Verordening naamgeving en nummering Peel en Maas

Geldend van 28-01-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening naamgeving en nummering Peel en Maas

DE RAAD VAN DE GEMEENTE PEEL EN MAAS

Gelet op het voorstel van burgemeester en wethouders nr. .

Gelet op het bepaalde in artikel 147 en 149 van de Gemeentewet.

Gelet op het bepaalde in Gelet op artikel 6 van de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

Gehoord de beraadslagingen.

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening:

Verordening naamgeving en nummering (adressen) Peel en Maas

Artikel 1. Definities

  • 1.

    In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verstaan onder:

    • -

      adres;

    • -

      ligplaats;

    • -

      openbare ruimte;

    • -

      pand;

    • -

      standplaats;

    • -

      verblijfsobject;

    • -

      woonplaats;

dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen.

  • 2.

    In deze verordening en de daarop berustende bepalingen wordt verder verstaan onder:

    • -

      nummeraanduiding: dat wat daaronder wordt verstaan in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen, met dien verstande dat deze bestaat uit een samenstel van huisnummer (max. vijf posities), huisletter (max. één positie) en huisnummertoevoeging (max. vier posities);

    • -

      rechthebbende en beheerder: een ieder die krachtens eigendom of een beperkt zakelijk recht of een persoonlijk recht zodanig beschikking heeft over een onroerende zaak dat hij naar burgerlijk recht bevoegd is om in die zaak te handelen zoals in de verordening is voorgeschreven, alsmede de beheerder.

Artikel 2. Naamgeving woonplaatsen en openbare ruimte

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen de grens en de naam van een of meer woonplaatsen vast en kunnen deze in wijken en buurten verdelen conform de eisen die het Centraal Bureau voor de Statistiek aan deze indeling verbindt.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kennen per woonplaats namen toe aan delen van de openbare ruimte en zo nodig aan gemeentelijke gebouwen en bouwwerken.

  • 3.

    Onder vaststellen, verdelen en toekennen als bedoeld in het eerste en tweede lid wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

Artikel 3. Nummering en afbakening objecten

  • 1.

    Burgemeester en wethouders stellen de lig- en standplaatsen vast.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kennen nummeraanduidingen toe aan verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen.

  • 3.

    Zij bepalen de afbakening van panden, verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen.

  • 4.

    Onder vaststellen, toekennen en bepalen als bedoeld in het eerste tot en met het derde lid wordt tevens begrepen het wijzigen en intrekken daarvan.

Artikel 4. Aanbrengen aanduiding

  • 1.

    De door burgemeester en wethouders aan de openbare ruimte of een gedeelte daarvan toegekende namen, bedoeld in artikel 2, worden door of in opdracht van de gemeente blijvend zichtbaar en in voldoende aantallen ter plaatse aangebracht.

  • 2.

    De door burgemeester en wethouders aan een object toegekende nummeraanduidingen, bedoeld in artikel 3, tweede lid, worden daaraan duidelijk zichtbaar en leesbaar aangebracht.

  • 3.

    Het is eenieder die daartoe niet bevoegd is verboden namen aan de openbare ruimte of delen daarvan, dan wel nummers aan een pand of verblijfsobject of lig- of standplaats toe te kennen door deze op zichtbare wijze aan te brengen.

Artikel 5. Gedoogplicht naamaanduiding

  • 1.

    Als burgemeester en wethouders het nodig oordelen dat de door hen toegekende aanduidingen, bedoeld in artikel 2 tweede lid, aan een bouwwerk, gebouw, muur, paal, schutting of een andere soort terreinafscheiding worden aangebracht, draagt de rechthebbende er zorg voor dat de hier bedoelde aanduidingen vanwege of op verzoek en overeenkomstig de aanwijzingen van Burgemeester en wethouders worden aangebracht, onderhouden, gewijzigd of verwijderd.

  • 2.

    De rechthebbende draagt er zorg voor dat de in het eerste lid bedoelde aanduidingen vanaf de openbare weg duidelijk leesbaar blijven.

Artikel 6. Nadere regels

  • 1.

    Burgemeester en wethouders kunnen nadere regels stellen over het proces en de wijze van:

    • a.

      naamgeving en begrenzing van woonplaatsen, wijken, buurten en bouwblokken;

    • b.

      naamgeving en begrenzing van de openbare ruimte;

    • c.

      nummering van verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen;

    • d.

      opmaak van formulieren, besluiten en verklaringen.

