Nadere regels voor graven, asbezorging, gedenkplaatsen en grafbedekkingen gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Pekela

Geldend van 22-01-2020 t/m heden

Intitulé

Nadere regels voor graven, asbezorging, gedenkplaatsen en grafbedekkingen gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Pekela

Het college van de gemeente Pekela;

gelet op de artikelen 11, tweede lid en 19, derde lid van de Beheersverordening begraafplaatsen gemeente Pekela;

gelet op artikel 35 Wet op de lijkbezorging;

gelet op artikel 149 Gemeentewet;

B e s l u i t :

vast te stellen

”Nadere regels voorgraven, asbezorging, gedenkplaatsen en grafbedekkingengemeente Pekela”

luidende als volgt:

ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 1. Begripsbepalingen

Het uitvoeringsbesluit verstaat onder:

1. graf: een zandgraf of keldergraf;

2. grafkelder: een betonnen of gemetselde constructie waarin een of meerdere lijken worden begraven of asbussen worden bijgezet; grafkelders kunnen onderdeel zijn van een bovengrondse muur of wand;

3. particulier graf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot:

a. het doen begraven en begraven houden van lijken;

b. het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

4. algemeen graf: een graf bij de gemeente in beheer waarin gelegenheid wordt geboden tot het doen begraven van lijken;

5. asbus of aszak: een voorwerp ter berging van as van een overledene;

6. urn: een voorwerp ter berging van een of meer asbussen;

7. particulier urnengraf: een graf waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

8. algemeen urnengraf: (gereserveerd);

9. particuliere urnennis: een nis waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het

uitsluitend recht is verleend tot het doen bijzetten en bijgezet houden van asbussen met of zonder urnen;

10. particulier dubbel graf een graf ten aanzien waarvan het uitsluitend recht is verleend tot het

daarin doen begraven en begraven houden van ten hoogste twee lijken. Bij een dubbelgraf worden beide graven tegelijkertijd uitgegeven.

11. dubbeldiep graf: gereserveerd;

12. gedenkplaats: een plaats waarvoor aan een natuurlijk persoon of rechtspersoon het recht is verleend om overledenen te gedenken.

13. grafbedekking: gedenkteken en/of grafbeplanting op een graf, gedenkplaats of verstrooiingsplaats;

14. gedenkteken: steen, zerk of ander monument, daaronder begrepen kettingen en hekwerken voor het aanbrengen van opschriften of figuren;

15. grafbeplanting: éénjarige- vaste- en winterharde beplanting.

16. duurzame materialen: vaste, niet buigzame materialen van natuursteen, beton, glas, hout, keramiek, kunststof en metaal, welke van nature of middels een daartoe speciale behandeling weerbestendig zijn, niet breukgevoelig en welke bestaan uit één geheel en waarvan de praktische toepasbaarheid zoals opnemen, verplaatsen, e.d. gewaarborgd is.

17. betonsloof: gereserveerd;

18. bestuursorgaan: Het college van burgemeester en wethouders.

BEZORGING EN UITGIFTE

Artikel 2. Mogelijkheden tot begraven, bijzetten of verstrooien

1. Op de gemeentelijke begraafplaatsen worden de volgende mogelijkheden tot lijkbezorging geboden:

a. begraven of bijzetten in een particulier graf;

b. begraven of bijzetten in een particulier kindergraf;

c. bijzetten in een particuliere urnennis;

d. bijzetten in een particulier urnengraf;

2. Op de gemeentelijke begraafplaatsen ‘worden naast hetgeen genoemd is in lid 1 van dit artikel

de volgende mogelijkheden geboden:

a. begraven in een algemeen graf;

b. het verstrooien van as op een verstrooiingsplaats.

Voor de algemene graven geldt dat deze bij de gemeente in beheer blijven, er geen

grafbedekking op geplaatst mag worden en er niet verlengd kan worden.

Artikel 3. Indeling en uitgifte der graven

1. Op de begraafplaatsen worden algemene graven uitgegeven, waarin gelegenheid wordt

gegeven lijken te begraven voor de tijd van 10 jaren.

2. De particuliere graven worden onderverdeeld in:

a. Enkele graven uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 1 lijk of 1 of 2 asbussen met of zonder urnen.

b. Dubbele graven uitgegeven voor 30 jaren, bestemd voor het begraven van ten hoogste 2 lijken of maximaal 2 keer 2 asbussen met of zonder urnen.

Artikel 4. De bezorging van as

1. De particuliere urnengraven worden uitgegeven voor de tijd van 30 jaren, bestemd voor het

daarin bijzetten van ten hoogste 2 asbus(sen) met of zonder urn(en);

2. De urnennissen worden uitgegeven voor de tijd van 10 of 20 jaren, bestemd voor de

bijzetting van ten hoogste twee asbussen met urnen.

