Regeling briefadres gemeente Nieuwegein 2019

Geldend van 20-09-2024 t/m heden

Intitulé

Regeling briefadres gemeente Nieuwegein 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Nieuwegein,

gelet op de artikelen 1.1, 2.23, 2.38 tot en met 2.42, 2.45, 2.47, 2.52 en 4.17 van de Wet basisregistratie personen (Wet BRP), artikel 29 van het Besluit basisregistratie personen (Besluit BRP), de artikelen 17, 18 en 19 van de Regeling BRP, artikel 4:84 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb), de circulaire BRP en briefadres (2016-0000656211) van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties (BZK) van 18 oktober 2016 en het Protocol voor ondersteuning door Burgerzaken aan achterblijvers in geval van vermissing (Nederlandse Vereniging voor Burgerzaken-2016);

overwegende dat het gewenst is een beleidsregel vast te stellen met betrekking tot de aangifte en registratie van een briefadres, dit om het oneigenlijk gebruik van het briefadres tegen te gaan en kwetsbare groepen zonder woonadres te kunnen registreren op een briefadres;

besluit vast te stellen:

Regeling briefadres gemeente Nieuwegein 2019

Artikel 1 Begrippen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    briefadres: adres waar voor betrokkene bestemde geschriften in ontvangst worden genomen (artikel 1.1, onder p, Wet BRP) en waar, indien daartoe grond bestaat, zorg wordt gedragen dat geschriften of inlichtingen daarover, betrokkene bereiken (artikel 2.45, lid 3 Wet BRP);

  • b.

    woonadres; het adres als bedoeld in artikel 1.1 onder o, Wet BRP.

  • c.

    briefadresgever: de ingezetene in de BRP of rechtspersoon bij wie het briefadres wordt gehouden (artikel 1.1, onder r Wet BRP);

  • d.

    briefadreshouder: de ingezetene in de BRP die een briefadres houdt

  • e.

    (gezins)huishouden:

    • 1.

      twee personen die volgens de BRP een geregistreerd partnerschap zijn aangegaan of gehuwd zijn, met of zonder kind(eren);

    • 2.

      twee personen die volgens de BRP een gemeenschappelijke huishouding voeren, met of zonder kind(eren);

    • 3.

      één persoon die volgens de BRP een alleenstaande ouder is met kind(eren);

    • 4.

      één persoon die volgens de BRP een alleenstaande is.

Artikel 2 Redenen briefadres

Redenen voor de aangifte van een briefadres zijn:

  • 1.

    het ontbreken van een woonadres vanwege:

    • a.

      dak- of thuisloosheid;

    • b.

      korte overbrugging tussen twee woonadressen, wat aangetoond dient te worden met een koop- of huurovereenkomst;

    • c.

      de uitoefening van een ambulant beroep;

    • d.

      kort verblijf in het buitenland: gedurende een jaar ten hoogste twee derden van de tijd (8 maanden);

    • e.

      korter dan 2 jaar verblijft in het buitenland en beroepshalve varend op een schip, waarvoor geldt dat de op dit schip aanwezige schipper en/of bemanning Nederlands ingezetene is;

    • f.

      het behoren tot een kwetsbare groep, zoals verwarde personen;

    • g.

      langdurig vermiste persoon;

  • 2.

    verblijf in een instelling voor mannen- of vrouwenopvang (blijf-van-mijn-lijfhuizen);

  • 3.

    verblijf in een instelling als bedoeld in artikel 2.40, lid 3 en 4 van de Wet BRP;

  • 4.

    verblijf op een adres waarvan het opnemen van dat woonadres naar het oordeel van de burgemeester om veiligheidsredenen niet wenselijk is.

  • 5.

    expats welke, ten tijde van eerste of her-inschrijving in Nederland, verblijven in een bed&breakfast, hotel of camping waar inschrijving niet mogelijk is. Zij krijgen een briefadres toegewezen op het adres van het bedrijf waarvoor zij werkzaam zijn.

Artikel 3 Voorwaarden

  • 1. De aangifte wordt in persoon gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt. Met uitzondering van de aangiften welke vallen onder art. 2, lid 1 onder a en f, lid 2 en lid 3 van deze regeling.

  • 2. De aangever is verplicht om bij de aangifte tot briefadres alle benodigde stukken te overleggen.

  • 3. Onder benodigde stukken als bedoeld in het tweede lid wordt in ieder geval verstaan:

    • a.

      een geldig identiteitsbewijs;

    • b.

      de schriftelijke verklaring van de aangever met reden voor de aangifte en de te verwachten periode dat het briefadres noodzakelijk is;

    • c.

      een geldig identiteitsbewijs (kopie) en een schriftelijke verklaring van instemming van de briefadresgever;

    • d.

      een volledig ingevulde en ondertekende vragenlijst briefadres, als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 1.

    • e.

      verklaringen van de hoofdbewoners van de adressen welke opgegeven worden als tijdelijke verblijfplaatsen door de aangever.

    • f.

      bij inschrijving op basis van artikel 2, lid 5 dient een verklaring van de werkgever betreffende inschrijving op het bedrijfsadres overlegd te worden of een bewijs van eigendom/huren van het betreffende bedrijfspand.

    • g.

      bij inschrijving op basis van artikel 2, lid 2 en 3 kan er gevraagd worden om een verklaring van het hoofd van de instelling dat betrokkene daar daadwerkelijk verblijf heeft.