  • 2.

    De nadere regels zijn niet strijdig met het Convenant inzake postcodes.

Artikel 7. Aanbrengplicht nummeraanduiding

  • 1.

    Tenzij burgemeester en wethouders anders hebben besloten, draagt de rechthebbende van een object er zorg voor dat de nummers, bedoeld in artikel 3, tweede lid, worden aangebracht overeenkomstig de nadere regels van artikel 6.

  • 2.

    De rechthebbende draagt er zorg voor dat de nummers binnen vier weken na kennisgeving van het besluit van burgemeester en wethouders zijn aangebracht.

  • 3.

    Als een verblijfsobject, lig- of standplaats nog niet gereed is gekomen, wordt het nummer binnen vier weken na het gereedkomen daarvan aangebracht.

  • 4.

    Als burgemeester en wethouders het nodig oordelen een nummeraanduiding, waarop het vervallen nummer is doorgehaald, gedurende ten hoogste een jaar naast de nummeraanduiding met het nieuwe nummer te handhaven, laat de rechthebbende dit toe of geeft de rechthebbende daaraan uitvoering.

  • 5.

    Burgemeester en wethouders kunnen de in het tweede en derde lid genoemde termijnen verlengen.

Artikel 8. Handhaving

  • 1.

    Overtreding van artikel 4, tweede en derde lid, artikel 5 en artikel 6, eerste tot en met vierde lid, wordt gestraft met een geldboete van de eerste categorie.

  • 2.

    Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening is belast het team Vergunning, Toezicht en Handhaving.

Artikel 9. Intrekken oude verordening

De verordening naamgeving en nummering 2010 gemeente Peel en Maas, vastgesteld op 23 november 2010, wordt ingetrokken.

Artikel 10. Overgangsbepaling

  • 1.

    Namen en nummers die op grond van de in artikel 9 genoemde regels en voorschriften aan objecten zijn toegekend, blijven na inwerkingtreding van deze verordening bestaan.

  • 2.

    Burgemeester en wethouders kunnen in afwijking van het eerste lid besluiten dat de op grond van de in het eerste lid genoemde regels en voorschriften aangebrachte namen en nummers binnen een door hen te bepalen termijn moeten worden vervangen door namen en nummers die voldoen aan de bij of krachtens deze verordening gestelde voorschriften.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag van bekendmaking.

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening naamgeving en nummering (adressen) Peel en Maas.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de raadsvergadering van: 3 december 2019

De raad van de gemeente Peel en Maas,

de griffier, de voorzitter,

drs. A.G. Joosten W.J.G. Delissen-van Tongerlo

Toelichting

Algemeen

Wettelijke grondslag

Op 1 juli 2009 is de Wet Basisregistraties Adressen en Gebouwen in werking getreden. Met ingang van 1 juli 2018 is deze wet op een aantal onderdelen aangepast en is de naam van de wet gewijzigd in de Wet basisregistratie adressen en gebouwen (hierna: Wet BAG). Deze wet omvat onder meer regels betreffende de methodische registratie van adresgegevens. Met de invoering van de Wet BAG is aan de gemeente de plicht opgelegd om ten behoeve van de basisregistratie bepaalde, expliciet in de Wet BAG genoemde zaken, van een naam, nummer of begrenzing te voorzien. Het is de gemeente, in het kader van regeling en bestuur van de eigen huishouding, toegestaan om in de verordening inzake naamgeving en nummering bepalingen op te nemen over zaken waarin de Wet BAG in het geheel niet voorziet. Daaronder vallen bijvoorbeeld zaken als de afbakening en aanduiding van wijken, buurten en bouwblokken, alsmede het nummeren van afgebakende en afsluitbare terreinen en de naamgeving van gemeentelijke bouwwerken. De verordening naamgeving en nummering heeft daardoor een dubbele grondslag nodig. Met betrekking tot de beslissingen, als bedoeld in artikel 6 van de Wet BAG, is er sprake van regeling van bestuur in medebewind. Voor de overige beslissingen betreft het regeling en bestuur op grond van artikel 149 van de Gemeentewet.

Op het punt van de taaktoedeling bepaalt de Wet BAG, dat de in artikel 6 van die wet genoemde beslissingen door de gemeenteraad moeten worden genomen. Het is zodoende – mede ingevolge artikel 149 van de Gemeentewet – de raad die, naast het autonome deel, ook het onderwerpelijke medebewindsdeel in een regeling kan uitwerken.

