Nadere regels Versterking Maritieme Campus Noordelijk Flevoland

Geldend van 01-11-2023 t/m heden

Intitulé

Nadere regels Versterking Maritieme Campus Noordelijk Flevoland

Gedeputeerde Staten maken gelet op het bepaalde in artikel 136 van de Provinciewet bekend dat zij bij besluit van 17 december 2019, nummer 2523874 hebben vastgesteld de:

Nadere regels Versterking Maritieme Campus Noordelijk Flevoland

Gedeputeerde Staten van Flevoland,

Overwegende dat:

Rijk en regio op 10 juli 2019 een Regio Deal hebben gesloten waarin financiële middelen beschikbaar worden gesteld ten behoeve van onder andere het versterken van de maritieme onderwijsinfrastructuur in Noordelijk Flevoland;

de economische (concurrerende en toekomstbestendige) positie van het Maritiem Cluster Urk met het geven van een impuls in de scholingsactiviteiten wordt versterkt, doordat medewerkers hiermee de gevraagde kennis en vaardigheden op peil kunnen houden/brengen én er meer mensen kunnen worden opgeleid voor de vraag van het bedrijfsleven in het maritiem cluster;

de beschikbare financiële middelen voor het versterken van de maritieme onderwijsinfrastructuur in Noordelijk Flevoland in de vorm van een subsidie beschikbaar kunnen worden gesteld;

de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023 een procedureel kader geeft voor subsidiering van activiteiten die passen in het provinciaal beleid;

in de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023 aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid is toegekend om nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op subsidiecriteria;

Gedeputeerde Staten het wenselijk vinden om voor het beschikbaar stellen van een subsidie ten behoeve van de maritieme onderwijsinfrastructuur in Noordelijk Flevoland, deze nadere regels vast te stellen;

gelet op het bepaalde in artikel 4, eerste lid van de Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023,

BESLUITEN

de volgende nadere regels vast te stellen:

Nadere regels Versterking Maritieme Campus Noordelijk Flevoland

Artikel 1. Begripsomschrijvingen

In deze nadere regels wordt verstaan onder:

  • a.

    Gedeputeerde Staten: Het College van Gedeputeerde Staten van Flevoland.

  • b.

    ASF 2023: Algemene Subsidieverordening Flevoland 2023.

  • c.

    Subsidieplafond: het bedrag dat gedurende een bepaald tijdvak ten hoogste beschikbaar is voor de verstrekking van subsidie op grond van deze nadere regels.

  • d.

    Nadere regels: nadere regels Versterking Maritieme Campus Noordelijk Flevoland.

  • e.

    Aanvrager: onderwijsinstelling die voor de realisatie van een initiatief in aanmerking wil komen voor subsidie.

  • f.

    Onderwijsinstelling: instelling als bedoeld in artikel 1.1.1, onderdeel van de Wet educatie en beroepsonderwijs, instelling als bedoeld in artikel 1.1, onderdeel van de Wet op het hoger onderwijs en wetenschappelijk onderzoek of instelling als bedoeld in artikel 2.1, onderdeel van de Wet op het voortgezet onderwijs.

  • g.

    Projectsubsidie: een eenmalige subsidie voor een activiteit of samenhangend geheel van activiteiten die bijdraagt aan de versterking van de maritieme onderwijsinfrastructuur in Noordelijk Flevoland.

  • h.

    Maritieme Campus Noordelijk Flevoland: een hoogwaardige onderwijsinfrastructuur ten behoeve van de arbeidsmarkt in de maritieme sector, gericht op het opleiden van het talent van de toekomst, scholingsaanbod voor op- om en bijscholing in Noordelijk Flevoland.

  • i.

    Maritiem cluster Urk: groep bedrijven op Urk die zich bezighouden met werkzaamheden op het gebied van scheepsbouw & refit, techniek & onderhoud en leveranciers van scheepsbouwmaterialen en de nautische sector.

  • j.

    Regio Deal: de op 10 juli 2019 tussen het Rijk, provincie Flevoland, gemeenten Urk en Noordoostpolder en andere (publieke en private) partners afgesproken samenwerking gericht op duurzame verbetering van het perspectief van burgers en bedrijven op thema’s als werk, inkomen en leefbaarheid waarbij drie opgaven centraal staan: (1) het toekomstbestendig maken van het Maritiem Cluster op Urk, (2) de verduurzaming van de IJsselmeervisserij en (3) smart mobility met realisatie van het Mobiliteit en Infrastructuur Testcentrum (MITC) in Marknesse. En waarmee een impuls gegeven wordt aan de brede welvaart en de regionale economie in Noordelijk Flevoland.

