Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tytsjerksteradiel houdende regels omtrent de heffing en invordering van standplaatsgeld voor markten en kermissen (Verordening standplaatsgeld 2020)

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Tytsjerksteradiel houdende regels omtrent de heffing en invordering van standplaatsgeld voor markten en kermissen (Verordening standplaatsgeld 2020)

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam standplaatsgeld wordt een recht geheven:

  • 1.

    voor het ter beschikking stellen van een standplaats op de voorjaarsmarkt en najaarsmarkt te Burgum;

  • 2.

    voor het ter beschikking stellen van een standplaats op de weekmarkt te Burgum; Hurdegaryp, Gytsjerk, welke wordt gehouden op de vrijdag of zaterdag in de respectievelijke dorpen;

  • 3.

    voor het ter beschikking stellen van een standplaats voor een kermisattractie;

  • 4.

    voor het ter beschikking stellen van een standplaats op openbaarterrein;

  • 5.

    voor het gebruik maken van openbaar terrein naast een standplaats op particulier terrein.

Artikel 2 Belastingplicht

Het standplaatsgeld wordt geheven van de standplaatshouder aan wie het college van burgemeester en wethouders een standplaatsvergunning heeft verleend voor het innemen van een standplaats als bedoeld in artikel 8 van de Verordening op de warenmarkt ingeval van jaarmarkten en weekmarkten, als bedoeld in artikel 2.25 A.P.V. ingeval van kermis­sen en las bedoeld in artikel 5.18 APV voor het gebruik van openbaar of particulier terrein.

Artikel 3 Maatstaf van heffing

  • 1. Het standplaatsgeld wordt berekend naar het aantal beschikbaar gestelde strekkende meters grond of een deel daarvan, bij meer dan 5 meter frontlengte.

  • 2. Het standplaatsgeld wordt ingeval van artikel 1, lid 3, kermisattracties, berekend naar categorie attractie. Woonwagens of woongedeelten niet meegerekend.

Artikel 4 Tarieven

De tarieven zijn opgenomen in de tarieventabel behorende bij deze verordening.

Artikel 5 Wijze van heffing

  • 1. Het recht voor de jaarmarkt wordt geheven door middel van een gedagtekende nota, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

  • 2. Het recht voor de weekmarkten wordt geheven doormiddel van een gedagtekende nota, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

  • 3. Het recht voor de kermissen wordt geheven doormiddel van een gedagtekende nota, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

  • 4. Het recht voor alle overige standplaatsen wordt geheven doormiddel van een gedagtekende nota, waarin het verschuldigde bedrag wordt vermeld.

Artikel 6 Betaling

  • 1. Het recht voor de jaarmarkt moet in één termijn worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de in artikel 5, lid 1 bedoelde nota op de daarin aan te geven wijze.

  • 2. Het recht voor de weekmarkt moet in twee gelijke termijnen worden betaald. De eerste termijn vervalt één maand na de dagtekening van de in artikel 5, lid 2 nota en de tweede vervalt twee maanden na de dagtekening van de nota.

  • 3. Het recht voor de kermissen moet in één termijn worden betaald binnen 14 dagen na de dagtekening van de in artikel 5, lid 3 bedoelde nota op de daarin aan te geven wijze.

  • 4. Het recht voor de overige standplaatsen moet in een termijn worden betaald binnen 1 maand na de dagtekening van de in artikel 5, lid 4 bedoelde nota op de daarin aan te geven wijze.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van het standplaatsgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Teruggaaf

  • 1. Indien vooraf schriftelijk kenbaar wordt gemaakt dat van een standplaats op de jaarmarkt geen gebruik wordt gemaakt, kan op aanvraag van de vergunninghouder het verschuldigde marktgeld worden gerestitueerd tot een bedrag van ten hoogste 50% van het verschuldigde bedrag.

  • 2. Indien in de loop van het kalenderjaar geen gebruik meer wordt gemaakt van een standplaats op de weekmarkten, kan schriftelijk ontheffing/teruggaaf worden gevraagd voor de volle maanden die in het kalenderjaar resteren. Een maand is een twaalfde deel van het nota bedrag.