Belang van naamgeving en nummering (adressen)

Adressen vervullen een essentiële functie in het maatschappelijk verkeer. Niet alleen voor dienstverlenende instanties als politie, brandweer, posterijen en ambulancebedrijven, maar ook voor bijvoorbeeld de makelaardij, de advocatuur, het notariaat en het bedrijfsleven. Zij kunnen veelal hun werkzaamheden niet uitvoeren zonder goed sluitende informatie over adressen. Ook de burger heeft belang bij goede adressering van zijn woonverblijf. Hij wenst in brede zin vindbaar te zijn. Adressen vervullen binnen het openbaar bestuur eveneens een wezenlijke functie. Enerzijds is een groot deel van de overheidsregistraties geordend (toegankelijk) op alfanumerieke volgorde van adressen. Anderzijds zijn adressen van wezenlijke betekenis voor het koppelen en maken van selecties uit deze registraties. Het benoemen van delen van de openbare ruimte (voorheen straatnamen) en het toekennen van nummers aan verblijfsobjecten (voorheen huisnummers) is een taak die de gemeente met extra zorg moet omgeven.

Algemene wet bestuursrecht

Het toekennen van een naam of nummer (adressen) op grond van de verordening is een besluit in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb). Het besluit richt zich op bepaalde, concreet aanwijsbare objecten en het besluit is gebaseerd op een publiekrechtelijke regeling die een gedoog- of aanbrengplicht inhoudt voor de rechthebbende op onroerende zaken in verband met het op deze objecten aanbrengen van naam- en nummerborden. Het besluit zal aan de formele en materiële eisen van de Awb moeten voldoen. Op grond van de Awb is het mogelijk tegen een besluit een bezwaarschrift in te dienen bij het besluitende bestuursorgaan. Tevens staat de mogelijkheid open om daartegen in beroep te gaan.

Ook wijziging of intrekking van een naam of nummer of het afwijzen van een verzoek daartoe valt binnen de reikwijdte van de Awb. Indien een aanvraag voor een naam of een nummering moet worden afgewezen of een besluit tot naamgeving of nummering een belanghebbende zou treffen, moet worden bezien of artikel 4:7 dan wel 4:8 van de Awb van toepassing is. Deze artikelen houden de verplichting in de aanvrager of belanghebbende te horen voordat het besluit wordt genomen.

Artikelsgewijs

Artikel 1. Definities

Voor de begrippen die dezelfde betekenis hebben als in de Wet BAG, wordt in het eerste lid voor de definitie van die begrippen naar artikel 1 van die wet verwezen. Het gaat om de begrippen ‘adres’, ‘ligplaats’, ‘openbare ruimte’, ‘pand’, ‘standplaats’, ‘verblijfsobject’ en ‘woonplaats’. Voor de goede orde wordt gewezen op het feit dat het begrip ’openbare ruimte’ niet precies overeenkomt met de openbare ruimte die wordt gebezigd in het spraakgebruik.

Het tweede lid definieert een aantal begrippen die niet in de wet voorkomen of daarvan afwijken. Het gaat om de begrippen ‘nummeraanduiding’ en ‘rechthebbende’. Hoewel het begrip ‘nummeraanduiding’ in de wet voorkomt is hier bepaald dat de nummeraanduiding dient te bestaan uit een samenstel van huisnummer (max. vijf posities), huisletter (max. één positie) en huisnummertoevoeging (max. vier posities. .

Artikel 2. Naamgeving woonplaatsen en openbare ruimte

Het eerste lid regelt het vaststellen en begrenzen van woonplaatsen. Het totale grondgebied van de gemeente moet in een of meer woonplaatsen worden opgedeeld. Dit betekent, dat de woonplaatsgrenzen de gemeentegrens niet overschrijden. Verder biedt het eerste lid de mogelijkheid om woonplaatsen te verdelen in wijken en buurten. In het kader van de Volkstelling 1971 is tussen gemeenten, de provinciale planologische diensten en het Centraal Bureau voor de Statistiek (hierna: CBS) een gebiedsindeling overeengekomen, die wordt aangeduid met de term CBS wijk- en buurtindeling. Deze indeling werd noodzakelijk geacht, omdat op provinciaal en landelijk niveau behoefte bestond aan eenduidig inzicht in de onderverdeling van het gemeentelijk grondgebied. Ter bevordering van een eenduidig gebruik van buurten en wijken binnen het openbaar bestuur en het maatschappelijk verkeer, wordt in dit artikel daarom bepaald dat de bestaande richtlijnen voor wijk- en buurtindeling (WBI) van het CBS gevolgd blijven worden.

