Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR632880
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR632880/1
Regeling vervallen per 01-07-2024
VGRP ROOSENDAAL 2020-2023
Geldend van 23-12-2019 t/m 30-06-2024
Intitulé
VGRP ROOSENDAAL 2020-2023De raad van de gemeente Roosendaal;
gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 1 oktober 2019;
gezien het advies van de Commissie van 14 november 2019;
BESLUIT
vast te stellen de VGRP Roosendaal 2020-2023.
INHOUDSOPGAVE
SAMENVATTING
1. WAAROM EEN VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN?
1.1 Aanleiding
1.2 Samenwerking in de (afval)waterketen
1.3 Doelstelling en geldigheidsduur
1.4 Raakvlakken
1.5 Omgevingswet
2. WAT ZIJN DE KADERS?
2.1 Taken en bevoegdheden
2.2 Uitdagingen en ontwikkelingen
3. HOE STAAN WE ER VOOR?
3.1 Stedelijk watersysteem
3.2 Terugblik afgelopen planperiode
4. WAT WILLEN WE?
4.1 Missie
4.2 Visie
4.3 Leidende principes
4.4 De basisopgave
4.4.1 Gemeentelijke zorgplichten
4.4.2 Overige zorgplichten in de waterketen
4.5 Speerpunten
4.5.1 Speerpunt 1: Werken aan klimaatbestendigheid
4.5.2 Speerpunt 2: Werken aan een goede waterbalans tussen bebouwd en landelijk gebied
4.5.3 Speerpunt 3: Waardevol water
5. WAT GAAN WE DOEN?
5.1 Gezamenlijk programma
5.2 Gemeentelijk uitvoeringsprogramma
5.2.1 Planvorming en onderzoek
5.2.2 Beheer en onderhoud
5.2.3 Uitvoeringsmaatregelen
5.2.4 Facilitair / overig
6. WAT KOST DAT?
6.1 Personele middelen
6.2 Financiële middelen
6.2.1 Uitgangspunten en uitgavenpatroon
6.2.2 Kostendekking
BIJLAGE A – BEGRIPPEN EN DEFINITIES
BIJLAGE B – TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN BELEIDSKADERS
BIJLAGE C – OVERZICHT RIOLERING EN LOZINGSPUNTEN
BIJLAGE D – GRONDWATER
BIJLAGE E – TERUGBLIK AFGELOPEN PLANPERIODE
BIJLAGE F – REFERENTIESCHEMA STEDELIJK WATERBEHEER
BIJLAGE G – ONDERBOUWING FINANCIËN
SAMENVATTING
Roosendaal ligt in een prettige en aantrekkelijke regio. Het is een fijne gemeente om in te wonen, werken en leven. Bewoners hebben veel woning voor hun geld, er zijn goede stedelijke voorzieningen, er is dorpse ruimte, veel groen, bos en open landschap. Roosendaal is hierdoor aantrekkelijk voor inwoners, bezoekers en bedrijven. Om dit zo te houden moet o.a. het watersysteem in het bebouwde en landelijke gebied tegen een stootje kunnen. In 2030 moet het watersysteem en de waterketen in staat zijn om verstoringen op te vangen, waardoor nieuwe ontwikkelingen geen bedreiging vormen. Ook dient de gewenste chemische en ecologische toestand van het watersysteem te zijn bereikt.
Dit is zomaar een stukje uit de visie zoals omschreven in de Waterketenvisie 2030 van de Waterkring West. Een plan waarin we niet alleen dromen over een klimaatbestendige en aantrekkelijke gemeente, maar ook de koers uitzetten om dit daadwerkelijk te realiseren. Het beschrijft de uitdagingen die voor ons liggen, wat we op korte en lange termijn willen realiseren, wat we gaan doen en hoe we dit zo duurzaam mogelijk financieren vanuit de rioolheffing.
Bij het woord riool zijn we nog vaak geneigd te denken aan een buis onder de grond. Maar in toenemende mate spelen bovengrondse voorzieningen een rol. De waterbergingen in Kalsdonk, Norbartlaan, Landerije, Vrouwenhof en Burgemeester Coenenpark. Allemaal voorbeelden van voorzieningen die ervoor zorgen dat we droge voeten hebben en houden. Niet alleen bij normale buien, maar ook bij extreme buien. Deze laatste categorie komt steeds vaker voor als gevolg van klimaatverandering.
Het VGRP is het bedrijfsplan voor het invullen van de zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater. In dit plan zijn de centrale thema’s: het beheer en onderhoud van de riolering en het voorkomen van wateroverlast. Dit laatste thema komt ook terug binnen de klimaatadaptatie. In Roosendaal wordt klimaatadaptatie uitgewerkt onder de paraplu van de op te stellen kadernota “Roosendaal Natuurstad”. Naast de pijlers hittestress, droogte en waterveiligheid is het VGRP de pijler voor het thema “wateroverlast”.