  • 4. Als het briefadres gevraagd wordt op grond van artikel 2, lid 4, is een schriftelijke verklaring van de burgemeester noodzakelijk waaruit blijkt dat opname van een woonadres niet wenselijk is.

  • 5. Als het briefadres noodzakelijk is op grond van artikel 2, lid 1 onder f en g, dient de noodzakelijkheid te blijken uit een onderliggend dossier.

  • 6. De briefadresgever kan maximaal aan één (gezins)huishouden toestemming geven een briefadres te houden.

  • 7. Lid 6 van dit artikel is niet van toepassing indien de briefadresgever het college van burgemeester en wethouders betreft of een door dit college aangewezen rechtspersoon, bedoeld in artikel 2.42 onder b van de Wet BRP.

  • 8. Een briefadres op het adres van de gemeente Nieuwegein kan plaatsvinden:

    • a.

      op advies van de partijen uit het Sociaal Domein, indien er sprake is van een schrijnend geval en maatwerk de enige manier is om de sociaal-maatschappelijke problematiek én nadelige consequenties te voorkomen. In een dergelijk geval geldt dan tevens dat:

      • 1.

        de aangever niet beschikt over een woonadres en geen persoon of instantie heeft kunnen vinden om als briefadresgever te dienen.

      • 2.

        de aangever feitelijk en rechtmatig in Nederland verblijft.

  • 9. Naast artikel 3 lid 8 kan er ook een briefadres op het adres van de gemeente Nieuwegein worden aangevraagd, indien:

    • a.

      De aangever niet beschikt over een woonadres en aantoonbaar geen persoon of instantie heeft kunnen vinden om als briefadresgever te dienen;

    • b.

      De aangever bewijs van binding met de gemeente Nieuwegein kan aantonen;

    • c.

      De aangever geen verblijf heeft op een camping, vakantiepark, hotel of B&B buiten de gemeentegrenzen van Nieuwegein, tenzij binding met de gemeente Nieuwegein aangetoond kan worden;

    • d.

      De aangever feitelijk en rechtmatig in Nederland verblijft.

  • 10. Voor briefadressen, afgegeven op grond van artikel 3 lid 8 en artikel 3 lid 9 van deze regeling, gelden in ieder geval de volgende voorwaarden:

    • a.

      De aangever gaat er mee akkoord dat er geen aangetekende brieven, pakketten of medicijnen worden aangenomen via dit briefadres;

    • b.

      De aangever is bereikbaar voor de overheid en is in de gelegenheid om eenmaal in de twee weken de post, in persoon, op te halen.

Artikel 4 Volledige aangifte

  • 1. De aangifte is volledig indien alle benodigde gegevens, zoals bedoeld in artikel 3, lid 2 en 3, zijn ingeleverd.

  • 2. Als één of meer gegevens ontbreken, dan wordt de aangever in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen, na ontvangst van de aangifte, het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen.

  • 3. Indien de aangifte niet binnen de, in het vorige lid bepaalde termijn kan worden aangevuld, dan kan, op verzoek van de aangever, de termijn eenmalig verlengd worden met veertien dagen (art. 2.47 wet BRP).

  • 4. Indien de aangifte niet binnen veertien dagen na aangifte, aangevuld wordt of uitstel gevraagd wordt, wordt de aangifte buiten behandeling gesteld.

Artikel 5 Weigeringsgronden

Het is in ieder geval niet mogelijk om ingeschreven te worden op een briefadres, indien:

  • a.

    de aangever een woonadres heeft, tenzij hij in de situatie verkeert zoals beschreven in artikel 2, lid 1 onder f en lid 4;

  • b.

    de aangever langer dan acht maanden gedurende één jaar in het buitenland verblijft en niet beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft.

  • c.

    de aangever beroepshalve varend is op een schip dat zijn thuishaven in Nederland heeft en langer dan twee jaar in het buitenland verblijft;

  • d.

    er een onderzoek loopt naar de verblijfplaats van de briefadresgever;

  • e.

    het briefadres een adres betreft waarop reeds aan één (gezins)huishouden een briefadres is verleend met inachtneming van de uitzonderingen bedoeld in artikel 3, lid 7;

  • f.

    het briefadres onder valse voorwendselen is aangevraagd;

  • g.

    ingeval van een aanvraag voor een briefadres bij de gemeente Nieuwegein; indien het maximaal aantal te vergeven briefadressen is bereikt.

Artikel 6 Intrekkingsgronden

Een briefadres kan worden ingetrokken indien:

  • 1.

    Gebleken is dat het briefadres is verstrekt onder valse voorwendselen.

  • 2.

    Indien de omstandigheden waaronder het briefadres is verstrekt, zodanig zijn gewijzigd dat er geen recht meer bestaat op een briefadres.

  • 3.

    De aangever niet reageert op een tweede herhalingsverzoek van de gemeente tot controle van het briefadres.

  • 4.

    Ingeval van een briefadres bij de gemeente Nieuwegein; indien de aangever zich niet houdt aan de voorwaarden zoals opgenomen in artikel 3, lid 10.

  • 5.

    Op eigen verzoek van de aangever.

Artikel 7 Termijn briefadres

  • 1. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder b, (korte overbrugging tussen twee woonadressen) mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal zes maanden. Deze termijn kan met maximaal zes maanden worden verlengd.