Het tweede lid regelt het per woonplaats benoemen van openbare ruimte. In de Wet BAG zijn geen bepalingen opgenomen over de grenzen van benoemde delen van de openbare ruimte. Daar is in de verordening wel voor gekozen om te voorkomen dat delen van de openbare ruimte, onbedoeld, een dubbele naam krijgen of deels geen naam krijgen vanwege onduidelijkheid over de begrenzingen. Verder is in het tweede lid de naamgeving van gemeentelijke gebouwen en bouwwerken meegenomen. Deze taak kan, naast de naamgeving van woonplaatsen en de openbare ruimte, aan de gemeentelijke commissie voor de naamgeving worden opgedragen.

Met de wettelijke regeling inzake de naamgeving van de openbare ruimte komt een einde aan discussies over de naamgeving van rijkswegen en provinciale wegen. De Wet BAG schrijft namelijk voor dat alle verblijfsobjecten van een nummer moeten zijn voorzien en dat geldt dus ook voor bijvoorbeeld benzinestations, restaurants of hotels die alleen via een rijks- of provinciale weg zijn te bereiken. Nummers kunnen alleen worden uitgegeven als zij worden gerelateerd aan een door burgemeester en wethouders vastgestelde naam aan een deel van de openbare ruimte. Gemeenten moeten derhalve ex artikel 6 van de Wet BAG voor rijks- en provinciale wegen een naambesluit nemen. Gemeenten moeten hier verstandig met hun bevoegdheid omgaan. In dit soort gevallen kan worden aangesloten bij de al jaren door veel gemeenten toegepaste werkwijze, waarbij de naamgeving louter wordt gebaseerd op de nummer en het type weg. Bijvoorbeeld door aan de A67 in Grashoek en Maasbree de naam A67 toe te kennen. Daarmee blijft de A-nummering in tact en ook het type weg (rijksweg) blijft onveranderd. E-aanduidingen moeten niet in de naamgeving van rijkswegen worden betrokken. Zo kan ook bijvoorbeeld aan de provinciale weg N999 de naam <Provinciale weg N999> worden toegekend. Ook hier blijft het type weg en de N-nummering volledig intact.

Anders ligt dat bij de naamgeving van rivieren en wateren van internationale betekenis. Er is besloten over de naamgeving van dit soort openbare buitenruimten geen regels op te nemen in de verordening. Er bestaat voor de gemeente immers geen enkele aanleiding of noodzaak tot het herbenoemen van deze rivieren en wateren. Het behoeft bovendien geen nadere uitleg dat het tot onoverzichtelijke situaties leidt als bijvoorbeeld een rivier per woonplaats een andere naam krijgt toebedeeld. Het toekennen van nummeringen aan een object of plaats dient te worden gekoppeld aan de naam van de openbare ruimte naast voornoemde rivieren en wateren. Als zich de bijzondere situatie al mocht voordoen om een naam van een rivier of water van internationale betekenis te wijzigen, dan kan dat niet eerder plaatsvinden dan na overleg met het bestuursorgaan die het aangaat.

Het derde lid bepaalt, dat onder de termen vaststellen, verdelen en toekennen als bedoeld in het eerste en tweede lid, tevens het wijzigingen of intrekken daarvan moet worden verstaan. Dit lid is opgenomen, omdat hierover in het verleden problemen zijn gerezen.

Artikel 3. Nummering objecten

Het eerste en tweede lid regelen het vaststellen van lig- en standplaatsen en het toekennen van nummers aan verblijfsobjecten, lig- en standplaatsen. Hier is niet voor de term huisnummer gekozen, omdat bij lig- en standplaatsen niet kan worden gesproken van huis.

Een burger kan overigens een aanvraag voor een nummeraanduiding bij burgemeester en wethouders indienen. Deze aanvraag zal in de regel zijn aan te merken als een verzoek van een belanghebbende om een besluit te nemen in de zin van artikel 1:3, derde lid, van de Awb. Op de afwikkeling van de aanvraag zijn hoofdstuk 3 en titel 4.1 van de Awb van toepassing (zie ook de algemene toelichting).