Hoewel we de bescherming tegen wateroverlast goed kunnen beheersen, zullen we ons blijvend tegen het water moeten wapenen met beton en kostbare buizen. Maar we kunnen aanvullend het water ook laten werken om met mooi en schoon water de leefbaarheid van Roosendaal verder te verhogen. We stoppen het water niet weg maar benutten de openbare ruimte, om tijdelijk grote hoeveelheden regenwater op te vangen en gedoseerd af te voeren naar de omgeving. De waterbergingen in Kalsdonk en Norbartlaan zijn daar fraaie voorbeelden van. Daarnaast gaan de energietransitie en het streven naar een circulaire economie voor grote veranderingen zorgen.
De uitdagingen zijn te groot om deze als gemeente en waterschap alleen op te kunnen pakken. We hebben daarbij hulp nodig van onze inwoners en bedrijven. Denk hierbij aan het scheiden van schone en vuile waterstromen, het afkoppelen van verhard oppervlak, het benutten van tuinen en daken voor het bufferen van regenwater, vergroening en natuurlijk een goed gebruik van al onze voorzieningen.
Om te komen tot een klimaatbestendige gemeente in 2050 gaan we eerst een klimaatstresstest uitvoeren. In een dergelijke stresstest wordt het effect van extreme buien doorgerekend en vertaald naar de omvang en duur van water op straat of waterschade. Hieruit komen potentiële wateroverlastlocaties naar voren. Noodzakelijke vervangingen en renovaties grijpen we aan om de kwetsbaarheid te verminderen. Structurele en bekende wateroverlastlocaties pakken we met voorrang op, maar we zullen ook wat vaker water op straat moeten accepteren (waterhinder). Aangezien een groot deel van het gemeentelijk oppervlak op particulier terrein is gelegen doen we een beroep op onze inwoners. We willen samen met inwoners aan de slag bij herinrichting/aanpassing van de bestaande ruimte. Ook verlangen wij van hen dat zij maatregelen nemen op eigen terrein.
We grijpen alle ontwikkelingen, initiatieven en plannen aan om het stedelijk en landelijk gebied en ‘natte’ ecologische zones via groen-blauwe maatregelen steviger met elkaar te verbinden. Zo brengen we mooi en schoon water en de natuur dichter bij huis. Dit zorgt niet alleen voor een verhoging van de belevingswaarde en meer verwerkingscapaciteit voor overtollig water, maar stimuleert ook de recreatie en brengt verkoeling tijdens warme zomerdagen. Een doordachte inrichting en beheer op maat moeten ervoor zorgen dat de kwaliteit van het stadswater goed is.
Door te doen en te communiceren over onze watertaken en zelf het goede voorbeeld te geven in de openbare ruimte willen we onze inwoners en bedrijven waterbewust maken. Zo gaan we meer voorlichting geven over het feit dat water op straat vaker zal voorkomen en dat we deze vorm van hinder vanuit kostenoverwegingen zullen moeten accepteren. Ook bevorderen we op allerlei manieren een duurzame omgang met water op eigen terrein.
-Wat betekent dit voor de portemonnee?- zult u zich afvragen. Voor het uitvoeren van de zorgplichten riolering (stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater) mogen we als gemeente volgens de Waterwet een heffing opleggen. Uit deze rioolheffing betalen we alle noodzakelijke maatregelen die te maken hebben met het op orde brengen en houden van een goed functionerend (afval)watersysteem, inclusief de bovengrondse voorzieningen die daar een bijdrage aan leveren. Voor de mate waarin een voorziening met een gedeelde functie bijdraagt, hanteren we een logische kostenverdeelsleutel. Nu betaalt u als inwoner of bedrijf een bedrag gebaseerd op de hoeveelheid geloosd afvalwater. Om een meer duurzame omgang met water te stimuleren onderzoeken we de komende planperiode de mogelijkheid, haalbaarheid en wenselijkheid van een gedifferentieerde rioolheffing.
Het standaardbedrag voor de rioolheffing bedraagt per 1 januari 2020 €318,80 (excl. inflatiecorrectie). Inclusief de voorgestelde inflatiecorrectie voor 2020 van 1,3% is dit € 322,95. De heffing is niet alleen het gevolg van een goede grondslag (overwegend zand), maar komt ook door doelmatig beheer en het in het verleden gekozen beleid om de kosten over de totale levensduur van de riolering in beeld te brengen. Zo relinen (zie bijlage A) we een bepaald percentage rioolbuizen in plaats van deze te vervangen en rekken we de levensduur tot een geschikt moment op door middel van rioolreparaties.