  • 2. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 1, onder d en e mag een briefadres worden gekozen voor de duur van maximaal de periode dat aangever buiten Nederland zal verblijven.

  • 3. Als de aangever voor het aflopen van de termijn als bedoeld in het eerste en tweede lid geen aangifte heeft gedaan van een woonadres, wordt door de aangever een verzoek ingediend het briefadres te verlengen.

  • 4. In de situatie als bedoeld in artikel 2, lid 4 mag een briefadres worden verleend voor de duur die de burgemeester noodzakelijk acht.

  • 5. De aanvraag voor verlenging van het briefadres wordt beoordeeld met inachtneming van de artikelen 2 en 5.

  • 6. Onverminderd hetgeen is bepaald in het eerste tot en met het derde lid, is diegene op wie het briefadres betrekking heeft en een ander adres krijgt, gehouden om in de periode tussen vier weken vóór de beoogde verhuisdatum tot en met de vijfde dag na verhuisdatum hiervan aangifte te doen bij de gemeente waar hij zijn nieuwe adres heeft.

Artikel 8 Bestuurlijke boete

  • 1. Onverminderd het gestelde in artikel 2 tot en met 6 is zowel de briefadresgever als de briefadresnemer verplicht om op verzoek van het college van burgemeester en wethouders inlichtingen te verstrekken, die van belang zijn voor de registratie van het briefadres.

  • 2. De betrokkene verschijnt hierbij desgevraagd in persoon.

  • 3. Aan degene die niet voldoet aan verplichting als bedoeld in eerste lid kan een bestuurlijke boete worden opgelegd van ten hoogste 325 euro.

Artikel 9 Hardheidsclausule

Als vanwege bijzondere omstandigheden een strikte toepassing van het bepaalde in deze regeling zou leiden tot een onbillijkheid, kan worden afgeweken van het bepaalde in deze regeling.

Artikel 10 Overgangsrecht

Op 10 september 2024 heeft het college besloten enkele wijzigingen door te voeren in de regeling briefadres. Het volgende is nieuw toegevoegd: artikel 3, achtste, negende en tiende lid, artikel 5 punt f en g en artikel 6 (intrekkingsgronden). Artikel 3, achtste lid onder a, punt 1, artikel 3, negende lid, onder a tot en met c en artikel 5 onder g zullen gelden voor aanvragen die zijn ingediend na inwerkingtreding van deze artikelen. De overige toevoegingen zullen na inwerkingtreding directe werking hebben, dus ook op reeds bestaande verstrekkingen van een briefadres.

Artikel 11 Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na de dagtekening van het gemeenteblad waarin zij wordt gepubliceerd.

Artikel 12 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling briefadres gemeente Nieuwegein 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 3 december 2019.

de secretaris,

de burgemeester,

Toelichting op de Regeling briefadres gemeente Nieuwegein 2019

Toelichting artikel 1, sub d, onder 3:

Onder een alleenstaande ouder wordt verstaan:

  • -

    een ongehuwd ouder, zonder geregistreerd partnerschap,

  • -

    een ouder wiens huwelijk of geregistreerd partnerschap is ontbonden of beëindigd,

  • -

    een gehuwde ouder, die niet samenwoont met de echtgenoot (of echtgenote), of

  • -

    een ouder met een geregistreerd partnerschap, die niet samenwoont met deze partner.

Toelichting artikel 2, lid 1, sub a:

Personen die niet beschikken over een woonadres en gebruik maken van de maatschappelijke opvang (passantenverblijven en dag- en nachtopvang gemeente Utrecht) kunnen worden ingeschreven met een briefadres in de gemeente Utrecht of op het adres van de instelling. Personen die niet beschikken over een woonadres, maar geen gebruik maken van de maatschappelijke opvang (mensen met een zwervend bestaan), zijn verplicht elders een briefadres te kiezen. Personen die niet beschikken over een woonadres en geen persoon of instantie kunnen vinden om als briefadresgever te dienen maar die wel feitelijk en rechtmatig in Nederland verblijven, kunnen een briefadres kiezen op het adres van de gemeente Nieuwegein.

De toetsing om te beoordelen of iemand in een schrijnende situatie verkeert en of maatwerk de enige manier is om de sociaal-maatschappelijke problematiek én nadelige consequenties te voorkomen, gebeurt in afstemming met partijen uit het Sociaal Domein. Betrokkene verleent in alle gevallen toestemming tot uitwisseling van informatie, met betrokken ketenpartners, via het aanvraagformulier briefadres. Het aanvragen van een briefadres op het adres van de gemeente Nieuwegein, leidt niet automatisch tot het verstrekken van voorzieningen (zoals een uitkering, een woning, toeslagen, etc.). Waar nodig zal de gemeente maatwerk verrichten.

Er zijn spelregels welke vermeld worden in het besluit toekennen briefadres zoals minimaal éénmaal in de twee weken de post in persoon afhalen. Dit ter voorkoming van het oneigenlijk gebruik van het briefadres. Bij het niet nakomen van deze spelregels kan de gemeente het adres in onderzoek zetten met gevolgen voor de inschrijving en daarmee het recht op overheidsvoorzieningen- en diensten. Het kan ook financiële consequenties hebben, bijvoorbeeld op het gebied van uitkeringen en toeslagen. Deze spelregels zijn niet limitatief.

