Regeling vervallen per 01-01-2020

Wijziging in de gemeentelijke Rechtspositieregeling

Geldend van 17-12-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Wijziging in de gemeentelijke Rechtspositieregeling

De arbeidsvoorwaarden voor ambtenaren zijn vastgelegd in de gemeentelijke Rechtspositieregeling. Het college heeft op 17 december 2017 besloten deze Rechtspositieregeling per 1 oktober 2019.

De 104de wijziging, de reparatiewijzigingen van de gemeentelijke Rechtspositieregeling betreft het schrappen van achterhaalde artikelen; het corrigeren van verwijzingen naar andere artikelen of andere regelgeving; het herstellen van redactionele onvolkomenheden en het vernummeren van artikelen.

Het College van burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch in zijn vergadering van

17 december 2019,

Gezien het voorstel met reg.nr. 8166530

gelet op de Gemeentewet;

Besluit vast te stellen:

De 104de wijziging van de Rechtspositieregeling met ingang van 1 oktober 2019 en 1 januari 2020.

  • A.

    Conform de Cao Gemeenten afspraken de aanpassing van salaristabellen per 1 oktober 2019, per 1 januari 2020, per 1 juli 2020 en per 1-10-2020

De gemeentelijke salarisbedragen zijn per 1 oktober 2019 met 3,25% verhoogd.

De tabellen die per 1 oktober 2019 gelden worden met terugwerkende kracht vastgesteld.

Voor onderwijzend personeel in de kunsteducatie geldt de algemene salarisverhoging ook.

De salarisstijging van 3,25% per 1 oktober 2019 werkt door naar de reeds ingegane uitkering in verband met ontslag en werkloosheid op grond van hoofdstuk 9a, 9b, en 10 en 10a van de CAR-UWO.

De uitkeringen op grond van hoofdstuk 10d CAR-UWO worden geïndexeerd met de generieke salarisverhoging in de gemeentelijke sector (artikel 10d:2, onderdeel b CAR). Dit betekent dat de bovenwettelijke uitkering van de oud-medewerkers op grond van hoofdstuk 10d CAR per 1 oktober 2019 met 3,25% wordt verhoogd.

De salaristabellen worden niet in de Rechtpositieregeling opgenomen maar als bijlage toegevoegd.

  • B.

    In artikel 3:25 lid 1 worden de woorden ‘als hij één van de volgende aanvullende zorgverzekeringen heeft: Extra Zorg 3 of 4 bij IZA, Plus Collectief of Top Collectief bij CZ, Collectief Aanvullend 3 of 4 bij Menzis’ geschrapt en komt als volgt te luiden:

Recht op tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering

Artikel 3:25

  • 1.

    De ambtenaar heeft recht op een tegemoetkoming in zijn kosten van de zorgverzekering.

  • 2.

    De tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering wordt eenmaal per kalenderjaar in de maand december uitbetaald.

  • 3.

    Bij indiensttreding op of na 1 januari van een kalenderjaar heeft de ambtenaar naar evenredigheid recht op een tegemoetkoming in de kosten van de zorgverzekering.

  • C.

    Artikel 9e:2 wordt gewijzigd en komt als volgt te luiden:

  • 1.

    Voor de toepassing van dit hoofdstuk wordt verstaan onder:

    • a.

      gemeentelijke levensloopregeling FLO-overgangsrecht: een regeling als bedoeld in artikel 39d van de Wet op de loonbelasting 1964;

    • b.

      instelling: een door de ambtenaar gekozen kredietinstelling of verzekeraar als bedoeld in artikel 1:1 Wet financieel toezicht;

    • c.

      levenslooprekening: een bij de instelling door de ambtenaar geopende geblokkeerde rekening, waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

    • d.

      levensloopverzekering: een bij de instelling door de ambtenaar afgesloten verzekering, waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

    • e.

      levenslooptegoed: het tegoed op een levenslooprekening onderscheidenlijk het verzekerd kapitaal;

    • f.

      netto spaarverzekeringstegoed: de bij Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance afgesloten verzekering met als productnaam “Aanvullingsplan Netto”, waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

    • g.

      netto spaarverzekeringstegoed: het tegoed op de netto spaarverzekering;

    • h.

      Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance: het product van Loyalis, speciaal ontwikkeld voor het FLO-overgangsrecht, dat bestaat uit een levensloopverzekering en een netto spaarverzekering;

    • i.

      spaarrekening: de rekening geopend ter vervanging van de levensloopverzekering en de netto spaarverzekering van Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance, waarop de inleg van de ambtenaar wordt gestort;

    • j.

      spaarrekeningtegoed: het tegoed op de spaarrekening;

    • k.

      tranche: de extra salarisproductie aan het eind van het fiscale jaar.

  • 2.

    Met inachtneming van het bepaalde in de volgende leden houdt het LOGA-pad in dat de ambtenaar:

    • a.

      Moet deelnemen aan Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance en,

    • b.

      De volledige levensloopbijdrage beschikbaar moet stellen om in te leggen in Loyalis Levensloop Brandweer & Ambulance op he moment dat de werkgever deze levensloopbijdrage verstrekt en,

    • c.

      Niet tussentijds (vóór het bereiken van de 59- of 60-jarige leeftijd) tegoed opneem uit Loyalis Levensloop Brandweer en Ambulance tenzij,

      • i.

        het tegoed wordt opgenomen voor de periode als bedoeld in artikel 9b:11 eerste lid onder b respectievelijk 9b:35 eerste lid onder b, of

      • ii.

        het tegoed wordt opgenomen voor de periode als bedoeld in artikel 9f:3a

    • d.

      En, uiterlijk voor 1 januari 2022 zijn netto spaarverzekeringstegoed overbrengt naar de netto spaarrekening, en

    • e.

      De werkgever een afschrift van zijn polisblad van zijn netto spaarverzekeringstegoed doet toekomen waaruit het saldo van zijn tegoed op 1 januari 2020 blijkt.

  • 3.

    Het aanwezige bedrag aan levenslooptegoed wordt, als de ingangsdatum van het volledig buitengewoon verlof bedoeld in artikel 9f:3 lig op of na 1 september 2021, in 3 tranches overgebracht naar de spaarrekening te weten

    • a.

      een tranche fiscaal jaar 2019 en betreft 1/3e deel van het levenslooptegoed,

    • b.

      een tranche fiscaal jaar 2020 en betreft 1/2e deel van het levenslooptegoed, en

    • c.

      de laatste tranche fiscaal jaar 2021 en betreft het resterende bedrag levenslooptegoed.

  • 4.

    Ligt de ingangsdatum van het volledig buitengewoon verlof bedoeld in artikel 9f:3 in de periode 1 september 2020 en 1 september 2021 dan wordt het aanwezige bedrag aan levensloop i 2 tranches overgebracht naar de spaarrekening te weten

    • a.

      een tranche fiscaal jaar 2019 en betreft 1/3e deel van het levenslooptegoed; en

    • b.

      de laatste tranche fiscaal jaar 2021 en betreft het resterende bedrag levenslooptegoed.

  • 5.

    Ligt de ingangsdatum van het volledig buitengewoon verlof bedoeld in artikel 9f:3 in de periode 1 september 2019 en 1 september 2020dan wordt het resterende bedrag levenslooptegoed op 1 januari 2022 in een tranche fiscaal jaar 2021 overgebracht naar de spaarrekening.

  • 6.

    Voor de toepassing van het derde tot en met vijfde lid wordt ten aanzien van de ambtenaar die het LOGA-pad niet volgt uitgegaan van het tegoed dat hij gehad zou hebben als hij het LOGA-pad wel zou hebben gevolgd (virtuele levenslooptegoed).

  • D.

    In artikel 9e:13 lid 1 wordt een nieuw sub e toegevoegd:

  • f.

    de transitie naar de netto spaarrekening bedoeld in artikel 2 lid 3 e.v.

Ondertekening

Het college van burgemeester en wethouders van ’s-Hertogenbosch,

De secretaris,

Drs. B. van der Ploeg

De burgemeester,

Drs. J.M.L.N. Mikkers