Om ook in de toekomst de riolering in goede staat te houden en de maatregelen om wateroverlast te voorkomen te kunnen bekostigen is stijging van de rioolheffing onvermijdelijk. Deze kosten zijn o.a. hydraulische aanpassingen aan het rioleringssysteem, afkoppelen van verhard oppervlak en omvormen van de verharding in parkeerplaatsen. De middelen om deze maatregelen voor klimaatadaptatie te financieren worden meegenomen tot 2050. Dit is de einddatum waarop de maatregelen gerealiseerd dienen te zijn. Hierbij is er voor gekozen om de stijging van de rioolheffing aan te laten sluiten op de bestaande ontwikkeling in het huidige VGRP.
Tabel 1.: Ontwikkeling rioolheffing (excl. inflatiecorrectie)
Knipsel 1if95d09b9-a2c5-489c-8102-008b40284844.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
1. WAAROM EEN VERBREED GEMEENTELIJK RIOLERINGSPLAN?
Maar weinig mensen beseffen hoe belangrijk riolering is. Weet u bijvoorbeeld dat riolering en de drinkwatervoorziening sinds de 19e eeuw voor de volksgezondheid meer hebben betekend dan de hele medische wetenschap daarna? Pas als het mis dreigt te gaan en er bijvoorbeeld stank‐ of wateroverlast optreedt, krijgt riolering aandacht. Verder gaat de inzameling en het transport van afvalwater vaak ongemerkt aan de inwoners voorbij. Toch worden dagelijks veel inspanningen verricht om deze kostbare infrastructuur goed te beheren.
1.1 Aanleiding
Onderliggend Verbreed Gemeentelijk RioleringsPlan (hierna: VGRP) laat zien dat we als gemeente Roosendaal terug- en vooruitkijken en verder bouwen aan een robuust en flexibel systeem. Het VGRP is een goed planinstrument om mee te kunnen bewegen met de trends en ontwikkelingen binnen dit vakgebied. Zo is er bijvoorbeeld sprake van meer extreme neerslag door klimaatverandering, een veranderende verhouding tussen overheid en burgers (burgerparticipatie en mondige burger) en verandering in wetgeving (Omgevingswet). Om mee te kunnen bewegen met de ontwikkelingen om ons heen is het wenselijk om het VGRP periodiek te actualiseren. Het door de gemeenteraad van de gemeente Roosendaal goedgekeurde VGRP 2014-2019 loopt in 2019 af, waardoor de behoefte bestaat om een nieuw plan op te stellen.
1.2 Samenwerking in de (afval)waterketen
Sinds het in werking treden van het Bestuursakkoord Water (2010) werken we als gemeente Roosendaal samen met waterschap Brabantse Delta, gemeenten Bergen op Zoom, Halderberge, Moerdijk, Steenbergen en Woensdrecht en ook de waterbedrijven Brabant Water en Evides binnen het samenwerkingsverband Waterkring West. Dit is één van de vier waterkringen voor samenwerking aan doelmatig (afval)waterbeheer onder de paraplu van de SWWB (Samenwerken aan Water in Midden en West-Brabant). Door samen op te trekken en kennis te delen kunnen we de waterketen zo optimaal mogelijk inrichten en profiteren van elkaars expertise en capaciteit. We sturen op Kwaliteit, Kwetsbaarheid en Kostenbesparing (de 3K’s) en voegen daar een vierde K aan toe: Klimaatadaptatie. Ook na 2020, wanneer het Bestuursakkoord Water afloopt, gaan we door met de samenwerking.
Het vorig VGRP hebben we samen met onze waterpartners opgesteld. Vanwege de positieve ervaringen hebben we besloten om ook voor de komende planperiode gezamenlijk een VGRP op te stellen en hiervoor een blauwdruk te maken. Het VGRP krijgt hiermee een gemeenschappelijke basis met een plaatselijk tintje als het gaat om gemeentespecifieke zaken. Om te komen tot een nieuw VGRP hebben we het bestaande plan geactualiseerd op basis van gezamenlijke wensen, ambities en beleidskeuzes. Ook de financiële aspecten zijn herzien op basis van nieuwe inzichten en informatie.
1.3 Doelstelling en geldigheidsduur
Het VGRP is een beleidsplan dat op hoofdlijnen de invulling van de gemeentelijke watertaken weergeeft. Door middel van het VGRP leggen we vast wat we willen bereiken en wat de rol van burgers en bedrijven is ten aanzien van afval-, hemel-, en grondwater. De wettelijke en beleidskaders die ten grondslag liggen aan dit VGRP zijn beschreven in hoofdstuk 2. Het VGRP vervult vier hoofdfuncties:
- 1.
Kader gemeentelijke zorgplichten
-
overzicht beleidskeuzes en ambities ten aanzien van stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater.
- 2.
Interne afstemming
-
met andere vakdisciplines binnen de gemeentelijke organisatie en met onze waterpartners.
- 3.
Externe afstemming
-
met burgers en bedrijven.
- 4.