  • k.

    Maritieme Academie Holland: het samenwerkingsverband van maritieme opleidingen in Velsen, IJmuiden, Amsterdam, Sneek, Harlingen, Leeuwarden, Terschelling, Delfzijl en Urk.

  • l.

    Maritieme opleidingen: opleidingen, cursussen, trainingen en onderzoek in de vakgebieden binnenvaart, havenlogistiek, zeevaart, maritieme techniek, scheeps- en jachtbouw, visserij en ocean technology.

Artikel 2. Reikwijdte nadere regels

Deze nadere regels zijn van toepassing op subsidies die Gedeputeerde Staten kunnen verstrekken ter versterking van de maritieme onderwijsinfrastructuur in Noordelijk Flevoland.

Artikel 3. Doel nadere regels

Deze nadere regels hebben tot doel aan potentiele subsidieaanvragers duidelijkheid te verschaffen over de inhoudelijke criteria waaraan subsidieaanvragen worden getoetst.

Artikel 4. Subsidieaanvrager

Subsidie wordt aangevraagd door een onderwijsinstelling.

Artikel 5. Subsidievorm

Gedeputeerde Staten verstrekken op grond van deze nadere regels een incidentele subsidie voor activiteiten gericht op het versterken van de maritieme onderwijsinfrastructuur in Noordelijk Flevoland, met een eenmalig karakter in de vorm van een projectsubsidie.

Artikel 6. Subsidieplafond

Het maximale beschikbare subsidieplafond bedrag voor deze nadere regels bedraagt € 1.850.000.

Artikel 7. Subsidieaanvraag

  • 1. De aanvrager dient de subsidieaanvraag in door middel van het aanvraagformulier formulier op de website www.flevoland.nl/loket/subsidies/subsidie-aanvragen/eenmalige-subsidie

  • 2. De subsidieaanvraag wordt voor start werkzaamheden ingediend.

  • 3. Bij een aanvraag om subsidie worden in aanvulling op het bepaalde in artikel 15 van de ASF 2023 de volgende gegevens overlegd:

    • a.

      projectplan, (inclusief begroting) waarin beschreven wordt hoe het project de maritieme campus versterkt en relatie heeft met de gestelde criteria van artikel 9 lid c

    • b.

      verklaring Maritieme Academie Holland waaruit draagvlak voor de plannen blijkt.

    • c.

      cofinancieringsverklaring van partners.

Artikel 8. Weigeringsgronden

  • 1. Een subsidieaanvraag wordt in ieder geval geweigerd indien:

    • a.

      Men voor het indienen van de aanvraag om subsidie met de activiteiten is begonnen;

    • b.

      De activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd niet passen binnen de reikwijdte van deze nadere regels;

    • c.

      De gevraagde subsidie minder bedraagt dan € 25.000;

    • d.

      De aanvraag niet voldoet aan de subsidiecriteria;

    • e.

      Door honorering van de subsidieaanvraag het subsidieplafond wordt overschreden;

    • f.

      De subsidie moet worden beschouwd als ontoelaatbare staatssteun;

    • g.

      De aanvrager niet aannemelijk heeft gemaakt dat met inbegrip van de gevraagde subsidie, de benodigde financiële middelen beschikbaar zijn om de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, te realiseren.

  • 2. Een aanvraag om subsidie kan worden geweigerd indien de aanvrager de activiteiten ook zonder de gevraagde subsidie kan verrichten.

  • 3. De onderwijsinstelling niet participeert in de Maritieme Campus Noordelijk Flevoland.

Artikel 9. Subsidiecriteria

Om voor subsidie op grond van deze nadere regels in aanmerking te kunnen komen moeten de activiteiten waarvoor subsidie wordt gevraagd, voldoen aan de volgende criteria:

  • a.

    Algemene criteria als bedoeld in artikel 11 van de ASF 2023;

  • b.

    Er moet sprake zijn van een duidelijke relatie met het provinciaal beleid en betrekking hebben op de versterking van de maritieme onderwijsinfrastructuur zoals beschreven in de Regio Deal tussen Rijk en Regio;

  • c.