Artikel 5. Gedenkplaatsen (gereserveerd)

WIJZE VAN BEGRAVEN

Artikel 6. Wijze van begraven

1. Op de gemeentelijke begraafplaatsen wordt enkeldiep begraven waarbij gekozen kan

worden tussen een enkel- of dubbelgraf.

AANVRAAG VERGUNNING

Artikel 7. De vergunning

1. Een vergunning voor het hebben van een gedenkteken dient schriftelijk bij het

bestuursorgaan te worden aangevraagd middels een aanvraagformulier grafmonument,

onder overlegging van een ontwerptekening schaal 1:10 en een duidelijke omschrijving van

de toe te passen materialen.

2. Op deze ontwerptekening dienen tenminste vermeld te worden:

a. een boven-, voor- en zijaanzicht met alle hoogte-, breedte-, dikte- en lengtematen;

b. het materiaal van de fundering en de wijze van bevestiging van het gedenkteken

daarop;

c. de soort, kleur en bewerking van het te gebruiken materiaal;

d. de tekst en woordindeling van het opschrift en eventueel de plaats van figuratie(s);

e de handtekening van de rechthebbende.

3. Bij afwijkingen van de in deze verordening genoemde maten en materialen beslist het

college van burgemeester en wethouders.

4. Bij elke verandering of vervanging van het bestaande gedenkteken geldt een meldingsplicht

waarbij gebruikt gemaakt dient te worden van het meldingsformulier voor grafbedekkingen.

5. Een vergunning als bedoeld in lid 1 van dit artikel dient te voldoen aan het bepaalde in de

artikelen 19, 21 en 23 van de ’Beheersverordening gemeentelijk begraafplaatsen

gemeente Pekela.

Artikel 8. Beslissing

De beslissing op de aanvraag of melding wordt door het bestuursorgaan schriftelijk medegedeeld.

OPPERVLAKTE GRAVEN, GEDENKTEKENS EN MATERIAAL

Artikel 9. Afmetingen grafoppervlak en grafkelder

De afmetingen van onderstaande grafoppervlakken zijn voor nieuw uit te geven graven en zijn het uitgangspunt voor afmetingen van een eigen graftuin inrichting of een gedenkteken:

Soort graf

Begraafplaats Oude Pekela

Begraafplaats Nieuwe Pekela (Boven Pekela)

Lengte

Breedte

Lengte

Breedte

a. Enkel graf

2.00 m

1.00 m

2.00 m

1.00 m

b. Dubbel graf

2.00 m

2.00 m

2.00 m

2.00 m

c. Kindergraf

1.50 m

1.00 m

1.50 m

1.00 m

d. Urnengraf

0.50 m

0.50 m

0.60 m

0.50 m

Afmetingen van bestaande graven kunnen afwijken van deze afmetingen.

Artikel 10. Gedenkteken en materiaal

1. Voor de gedenktekens mogen alleen duurzame materialen worden gebruikt.

1a. Voor een afsluitplaat in de urnenmuur geldt dat deze uitsluitend door een steenhouwer aangebracht mag worden middels verlijming met kit. Schroeven zijn niet toegestaan.

2. De onderdelen moeten vast aan het gedenkteken zijn verbonden.

3. Het bestuursorgaan kan in uitzonderingsgevallen ontheffing verlenen voor de toepassing van andere materialen.

Artikel 11. Toegestane gedenktekens per locatie (gereserveerd)

Artikel 12. Afmetingen gedenktekens graven

Met betrekking tot de afmetingen gelden de volgende beperkingen:

1. De lengte en breedte van het gedenkteken mogen die van het grafoppervlak niet overschrijden.

2. Het gedenkteken mag maximaal 1.50. m hoog zijn.

3. Het is toegestaan, indien het graf een dubbelgraf betreft, ten behoeve van de twee naast

elkaar liggende graven, één gedenkteken op te richten. Dit gedenkteken dient te voldoen

aan de afmetingen genoemd in dit artikel.

Artikel 13. Afmetingen gedenktekens urnengraven

Met betrekking tot de afmetingen gelden de volgende beperkingen:

1. De lengte en breedte van het gedenkteken op een urnengraf mag die van het grafoppervlak

niet overschrijden.

2. De dikte van de gedenktekens op de urnengraven zijn minimaal 0.06 meter en maximaal 0.08 meter;

3. De afmetingen van de dekplaten in de urnennissen (kunnen per nis enigszins afwijken) zijn:

- hoogte: 0,465 meter;

- breedte: 0,455 meter;

- dikte: 0,03 meter.