Continuïteit en voortgangsbewaking
-
vanwege de relatief lange levensduur van stedelijke watervoorzieningen en hoge investeringen is een lange termijn aanpak essentieel (begroting, investeringen en evaluatie).
De Wet milieubeheer schrijft voor een VGRP geen geldigheidsduur voor, hierin wordt de gemeente vrijgelaten. Om de zorgplichten voor de toekomst te borgen en aan te sluiten bij een raadsperiode hebben we als waterpartners gekozen voor een geldigheidsduur van vier jaar: 2020 tot en met 2023. De riolering ligt echter veel langer dan deze planperiode in de grond. Om deze reden is dit VGRP opgesteld met een doorkijk over de gehele gebruiksduur van de riolering. De rioolheffing en de lange termijn doelstellingen zijn (mede) gebaseerd op deze doorkijk. Zo komen we tot een doelmatige invulling van de gemeentelijke zorgplichten, tegen zo laag mogelijke lasten voor de burger.
1.4 Raakvlakken
Het VGRP is een planinstrument dat meerdere raakvlakken heeft met andere plannen en beleidsvelden. Er zijn een aantal dominante ontwikkelingen die directe aanleiding geven om deze planperiode verder na te denken hoe invulling wordt gegeven aan de bestaande wijze waarop de gemeentelijke watertaken worden ingevuld. Dit zijn:
- •
Het streven naar een klimaatbestendige leefomgeving. Hierdoor ontstaan nog meer dan vroeger raakvlakken met andere beleidsvelden die bijdragen aan de ruimtelijke inrichting: groen, weg en nieuwbouwplannen.
-
Het VGRP geeft input en middelen aan voor het thema wateroverlast bij de uitwerking van de klimaatadaptie. In de in 2020 op te stellen kadernota “Roosendaal Natuurstad” wordt de klimaatadaptie verder uitgewerkt en de samenhang tussen de thema’s beschreven. Alleen maatregelen met een relatie naar de zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater zijn in het VGRP opgenomen waardoor de focus van het plan ligt op het objectenbeheer en wateroverlast.
- •
De komst van de Omgevingswet in 2021, die de vorming van een integrale omgevingsvisie verplicht stelt (zie volgende paragraaf).
- •
Daarnaast hebben we als waterpartners communicatie en duurzaamheid hoog in het vaandel staan en willen we bewoners en bedrijven actief betrekken bij (uitvoering)plannen.
- •
In de op rijksniveau overeengekomen “Aanvullende afspraken Bestuursakkoord Water” zijn naast de implementatie van de Omgevingswet ambities opgenomen met betrekking tot de kansen van de informatiesamenleving en de risico’s van digitale dreigingen.
1.5 Omgevingswet
Na het van kracht worden van de omgevingswet is het VGRP niet langer een wettelijk verplichte planvorm maar kunnen onderdelen hiervan opgaan in respectievelijk de omgevingsvisie, -plan en -programma. Toch houden wij er rekening mee dat er in de toekomst een nieuw rioleringsprogramma komt als opvolger van dit VGRP. Met zo een programma kunnen we namelijk effectief de zorg voor het riool borgen en activiteiten op elkaar afstemmen..
In dit VGRP lopen we vooruit op de komst van de Omgevingswet door rekening te houden met de beoogde opzet van de Omgevingsvisie, het Omgevingsplan en het bijbehorende Programma.
Knipsel 2i0175c832-464c-48f3-a26c-807db5364fb0.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
In de gemeentelijke Omgevingsvisie worden lange termijn integrale beleidsdoelen en kaders opgenomen en kan worden aangegeven met welke instrumenten die beleids¬doelen zullen worden nagestreefd. Hoofdstuk 3 van dit VGRP bevat een beeld van de toestand van het stedelijk watersysteem en de mate waarin wordt voldaan aan de lange termijn doelen. Dit beeld (de foto) vormt het vertrekpunt voor het bepalen van de ambitie en helpt bij het inschatten wat de gevolgen zijn van een gekozen ambitie. Hoofdstuk 4 omvat de visie, ambitie, doelstellingen en leidende principes als bouwstenen voor de gemeentelijke Omgevingsvisie. Ook geven we hier aan op welke wijze we vorm willen geven aan participatie.
In het Omgevingsplan worden alle regels ten aanzien van de fysieke leefomgeving opgenomen. De beleidsregels maken onderdeel uit van het beleidskader zoals opgenomen in bijlage F van dit VGRP. Op onderdelen zijn regels gekoppeld aan (de functies in) gebieden en geven we in het beleidskader expliciet aan als sprake is van een verplichting. Met de komst van de Omgevingswet in 2021 vervallen bepaalde regels op Rijksniveau en hebben we keuzevrijheid deze over te nemen of los te laten.