    De resultaten van de activiteiten moeten onderbouwd en aantoonbaar effect hebben op de versterking van de maritieme onderwijsinfrastructuur in Noordelijk Flevoland en relatie hebben met:

    • a.

      kennis en onderzoek;

    • b.

      hoogwaardige onderwijshuisvesting;

    • c.

      toegankelijk maken van hoger beroepsonderwijs in de Maritieme Campus;

    • d.

      ontwikkeling nieuw maritiem onderwijsaanbod;

    • e.

      doorlopende leerlijn vmbo-mbo;

    • f.

      imago en branding van de maritieme beroepen.

  • d.

    Voor het uitvoeren van de activiteiten moet draagvlak zijn bij de partijen in het maritiem cluster en afstemming zijn met de maritieme onderwijspartners in de Maritieme Academie Holland;

  • e.

    Er is sprake van tenminste 50% cofinanciering van de onderwijsinstelling en/of samenwerkingspartners op de subsidieaanvraag;

  • f.

    Voor de subsidiëring van deze activiteiten kan geen beroep worden gedaan op andere subsidieregelingen, omdat:

    • I.

      Het initiatief niet aansluit bij andere subsidieregelingen en daardoor niet kansrijk is binnen deze subsidieregelingen;

    • II.

      Andere subsidieregelingen een (te) langdurig aanvraagtraject kennen, waardoor het niet past bij het ontwikkeltempo van het gebied;

    • III.

      Er om andere zwaarwegende redenen geen beroep op andere fondsen kan worden gedaan.

Artikel 10. Subsidiabele kosten

Als subsidiabele kosten worden aangemerkt alle kosten die redelijkerwijs noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor de realisatie van de activiteiten en hieraan direct toegerekend kunnen worden.

Artikel 11. Niet subsidiabele kosten

Niet voor subsidie in aanmerking komen:

  • a.

    de reguliere exploitatiekosten van de aanvrager (en/of samenwerkingspartners);

  • b.

    de kosten zoals benoemd in artikel 9 van de ASF 2023;

  • c.

    kosten in de projectvoorbereiding en uitvoering die voortvloeien uit dan wel te maken hebben met de inzet van personele capaciteit van overheden;

  • d.

    debetrente, financiële sancties, gerechtskosten en soortgelijke kosten.

Artikel 12. Hoogte van de subsidie

De subsidie bedraagt tenminste € 25.000 en ten hoogste € 1.500.000.

Artikel 13. Wijze van verdeling

  • 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschieden in volgorde van indiening bij Gedeputeerde Staten, totdat het vastgestelde subsidieplafond van artikel 6 is bereikt.

  • 2. Indien een subsidieaanvraag nog niet volledig is, geldt voor het bepalen van de onderlinge rangschikking voor de verdeling van de subsidie de dag waarop de subsidieaanvraag volledig is als datum van binnenkomst.

  • 3. Indien een onvolledige aanvraag is ingediend, wordt de aanvrager op grond van artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht een redelijke hersteltermijn geboden om de aanvraag te completeren. Wordt binnen de hersteltermijn het gevraagde niet aangeleverd, dan wordt de aanvraag niet in behandeling genomen.

Artikel 14. Verplichtingen subsidieontvanger, start uitvoering

  • 1. In aanvulling op subsidieverplichtingen die zijn vermeld in hoofdstuk 4 van de ASF 2023 is de subsidieontvanger verplicht om binnen 1 jaar na dagtekening van de subsidiebeschikking te starten met de uitvoering van de activiteit en deze dient uiterlijk 31 december 2025 te zijn afgerond.

  • 2. Wanneer er sprake is van een subsidie voor hoogwaardige onderwijshuisvesting is de subsidieaanvrager verplicht om deze tenminste voor 10 jaar in stand te houden.

Artikel 15. Inwerkingtreding en looptijd

Deze nadere regels treden in werking met ingang van 1 januari 2020 en geldt tot en met 31 december 2023.

Artikel 16. Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als “Nadere regels Versterking Maritieme Campus Noordelijk Flevoland”.

Ondertekening

Aldus besloten in de vergadering van Gedeputeerde Staten van 17 december 2019.

de secretaris de voorzitter

TOELICHTING

Algemeen

  • 1.

    Waarom deze nadere regels.

