Tweede Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Asten 2017

Geldend van 19-02-2020 t/m heden

Intitulé

Tweede Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Asten 2017

De raad van de gemeente Asten;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 10 december 2019 en het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 30 januari 2020;

gehoord het advies van de commissie Ruimte van 14 januari 2020;

gelet op artikel 149 van de Gemeentewet en de Beleidsnotitie arbeidsmigranten gemeente Asten 2020;

besluit:

vast te stellen de verordening tot tweede Wijziging van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Asten 2017.

Artikel I

De Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Asten 2017 wordt als volgt gewijzigd:

Na artikel 2:79 wordt een nieuwe Afdeling 16 ingevoegd, welke komt te luiden:

Afdeling 16Huisvesting arbeidsmigranten

Artikel 2:80 Begripsbepalingen

In deze afdeling wordt verstaan onder:

a. arbeidsmigranten: arbeidsmigranten: personen die hun vaste woon-, of verblijfplaats in een ander Europees land dan Nederland hebben en op grond van een EU-paspoort of tewerkstellingsvergunning legaal in Nederland werkzaam zijn;

b. huisvestingsvoorziening: voor (tijdelijke) bewoning van arbeidsmigranten geschikt gemaakte woningen of gebouwen of tijdelijke bouwwerken.

Artikel 2:81Exploitatievergunning huisvestingsvoorziening arbeidsmigranten

1. Het is verboden zonder vergunning van het college een huisvestingsvoorziening te exploiteren voor de huisvesting van meer dan vier arbeidsmigranten.

2. Een vergunning wordt per huisvestingsvoorziening aangevraagd door:

a. een in de gemeente Asten gevestigde ondernemer ten behoeve van de huisvesting van voor zijn onderneming werkzame arbeidsmigranten;

b. een Algemene Branchevereniging voor Uitzendondernemingen (ABU);

c. een door de Vereniging van Internationale Arbeidsbemiddelaars (VIA) gecertificeerd uitzendbureau; of

d. de eigenaar van de locatie waar gehuisvest wordt, in ieder geval wanneer het gaat om huisvesting van arbeidsmigranten in de recreatieve sector.

3. In de aanvraag voor de vergunning wordt in ieder geval vermeld:

a. de persoonsgegevens en contactgegevens van de exploitant en beheerder;

b. het adres van de huisvestingsvoorziening;

c. het aantal personen dat in de huisvestingvoorziening verblijf wordt verschaft;

d. de periode waarin in de huisvestingsvoorziening aan de personen verblijf wordt verschaft;

e. de totale woonoppervlakte die in de huisvestingvoorziening voor verblijf beschikbaar is;

f. het aantal beschikbare parkeerplaatsen.

4. Het college kan ter bescherming van de belangen als genoemd in artikel 1:8 en in het belang van de bescherming van de woon- en leefomgeving nadere regels stellen.

5. Een vergunning wordt verleend voor een bepaald aantal huisvestingsplaatsen.

Artikel 2:82Gedragseisen exploitant en beheerder

De exploitant en de beheerder:

a. staan niet onder curatele;

b. zijn niet in enig opzicht van slecht levensgedrag, zulks ter beoordeling van het college;

c. hebben de leeftijd van eenentwintig jaar bereikt.

Artikel 2:83Weigeringsgronden

Onverminderd het bepaalde in artikel 1:8 weigert het college de exploitatievergunning indien:

a. aannemelijk is dat de woon- en leefsituatie in de omgeving van de huisvestingsvoorziening op ontoelaatbare wijze nadelig wordt beïnvloed;

b. het beoogde gebruik in strijd is met het bestemmingsplan; of

c. niet voldaan wordt aan de Beleidsnotitie Arbeidsmigranten Gemeente Asten 2020 dan wel de regeling die daarop volgt;

d. de exploitant of de beheerder niet voldoet aan de in artikel 2:81 en artikel 2:82 gestelde eisen.

Artikel 2:84Verschaffing gegevens nachtregister

Op deze afdeling is afdeling 9 van overeenkomstige toepassing voor zover er sprake is van nachtverblijf.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Asten

van 4 februari 2020.

De raad voornoemd,

griffier,

mr. M.B.W. van Erp-Sonnemans

voorzitter,

mr. H.G. Vos