Artikel 9 Nadere regels

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van het standplaatsgeld.

Artikel 10 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking doch niet voor de in lid 2 genoemde datum.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 3. Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening standplaatsgeld 2020".

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Tytsjerksteradiel van 12 december 2019.

De raad voornoemd,

de adjunct-raadsgriffier

mr. A. Dam

de raadsvoorzitter

drs. L.J. Gebben

Bijlage 1: Tarieventabel behorende bij de Verordening standplaatsgeld 2020

Gemeente Tytsjerksteradiel

Tarieventabel behorende bij de Verordening standplaatsgeld 2020

Opmerking:

Omschrijving

jaar

jaar

I. Standplaatsgeld markten

2019

2020

A

1. Het marktgeld, voor het innemen van een standplaats op openbaar terrein in het algemeen of op de weekmarkt in Burgum, Hurdegaryp, Gytsjerk, bedraagt;

a. per dag of dagdeel

€ 5,60

€ 5,90

tevens leges vergunning openbaarterrein

2. Het marktgeld, voor het innemen van een standplaats op de jaarmarkt in Burgum bedraagt per meter lengte of deel daarvan, vanaf 5 meter lengte, bedraagt;

a. per dag (of dagdeel)

€ 3,25

€ 3,45

tevens leges vergunning openbaarterrein

3. In geval van een standplaats op particulier terrein tevens gebruik wordt gemaakt van openbaar terrein wordt in rekening gebracht het tarief:

a. per dag (of dagdeel)

€ 1,45

€ 1,50

tevens leges vergunning particulierterrein

II. Standplaatsgeld kermissen

A

1. Voor het innemen van een standplaats voor een kermisattractie in Burgum in de volgende categorie, per dag

a. schiettent

€ 15,00

€ 15,00

b. zweefmolen

€ 40,00

€ 40,00

c. kindermolen

€ 15,00

€ 15,00

d. autoscooter

€ 90,00

€ 90,00

e. behendigheidsspelen

€ 40,00

€ 40,00

f. kramen verkoop etenswaren

€ 15,00

€ 15,00

g. speelgoedkraam

€ 15,00

€ 15,00

h. twister

€ 60,00

€ 60,00

i. attracties niet nader genoemd < 10m2

€ 15,00

€ 15,00

j. attracties niet nader genoemd > 10m2

€ 30,00

€ 30,00

2. Voor het innemen van een standplaats voor een kermisattractie in de andere dorpen in de volgende categorie, per dag

a. schiettent

€ 10,00

€ 10,00

b. zweefmolen

€ 30,00

€ 30,00

c. kindermolen

€ 10,00

€ 10,00

d. autoscooter

€ 60,00

€ 60,00

e. behendigheidsspelen

€ 30,00

€ 30,00

f. kramen verkoop etenswaren

€ 10,00

€ 10,00

g. speelgoedkraam

€ 10,00

€ 10,00

h. twister

€ 50,00

€ 50,00

i. attracties niet nader genoemd < 10m2

€ 10,00

€ 10,00

j. attracties niet nader genoemd > 10m2

€ 25,00

€ 25,00

III. Diensten

A . Gebruik elektriciteit

1. Markten (week)

voor het ter beschikking stellen of voor het leveren van elektriciteit per vermogen in watts per dag voor een kalenderjaar

vaste berekening 3 uren per dag maal 50 weken (excl. btw)

vermogen per uur:

1 >2000 watt

€ 65,00

€ 65,00

elke volgende stap van 2000 watt

of een deel ervan:

€ 65,00

€ 65,00

Incidentele levering electriciteit, per Kw/uur

€ 0,22

€ 0,22

1kw/h

2. Kermissen en overig

voor het ter beschikking stellen of voor het leveren van elektriciteit per vermogen in watts per dag voor een dag

vaste berekening per dag/dagdeel (excl. btw)

klein verbruik: caravans, woonverblijven, kleine attracties

€ 5,00

€ 5,00

groot verbruik /krachtstroom:

€ 10,00

€ 10,00

feesttent

€ 20,00

€ 20,00

B. Gebruik van drinkwater excl.btw