Beleidsregel Speelautomatenhal Asten 2020

Geldend van 29-02-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel Speelautomatenhal Asten 2020

De burgemeester van de gemeente Asten en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten,

Ieder voor zover bevoegd;

gelet op het bepaalde in hoofdstuk 4, titel 4.3 van de Algemene wet bestuursrecht,

gelet op het bepaalde in artikel 2.39 van de Algemene Plaatselijke Verordening respectievelijk artikel 2.1 van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht,

gelet op de Verordening Speelautomatenhal Asten 2019;

besluit:

vast te stellen de Beleidsregel Speelautomatenhal Asten 2020

Inleiding

In deze beleidsregel wordt beschreven hoe de gemeente Asten op een

verantwoorde wijze een speelautomatenhal wil toestaan en uitvoering geeft aan de Verordening Speelautomatenhal Asten 2019.

Status van deze beleidsregel

Een beleidsregel is een algemene regel waarin een bestuursorgaan vastlegt hoe hij gebruik maakt van een bevoegdheid. Het bestuursorgaan bindt zich daarmee aan een regel over hoe hij belangen afweegt, feiten vaststelt en bepaalde wettelijke voorschriften interpreteert.

Een beleidsregel is een hulpmiddel voor het bestuursorgaan bij de motivering van besluiten. Ter motivering kan worden volstaan met een verwijzing naar een gedragslijn, voor zover deze is neergelegd in een beleidsregel.

Voor belanghebbenden is het een hulpmiddel om vooraf inzicht te krijgen in de wijze waarop het bestuursorgaan omgaat met zijn bevoegdheden. Daarmee wordt het handelen van het bestuursorgaan transparant en voorzienbaar en is het voor belanghebbenden mogelijk om hier op te anticiperen. Dit bevordert dat gelijke gevallen op gelijke wijze worden behandeld.

Beleidsregels zijn geen algemeen verbindende voorschriften. Dit betekent dat een bestuursorgaan in specifieke gevallen gemotiveerd kan/moet afwijken van een beleidsregel. Individuele gevallen zullen steeds opnieuw beoordeeld moeten worden.

Schaarse vergunning

Op grond van artikel 2 van de Speelautomatenhal Verordening Asten 2019 (hierna: de Verordening) zijn maximaal twee speelautomatenhallen toegestaan.

Om een speelautomatenhal te kunnen exploiteren dient de exploitant in elk geval te beschikken over een exploitatievergunning op grond van artikel 2:39 van de Algemene Plaatselijke Verordening Asten (hierna: APV) en, met uitzondering van

gebieden vallen binnen het bestemmingsplan 'Ommel Recreatiepark Prinsenmeer 2017’, een omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik (op grond van artikel 2.1, eerste lid, sub c van de Wabo) ten behoeve van het afwijken van het ter plaatse geldende bestemmingsplan. Deze laatste voor zover van toepassing als het gebruik niet reeds op basis van het bestemmingsplan is toegestaan.

Vanwege het in de Verordening opgenomen maximumstelsel voor speelautomatenhallen is er sprake van een schaarse vergunning. De reële verwachting is dat het aantal (potentiële) aanvragers van, c.q. belangstellende exploitanten voor, een speelautomatenhalvergunning groter is dan het aantal voor verlening beschikbare vergunningen (2). Daarnaast is sprake van een sterke verbondenheid tussen het vergunningstelsel van de APV en de Wabo. Daarom zijn zowel de vereiste exploitatievergunning als de vereiste omgevingsvergunning een zogenoemde ‘schaarse vergunning’. https://zoek.officielebekendmakingen.nl/gmb-2018-113611.html

Op grond van recente rechtspraak van de hoogste bestuursrechter gelden voor de verdeling (en verlening) van schaarse vergunningen specifieke verdelingsnormen.

Zo dient het verdelende bestuursorgaan met het oog op het creëren van een gelijk speelveld voldoende mededingingsruimte te creëren door alle potentiële gegadigden expliciet in de gelegenheid te stellen om hun belangstelling voor de beschikbare schaarse vergunningen kenbaar te maken zodat belangstellenden over kunnen gaan tot het indienen van formele aanvragen.

Ook is het verdelende bestuursorgaan verplicht om een passende mate van openbaarheid te verzekeren als het gaat om de wijze waarop de beschikbare schaarse vergunningen worden verdeeld en verleend. De beschikbare schaarse vergunningen gelden tenslotte niet voor onbepaalde tijd, maar hebben een beperkte looptijd c.q. werkingsduur.