De strekking van het derde lid spreekt voor zich en behoeft geen verdere toelichting.

Het vierde lid bepaalt dat onder de termen vaststellen, toekennen en bepalen als bedoeld in het eerste tot en met derde lid, tevens het wijzigingen of intrekken daarvan moet worden verstaan. Dit lid is opgenomen, omdat hierover in het verleden problemen zijn gerezen.

Artikel 4. Aanbrengen aanduiding

Het eerste, onderscheidenlijk tweede lid, regelen dat de door burgemeester en wethouders toegekende namen, onderscheidenlijk nummers, op toereikende wijze moeten worden aangebracht. Het tweede lid bepaalt dat een object of plaats of terrein een door burgemeester en wethouders toegekend nummer ook feitelijk moet dragen. Burgemeester en wethouders wordt de mogelijkheid geboden toe te zien op de naleving van het aanbrengen van nummers. Met het oog op de dienstverlening is het immers noodzakelijk dat de nummers, die door burgemeester en wethouders zijn toegekend, ook ter plaatse terug zijn te vinden. De kosten voor het aanbrengen van naamborden komen voor rekening van de gemeente. Voor de aan de nummering van objecten verbonden kosten wordt verwezen naar de algemene toelichting.

Het derde lid verbiedt een ieder die daartoe niet bevoegd is, namen of nummers toe te kennen aan delen van de openbare ruimte door naam- of nummerborden zichtbaar ter plaatse aan te brengen. Het komt steeds vaker voor dat burgers – om de meest uiteenlopende redenen – bijvoorbeeld een straatnaambord in de tuin plaatsen of aan een onroerende zaak bevestigen. Ook het aanbrengen van zelf gekozen nummers door eigenaren, gebruikers of beheerders aan objecten, plaatsen en terreinen is de laatste decennia hand over hand toegenomen. Bovendien is bij de invoering van de Wet BAG ook gebleken dat nummers vaak zijn verdwenen. Ook worden nummers soms zo abstract vormgegeven dat zij niet meer aan het criteria van doeltreffendheid, zoals bedoeld in het tweede lid, voldoen. Deze criteria kunnen worden uitgewerkt in de nadere regels, bedoeld in artikel 7. Omdat het zelf aanbrengen van namen en nummers veelal verwarring geeft met de door de gemeente toegekende namen en nummers aan de openbare ruimte, geeft het derde lid de gemeente de bevoegdheid om hiertegen op te treden. Voor de goede orde wordt erop gewezen dat het iedereen vrij staat om een naam of nummer toe te kennen aan zijn onroerende zaak, zolang dat geen verwarring geeft met de door de gemeente toegekende namen en nummers aan de openbare ruimte.

Artikel 5. Gedoogplicht naamaanduiding

Vanuit een weloverwogen algemeen maatschappelijk belang dienen naamborden door of namens, dan wel op verzoek van de gemeente ter plaatse goed zichtbaar en in voldoende mate te worden aangebracht. Veelal is het noodzakelijk om naamborden te bevestigen aan gebouwgevels, terreinafscheidingen of aan paaltjes die op privéterrein worden geplaatst. De betrokken rechthebbenden zijn volgens het eerste lid verplicht dat toe te laten.

Het tweede lid is opgenomen om te voorkomen dat de leesbaarheid of zichtbaarheid van een aangebracht naambord door bijvoorbeeld hoog opschietend groen, een zonnescherm of een reclamebord wordt belemmerd. Vandaar dat is bepaald dat de rechthebbende ervoor dient te zorgen dat de bedoelde borden vanaf de openbare weg leesbaar blijven.

Artikel 6. Nadere regels

Het eerste lid biedt aan burgemeester en wethouders de mogelijkheid om nadere regels vast te stellen over de naamgeving en nummering. Deze kunnen bepalingen bevatten met betrekking tot de bestuurlijke, taalkundige en inhoudelijke aspecten van de naamgeving, alsmede bepalingen over de wijk- en buurtindeling, de toekenning van nummers, de wijze van nummeren, de uitvoering en plaatsing van borden en voorschriften van administratief-organisatorische aard. Ook kunnen modellen worden voorgeschreven voor verklaringen, besluiten en formulieren.

Het tweede lid bepaalt dat de nadere regels niet in strijd mogen zijn met het Convenant inzake postcodes.