De dekplaten voor de urnennissen kunnen slechts worden toegepast na goedkeuring door het bestuursorgaan.

4. Het bestuursorgaan kan in uitzonderingsgevallen ontheffing verlenen voor de toepassing van andere afmetingen.

Artikel 14. Voorschriften plaatsing gedenkteken

1. Het plaatsen of ophalen van het gedenkteken dient vooraf te worden afgestemd met de begraafplaatsmedewerker. De begraafplaatsmedewerker bepaalt of het voorgestelde moment past. Het plaatsen of ophalen van de gedenktekens dient plaats te vinden op werkdagen van maandag t/m vrijdag van 08:00 uur tot 15:00 uur.

Het bestuursorgaan kan in bijzondere gevallen van deze tijden afwijken.

1a. Bij het ophalen van een gedenkteken op de begraafplaats door een steenhouwer mag de gemeente ervan uitgaan dat dit met toestemming van de rechthebbende van het graf gebeurt.

Gevolgen voorvloeiend uit het door de steenhouwer onrechtmatig ophalen van een gedenkteken van de begraafplaats, komt voor rekening van de steenhouwer.

2. De gedenktekens dienen geplaatst te worden op een fundering teneinde verzakking te voorkomen.

3. Gedenktekens op een urnengraf dienen op het deksel van de urnenkelder te worden bevestigd.

5. Het is niet toegestaan om, door de rechthebbende of nabestaande, in eigen beheer funderingsconstructies aan te brengen.

6. De fundering van een grafmonument dient deugdelijk te worden aangebracht.

7. Het na verzakking opnieuw stellen van het gedenkteken, is voor rekening en risico van de rechthebbende.

8. Alle sporen van afval, ontstaan ten gevolge van werkzaamheden op of aan de gedenkteken, dienen van de begraafplaats te worden meegenomen.

9. Beschadigingen, ontstaan ten gevolge van werkzaamheden op of aan de gedenkteken, moeten worden hersteld door of namens de verantwoordelijke voor de beschadiging(en).

Artikel 15. Plaatsing gedenkteken

1. Bij het (terug)plaatsen van een gedenkteken dient de steenhouwer altijd in het bezit te zijn van een vergunning voor het desbetreffende monument óf een akkoord op de melding die middels een meldingsformulier voorafgaand is ingediend overeenkomstig het bepaalde in artikel 7 en 7a van deze nadere regels.

2. Ter plaatse kan de begraafplaatsmedewerker aan de steenhouwer vragen om het bewijs van akkoord van de gemeente te laten zien.

3. Het (terug)plaatsen of ophalen van een gedenkteken dient altijd plaats te vinden overeenkomstig het bepaalde in artikel 14 van deze nadere regels.

4. Indien de steenhouwer bij het plaatsen van een gedenkteken niet in het bezit is van een geldige vergunning of akkoord op een meldingsformulier, óf wanneer niet is voldaan aan het gestelde in artikel 14 van deze nadere regels, dan kan de gemeente de steenhouwer weigeren het gedenkteken op te halen, te plaatsen of binnen een redelijk gestelde termijn te verzoeken het gedenkteken te (laten) verwijderen al dan niet op kosten van de steenhouwer.

Artikel 16. Overige voorschriften

1. Het is niet toegestaan losse voorwerpen van glas of een ander breekbaar materiaal op een graf te leggen.

2. Het aanbrengen van kettingen en hekwerken is niet toegestaan.

3. Het is niet toegestaan om:

a. dozen met bloemen of kunstbloemen op de graven aan te brengen of te hebben:

b. betonnen roeven hoger dan 20 cm op de graven aan te brengen of te hebben;

c. voorwerpen, welke zijn geverfd, dan wel vervaardigd van hout of metaal, met uitzondering van verguldsel voor verduidelijking van de opschriften en uit brons vervaardigde letters, vazen (hoger dan 20 cm) en stangen van omrasteringen of hagen op de graven aan te brengen of te hebben;

d. urnennissen te verven;

e. brandende voorwerpen met open vuur in urnennissen te plaatsen.

4. Het vermelden van een firmanaam of enige andere reclame op een gedenkteken of onderdeel daarvan is niet toegestaan. Gedeelten van graftekenen, welke hiervan zijn voorzien worden niet tot plaatsing toegelaten.

5. Het bestuursorgaan kan in uitzonderingsgevallen afwijken van de genoemde voorstellen.

VOORSCHRIFTEN GRAFBEPLANTINGEN EN VOORWERPEN

Artikel 17. Bloemen en planten

1. De oppervlakte van het particuliere graf mag door de rechthebbende of gebruiker binnen de afmetingen zoals genoemd in artikel 9 worden beplant. De hoogte van deze gewassen mag niet meer zijn dan de maximale hoogte van het gedenkteken.