Concreet betekent dit dat de burgemeester en het college van burgemeester en wethouders voorafgaand aan de verdeling en verlening van de beschikbare schaarse exploitatie- en omgevingsvergunningen voor de vestiging en exploitatie van een speelautomatenhal in Asten duidelijkheid moeten bieden over zowel de procedurele behandeling van in te dienen vergunningaanvragen (de beschikbaarheid van schaarse vergunningen, het aanvraagtijdvak)  als over de inhoudelijke beoordelings- en afwegingscriteria op basis waarvan aanvragen worden verleend dan wel geweigerd.

 

Deze beleidsregel werkt de toe te passen verdelingsmethode van de ‘vergelijkende toets’ nader uit en bevat de procedurele spelregels en inhoudelijke criteria aan de hand waarvan de burgemeester (voor wat betreft de vereiste exploitatievergunning) en het college van burgemeester en wethouders (voor wat betreft de vereiste omgevingsvergunning in geval van strijd met het bestemmingsplan) de beschikbare schaarse speelautomatenhalvergunning zullen verdelen. Anders dan bij andere type verdelingsprocedures staat bij de ‘vergelijkende toets’ de kwaliteit van de ingediende aanvragen centraal. 

1. Procedure: kennisgeving beschikbare schaarse speelautomatenhalvergunning

1.1 Openbare kennisgeving

De burgemeester en het college van burgemeester en wethouders maken voorafgaand aan de aanvraagfase openbaar bekend dat er twee schaarse speelautomatenhalvergunningen beschikbaar komt. De openbare kennisgeving c.q. oproep tot mededinging vindt in digitale vorm in elk geval plaats op de gemeentelijke website www.asten.nl en www.overheid.nl en in papieren vorm in de Staatscourant.

1.2 Inhoud openbare kennisgeving

De bekendmaking zoals bedoeld onder 1.1 vermeldt in elk geval:

de periode gedurende welke vergunningaanvragen kunnen worden ingediend (aanvraagtijdvak);

de wijze waarop de vergunning behoort te worden aangevraagd;

de methode aan de hand waarvan de beschikbare schaarse vergunning zal worden verdeeld, te weten in de vorm van een vergelijkende toets);

de verwijzing naar de beoordelings- en afwegingscriteria.

Het wettelijke kader van de Wet op de Kansspelen (Wok), de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo), de Algemene plaatselijke Verordening (APV) en deze beleidsregel zijn daarbij onverminderd van toepassing.

1.3 Nota van Inlichtingen

Direct na de openbare kennisgeving krijgen potentiële aanvragers drie weken de gelegenheid om vragen te stellen ter verduidelijking van (specifieke onderdelen van) de verdelingsprocedure en de beoordelingscriteria. De ingekomen vragen worden vóór eindigen van de indieningstermijn van een reactie voorzien en voor een ieder digitaal raadpleegbaar gesteld via www.asten.nl bij wijze van “nota van inlichtingen”.

2. Aanvraagfase

2.1 Indienen formele vergunningaanvragen

Formele aanvragen om exploitatie- respectievelijk omgevingsvergunning voor planologisch strijdig gebruik dienen tijdig, volledig en op de juiste manier, overeenkomstig de toepasselijke bij of krachtens de Awb, Wabo en APV gestelde regels, te worden ingediend.

2.2 Indieningsvereisten

In artikel 3 van de Verordening is geregeld welke gegevens in ieder geval overlegd moeten worden bij een aanvraag voor een exploitatievergunning. Om te kunnen beoordelen of zich een weigeringsgrond voordoet, zoals die zijn vastgelegd in artikel 6 van de Verordening, kunnen aanvullende gegevens noodzakelijk zijn. Ook zijn gegevens noodzakelijk om een vergelijkende toets uit te voeren, zoals opgenomen in de voorliggende beleidsregels.

2.2.1 Verplichte aanvraag omgevingsvergunning bij strijdigheid bestemmingsplan

Verplicht onderdeel van de in te dienen exploitatievergunning is, naast een volledig en naar waarheid ingevuld aanvraagformulier dat voorzien is van alle gevraagde bescheiden, in elk geval ook een ruimtelijke onderbouwing waaruit de planologische aanvaardbaarheid van de te vestigen speelautomatenhal blijkt. Dit geldt zowel in geval van strijdigheid met het bestemmingsplan alsook indien het bestemmingsplan een speelautomatenhal rechtstreeks toestaat. In dit plan dient te worden beschreven op welke wijze de speelautomatenhal past binnen de omgeving.

Voor de deelname aan de inschrijving ter verdeling van de exploitatie vergunning, dient bij strijdigheid met het bestemmingsplan een principe akkoord van het college, waarin het college haar medewerking toezegt aan de ruimtelijke procedure, te zijn verkregen en worden overlegd.

