Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent bijstandverlening zelfstandigen 2020

Geldend van 28-02-2020 t/m heden

Intitulé

Beleidsregel van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden houdende regels omtrent bijstandverlening zelfstandigen 2020

Op 1 januari 2020 is de landelijke wetgeving rondom het Besluit bijstandverlening zelfstandigen (Bbz 2004) gewijzigd. De gemeente Rotterdam, die voor de gemeente Leiden het Bbz uitvoert, heeft om die reden haar beleidsregels Bbz aangepast. Het college van burgemeester en wethouders besloot op 28 januari 2020 de Beleidsregels Zelfstandigen Rotterdam 2020 van de gemeente Rotterdam van toepassing te verklaren voor inwoners van de gemeente Leiden.

Beleidsregels Zelfstandigen Rotterdam 2020

De concerndirecteur van het cluster Werk en Inkomen, gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van afdeling C&O, d.d. 8 november 2019 en de daarop uitgebrachte adviezen;

gelet op de artikelen 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht; 53a, zesde lid, Participatiewet, art. 23, derde lid, en 43, tweede lid, Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004, artikel 1.3, tweede lid, Besluit mandaat, volmacht en machtiging Rotterdam 2016 en artikel 3 Besluit ondermandaat, ondervolmacht en ondermachtiging van de Algemeen Directeur 2016;

besluit vast te stellen:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze beleidsregels wordt verstaan onder:

  • -

    Bbz 2004: Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004;

  • -

    college: het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

  • -

    wet: Participatiewet;

  • -

    zelfstandige: zelfstandige zoals bedoeld in artikel 1, onder b, Bbz 2004.

Artikel 2 Uitvoeren onderzoek beginnende zelfstandigen

  • 1. Het college onderzoekt of het bedrijf of zelfstandig beroep nog levensvatbaar is, zo lang als sprake is van bijstandverlening:

    • a.

      binnen zes maanden na aanvang van de bijstandverlening dan wel na datum van de toekenningsbeschikking van bijstandverlening;

    • b.

      na een periode van respectievelijk 6 en 12 maanden na het laatste onderzoek.

  • 2. Tevens onderzoekt het college, op de in het eerste lid genoemde momenten, de rechtmatigheid van de verstrekte algemene bijstand.

Artikel 3 Beëindiging bedrijf of zelfstandig beroep

Als bij beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep een deel van een lening resteert en deze niet met toepassing van artikel 43, eerste lid, Bbz 2004 onder hypothecair verband is verleend, maakt het college bij niet verwijtbaarheid van de beëindiging het resterende deel van de lening renteloos vanaf de beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep.

Artikel 4 Inwerkingtreding

Deze beleidsregels treden in werking op 1 januari 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld op 19 november 2019.

Namens het college van burgemeester en wethouders,

De concerndirecteur Werk & Inkomen, gemeente Rotterdam,

J.H. Meijer

Toelichting

Algemeen

Bij Besluit van 18 september 2019 is onder meer het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (verder: Bbz 2004) gewijzigd in verband met verdere uniformering van dit Besluit met de Participatiewet. Daarbij zijn enige verplichtingen uit het Bbz 2004 omgezet in bevoegdheden.

De gemeente krijgt daarbij de vrijheid om zelf het beleid op de betreffende punten in te vullen. Deze regeling vult het beleid op de volgende punten in:

  • -

    de uitvoering van levensvatbaarheidsonderzoeken;

  • -

    de invulling van de bevoegdheid in artikel 43, tweede lid, Bbz 2004.

Ten aanzien van het (aanvullende) beleid rondom terugvordering en het Bbz 2004 wordt verwezen naar de Beleidsregels opschorting, intrekking en terug- en invordering Participatiewet, IOAW en IOAZ Rotterdam 2017.

Artikelsgewijs

Artikel 2

In artikel 23, derde lid, Bbz 2004 was de frequentie van het uitvoeren van levensvatbaarheidonderzoeken bij beginnende zelfstandigen bepaald. Door de wijziging van het artikel naar een bevoegdheid is het aan de gemeente te bepalen wanneer en hoe vaak zij een dergelijk onderzoek wil uitvoeren.

In het eerste lid van dit artikel wordt hier invulling aan gegeven. Er is voor gekozen om niet af te wijken van de al bestaande praktijk.

In het tweede lid is aangegeven dat bij het uitvoeren van de levensvatbaarheidsonderzoeken ook de rechtmatigheid van de verstrekte algemene bijstand wordt onderzocht.

Artikel 3

In dit artikel wordt aangegeven dat het college gebruik maakt van de nu in artikel 43, derde lid, Bbz 2004 gegeven bevoegdheid om een resterend deel van een lening in de daar geschetste situatie bij een niet verwijtbare beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep renteloos te maken vanaf de datum van beëindiging van het bedrijf of zelfstandig beroep.

Artikel 4

Datum van inwerkingtreding van de beleidsregels is bepaald op de datum van inwerkingtreding van de wijziging van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004.