Van de gemeenten en waterschappen wordt niet verwacht dat zij direct bij inwerkingtreding van de Omgevingswet regels vaststellen over het lozen van regenwater. De overgangsrechtelijke oplossing hiervoor is de zogeheten “bruidsschat”. De bruidsschat bevat bestaande rijksregels die vervallen. Deze regels worden via het Invoeringsbesluit Omgevingswet aan alle omgevingsplannen en waterschapsverordeningen toegevoegd, die bij inwerkingtreding van rechtswege ontstaan. Het omgevingsplan en de waterschapsverordening bevatten dus bij inwerkingtreding de huidige rijksregels over het lozen van regenwater, inclusief de zorgplicht en de bevoegdheid tot het stellen van maatwerkvoorschriften.
Er is een overgangsperiode ingesteld (voor gemeenten tot 2029, voor waterschappen tot 2023) zodat gemeenten en waterschappen aan alle vereisten van het nieuwe stelsel kunnen gaan voldoen. Zij hebben daarbij de vrijheid om te doen wat ze willen met de bruidsschatregels: schrappen, aanpassen of behouden (bron: “Advies aanpak knelpunten klimaatadaptief bouwen”, Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties, 2019).
Een Programma is een pakket van beleidsvoornemens en maatregelen om omgevingswaarden of doelen in de leefomgeving te bereiken en daaraan te blijven voldoen. De voorgenomen acties en (gebiedsgerichte en gezamenlijke) maatregelen voor het thema (stedelijk) water en de bijbehorende financiële middelen zijn opgenomen in hoofdstukken 5 en 6 van dit VGRP.
De gemeente kan in het programma het beleid voor de ontwikkeling, het gebruik, het beheer, de bescherming of het behoud van de fysieke leefomgeving uitwerken.
2. WAT ZIJN DE KADERS?
Bij het invullen van de zorgplicht riolering hebben we te maken met verschillende taken en bevoegdheden van de diverse waterpartners en nieuwe uitdagingen en ontwikkelingen waar we op willen inspelen. De kaders in dit hoofdstuk vormen het speelveld om te komen tot een doelmatig uitvoeringsprogramma.
2.1 Taken en bevoegdheden
De zorg en verantwoordelijkheid voor het water is in handen van gemeenten, waterschappen, waterbedrijven, provincie en perceeleigenaren. Iedere partij heeft hierin zijn eigen verplichtingen en bevoegdheden, die zijn vastgelegd in wetgeving of beleid (zie tabel1).
De belangrijkste wetten en beleidskaders die ten grondslag liggen aan dit VGRP zijn de Europese Kaderrichtlijn Water, de Waterwet, de Wet milieubeheer, de Gemeentewet en de Algemene lozingsbesluiten. In bijlage B hebben we het wettelijk kader verder toegelicht.
Tabel 1: taken en bevoegdheden waterketenpartners
Knipsel 3ic61239da-d38e-4b88-8b2e-9085f7a33db0.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 4i4f591f23-8a3e-4910-9e54-476863e6f9ed.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 4ai8d80cda9-35f6-4a53-bb4d-64aae9608fcd.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 5icdc9ee21-52a9-4052-a259-e18c96b729cc.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 6iac635ee1-dc87-49bc-bc6a-ee3adf8ccc4e.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
2.2 Uitdagingen en ontwikkelingen
Het gemeentelijke waterbeheer staat niet op zich, maar is continu in beweging door diverse uitdagingen en ontwikkelingen. De belangrijkste zijn onderstaand beschreven en vormen de basis voor de speerpunten voor de planperiode 2020-2023 (hoofdstuk 4).
Klimaatverandering
Het klimaat is aan het veranderen en leidt tot meer extremen. Het wordt natter, droger en warmer. Het (hemel) watersysteem en de afvalwaterketen moet de neerslag zo goed als mogelijk kunnen verwerken. Het besef groeit dat dit niet meer uitsluitend met grotere rioolbuizen is op te vangen, maar dat een bredere aanpak noodzakelijk is. Naast afstemming met andere disciplines (intern/extern) willen we kansen en mogelijkheden in de openbare ruimte beter benutten. We zullen in het kader van klimaatadaptatie een afweging moeten maken tussen het accepteren of beperken van schade door wateroverlast bij extreme buien. Deze aanpak richt zich op afstemming binnen de waterketen, in de openbare ruimte (klimaatadaptatie) en op particulier terrein. In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) zijn doelstellingen opgenomen om in 2020 klimaatrobuust te handelen en in 2050 een klimaatrobuuste leefomgeving te hebben.
Bij het inrichten van riolering, transportsysteem en zuivering is het momenteel nog niet vanzelfsprekend rekening te houden met de risico’s en gevolgen van overstromingen. De kwetsbaarheid van de afvalwaterketen bij overstromingen is op basis van het Deltaprogramma Ruimtelijke Adaptatie in 2017 in beeld gebracht. Waterschap Brabantse Delta heeft in het kader van waterveiligheid stresstesten van het regionale watersysteem uitgevoerd, gemeente Roosendaal van de riolering.