Bij strijdigheid met het ter plaatse geldende bestemmingplan, is ook een omgevingsvergunning verreist voor het uiteindelijk kunnen exploiteren van de speelautomatenhal. Deze omgevingsvergunning dient binnen twee jaar na de gunning van de exploitatievergunning onherroepelijk te zijn verkregen, op straffe van verval van exploitatievergunning, welke vergunning alsdan aansluitend aan de eerstvolgende in rang zal worden gegund, onder gelijke voorwaarde van een geldende onherroepelijk verkregen omgevingsvergunning, indien vereist.

2.2.1.a Verplichte onderdelen aanvraag exploitatievergunning

Onverminderd en aanvullend op het bepaalde in artikel 3 van de Verordening zijn verplichte onderdelen van de in te dienen aanvraag om exploitatievergunning in elk geval:

Een ondernemingsplan waarin in ieder geval is opgenomen:

een ‘Plan van aanpak openbare orde’, waarin de aanvrager aangeeft wat het totaal aantal spelers bij een volledige bezetting van de speelautomaten is , hoe de exploitatie van de hal plaatsvindt en op welke wijze de bedrijfsvoering inhoud en vorm wordt gegeven om openbare orde problemen te voorkomen (zowel in de hal als in de omgeving);

een ‘Plan van aanpak gokverslaving’, waarin de aanvrager aangeeft op welke wijze hij concreet zorgt voor de preventie en bestrijding van gokverslaving;

een gemotiveerde toelichting op het bedrijfsconcept, meer specifiek of het om een solitair te vestigen speelautomatenhal gaat dan wel om een speelautomatenhal als onderdeel van een leisurecomplex;

een nauwkeurige beschrijving van de inrichting waarin is opgenomen de oppervlakte daarvan en een plattegrond waarin is aangegeven op welke plaats en in welk aantal kansspel- of behendigheidsautomaten in de speelautomatenhal worden opgesteld;

een ‘Plan van aanpak leefbaarheid en ruimtelijke ordening’ waarin de motivering is opgenomen hoe de speelautomatenhal past binnen de leefomgeving;

een motivering waaruit de meerwaarde c.q. toegevoegde waarde van de speelautomatenhal voor de gemeente Asten blijkt.

2.2.1.b Ontvankelijkheid

Niet tijdig ingediende aanvragen worden niet inhoudelijk beoordeeld en worden als niet-ontvankelijke aanvragen buiten behandeling gesteld.

Voor tijdig ingediende, maar onvolledige aanvragen zal het bevoegde bestuursorgaan met toepassing van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht aan de aanvrager gelegenheid geven om de aanvraag binnen zes weken op toereikende wijze aan te vullen. Een onvolledige aanvraag die niet tijdig – danwel volledig-is aangevuld wordt buiten behandeling gesteld.

3. Beoordelingsfase

De beoordelingsprocedure vangt aan op het moment dat een aanvraag volledig is. De procedure eindigt op het moment dat een aanvraag wordt geweigerd omdat zich een weigeringsgrond voordoet, of een aanvraag in aanmerking komt voor een vergelijkende toets omdat zich geen weigeringsgrond voordoet.

De beoordelingsprocedure bestaat uit de volgende stappen:

Stap 1: Toetsing aan weigeringsgronden

Stap 2: Weigering vergunning dan wel een vergelijkende toets, dan wel, indien er minder dan twee vergunbare aanvragen zijn door naar de BIBOB-toets.

3.1 Toetsing aan weigeringsgronden

In artikel 6 van de Verordening zijn de weigeringsgronden voor exploitatievergunningen opgenomen. Elke aanvraag wordt getoetst aan deze weigeringsgronden. In deze fase wordt nog niet toegekomen aan een beoordeling op basis van de Wet BIBOB.

Een BIBOB-toets neemt over het algemeen aanzienlijk meer tijd in beslag dan een toetsing aan de weigeringsgronden op basis van de Verordening. Om te voorkomen dat de doorlooptijd van het proces voor het grootste deel wordt bepaald door de BIBOB-toets, wordt deze pas aan het einde van het vergunning proces uitgevoerd. De BIBOB-toets wordt pas uitgevoerd nadat een aanvraag in aanmerking komt voor een vergunning.

3.2 Vergelijkende toets

De voorgaande stap kan leiden tot één van de volgende vervolg stappen:

1. Indien wordt geconstateerd dat zich een weigeringsgrond voordoet, wordt de aanvraag geweigerd. Een dergelijk besluit is vatbaar voor bezwaar en beroep.

2. Indien wordt geconstateerd dat zich geen weigeringsgrond voordoet en er slechts twee aanvragen potentieel in aanmerking komen voor een vergunning, wordt geen vergelijkende toets uitgevoerd, de aanvraag/aanvragen zal/zullen wel worden getoetst op alle in deze beleidsregel opgenomen onderdelen en dienen te voldoen aan de gestelde voorwaarden echter zal niet worden voorzien van een puntentoekenning.