Artikel 7. Aanbrengplicht nummeraanduiding

Met betrekking tot dit artikel wordt gewezen op het feit dat het aanbrengen van nummerborden per gemeente verschillend is geregeld. Sommige gemeenten brengen de nummers zelf aan. Het aanbrengen van de nummers wordt echter ook uitbesteed of overgelaten aan de aannemer. Bijvoorbeeld als onderdeel van het uitvoeren van een bouwwerk. Ten slotte wordt het ook vaak aan de rechthebbende opgedragen om de nummers, conform de gemeentelijke voorschriften, aan te brengen. In het eerste lid is daarom gekozen voor een formulering waarbij de rechthebbende het nummer dient aan te brengen, tenzij burgemeester en wethouders anders besluit. Het laatste zal vaak het geval zijn bij nieuwbouwprojecten, waarbij een uniform uitgevoerde nummering wenselijk wordt geacht. Het verdient aanbeveling de verantwoordelijkheid voor het aanbrengen van een nummer in de tekst van het nummerbesluit te regelen.

In het tweede lid is bepaald dat het door burgemeester en wethouders toegekende nummer binnen een bepaalde termijn van vier weken moet zijn aangebracht.

Voor gevallen waarin het object nog niet gereed is gekomen, bepaalt het derde lid dat het nummer uiterlijk vier weken na het gereedkomen daarvan moet zijn aangebracht. Deze terminologie sluit aan bij artikel 7 van de Wet BAG zoals dat luidde tot 1 juli 2018, waarbij onder ‘gereedkomen’ bijvoorbeeld moet worden verstaan de oplevering van een verblijfsobject of realisatie van een wijziging daarvan. In het vijfde lid is bepaald dat deze termijnen door burgemeester en wethouders verlengd kunnen worden.

Het vierde lid biedt de gemeente de mogelijkheid om een bord met het oude, doorgehaalde nummer enige tijd te handhaven naast een bord met het nieuwe nummer. Op deze wijze wordt voorkomen dat zij die niet van de hernummering op de hoogte zijn hun bestemming niet kunnen vinden. Het handhaven van het oude, doorgehaalde nummer wordt soms bij omvangrijke of ingewikkelde vernummering toegepast.

Artikel 8. Handhaving

Volgens het eerste lid heeft het opleggen van verplichtingen als vervat in de artikelen 4, tweede en derde lid, 5 en 7, eerste tot en met vierde lid, alleen zin wanneer deze verplichtingen bij nalatigheid of overtreding kunnen worden gesanctioneerd, als deze worden overtreden. Nu het gaat om lichte overtredingen wordt daaraan een geldboete van de eerste categorie verbonden.

In het tweede lid wordt de toezichthouder aangewezen, die op de naleving van de bepalingen in de verordening moet toezien. Dat kan bijvoorbeeld de afdeling of dienst Bouwtoezicht zijn. De laatste jaren wordt dit toezicht steeds vaker opgedragen aan de afdeling waaraan de bijhouding van de BAG is opgedragen. In deze verordening is als toezichthouder aangewezen het team Vergunning, Toezicht en Handhaving.

Artikel 9. Intrekken oude verordening

Dit artikel regelt het intrekken van de oude verordening. De strekking van dit artikel spreekt voor zich.

Artikel 10. Overgangsbepaling

Het principe van het benoemen van de openbare ruimte en het nummeren van verblijfsobjecten, ligplaatsen en standplaatsen dateert al uit de vorige eeuw. In de loop der jaren zijn veel opvolgende voorschriften van kracht geweest. Het is niet zinvol bij de invoering van de verordening te eisen dat alle nummers in de gemeente dienen te worden aangepast aan de nieuwe uitvoeringsvoorschriften, zoals vervat in artikel 7. Nummers die onder het oude regime tot stand zijn gekomen, blijven gehandhaafd. Burgemeester en wethouders hebben wel de mogelijkheid om aanpassing van de nummers te eisen.

Artikel 11. Inwerkingtreding en citeertitel

Dit artikel regelt de inwerkingtreding van de verordening. En omdat de term huisnummer in principe geen juiste term is voor het nummeren van verblijfsobjecten, standplaatsen en ligplaatsen en de term straatnaam geen juiste term is voor plantsoenen, wegen e.d., is gekozen voor de nieuwe citeertitel ‘Verordening naamgeving en nummering (adressen) Peel en Maas’.