    Deze nadere regels vloeien voort uit:

    De regiodeal gesloten door Rijk en Regio op 9 juli 2019 om financiële middelen beschikbaar te stellen ten behoeve van het versterken van de maritieme onderwijsinfrastructuur in Noordelijk Flevoland.

    Deze stimulering kan plaatsvinden via subsidiëring;

    De Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 geeft een procedureel kader voor subsidiering van activiteiten die passen in het provinciaal beleid.

    In deze Algemene Subsidieverordening Flevoland 2012 is aan Gedeputeerde Staten de bevoegdheid toegekend om nadere regels vast te stellen die onder meer betrekking hebben op de subsidiecriteria.

    Omdat het wenselijk is om voor de beschikbaarstelling van financiële middelen ten behoeve van de versterking van de maritieme onderwijsinfrastructuur, deze nadere regels vast te stellen, zijn Gedeputeerde Staten hiertoe overgegaan.

  • 2.

    Waarom nadere regels nodig als er al een Algemene Subsidieverordening Flevoland is.

    Een bestuursorgaan mag op grond van subsidietitel van de Algemene wet bestuursrecht slechts subsidie verstrekken op grond van een wettelijk voorschrift dat regelt voor welke activiteiten subsidie kan worden verstrekt. Binnen de provincie Flevoland is dit de Algemene Subsidieverordening Flevoland (ASF 2012). Hierin zijn in aanvulling op de subsidiespelregels die in de subsidietitel van de Awb zijn opgenomen nadere subsidiespelregels opgenomen die bij subsidiering in acht moeten worden genomen. De ASF 2012 schrijft voor dat subsidie slechts wordt verstrekt indien de activiteit past binnen de beleidsdoelstellingen van de provincie en door de aanvrager aannemelijk is gemaakt dat hieraan kan worden voldaan. In aanvulling op de ASF 2012 kunnen GS nog nadere regels vaststellen, waarin beleid specifieke voorwaarden op maat worden gesteld. In deze nadere regels worden de beleid specifiek voorwaarden (subsidiespelregels) vermeld. Omdat de subsidietitel van de Awb een gedetailleerde regeling geeft van het proces van subsidieverstrekking, zijn veel bepalingen die in de Awb staan niet nog een keer in de verordening opgenomen. Dit houdt in dat er wanneer sprake is van subsidiering niet alleen rekening moet worden gehouden met het bepaalde in de ASF 2012, maar ook met de wettelijke bepalingen van de subsidietitel van de Awb. DE BASISSPELREGELS VOOR SUBSIDIERING ZIJN OPGENOMEN IN DE ASF 2012 EN DE SUBSIDIETITEL VAN DE AWB. De beleid specifieke spelregels zijn opgenomen in de nadere regels.

Artikelgewijze toelichting

Artikel 7. Weigeringsgronden

In dit artikel zijn verplichte weigeringsgronden opgenomen. Wanneer deze weigeringsgronden zich voordoen, moet de aanvraag om subsidie worden afgewezen. Een van de gronden waarop een aanvraag om subsidie moet worden afgewezen is een overschrijding van het subsidieplafond. Het kan in de praktijk voorkomen dat een aanvraag om subsidie, gelet op het beschikbare subsidieplafond, alleen gedeeltelijk kan worden gehonoreerd. Wanneer deze situatie zich voordoet moet worden beoordeeld of de activiteit waarvoor subsidie wordt gevraagd niet zodanig door de subsidie-aanvrager kan worden uitgevoerd dat het ook met minder geld kan. Daarvoor moet nadere informatie worden gevraagd aan de aanvrager. Wanneer uit deze nadere informatie blijkt dat de activiteit niet met minder geld kan worden uitgevoerd, dan moet de aanvraag worden afgewezen. Blijkt dat de activiteit wel met minder kan worden uitgevoerd, dan moet de aanvraag gedeeltelijk worden afgewezen, namelijk voor het bedrag waarmee het subsidieplafond wordt overschreden.

Artikel 9. Subsidiabele kosten

Dit artikel gaat over de kosten die redelijkerwijs als noodzakelijk kunnen worden beschouwd voor de realisatie van het project en over het financiële tekort.

Het financiële tekort wordt vast gesteld door de gemaakte (subsidiabele) kosten te verminderen met de opbrengsten (cofinanciering door of financiële bijdrage van andere partijen dan de provincie). Voorbeelden daarvan zijn subsidie van andere organisaties, sponsorbijdragen dan wel de eigen bijdragen aan het project.