3. Indien wordt geconstateerd dat zich geen weigeringsgrond voordoet en er drie of meer aanvragen potentieel in aanmerking komen voor een vergunning, wordt een vergelijkende toets uitgevoerd.

De vergelijkende toets bestaat uit de volgende drie stappen:

stap 1: Aanwijzen onafhankelijk adviseur;

stap 2: Uitvoering vergelijkende toets;

stap 3: Rapportage en advies aan burgemeester.

Stap 1: Aanwijzen onafhankelijk adviseur

De vergelijkende toets wordt begeleid door een onafhankelijk adviseur. Deze is belast met de bewaking van het proces dat is vastgelegd in de voorliggende beleidsregel. Verder ziet de onafhankelijk adviseur toe op een zorgvuldig, goed beargumenteerd advies aan de burgemeester.

De onafhankelijk adviseur wordt geadviseerd door een aantal specialisten die ieder advies uitbrengen over de beoordelingsaspecten die hun vakgebied raken. Dit kunnen zijn: Beleidsmedewerker economische zaken, Beleidsmedewerker veiligheid, Beleidsmedewerker vergunningen. Ten aanzien van de beoordeling van het ‘Plan van aanpak gokverslaving’ wordt de adviseur bij voorkeur geleverd door Novadic Kentron.

Voordat over kan worden gegaan naar stap 2 zoals genoemd in deze beleidsregel, dient eerst duidelijkheid te worden verschaft over de Beoordelingssystematiek en wijze van puntentoekenning. Dit wordt in de hierna volgende paragraaf beschreven, waarna aansluitend stap 2 wordt beschreven.

3.2.2. Beoordelingssystematiek vergelijkende toets: puntentoekenning, rangorde

De vergelijkende toets wordt uitgevoerd op basis van de beoordelingscriteria die in de hierna volgende paragraaf zijn opgenomen.

Het is van groot belang dat wordt gemotiveerd waarom een bepaald aantal punten wordt toegekend. Hetzelfde geldt voor de vergelijking tussen de aanvragen.

Gemotiveerd moet worden waarom de ene aanvraag meer of minder punten krijgt dan de andere, of waarom ze hetzelfde aantal punten krijgen. In het geval dat (op onderdelen) onduidelijk is wat precies door de aanvrager wordt bedoeld/beoogd, kunnen de adviseurs hierover vragen stellen aan de aanvrager.

Vragen aan een aanvrager worden niet aan anderen bekend gemaakt tijdens het beoordelingsproces. Een verduidelijking heeft niet tot gevolg dat de aanvraag inhoudelijk wijzigt en de aanvrager kan zijn aanvraag slechts op de gevraagde onderdelen toelichten.

Om de aanvragen te kunnen vergelijken worden op de verschillende onderdelen van het ‘Plan van aanpak openbare orde’, ‘Plan van aanpak gokverslaving’ en ‘Plan van aanpak ‘leefbaarheid en ruimtelijke ordening’ punten toegekend.

Bij de beoordeling van elke afzonderlijke aanvraag wordt de volgende waarderingssystematiek toegepast.

Voor elk onderdeel afzonderlijk kunnen naar gelang de uitwerking 0, 4, 6, 8 of 10 punten worden toegekend voor elk van de in deze beleidsregel verplicht gestelde onderdelen (beoordelingscriteria) en rekening houdend met de weigeringsgronden van de Verordening.

Daarbij wordt de volgende onderverdeling gemaakt:

 

Uitleg

Punten

Onderwerp komt naar het oordeel van het bevoegd gezag niet aan bod of is niet uitgewerkt

0

Onderwerp komt te summier aan bod (onvoldoende uitgewerkt) of wordt naar het oordeel van het bevoegd gezag inhoudelijk als onvoldoende beoordeeld

4

Onderwerp komt aan bod en voldoet naar het oordeel van het bevoegd gezag aan basisverwachtingen van de gemeente

6

Onderwerp komt aan bod en wordt naar het oordeel van het bevoegd gezag goed uitgewerkt en vormt een meerwaarde voor de gemeente

8

Onderwerp komt aan bod en wordt naar het oordeel van het bevoegd gezag uitstekend uitgewerkt en vormt een zeer duidelijke meerwaarde voor de gemeente

10

Het aantal verkregen punten op de verschillende beoordelingscriteria leidt tot een totaalscore per onderdeel. De totalen van het ‘plan van aanpak openbare orde, gokverslaving, leefbaarheid en ruimtelijke ordening, worden vervolgens als volgt meegewogen in de eindscore:

1. plan van aanpak openbare orde; 40%

2. plan van aanpak ter voorkoming en bestrijding van gokverslaving; 40%

3. plan van aanpak leefbaarheid en ruimtelijke ordening; 20%,

Dit levert uiteindelijk een rangorde op.