Het VGRP is het bedrijfsplan voor het invullen van de zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater. In dit plan zijn de centrale thema’s: het beheer en onderhoud van de riolering en het voorkomen van wateroverlast. Dit laatste thema komt ook terug binnen de klimaatadaptatie. In Roosendaal wordt klimaatadaptatie uitgewerkt onder de paraplu van de op te stellen kadernota “Roosendaal Natuurstad”. Naast de pijlers hittestress, droogte en waterveiligheid is het VGRP de pijler voor het thema “wateroverlast”.
Uitputting energie en grondstoffen
Wereldwijd worden grondstoffen schaarser of raken zelfs helemaal uitgeput. Dit betekent onder meer dat de Nederlandse energiehuishouding duurzamer en minder afhankelijk van eindige fossiele brandstoffen moet worden. Afvalwater en reststromen worden daardoor steeds waardevoller, zowel vanuit het oogpunt van verduurzaming, maatschappelijke verantwoordelijkheid of een economisch rendabele business case. De huidige investeringsagenda van de kabinetsformatie is gericht op 100% energieneutraal en klimaatbestendig maatschappelijk vastgoed in 2040 en 100% hernieuwbare energie in 2050.
Veranderende wetgeving
Een belangrijke ontwikkeling binnen de planperiode van dit VGRP is de komst van de Omgevingswet. Deze wordt naar verwachting per 1 januari 2021 van kracht. De Omgevingswet stelt, veel meer dan de traditionele ruimtelijke ordening, de fysieke omgeving centraal. Leefbaarheid en gezondheid spelen hiermee een meer nadrukkelijke rol in de belangenafweging tussen mobiliteit, water, groen, bebouwing etc. Met het in werking treden van de Omgevingswet in 2021 zal het VGRP naar verwachting facultatief worden en opgaan in een programma.
Energietransitie
De openbare ruimte gaat veranderen. Zo zal met de verandering naar een aardgasloze samenleving een nieuwe ondergrondse energie-infrastructuur ontstaan, waarbij ook afvalwater steeds meer leverancier wordt van energie en grondstoffen. Met het ontkoppelen van gasleidingen en de (mogelijke) aanleg van ondergrondse warmwaterleidingen gaat de straat open. Dit biedt kansen om de onder- en bovengrondse infrastructuur kostenefficiënt te vernieuwen en samen meerwaarde te creëren. De regio heeft de ambitie om in 2050 energieneutraal te zijn. Om deze ambitie waar te maken is op korte termijn een versnelling van de energietransitie nodig. Met de regionale energiestrategie gaat de regio het tempo verhogen. Doel van de regionale energie- en klimaatstrategie is om op regionaal niveau stevig in te zetten op de energietransitie. Door krachten in de regio te bundelen, barrières te slechten, de totstandkoming van concrete projecten te versnellen en aan te haken op economische, ruimtelijke en maatschappelijke ontwikkelingen.
Participatie en bewustzijn
We kunnen de gebouwde omgeving niet in één keer klimaatbestendig en waterrobuust maken. Opgaven worden daarom steeds vaker integraal opgepakt en gekoppeld aan andere ruimtelijke ontwikkelingen. Op deze wijze lossen we niet alleen (potentiële) problemen op maar verhogen we tevens de leefbaarheid van de omgeving. Aangezien meer dan vijftig procent van de gebouwde omgeving in handen is van particulieren/ private partijen, ligt het voor de hand om gezamenlijk op te trekken. Dit past in de geest van de Omgevingswet, waarin participatie wordt bevorderd door minder regels en meer speelruimte.
Vitaliteit
Bij langdurige uitval van de water infrastructuur, bijvoorbeeld door een langdurige stroomstoring of een grootschalige computerstoring, kan maatschappelijke ontwrichting optreden. In dat geval is sprake van een aanzienlijk verstorend effect, veel slachtoffers, grote (economische) schade en aantasting van vitale belangen. Bovendien kan adequaat herstel van deze infrastructuur zeer lang gaan duren en zijn er geen reële alternatieven voorhanden, terwijl grote groepen personen hier afhankelijk van zijn. Wanneer een verstoring of uitval van een proces maatschappelijke ontwrichting kan veroorzaken is dit proces vitaal. Ten tijde van het opstellen van dit plan wordt op rijksniveau van verschillende soorten van infrastructuur op vitaliteit beoordeeld. Voor drinkwater (winning en distributie) is dit al gebeurd. Waterbedrijven laten dit doorwerken in onder andere hun leveringsplannen. Het volledige proces van afvalwater wordt nog beoordeeld. Afhankelijk van de uitkomst heeft dit mogelijke consequenties voor de inrichting van de waterketen. De extreme droogte in 2018 heeft duidelijk gemaakt dat we ook op dit vlak meer rekening moeten gaan houden met de mogelijke effecten hiervan op o.a. schade aan gebouwen, volksgezondheid etc.