Toelichting artikel 2, lid 1, sub b:

Hierbij valt te denken aan twee echtgenoten die gaan scheiden, maar op één adres wonen. Wanneer de één op het huidige adres blijft wonen, heeft de ander (tijdelijk) geen vast woonadres. Deze laatste persoon kan ingeschreven worden op een briefadres.

Een ander voorbeeld is als een persoon een nieuwe woning heeft gekocht en de oude woning heeft verkocht. De nieuwe woning moet echter nog opgeleverd worden terwijl de oude woning al overgedragen is aan de nieuwe eigenaar.

Inschrijving als briefadres op het adres van een bedrijfspand is mogelijk indien er met zekerheid kan worden vastgesteld dat betrokkene zijn/haar post hier ontvangt. Dit is bijvoorbeeld het geval als het bedrijf een verklaring afgeeft hierover (indien het de werkgever betreft) of wanneer betrokkene zelf eigenaar is van dit bedrijf(s)pand.

Toelichting artikel 2, lid 1, sub c:

Personen die vallen onder de categorie ‘ambulant beroep’ zoals binnenvaartschippers die (met hun gezin) aan boord van een schip wonen en kermismedewerkers die (met hun gezin) met de kermisattractie meereizen. Personen die tot deze categorie behoren komen in aanmerking voor een briefadres, mits zij geen woonadres hebben.

Toelichting artikel 2, lid 1, sub d:

Als iemand naar het buitenland vertrekt, wordt gekeken voor welke periode iemand naar het buitenland gaat. Iemand moet een briefadres kiezen, wanneer hij/zij voor een kortere periode dan 8 maanden in een tijdsbestek van een jaar naar het buitenland gaat en niet meer beschikt over een woonadres.

Op grond van artikel 2.43 Wet BRP mag iemand die voor een periode van meer dan 8 maanden naar het buitenland vertrekt niet als ingezetene ingeschreven blijven in de BRP.

In dat geval is de burger verplicht om aangifte te doen van zijn vertrek naar het buitenland. Op grond van de aangifte wordt de bijhouding van zijn persoonslijst een verantwoordelijkheid van de minister van BZK en ‘verhuist’ de PL naar de Registratie Niet-ingezetenen (RNI) vanwege emigratie. In dat geval kan geen briefadres gekozen worden.

Toelichting artikel 2, lid 1, sub e:

Als een inwoner beroepshalve gaat varen aan boord van een schip dat in Nederland de thuishaven heeft en is er bij vertrek de redelijke verwachting dat hij niet langer dan twee jaar buiten Nederland zal verblijven, dan hoeft hij geen aangifte van vertrek te doen (artikel 29 Besluit BRP). Een voorwaarde is wel dat hij/zij gedurende het verblijf buiten Nederland beschikt over een adres in Nederland. Veelal zal dit een briefadres zijn. Het is de burger wel toegestaan om aangifte van vertrek naar het buitenland te doen in deze situatie. Een verplichting daartoe bestaat niet.

Toelichting artikel 2, lid 1, sub f:

Deze kwetsbare groep kampt soms met de gevolgen van een verslaving, psychiatrische aandoeningen en verstandelijke beperkingen. Daardoor komen deze mensen hun administratieve verplichtingen en afspraken niet altijd na. Juist deze mensen hebben laagdrempelige medische basiszorg nodig die zij in de praktijk alleen krijgen na inschrijving in de BRP. Zonder zorgverzekering krijgen deze personen niet de zorg die zij nodig hebben. Dat vergroot de kans op bijvoorbeeld ernstige lichamelijke en/of psychiatrische aandoeningen. Zonder inschrijving in de BRP komen zij in de praktijk ook niet in aanmerking voor een plek op de wachtlijst voor een woning, waardoor zij gedwongen dakloos blijven. Een inschrijving op een briefadres is daarom voor deze groep noodzakelijk.

Waar nodig wordt het briefadres ambtshalve toegekend op een adres van een gemeentelijke instelling.

Toelichting artikel 2, lid 1, sub g:

Met een langdurig vermist persoon wordt bedoeld een persoon, die:

  • 1.

    tegen redelijke verwachting in afwezig is uit zijn of haar gebruikelijke en/of veilig geachte omgeving,

  • 2.

    waarvan de verblijfplaats van de persoon onbekend is, en

  • 3.

    het in diens belang is dat de verblijfplaats wordt vastgesteld.

Gemeenten kunnen te maken krijgen met de melding dat een persoon is vermist. In het protocol voor ondersteuning door Burgerzaken aan achterblijvers in geval van vermissing is vermeld dat in overleg de vermiste persoon kan worden geregistreerd met een briefadres op het adres van de melder.

Toelichting Artikel 2, lid 1, sub h:

  • 1.

    Het ontbreken van een vaste ligplaats moet aangetoond worden met bewijs van b.v. havengeld, stroomkosten etc. per verblijf op diverse aanlegplaatsen.

Toelichting artikel 2, lid 2:

In de circulaire BRP en briefadres van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 18 oktober 2016 (kenmerk 2016-0000656211) is geregeld dat personen die verblijven in een opvanghuis voor mannen en vrouwen met een briefadres ingeschreven kunnen worden op het kantooradres van de desbetreffende instelling. Op die manier wordt het feitelijke woonadres van betrokkenen adequaat beschermd tegen ongewenste kennisneming door onbevoegden.