De aanvraag met het hoogste puntenaantal (hoogste totaalscore) staat daarbij op de eerste plaats, de overige aanvragen naar gelang het aantal punten op de plaatsen daaropvolgend. Aanvragen eindigen bij een gelijke puntenscore op dezelfde rang.

Indien meerdere ondernemers de eerste plek, dan wel de tweede plek hebben verworven in puntenaantal, dan vindt tussen hen een loting plaats die door een notaris wordt verricht. Aan de winnaar van deze loting wordt de exploitatievergunning voor de speelautomatenhal gegund.

De aanvragen van de overige ondernemers worden in voorkomend geval afgewezen.

Het staat ondernemers vrij voor meerdere locaties een aanvraag in te dienen. Elke aanvraag dient op zich zelf te staan en aan de voorwaarden te voldoen.

Indien meerdere ondernemers voor dezelfde locatie de eerste plek hebben verworven in puntenaantal, dan vindt tussen hen een loting plaats die door een notaris wordt verricht. Aan de winnaar van deze loting wordt de exploitatievergunning voor de speelautomatenhal op de betreffende gegund.

Toelichting: het voorgaande laat onverlet dat er geen vergunningverlening plaatsvindt indien het plan van de ondernemer planologisch onaanvaardbaar is gebleken, of indien sprake is van een van de overige weigeringsgronden opgenomen in de Verordening.

De schaarse vergunning zal dan alsnog aan de eerst volgende in rang worden toegewezen, enzovoort.

Stap 2: Uitvoering vergelijkende toets

Ten behoeve van de uitvoering van de vergelijkende toets bij de beoordeling van aanvragen om exploitatievergunning worden de hierna opgenomen criteria gehanteerd (beoordelingscriteria).

3.2.3 Plan van aanpak openbare orde en veiligheid

De aanvrager voegt bij de aanvraag om exploitatievergunning een ‘Plan van aanpak openbare orde en veiligheid’. Hieruit blijkt hoe de ondernemer zorg draagt voor veiligheid en openbare orde in de directe omgeving van de gelegenheid. De burgemeester kijkt in dit verband naar:

  • a.

    welke gedragsregels gelden voor komende en gaande bezoekers;

  • b.

    hoe de naleving van deze gedragsregels wordt bewaakt;

  • c.

    hoe wordt omgegaan met overlast en rondhangende onbevoegde personen rond de gelegenheid;

  • d.

    hoe toezicht wordt gehouden in de gelegenheid en in de directe omgeving van de gelegenheid;

  • e.

    welke openingstijden gelden en waarom die openingstijden zijn gekozen;

  • f.

    in hoeverre de ondernemer of beheerder eerder betrokken zijn geweest (bijvoorbeeld als beheerder of ondernemer van een ander horecabedrijf) bij openbare ordeverstoringen;

  • g.

    in hoeverre aan de ondernemer of beheerder eerder bestuursrechtelijke maatregelen (zoals tijdelijke sluiting, last onder dwangsom of last onder bestuursdwang) in het kader van de openbare orde zijn opgelegd;

  • h.

    de aanwezigheid en kwaliteit van een analyse waarin wordt ingegaan op de mogelijk nadelige gevolgen ten aanzien van de leefbaarheid, veiligheid en openbare orde als gevolg van de vestiging van een speelautomatenhal op de beoogde locatie. Daarbij moet rekening worden gehouden met de aard van het bedrijf en de spanning die dit mogelijk oplevert met het woon- en leefklimaat ter plaatse. De analyse beschrijft op welke wijze de ondernemer nadelige gevolgen mitigeert. De gekozen locatie wordt dus beoordeeld vanuit openbare orde perspectief.

Hoe completer de risicoanalyse hoe hoger de beoordeling zal zijn. Een hogere mate van concreetheid van voorgestelde maatregelen en procedures zal een hogere score opleveren. Ook worden plannen waarin sprake is van aandacht voor de omgeving zonder onrust te creëren in die omgeving hoger gewaardeerd.

