LANDER