Toelichting artikel 2, lid 3:

Degene die zijn woonadres heeft in een instelling, kan in afwijking van artikel 2.38, lid 1 en artikel 2.39, lid 1 van de Wet BRP in plaats van inschrijving op zijn woonadres een briefadres kiezen. Op grond van artikel 2.40, lid 3 Wet BRP zijn dit instellingen voor gezondheidszorg, instellingen op het gebied van kinderbescherming en penitentiaire instellingen. In de artikelen 17 t/m 19 van de Regeling BRP is aangegeven voor welke instellingen een briefadres gekozen kan worden.

Het college van B&W is eveneens bevoegd, op grond van artikel 2.40, lid 4 Wet BRP, instellingen op het terrein van maatschappelijke opvang aan te wijzen.

Toelichting artikel 2, lid 5:

De specifieke groep van expats wordt ingeschreven, bij een eerste of herregistratie in Nederland, op het kantooradres van de werkgever indien betrokkene op dat moment verblijf heeft in een bed&breakfast, hotel of op een camping binnen of buiten de gemeente Nieuwegein. Een verklaring waarin de werkgever toestemming geeft tot inschrijving op briefadres moet bij de afspraak overlegd worden.

Toelichting artikel 3, lid 1:

Een briefadres kan, in aanvulling op wat de wet regelt en in afwijking van een woonadres, worden gekozen binnen elke gemeente in Nederland. Het is niet verplicht een briefadres te kiezen in de gemeente waar voor het laatst een woonadres werd gehouden. Voor gedetineerden of personen die in een psychiatrische inrichting verblijven is het advies om bij voorkeur een briefadres te kiezen in de gemeente van herkomst. Dit is onder andere van belang voor de verworven rechten die de briefadreshouder daar heeft opgebouwd, bijvoorbeeld op het gebied van huisvesting. De aangifte wordt wel altijd, in persoon, gedaan in de gemeente waar het briefadres zich bevindt.

Toelichting artikel 3, lid 2 en 3:

Bij de aangifte dient een schriftelijke verklaring van instemming te worden gevoegd van degene bij wie het briefadres wordt gehouden op grond van artikel 2.45 lid 2 van de wet BRP. In de schriftelijke verklaring van aangifte dienen de redenen van het briefadres en de te verwachten duur te worden opgenomen. De aangever dient tevens een (kopie van een) geldig identiteitsbewijs, zoals bedoeld in artikel 1 van de Wet op de identificatieplicht, van zichzelf als van degene bij wie het briefadres wordt gehouden te overleggen. De vragenlijst briefadres is als bijlage 1 bijgevoegd.

Toelichting artikel 3, lid 4:

Het is niet waarschijnlijk dat de briefadreshouder bij zijn aangifte altijd de verklaring van de burgemeester zal kunnen overleggen. De verwachting is, dat deze verklaring veelal bij de afdeling burgerzaken terecht komt via de interne kanalen van de gemeente.

Toelichting artikel 3, lid 6:

Maximaal één briefadres aan één gezinshuishouden heeft de voorkeur binnen de gemeente Nieuwegein vanwege betere controleerbaarheid.

Het blijft mogelijk en is toegestaan dat een briefadresgever meer dan één briefadreshouder op zijn woonadres kan hebben. Bijvoorbeeld een particulier die, al dan niet tegen betaling, briefadresgever is voor veel gedetineerden, omdat zij hun familie daar niet mee willen belasten. In dat geval kan uitgeweken worden naar de hardheidsclausule van artikel 8 van deze regeling.

Toelichting artikel 3, lid 7:

Als de gemeente zelf of een instelling voor maatschappelijke opvang als briefadresgever optreedt, is de beperking die lid 6 vermeldt, niet van toepassing.

Toelichting artikel 3, lid 8:

Er zijn voorwaarden gesteld aan het kunnen aanvragen van een briefadres op het adres van de gemeente. Op die manier wordt er zorg voor gedragen dat enkel de uitzonderingsgevallen hier een beroep op kunnen doen. Dit om oneigenlijk gebruik van het briefadres te voorkomen, maar ook om de hoeveelheid aanmeldingen behapbaar te houden.

Een briefadres op het adres van de gemeente kan aangevraagd worden, indien er sprake is van een schrijnend geval (artikel 3, lid 8). De toetsing om te beoordelen of iemand in een schrijnende situatie verkeert en of maatwerk de enige manier is om de sociaal-maatschappelijke problematiek én nadelige consequenties te voorkomen, gebeurt in afstemming met partijen uit het Sociaal Domein. Indien een aangever bijvoorbeeld te kennen heeft gegeven op meerdere adressen in de week te overnachten, zal er altijd een gesprek worden ingepland met de partners uit het Sociaal Domein om te beoordelen of er sprake is van een schrijnend geval. Tijdens het overleg met en uit het advies van het Sociaal Domein moet duidelijk worden waarom het verstrekken van een briefadres op het adres van gemeente, in dat specifieke geval, de enige manier is waarmee sociaal maatschappelijk problematiek en andere nadelige consequenties kunnen worden voorkomen.