3.2.4 Plan van aanpak gokverslaving

De aanvrager voegt bij de aanvraag om exploitatievergunning een ‘Plan van aanpak gokverslaving’. Hieruit blijkt op welke wijze de ondernemer concreet bijdraagt aan de preventie en bestrijding van gokverslaving. Meer specifiek geldt dat het plan van aanpak wordt beoordeeld op de volgende aspecten:

  • a.

    legitimatieplicht en toegangscontrole bezoekers;

Toelichting: Het is niet toegestaan dat jongeren onder de 18 jaar de speelautomatenhal bezoeken. Hiermee wordt voorkomen dat jongeren, terwijl ze nog niet op de kansspelautomaten mogen spelen, wel al daarmee in aanraking komen. De toegangscontrole vindt plaats op basis van een legitimatieplicht voor de bezoeker. In het plan geeft de ondernemer aan op welke deugdelijke manier de leeftijd door hem wordt vastgesteld.

  • b.

    aantal speelautomaten en productdifferentiatie; 

Toelichting: In de speelautomatenhal stelt de aanvrager een variatie aan speelautomaten op. Deze productdifferentiatie moet voldoen aan de zogenaamde “ideale mix”. De ''ideale mix'' geeft een uitgebalanceerde mix van verschillende soorten speelautomaten en de onderlinge verhouding daartussen. Productdifferentiatie in de speelautomatenhal leidt tot een daadwerkelijke mix van lang bestaande kansspelautomaten en nieuwe kansspelvormen. Door het opstellen van een variatie aan speelautomaten trekt de hal een gemengd publiek en door het opstellen van meer-spelers wordt het ''sociale spelen'' bevorderd. In het onderstaande schema is de minimaal verplichte 'ideale mix' aangegeven in relatie tot de oppervlakte van de speelautomatenhal.

 

< 100 m²

100 – 200 m²

> 200 m²

Een-speler kansspelautomaten

Een-speler kansspelautomaten

Een-speler kansspelautomaten

Minimaal 1 meer-speler

Minimaal 2 meer-spelers

Minimaal 4 meer-spelers

Gekoppelde jackpotsystemen van maximaal € 2.500,--

Gekoppelde jackpotsystemen van maximaal € 2.500,--

Gekoppelde jackpotsystemen van maximaal € 2.500,--

  • c.

    opleiding medewerkers;

Toelichting: Beoordeeld wordt welke andere maatregelen de ondernemer in samenstelling en opstelling van de speelautomaten neemt om het risico op gokverslaving te beperken. De beheerders van de speelautomatenhal dienen te beschikken over een bewijsstuk als bedoeld in artikel 6, vijfde lid, van het Besluit werving, reclame en verslavingspreventie kansspelen, waaruit blijkt dat zij beschikken over voldoende kennis en inzicht met betrekking tot het gebruik van speelautomaten en daaraan verbonden risico's voor gokverslaving. Er dient altijd een gekwalificeerde beheerder aanwezig te zijn. Ander personeel moet een cursus in het omgaan met verslavingsproblematiek hebben gevolgd. De ondernemer geeft aan hoe hij hierover rapporteert aan de burgemeester en de verslavingszorg.

  • d.

    reclame;

Toelichting: De ondernemer verklaart zich te houden aan de reclamecode voor kansspelen door de Stichting Reclame Code. De volledige naam van deze code is: Reclamecode voor kansspelen die worden aangeboden door vergunninghouders ingevolge de Wet op de kansspelen 2015 van de Stichting Reclame Code, verder te noemen: RVK. De RVK is gepubliceerd op internet op de website van de Stichting Reclame Code.

De RVK is van toepassing op iedere vorm van openbare aanprijzing, ten doel of ten gevolge hebbende:

  • het vergroten van de (naamsbekendheid van kansspelaanbieder)s;

  • de bevordering van deelname aan kansspelen als bedoeld in de Wet op de kansspelen en het Speelautomatenbesluit.

In de RVK staan onder andere bepalingen ten aanzien van de inhoud van reclame en de bescherming van kwetsbare groepen.

  • e.

    ervaring als ondernemer;

Toelichting: Voor een goede exploitatie van de speelautomatenhal en gelet op de gemeentelijke eisen wordt ook gekeken naar de ervaring die de ondernemer in de afgelopen 10 jaar heeft opgedaan met het exploiteren van een speelautomatenhal voor eigen rekening en risico, zelf of door een aan de ondernemer verbonden derde partij. Het is van belang dat de aanvrager, vanuit de praktijk, aantoonbare ervaring heeft en weet om te gaan met de problematiek rondom het waarborgen van een goed woon- en leefklimaat rondom de hal en met name het tegengaan van gokverslaving. Hierbij wordt gekeken naar de ervaring als onderneming en niet naar de ervaring van een persoon binnen de onderneming, omdat de ervaring van de onderneming de meeste waarborg biedt op continuïteit van een gezonde en solide bedrijfsvoering op het gebied van verslavingszorg.

