Instellingsbesluit Provinciale Commissie Wonen (PCW)

Geldend van 01-01-2001 t/m heden

Intitulé

Instellingsbesluit Provinciale Commissie Wonen (PCW)

Gedeputeerde Staten van Zeeland

maken bekend, dat door hun college in de vergadering van 19 september 2000 is ingesteld de Provinciale Commissie Wonen (PCW). Deze commissie zal de bij besluit van 26 februari 1985 ingestelde Provinciale Commissie Volkshuisvestings (PCV), vervangen. De PCV wordt derhalve opgeheven. Het besluit luidt als volgt:

verwegende

  • -

    dat, de ontwikkelingen in de volkshuisvesting het afgelopen decennium zo snel zijn gegaan dat thans meer sprake is van een algemeen beleidsveld wonen. De klassieke en specifieke opgaven in de volkshuisvesting hebben plaats gemaakt door nieuwe beleidsopgaven wonen;

  • -

    dat, naar verwachting met terugwerkende kracht tot 1 januari 2000 de Wet stedelijke vernieuwing van kracht zal worden waarin de provincie verscheidene taken, bevoegdheden en verantwoordelijkheden zijn toebedeeld;

  • -

    dat, het wenselijk is voor de advisering over beleid en de uitvoering daarvan, voor zowel de stedelijke vernieuwing als het wonen een adviescommissie in te stellen;

  • -

    dat, het wenselijk is dat die commissie een bredere samenstelling heeft en een ruimere advies rol heeft dan de Provinciale Commissie Volkshuisvesting;

  • -

    dat, het wenselijk is een nieuwe Provinciale Commissie Wonen in te stellen die ook uitdrukkelijk tot taak heeft te adviseren over stedelijke vernieuwing.

  • -

    dat, de Provinciale Commissie Volkshuisvesting derhalve opgeheven kan worden.

Besluiten:

  • 1.

    de Provinciale Commissie Volkshuisvesting (PCV) op te heffen;

  • 2.

    de Provinciale Commissie Wonen (de PCW) in te stellen;

  • 3.

    te bepalen dat deze commissie wordt gevormd door:

    • A.

      de gedeputeerde (portefeuillehouder) Wonen, Stedelijke vernieuwing, Ruimtelijke Ordening c.a. - voorzitter - lid;

    • B.

      een door Gedeputeerde Staten uit hun midden aan te wijzen lid (secundus volkshuisvesting/wonen) - plaatsvervangend voorzitter - lid;

    • C.

      de clustercoördinator stedelijk gebied, afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling, directie Ruimte, Milieu en Water van de provincie Zeeland - secretaris - lid;

    • D.

      een medewerker stedelijk gebied, afdeling Ruimtelijke Ontwikkeling, directie Ruimte, Milieu en Water van de provincie Zeeland - secretariaat;

    • E.

      een medewerker van de afdeling Milieuhygiëne directie Ruimte, Milieu en Water - lid;

    • F.

      de inspecteur Volkshuisvesting voor de provincies Noord-Brabant en Zeeland -lid;

    • G.

      de directeur van de stichting Scoop - lid;

    • H.

      drie vertegenwoordigers van de VZG - lid;

    • I.

      een vertegenwoordiger van de Zeeuwse woningcorporaties - lid;

    • J.

      een vertegenwoordiger van de Zeeuwse makelaardij/onroerend goed adviseurs - lid;

    • K.

      een vertegenwoordiger van de Zeeuwse bouwondernemers (NVOB) - lid;

    • L.

      een vertegenwoordiger van de Provinciale Vrouwen advies commissie (VAC) - lid.

    • M.

      een vertegenwoordiger uit de Zorgsector - lid.

    De voorzitter wordt bij verhindering vervangen door de plaatsvervangend voorzitter. Bij verhindering van de plaatsvervangend voorzitter kan de voorzitter een tijdelijk plaatsvervangend voorzitter aanwijzen.

    Behoudens het ten aanzien van de voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter bepaalde, kunnen de leden zich bij verhindering doen vervangen door een tevoren daartoe aangewezen plaatsvervanger.

  • 4.

    De commissie behandelt alle zaken omtrent welke het horen van de PCW bij provinciale verordening (zal worden) is voorgeschreven, alsmede omtrent alle zaken waarover haar advies gevraagd wordt. De commissie kan op de terreinen wonen en stedelijke vernieuwing ook eigener beweging advies uitbrengen.

    De commissie kan haar werkzaamheden doen voorbereiden door werkgroepen, al dan niet uit haar midden samengesteld.

  • 5.

    De vergaderstukken en de vergaderingen van de commissie zijn niet openbaar. De adviezen zijn wel openbaar.

  • 6.

    Om recht te doen aan het integrale karakter van de stedelijke vernieuwing kan een ambtelijke werkgroep in het leven worden geroepen die de commissie ondersteunt in haar werk. De werkgroep zal een brede samenstelling hebben, zodat vanuit alle relevante disciplines geadviseerd kan worden.

  • 7.

    Indien een lid zijn lidmaatschap beëindigt, vindt waarneming plaats door de daartoe aangewezen vervanger totdat in de opvolging is voorzien.

Dit besluit treed in werking op 1 januari 2001.

Ondertekening

Gegeven te Middelburg, 19 september 2000
Gedeputeerde Staten voornoemd,
drs. W. T. VAN GELDER, voorzitter.
mr.drs. L. J. M. VERDULT, griffier.
Uitgegeven 3 oktober 2000.
De griffier der Staten,
mr.drs. L. J. M. VERDULT.