Daarnaast geldt dat, voor het kunnen aanvragen van een briefadres op het adres van de gemeente op grond van artikel 3, lid 8, de aangever niet beschikt over een woonadres en geen persoon of instantie heeft kunnen vinden om als briefadresgever te dienen. Er zal gevraagd worden waarom het adres van een andere maatschappelijke instantie, bij vrienden, familie of kennissen geen optie is. Het niet kunnen vinden van een andere persoon of instantie om als briefadresgever te dienen, zal in veel gevallen ook samenhangen met de sociaal maatschappelijk problematiek (geen sociaal vangnet).

Tot slot geldt, voor het kunnen aanvragen van een briefadres op grond van artikel 3 lid 8, dat de aangever feitelijk en rechtmatig in Nederland verblijft. Het feitelijk en rechtmatig verblijf in Nederland houdt in dat de aangever rechtmatig verblijf moet hebben in Nederland, maar ook dat deze feitelijk verblijft in Nederland. Dit ook in verband met de voorwaarde uit artikel 3 lid 10 dat een persoon bereikbaar moet zijn voor de overheid en dat minimaal eenmaal in de twee weken de post, in persoon, moet worden opgehaald.

Door de schrijnende situaties (artikel 3 lid 8) en de overige situaties (artikel 3 lid 9) van elkaar te scheiden (en aan de schrijnende situaties minder vergaande voorwaarden te verbinden), wordt er voor gezorgd dat echt schrijnende gevallen niet tussen wal en schip komen te vallen. Gedacht kan worden bijvoorbeeld aan immigranten met een verblijfstatus, die geen binding hebben met de stad en hier geen vrienden-, familie,- of kennissenkring hebben waarop ze een beroep kunnen doen wat betreft een briefadres. Voor die gevallen bestaat de mogelijkheid een briefadres aan te vragen op het adres van de gemeente, zodat ook deze personen bereikbaar blijven voor de overheid.

Toelichting artikel 3 lid 9:

Op grond van artikel 3 lid 9 is het ook mogelijk om een briefadres op het adres van de gemeente aan te vragen, indien er geen sprake is van een schrijnend geval. Het dient dan eveneens te gaan om de voorwaarde dat de aangever niet beschikt over een woonadres en aantoonbaar geen persoon of instantie heeft kunnen vinden om als briefadresgever te dienen (waarbij uit bewijsstukken moet blijken dat een briefadres op het adres van een andere maatschappelijke instantie, bij vrienden, familie of kennissen geen optie is).

Daarnaast geldt de voorwaarde dat de aangever bewijs van binding met de Gemeente Nieuwegein moet kunnen aantonen. Hiermee wordt gedoeld op economische, maatschappelijke of lokale binding. In beginsel wordt ervan uit gegaan dat een persoon binding heeft met de stad indien diegene minimaal zes jaar in de stad woont of dat in de afgelopen 10 jaar heeft gedaan. Echter, ook andere situaties kunnen een binding met de stad laten zien, zoals het voor een langere tijd werkzaam zijn (de persoon in kwestie een dienstverband heeft van meerdere dagen per werk) binnen de gemeentegrenzen van Nieuwegein. De aangever dient hiervan bewijsstukken te overleggen.

Waar ook aan voldaan moet worden, is de voorwaarde dat de aangever geen verblijf mag hebben op een camping, vakantiepark, hotel of B&B buiten de gemeentegrenzen van Nieuwegein, tenzij de betreffende aangever binding met de Gemeente Nieuwegein kan aantonen. De ervaring is dat er regelmatig verzoeken komen van aangevers voor een briefadres op het adres van de gemeente Nieuwegein, die verblijven op een camping, vakantiepark, hotel of B&B buiten Nieuwegein. Gebleken is dat deze personen worden doorverwezen naar de gemeente Nieuwegein voor een briefadres. Dit is niet de bedoeling, de betreffende gemeente waar het vakantiepark, de camping, het hotel of de B&B is gevestigd dient een dergelijke aanvraag zelf in behandeling te nemen en te beoordelen.

Tot slot geldt de voorwaarde dat, net als in artikel 3 lid 8, de persoon die een briefadres aanvraagt op het adres van de gemeente feitelijk en rechtmatig in Nederland verblijft. Dit houdt in dat de aangever rechtmatig verblijf moet hebben in Nederland, maar ook dat deze feitelijk verblijft in Nederland. Dit ook in verband met de voorwaarde uit artikel 3 lid 10 dat een persoon bereikbaar moet zijn voor de overheid en dat minimaal eenmaal in de twee weken de post, in persoon, moet worden opgehaald.

Toelichting artikel 3 lid 10:

Voor personen die een briefadres verstrekt hebben verkregen op het adres van de gemeente op grond van artikel 3 lid 8 of artikel 3 lid 9, gelden de volgende voorwaarden:

  • De aangever dient er mee akkoord te gaan dat er geen aangetekende brieven, pakketten of medicijnen worden aangenomen via het briefadres op het adres van de gemeente. Dit in verband met ruimtegebrek (bij het aannemen van pakketten) en het voorkomen van mogelijke juridische en medische verantwoordelijkheid (bij het aannemen van aangetekende brieven en medicijnen).

  • De aangever is bereikbaar voor de overheid en is in de gelegenheid om eenmaal in de twee weken de post, in persoon, op te halen.

Het niet voldoen aan deze voorwaarden kan leiden tot het intrekken van het betreffende briefadres op grond van artikel 6 lid 4.