3.2.5. Plan van aanpak leefbaarheid en ruimtelijke ordening

In het ‘Plan van aanpak leefbaarheid en ruimtelijke ordening, beschrijft en motiveert de aanvrager bij wijze van ruimtelijke onderbouwing de beoordeling van de planologische aanvaardbaarheid van de speelautomatenhal op de voorgestelde locatie.

Toelichting algemeen: Het college beziet, indien nodig, via de omgevingsvergunningenprocedure of de planologische aanvaardbaarheid van het plan voldoende is aangetoond en of, in het verlengde daarvan, er bereidheid bestaat om planologische medewerking te verlenen. In zoverre vormt de planologische aanvaardbaarheid van de aanvraag om omgevingsvergunning een noodzakelijke basisvoorwaarde voor het verkrijgen van planologische medewerking. Het maakt daarom voor de score in de vergelijkende toets ten behoeve van de exploitatievergunning niet uit of er (binnenplans of buitenplans -de ‘kruimelgevallenregeling’ daaronder begrepen-) moet worden afgeweken van het geldende bestemmingsplan. De planologische aanvaardbaarheid zoals in dit onderdeel aangehaald, ziet toe op de ruimtelijke aanvaardbaarheid en leefbaarheid in het kader van de verdeling van de exploitatievergunning.

De planologische aanvaardbaarheid

Er wordt beoordeeld in hoeverre het voorstel waarin de aanvraag voorziet planologisch aanvaardbaar is. Dit geschiedt aan de hand van de navolgende criteria:

  • a.

    de ligging, de meerwaarde van de speelautomatenhal in de (directe) omgeving, de ruimtelijk-functionele c.q. planologische inpasbaarheid, de stedenbouwkundige inpassing en bereikbaarheid voor alle vormen van vervoer.

Toelichting op ligging: bij de beoordeling van een initiatief wordt in dit verband de afstand tot school; ter bescherming van de jeugd dient de locatie op minimaal 250 meter afstand van een school te zijn.

  • b.

    Toegankelijkheid; een speelautomatenhal is een doelgerichte uitgaansgelegenheid.

Toelichting: een speelautomatenhal mag niet gevestigd worden direct in het uitgaanscentrum.

  • c.

    Combinatie met leisure- en/of vrijetijdsactiviteiten; een speelautomatenhal wordt gezien als een uitgaansgelegenheid. Er dient uit ruimtelijk perspectief een combinatie met andere vrijetijdsactiviteiten te zijn. Een speelautomatenhal wordt beschouwd als een doelgerichte uitgaansgelegenheid en wordt gelijkgesteld met andersoortig uitgaansvermaak (“een avondje uit”).

  • d.

    De ondernemer geeft gemotiveerd aan dat invulling van de beoogde locatie met een speelautomatenhal bijdraagt aan de ontwikkeling van de gemeente Asten en/ of de directe omgeving.

Toelichting op ruimtelijk-functionele inpasbaarheid: Onderdeel van de ruimtelijke inpasbaarheid is in elk geval ook hoe op adequate wijze om te gaan met de extra parkeerbehoefte die de vestiging van een (nieuwe) speelautomatenhal met zich meebrengt. Is de ondernemer in staat de parkeerbehoefte op eigen terrein of in openbaar gebied in de directe omgeving van de speelautomatenhal op te vangen.

Verder onderbouwt de aanvrager de inpassing van de speelautomatenhal in zijn directe omgeving vanuit een oogpunt van milieuzonering. Daarbij maakt de ondernemer bij voorkeur gebruik van de systematiek van de VNG-brochure ‘Bedrijven en milieuzonering’.

Toelichting op stedenbouwkundige inpassing: De stedenbouwkundige inpassing van de speelautomatenhal: transparante en neutrale uitstraling, speelautomaten niet zichtbaar vanaf de openbare weg (aan het zicht onttrokken), speelautomatenhal bij voorkeur (enkel) gevestigd op de begane grond.

Toelichting op bereikbaarheid van de speelautomatenhal voor alle vormen van vervoer: De ondernemer maakt duidelijk hoe de locatie van de speelautomatenhal is ontsloten en hoe deze bereikbaar is voor alle gangbare vormen van vervoer (zoals auto, OV , fiets, te voet). Dit geldt ook voor de aanwezigheid of nabijheid van stallingsplaatsen voor fietsen en brommers in de directe nabijheid van de hoofdingang van de speelautomatenhal.

Leefbaarheid:

  • a.

    De ruimtelijke uitstralingseffecten van de aanwezigheid van de speelautomatenhal op de beoogde locatie en de wijze waarop de ondernemer maatregelen treft om deze met het oog op een goed woon-, werk-, leef- of verblijfsklimaat in de directe omgeving zoveel mogelijk te voorkomen, verzachten of in goede banen te leiden.