2. De beplanting die op de graven worden geplant mogen bij volle wasdom de voor het graf beschikbare oppervlakte niet overschrijden of moeten door snoeien binnen de oppervlakte kunnen worden gehouden. Gewassen die buiten bovengenoemde ruimte geplant worden, kunnen van gemeentewege verwijderd worden, zonder dat de gemeente tot enige vergoeding verplicht is.

3. Indien gekozen wordt voor alleen een staand gedenkteken, kan in overleg met de beheerder een graftuin-inrichting worden gekozen. In dat geval is de rechthebbende zelf verantwoordelijk voor het onderhoud van deze graftuin-inrichting.

Artikel 18. Verstrooiingsplaats

Op de verstrooiingsplaats is het toegestaan om eenmalig, direct na verstrooiing, bloemen neer te leggen. Na verwelking worden deze van gemeentewege verwijderd. Daarna is er de mogelijkheid bloemen te plaatsen op de daarvoor bestemde bloementafel.

Artikel 19. Tijdelijke verwijdering

Op een graf aangebrachte beplanting of ander materiaal wordt verwijderd indien in een graf bijgezet moet worden. Deze materialen worden, indien mogelijk, weer teruggeplaatst na de ter aarde bestelling. Een en ander conform het bepaalde in de Beheersverordening gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Pekela.

ONDERHOUD

Artikel 20. Onderhoud door gemeente

1. Overeenkomstig het bepaalde in de Beheersverordening Begraafplaatsen artikel 20 lid 1, voorziet het bestuursorgaan in het algemeen onderhoud van de begraafplaats met uitzondering van de grafbedekkingen.

Artikel 21. Onderhoud door de rechthebbenden of gebruikers

1a. De rechthebbende of de gebruiker is verplicht de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen. Onder dit onderhoud wordt verstaan: het uitvoeren van herstellingen van de graftekenen en losse voorwerpen, het verven of het vergulden van de opschriften, het aanbrengen, onderhouden, vernieuwen van losse planten en één- of meerjarige gewassen en het verwijderen van uitgebloeide en dode gewassen. Het afval dat vrijkomt bij het onderhoud dient door een ieder in de daarvoor aanwezige afvalbakken te worden gedeponeerd.

1b. Het gebruiken van chemische middelen voor het onderhouden van de grafbedekking is niet toegestaan.

2. Indien de rechthebbende nalaat de grafbedekking behoorlijk te onderhouden of te herstellen, kan het bestuursorgaan de hiervoor in aanmerking komende voorwerpen of zo nodig de gehele grafbedekking doen verwijderen. Het verwijderde blijft gedurende drie maanden ter beschikking van de rechthebbende en vervalt daarna aan de gemeente, zonder dat deze tot enige vergoeding verplicht is. Verwelkte bloemen of kransen en kapotte voorwerpen kunnen zonder voorafgaande kennisgeving door de beheerder worden verwijderd, zonder dat aanspraak kan worden gedaan op schadevergoeding.

3. De verwijdering van de grafbedekking, zoals bedoeld is in lid 2 van dit artikel, vindt niet plaats dan nadat de rechthebbende per aangetekende brief is opgeroepen om te worden ingelicht over de toestand van de grafbedekking. Als het adres van de rechthebbende niet bekend is, geschiedt de oproeping door mededeling op het mededelingenbord op de begraafplaats; bij het graf wordt een verwijzing naar de mededeling aangebracht.

SLOTBEPALINGEN

Artikel 22. Intrekking oude regeling

Het Uitvoeringsbesluit “Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Pekela, vastgesteld op 25 juni 2013 wordt ingetrokken.

Artikel 23. Overgangsbepaling

1. Besluiten van het college die genomen zijn krachtens het Uitvoeringsbesluit “Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Pekela, vastgesteld op 25 juni 2013, gelden als besluiten genomen krachtens de nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Pekela.

2. Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van de nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Pekela regels afspraken dan wel activiteiten plaatsvinden op grond van het Uitvoeringsbesluit “Nadere regels voor de gemeentelijke begraafplaatsen in de gemeente Pekela, vastgesteld op 25 juni 2013 en voor het tijdstip van inwerkingtreding van de nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Pekela niet is besloten, worden daarop de nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Pekela toegepast.

Artikel 24. Inwerkingtreding

De nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Pekela treden in werking op de achtste dag na publicatie.

Artikel 25. Citeertitel

Deze nadere regels worden aangehaald als: Nadere regels gemeentelijke begraafplaatsen gemeente Pekela.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van burgemeester en wethouders van Pekela, 7 januari 2020.

Burgemeester,

J. Kuin

Secretaris,

J. van der Woude