Toelichting artikel 4:

Ontbreekt bij de aangifte tot briefadres één of meer van de benodigde stukken, dan wordt de aangifte behandeld als een onvolledige aangifte. De aangever wordt schriftelijk in de gelegenheid gesteld binnen veertien dagen na verzending van het verzoek het verzuim te herstellen en de aangifte alsnog aan te vullen met de ontbrekende stukken. De aangever kan echter in reactie daarop het verzoek doen de termijn om de aangifte aan te vullen eenmalig te verlengen met veertien dagen.

Wanneer de aangever niet binnen veertien dagen zijn/haar aangifte aanvult of uitstel aanvraagt, wordt een brief verstuurd waarin vermeld wordt dat de aangifte briefadres buiten behandeling wordt gesteld wegens het ontbreken van de gevraagde documenten.

Op grond van artikel 4, lid 5 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) wordt in de mededeling tot aanvulling van gegevens melding gemaakt van het voornemen de aangifte buiten behandeling te stellen in het geval niet wordt voldaan aan de gevraagde aanvulling.(artikel 4, lid 7 Awb)

Toelichting artikel 5:

Het betreft hier een (niet-limitatieve) opsomming van weigeringsgronden voor de aangifte briefadres.

In de gevallen dat een briefadres wordt toegekend vanwege veiligheidsreden vastgesteld door de burgemeester (art 2, lid 4) of omdat de briefadreshouder behoort tot een kwetsbare groep (art 2, lid 1 onder f), zal de gemeente zelf altijd de afweging maken tot al dan niet toekennen van een briefadres.

Het is toegestaan om een briefadres bij inschrijving op grond van aangifte van verblijf en adres te kiezen. Dit is in niet strijd met artikel 2.38 Wet BRP.

Toelichting artikel 5 sub a:

Er kan geen briefadres gekozen worden indien de aangever een woonadres heeft. Onder woonadres wordt het adres verstaan als bedoeld in artikel 1.1 Wet BRP. Hieronder valt ook het adres,

  • a.

    indien betrokkene op meer dan één adres woont, het adres waar hij naar redelijke verwachting gedurende een half jaar de meeste malen zal overnachten; of

  • b.

    het adres waar, bij het ontbreken van een adres als bedoeld onder a, betrokkene naar redelijke verwachting gedurende drie maanden ten minste twee derden van de tijd zal overnachten.

In de situatie dat geen woonadres vastgesteld kan worden, kan wel gekozen worden voor een briefadres.

Uitzondering wordt gemaakt voor zogenaamde verwarde personen (vraag collega uit sociaal domein om advies!) en voor personen waarbij naar het oordeel van de burgemeester het om veiligheidsredenen niet wenselijk om betrokkene op zijn woonadres in te schrijven.

Het permanent bewonen van een recreatiewoning wordt ook aangemerkt als woonadres en is dus geen reden om een briefadres toe te kennen. Er wordt niet voldaan aan artikel 5 onder a van deze regel.

Toelichting artikel 5 sub b en c:

Er dient aangifte van vertrek uit Nederland gedaan te worden als de persoon langer buiten Nederland verblijft dan een periode van 2/3e deel van een jaar. In dat geval kan niet gekozen worden voor een briefadres. Hierop is één uitzondering in het geval de persoon beroepshalve op een schip vaart. Zie hiervoor de toelichting bij artikel 2, lid 1, sub e.

Toelichting artikel 5 sub e:

Met de hierin vermelde weigeringsgrond wordt bedoeld dat een briefadres alleen verleend kan worden op een woonadres waar nog geen briefadres is geregistreerd. Hierbij geldt een briefadres verleend aan een (gezins)huishouden als één briefadres. Dit betekent dat er maximaal één gezinshuishouden een briefadres kan hebben op één adres. Zie ook de toelichting bij artikel 3, lid 4 en artikel 8.

Toelichting artikel 5 sub f:

Een briefadres is onder valse voorwendselen aangevraagd, indien bijvoorbeeld de opgegeven situatie niet overeenkomt met de werkelijkheid. Oneigenlijk gebruik van het briefadres leidt uit ervaring doorgaans tot fraude. Hier wenst de gemeente niet aan mee te werken.

Toelichting artikel 5 sub g:

Het in sub g genoemde maximum aan beschikbare briefadressen op het adres van de gemeente is gesteld op 70 (in verband met de hiervoor beschikbare ruimte). Indien het maximum is bereikt, wordt een volgende aangever op een wachtlijst geplaatst.

Toelichting artikel 6:

In dit artikel zijn gronden opgenomen op basis waarvan een verstrekt briefadres kan worden ingetrokken. Dit kan bijvoorbeeld als de aangever niet eerlijk is geweest over de situatie waarin hij of zij verkeert of als de situatie van aangever is gewijzigd, waardoor er geen recht meer bestaat op een briefadres. Ook kan een briefadres worden ingetrokken indien een aangever geen gehoor geeft (op een tweede herhalingsverzoek) aan de gemeente tot controle van het briefadres. Dit betekent dat aangever dan in totaal 3 keer is gevraagd gegevens te verstrekken, namelijk in het oorspronkelijke verzoek, het eerste herhalingsverzoek en daarna in het tweede herhalingsverzoek. Hetzelfde geldt voor het niet ophalen van post bij de gemeente, indien er sprake is van een briefadres op het adres van de gemeente. Ook kan een briefadres op het adres van de gemeente worden ingetrokken indien de aangever zich niet houdt aan de afspraak dat er geen brieven, pakketten of medicijnen mogen worden afgeleverd op dit briefadres. Dergelijke post zal, waar dat kan, geweigerd worden om aan te nemen. Vervolgens zal de betreffende aangever eerst een waarschuwing krijgen dat dergelijke post niet op het betreffende briefadres afgeleverd mag worden. Gebeurt het daarna nog een keer, dan zal het briefadres op het adres van de gemeente worden ingetrokken.