Programma Aanpak Stikstof (PAS)
Op 29 mei 2019 heeft de Raad van State een uitspraak gedaan dat het PAS niet als basis gebruikt mag worden voor toestemming van activiteiten. Het is niet bekend welke invloed of risico’s dit heeft voor de uitvoering van het VGRP.
3 . HOE STAAN WE ER VOOR?
Om de goede dingen goed te kunnen doen is inzicht in de ontwikkeling van het te beheren areaal, de toestand van de objecten en in het functioneren van het systeem nodig. Dit hoofdstuk geeft een indruk hoe we ervoor staan.
3.1 Stedelijk watersysteem
Onderstaand is een overzicht opgenomen van het areaal, de toestand en het functioneren.
Kenmerken
Voor het inzamelen en transporteren van het vrijkomende afval- en regenwater beschikken we als gemeente Roosendaal over een rioolstelsel met een totale lengte van 524 km en 126 rioolgemalen. Om ervoor te zorgen dat.tijdens extreme neerslag geen wateroverlast optreedt, is het rioolstelsel voorzien van riooloverstorten en hemelwaterlozingspunten. Speciale rioolvoorzieningen (bergbezinkbassins) beperken de vuiluitworp van de riolering naar het oppervlaktewatersysteem. Het afvalwater in het buitengebied wordt ingezameld met 566 pompunits en verpompt via 147 km aan persleidingen en drukriolering. Al dit afvalwater wordt gezuiverd op de rioolwaterzuiveringsinrichtingen (RWZI) Bath.
In Tabel 2 hebben we de belangrijkste kenmerken van het stedelijk watersysteem van onze gemeente weergegeven.
Tabel 2: overzicht voorzieningen stedelijk watersysteem Roosendaal
Knipsel 7i2f0fff08-48c5-43b1-9ebc-9a2f407549dd.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
* Behoort niet tot de zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater.
Toestand objecten
In de afgelopen planperiode hebben we het planmatige beheerproces voor de vrijverval riolering verder geoptimaliseerd. De belangrijkste wijziging is de overgang van cyclisch beheer (1x per 10 jaar reiniging en inspectie) naar datagedreven risico-gestuurd beheer. Dit houdt in dat ieder rioleringsobject wordt gekwalificeerd in termen van toestand en risico op basis van o.a. schadebeelden en de onderhoudshistorie in relatie tot de (bovenliggende) functie. Dit leidt tot effectiever onderzoek en onderhoud en beter onderbouwde maatregelen. Als beheerder nemen we op basis van adviezen van de uitvoerende partij van een meerjarig onderhoudscontract beslissingen over te nemen maatregelen, rekening houdend met andere disciplines in de openbare ruimte. In het geval de toestand dermate slecht is dat repareren geen optie meer is renoveren of vervangen we het rioleringsobject. De leeftijd van het object is hierbij ondergeschikt. Via de beheerkalender stemmen we de werkzaamheden af met de andere beheerdisciplines. Naast het planmatig beheer voeren we ad-hoc reparaties uit op basis van meldingen. Dit betreft o.a. het repareren van wegverzakkingen als gevolg van lekkages, het doorspuiten van huisaansluitingen en vervangen van huisaansluitingen of putafdekkingen.
Ook hebben we ingezet op de opbouw van goede beheerdata. Via rioolinspecties hebben we het inzicht in het functioneren van het rioolstelsel verder vergroot. In de periode t/m 2018 hebben we ca. 84% van het totale areaal aan vrijvervalriolering geïnspecteerd. Jaarlijks reinigen en inspecteren we ongeveer 10% van het de vrijvervalriolering. Op die manier houden we een vinger aan de pols en weten we wanneer we moeten ingrijpen.
De basisgegevens en toestand van de riolering wordt geregistreerd in het beheersysteem GBI.
Knipsel 8iec391362-f718-4b0d-b3a4-02e5d438972d.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
De kwaliteit van gemalen, randvoorzieningen en persleidingen is goed. Eenmaal per jaar worden deze installaties geïnspecteerd en gereinigd. Op de mechanische en elektrische onderdelen wordt gelijktijdig kleinschalig onderhoud uitgevoerd. Kleine reparaties worden uitgevoerd bij het jaarlijks onderhoud of apart ingepland. Bouwkundige renovaties en vervanging van de mechanische installaties worden opgenomen in de Beheerkalender.
De basisgegevens en toestand van gemalen, randvoorzieningen en persleidingen wordt geregistreerd in het gemaalbeheersysteem SAM. Dit systeem is nog niet geheel geïmplementeerd omdat de assetpakketten nog niet werken.