Toelichting op voorkomen negatieve ruimtelijke uitstralingseffecten: De gemeente Asten vindt het belangrijk dat een ondernemer zich verdiept in de kenmerken van de omgeving waarin hij een speelautomatenhal wil vestigen. Op die manier kan hij immers ook adequaat inspelen op de mogelijkheid om negatieve of als negatief te ervaren uitstralingseffecten van de speelautomatenhal tijdig te adresseren of zelfs te voorkomen. Te denken valt aan mogelijke overlast van bezoekers (geluid, fietsenstallingen, etc.) of van de speelautomatenhal zelf (openingstijden, uiterlijk aanzien, vervoersbewegingen, hangjeugd, etc.).

Hoe beter de negatieve ruimtelijke uitstralingseffecten worden voorkomen, hoe hoger de puntenscore.

  • b.

    De wijze waarop de ondernemer pogingen in het werk heeft gesteld of zal stellen om zelf te communiceren over of draagvlak te verwerven voor de vestiging van de speelautomatenhal in de directe omgeving, evenals de mate waarin hij bereid is daarbij rekening te houden met ruimtelijk relevante wensen van omwonenden of winkels en bedrijven in de directe omgeving van de speelautomatenhal.

Toelichting op communicatie / draagvlak:

Bedoeld is een soort communicatieparagraaf c.q. plan van aanpak over de uitvoerbaarheid van het initiatief, waarin de ondernemer uitlegt hoe hij als ‘nieuwkomer’ zijn taak en verantwoordelijkheid invult daar waar het gaat om de informatie en communicatie over en het kweken van begrip voor de komst van een speelautomatenhal en de mogelijkheden en bereidheid om al dan niet in te spelen op wensen van bewoners en ondernemers in de directe nabijheid van de speelautomatenhal daar waar het de inpassing van deze functie betreft.

Voor wat betreft de waardering geldt: hoe actiever en constructiever de ondernemer zich in dit verband opstelt, hoe hoger de puntenscore.

Stap 3: Rapportage en advies aan burgemeester

3.2.6.Advisering

  • a.

    Van de eindbeoordeling wordt door de onafhankelijk adviseur een concept beoordelingsrapportage opgesteld met daarin de puntentoekenning per aanvraag, inclusief een uitgebreide motivering van de puntenverdeling. De onafhankelijk adviseur adviseert de burgemeester over de resultaten van zijn beoordeling. Het bevoegd gezag beslist op voorstel van een ambtelijk advies.

  • b.

    De burgemeester kan, mits deugdelijk gemotiveerd, afwijken van het advies. Elk uitgebracht advies of ambtelijk voorstel laat de discretionaire bevoegdheid van de burgemeester onverlet.

4. Besluitvormingsfase

In dit hoofdstuk wordt de procedure bepaald die wordt gevolgd indien een aanvraag potentieel in aanmerking komt voor een vergunning.

Hiervan is sprake indien:

  • wordt geconstateerd dat zich geen weigeringsgrond voordoet, en

  • er slechts één aanvraag potentieel in aanmerking komt voor een vergunning; of

  • Een aanvrager de hoogste score heeft behaald in de vergelijkende toets.

4.2 Bibob-toetsing

  • a.

    Indien een aanvrager potentieel in aanmerking komt voor een vergunning wordt hij onderworpen aan een BIBOB-toets. Daartoe levert de aanvrager bij elke aangevraagde vergunning een volledig ingevuld Bibob formulier aan.

  • b.

    Indien de aanvraag op grond van de BIBOB-toets wordt geweigerd, wordt de aanvrager die daarop volgend in de vergelijkende toets is geëindigd onderworpen aan een BIBOB-toets, enzovoorts.

  • c.

    Indien de BIBOB-toets er niet toe leidt dat de aanvraag wordt geweigerd, wordt de vergunning verleend.

Indien een exploitatievergunning wordt verleend worden alle eventuele andere aanvragen om een exploitatievergunning die in behandeling zijn, geweigerd.

4.3 Werkingsduur c.q. looptijd vergunningen

De te verlenen exploitatievergunning(en) heeft/hebben een werkingsduur (looptijd) van vijftien jaar, te rekenen vanaf het moment van vergunningverlening.

5. Overig

5.1 Inwerkingtreding

Dit besluit treed in werking de dag na bekendmaking.

5.2 Citeerwijze

Dit besluit wordt aangehaald als: de Beleidsregel Speelautomatenhal Asten 2020

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Asten van 18 februari 2020.

College van burgemeester en wethouders van Asten,

mr. W.M.A. Verberkt mr. H.G. Vos

secretaris burgemeester

Burgemeester,

mr. H.G. Vos

burgemeester