Toelichting artikel 7, lid 1:

Om het tijdelijke karakter te bevestigen is besloten een briefadres voor een periode van zes maanden te verlenen met de mogelijkheid tot verlenging met nogmaals zes maanden. In individuele gevallen kan op basis van artikel 9 van deze regeling van deze termijn worden afgeweken.

Deze periode van zes maanden is bewust gekozen. Dit zorgt ervoor dat in ieder geval na zes maanden een contactmoment nodig is met de burger en zo te zorgen dat hij/zij snel een woonadres heeft (artikel 2, 1e lid sub b).

Hierop is een aantal uitzonderingen.

  • -

    Als van te voren al bekend is dat iemand een bepaalde periode in het buitenland zal verblijven en geen woonadres heeft, dan kan een briefadres worden verleend voor maximaal deze termijn.

  • -

    Een andere uitzondering heeft te maken met de feitelijke onmogelijkheid van de burger om een woonadres te hebben. Hierbij valt te denken aan binnenvaartschippers. Zolang deze schippers varen kunnen zij kiezen voor een briefadres. Het recht op het briefadres kan voor deze categorie bijvoorbeeld om de vijf jaar worden getoetst.

Toelichting artikel 7, lid 5

Als de briefadreshouder een verzoek doet om na de overeengekomen termijn ingeschreven te blijven op zijn briefadres, dan wordt opnieuw beoordeeld of hij aan de voorwaarden die zijn gesteld in deze regeling voldoet (zie toetsingskaders onderaan deze regeling).

Toelichting artikel 7, lid 6

De Wet BRP verplicht een ingezetene om aangifte te doen van zijn nieuwe adres. Zodra hij weer beschikt over een woonadres of over een ander briefadres, moet hij hiervan aangifte doen. Hij mag hier niet mee wachten totdat de maximale termijn van het briefadres is verstreken. Als aangifte wordt gedaan van een nieuw briefadres, dan wordt dit uiteraard opnieuw getoetst aan de voorwaarden uit deze regeling.

Toelichting artikel 8

Op grond van artikel 4.17 Wet BRP kan een bestuurlijke boete worden opgelegd als er geen of een onjuiste aangifte van een (brief)adres wordt gedaan. Dit geldt ook voor de verplichting voor zowel de briefadreshouder als ook voor de briefadresgever om op verzoek van het college van burgemeester en wethouders inlichtingen te verstrekken die noodzakelijk zijn voor een juiste bijhouding van de basisregistratie zoals bepaald in artikel 2.45 Wet BRP. Voor de op te leggen bestuurlijke boete geldt een maximaal bedrag van € 325.

Toelichting artikel 9

In uitzonderingsgevallen kan het gerechtvaardigd zijn om af te wijken van deze regeling, bijvoorbeeld in het geval van de verlenging zoals vastgelegd in artikel 7 lid 4 van de regeling. Individuele omstandigheden kunnen er toe leiden dat er nog een extra verlenging van de termijn wordt overeengekomen.

Een ander voorbeeld van een gerechtvaardigde afwijking is een particulier die al dan niet tegen betaling briefadresgever is voor veel gedetineerden, omdat zij hun familie daar niet mee willen belasten.

Conform artikel 4:84 Awb wordt gehandeld overeenkomstig deze beleidsregel, tenzij dat voor een of meer belanghebbenden gevolgen zou hebben die wegens bijzondere omstandigheden onevenredig zijn in verhouding tot de met de beleidsregel te dienen doelen. Dit kan zich voordoen bij bedreigde personen in de opvang conform de circulaire BRP en briefadres (kenmerk 2016-0000656211) van de minister van BZK van 18 oktober 2016. . In deze circulaire zijn de mogelijkheden aangegeven die bewoners van opvanghuizen hebben om in de Wet basisregistratie personen (BRP) een briefadres te kiezen bij een gemeente of aan het kantoor van een opvanghuis.

Toelichting artikel 10

Het college heeft op 10 september 2024 besloten enkele wijzigingen door te voeren in de regeling briefadres. Enkele van deze wijzigingen hebben na inwerkingtreding directe werking (op nieuwe aanvragen, maar ook op reeds verstrekte briefadressen), terwijl andere wijzigingen enkel werking zullen hebben voor aanvragen die zijn ingediend na inwerkingtreding van deze artikelen.

De volgende artikelen zullen directe werking hebben na inwerkingtreding: Artikel 3, achtste lid, onder a, punt 2, artikel 3, negende lid, onder d, artikel 3, tiende lid, artikel 5 onder f en artikel 6.

De volgende artikelen zullen werking hebben op aanvragen die zijn ingediend na inwerkingtreding van deze artikelen: Artikel 3, achtste lid onder a, punt 1, artikel 3, negende lid, onder a tot en met c en artikel 5 onder g.