Verordening nadere inrichtingen rekenkamer provincie Zeeland

Geldend van 03-08-2004 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2004

Intitulé

Verordening nadere inrichtingen rekenkamer provincie Zeeland

Provinciale Staten van Zeeland

  • -

    gelet op de artikelen 79a tot en met 79k van de Provinciewet;

  • -

    gelezen het voorstel van de subcommissie Rekenkamer(functie) van 10 mei 2004, nr. SGR-33;

  • -

    overwegende dat het noodzakelijk is om in aanvulling op hetgeen ten aanzien van de Rekenkamer is bepaald in de Provinciewet een aantal zaken nader te regelen;

besluiten vast te stellen de navolgende Verordening nadere inrichting Rekenkamer Provincie Zeeland.

Artikel 1 Begripsbepaling

In deze verordening wordt verstaan onder Rekenkamer Provincie Zeeland: een organisatie ex artikel 79a tot en met 79k van de Provinciewet.

Artikel 2 Rechtspositie leden van de Rekenkamer

  • 1.

    Leden van de Rekenkamer vallen niet onder de rechtspositieregeling voor ambtenaren van de Provincie Zeeland.

  • 2.

    Leden van de Rekenkamer ontvangen voor hun werkzaamheden een vergoeding. Voor de voorzitter bedraagt deze vergoeding 120% van de maximale vergoeding die leden van Provinciale Staten ontvangen ingevolge het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden (KB van 22 maart 1994). De andere leden ontvangen een vergoeding ter hoogte van 90% van de maximale vergoeding die leden van Provinciale Staten ontvangen ingevolge het Rechtspositiebesluit staten- en commissieleden. Daarnaast kunnen zij gemaakte reis- en verblijfkosten declareren volgens het Provinciaal Reisbesluit Zeeland.

Artikel 3 Rechtspositie medewerkers van de Rekenkamer

  • 1.

    Personen, die op voordracht van de Rekenkamer door Gedeputeerde Staten zijn benoemd als medewerker van de Rekenkamer, zijn alleen aan de Rekenkamer verantwoording verschuldigd.

  • 2.

    De rechtspositieregeling voor ambtenaren van de Provincie Zeeland is op de medewerkers van toepassing voor zover deze geen ondergeschiktheid impliceren aan het provinciebestuur.

  • 3.

    De Rekenkamer kan één of meer van zijn onderzoeksbevoegdheden (op grond van de artikelen 184 en 185 Provinciewet) aan één of meer van zijn medewerkers mandateren.

Artikel 4 Budget van de Rekenkamer

  • 1.

    De Rekenkamer doet jaarlijks een voorstel aan Provinciale Staten voor het ter beschikking stellen van de nodige middelen voor een goede uitoefening van de taken.

  • 2.

    De Rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het vorige begrotingsjaar in het jaarverslag, bedoeld in artikel 186 van de Provinciewet.

Artikel 5 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

Artikel 6 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening nadere inrichting Rekenkamer Provincie Zeeland.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van Provinciale Staten van 9 juli 2004.
Voorzitter, drs. W.T. VAN GELDER.
Griffier, mevr. drs. B.L. ALLEWIJN.
Uitgegeven 3 augustus 2004.
De plv. secretaris,
dr. S. KNIGGE.