Reglement voor de Raad voor de Cultuur Zeeland

Geldend van 01-04-2009 t/m heden

Intitulé

Reglement voor de Raad voor de Cultuur Zeeland

Besluit van Gedeputeerde Staten van Zeeland van 7 april 2009, houdende vaststelling van het Reglement voor de Raad voor de Cultuur Zeeland.

Artikel 1

In dit reglement wordt verstaan onder:

  • a.

    het college: het college van Gedeputeerde Staten van de Provincie Zeeland

  • b.

    de raad: de Raad voor de Cultuur Zeeland, bedoeld in artikel 2

  • c.

    het cultuurbeleid: provinciaal beleid op het gebied van professionele podiumkunsten (theater, muziek, dans, film), media, bibliotheekwerk, letteren, beeldende kunst, vormgeving, architectuur, audiovisuele vormgeving, kunst- en cultuureducatie, amateurkunst, volkscultuur, cultureel erfgoed; monumentenzorg & cultuurhistorie, musea, archeologie, immaterieel erfgoed & archieven.

Artikel 2

Voor adviezen over het cultuurbeleid stelt het college een Raad voor de Cultuur Zeeland in, belast met de volgende taken:

  • -

    gevraagd en ongevraagd adviseren over (delen van) het cultuurbeleid

  • -

    adviseren over subsidies voor activiteiten waarbij de artistieke kwaliteitscriteria prevaleren

  • -

    visiteren van grotere culturele instellingen om zodoende hierover te kunnen adviseren/rapporteren

  • -

    advisering over Zeeuwse prijs voor Kunsten en Wetenschappen en Aanmoedigingsprijs jong Zeeuws Talent.

Artikel 3

  • 1.

    Het aantal leden van de raad bestaat uit minimaal vijf en maximaal zeven leden.

  • 2.

    De raad dient voor minimaal 40% uit vrouwen te bestaan.

Artikel 4

  • 1.

    De voorzitter en de overige leden worden door het college benoemd en ontslagen. De raad kiest uit zijn midden een vice-voorzitter en secretaris.

  • 2.

    Voor benoeming tot lid van de raad komen in aanmerking personen met aantoonbare affiniteit en deskundigheid op één van de aandachtsvelden van het cultuurbeleid, een generalistische instelling en bij voorkeur geen functie bij een culturele instelling of initiatief waarbij sprake is van een subsidierelatie met de Provincie Zeeland.

Artikel 5

Een lid van de raad wordt benoemd voor drie jaar en kan eenmaal voor drie jaar worden herbenoemd.

Artikel 6

Het lidmaatschap van een lid van de raad eindigt:

  • -

    drie jaar na benoeming of ten hoogste na eenmaal herbenoeming

  • -

    door overlijden

  • -

    door onder curatele stelling

  • -

    door schriftelijk ontslagneming (bedanken)

  • -

    door ontslag dat GS verlenen

Artikel 7

  • 1.

    De raad kan voor de uitvoering van zijn taken ad-hoc commissies instellen op nader door hem te bepalen deelterreinen.

  • 2.

    In een ad-hoc commissie kunnen inhoudelijk deskundigen zitten die verbonden zijn met door de provincie gesubsidieerde organisaties, zonder dat dit leidt tot directe belangenbehartiging van deze organisaties.

  • 3.

    De raad en de ad-hoc commissies kunnen personen uitnodigen om vergaderingen bij te wonen om voorlichting en/of advies te geven.

Artikel 8

  • 1.

    vergaderingen van de raad zijn openbaar, behoudens het bepaalde in lid 2 tot en met lid 4.

  • 2.

    Een vergadering of een gedeelte daarvan is besloten indien openbaarheid tot gevolg kan hebben dat personen onevenredig in hun belangen worden bevoordeeld of geschaad.

  • 3.

    Een vergadering of een gedeelte daarvan is besloten indien hiertoe door het college of ten minste twee leden van de raad gemotiveerd wordt verzocht.

  • 4.

    De behandeling van subsidieverzoeken vindt altijd in beslotenheid plaats.

Artikel 9

De raad brengt jaarlijks voor 1 april een verslag uit over zijn werkzaamheden over het voorafgaande kalenderjaar.

Artikel 10

Het college kan besluiten dat de leden, naast de reis- en onkostenvergoeding, per bijgewoonde plenaire vergadering vacatiegelden ontvangen volgens artikel 3, eerste lid van de provinciale Verordening kostenvergoeding Staten- en commissieleden en gedeputeerden.

Artikel 11

De raad en de ad-hoc commissies worden ondersteund bij de uitvoering van hun taken door een ambtelijk secretariaat afkomstig van de Provincie Zeeland.

Artikel 12

Een ieder die betrokken is bij de uitvoering van de taken van de raad en daarbij beschikking krijgt over gegevens waarvan hij het vertrouwelijke karakter kent of redelijkerwijs moet vermoeden en voor wie niet reeds uit hoofde van ambt, beroep of wettelijk voorschrift ter zake van die gegevens een geheimhoudingsplicht geldt, is verplicht tot geheimhouding daarvan, behoudens voor zover enig wettelijk voorschrift hem tot bekendmaking verplicht of uit zijn taak bij de uitvoering van deze wet deze noodzaak tot bekendmaking voortvloeit.

Artikel 13

In afwijking van het bepaalde in artikel 5 stelt de raad een gefaseerd rooster van aftreden vast.

Artikel 14

  • 1.

    Dit reglement vervangt het Reglement voor de Raad voor de cultuur Zeeland vastgesteld door Provinciale Staten van Zeeland op 10 juli 1998; gewijzigd bij besluit van 8 augustus 2006.

  • 2.

    Dit reglement treedt in werking op 1 april 2009

Ondertekening

Gegeven te Middelburg, 7 april 2009
Gedeputeerde Staten voornoemd,
drs. K.M.H. PEIJS, voorzitter.
mr. drs. L.J.M. VERDULT, provinciesecretaris.
Uitgegeven, 21 april 2009
De provinciesecretaris,
mr. drs. L.J.M. Verdult