De grondwaterstand in de 104 peilbuizen van het grondwatermeetnet wordt dagelijks gemeten. Op basis van deze metingen wordt een grondwaterjaarverslag opgesteld waarin de resultaten zijn beschreven en toegelicht. Voor Roosendaal en Wouw worden gebiedsdekkende kaarten opgesteld, zie bijlage D. In deze kernen staan voldoende peilbuizen om deze kaarten te kunnen maken. Het aantal peilbuizen in de kernen Moerstraten, Wouwse Plantage, Heerle en Nispen is te gering om hiervoor betrouwbare kaarten te maken.
De metingen uit 2017 en 2018 zijn nog niet vertaald naar een grondwaterjaarverslag door onderbezetting in de organisatie van het waterbeheer. In het grondwaterjaarverslag 2019 worden deze metingen meegenomen zodat een aansluitende meetreeks en gebiedsdekkend beeld ontstaat.
Aandachtsgebieden voor grondwateroverlast zijn Vrouwenhof, Ligapark, Westrand en het gebied langs de Molenbeek.
Functioneren systeem
Als gevolg van verbetermaatregelen in de afgelopen planperioden functioneert het rioleringssysteem goed. Er zijn grote knelpunten met betrekking tot het hydraulisch of milieutechnisch functioneren. Wel zijn er op basis van ervaringen op een aantal aandachtlocaties wateroverlast (zie Tabel 3). Deze aandachtlocaties en berekende wateroverlastlocaties bepalen samen mede de urgentie om de kwetsbaarheid van locaties ten aanzien van wateroverlast te verminderen in samenhang met andere klimaathema’s.
Tabel 3: aandachtlocaties wateroverlast
Knipsel 9ibd591263-924e-4ee7-b077-75d231c99adf.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
De gemalen, randvoorzieningen en persleidingen functioneren binnen de gestelde ontwerpcriteria.
Effect op de omgeving
We merken een lichte daling in het aantal klachten met betrekking tot onze zorgplichten. De meeste klachten kwamen voort uit de beperkte hydraulische capaciteit, er is nauwelijks stankoverlast geweest. Het bestaande rioolstelsel is gedimensioneerd op een bui die statistisch eenmaal per twee jaar voorkomt (bui 8, kennisbank riolering). Maatregelen voor het oplossen van meer extreme neerslag zoeken we steeds meer in de openbare ruimte. In de afgelopen periode hebben we hiertoe bijvoorbeeld een aantal bovengrondse retentievoorzieningen aangelegd. De ervaring leert dat het voor onze inwoners niet meteen duidelijk is wat de functie is van bovengrondse voorzieningen zoals bijvoorbeeld retentievoorzieningen en wadi’s. Dergelijke voorzieningen stellen eisen aan het gebruik en onderhoud. Voordeel van bovengrondse voorzieningen is dat deze een dubbelfunctie kunnen hebben. Naast waterberging blijft het verlaagde deel een functie houden van bijv. plantsoen, voet- of fietspad, speelgelegenheid, etc.
Onder onze inwoners is het bewustzijn over de impact van de klimaatverandering op de omgeving nog beperkt. Met voorlichting en een betere communicatie willen wij het waterbewustzijn van onze inwoners verbeteren.
3.2 Terugblik afgelopen planperiode
Om aandachtspunten voor de komende planperiode in beeld te brengen hebben we een evaluatie op Waterkring-niveau en een evaluatie op gemeenteniveau laten uitvoeren. Het resultaat hiervan is samengevat weergegeven. In bijlage E is afgelopen planperiode beschreven.
Waterkring West
Kwaliteit
Als we terugkijken op de voorgaande planperiode dan kunnen we stellen dat de samenwerking duidelijk meerwaarde heeft betekend voor het gezamenlijk opstellen van een VGRP, het delen van informatie, gezamenlijke projecten zoals DIV (Digitale Informatie Verwerking) en onderhoud watersystemen en het gezamenlijk meten en monitoren. In praktijk is de meerwaarde voor samenwerking op het vlak van onderhoud aan gemalen en persleidingen niet gerealiseerd .
Kostenbesparing
Door optimalisatie en soms uitstel of afstel van investeringen zijn de afgelopen periode kosten bespaard. Het percentage afgestelde investeringen bedraagt ongeveer 6%. De uitgestelde investeringen (4%) leiden tot een verschuiving van investeringen in de tijd.
Kwetsbaarheid
Hoewel eerder sprake was van een achterstand lopen de meeste samenwerkingsprojecten nu op schema. Meten en monitoren heeft een nieuwe scope en planning gekregen. De totale capaciteit is (net) voldoende, calamiteiten en personele wisselingen daargelaten. Het kost moeite om de gewenste capaciteit te leveren. Hierdoor staat de voortgang vaak onder druk. In de aanvulling op het Bestuursakkoord Water (2018) is het verminderen van de ‘personele kwetsbaarheid’ benoemd als specifiek aandachtspunt. De steeds complexere taken vragen om de aanwezigheid van specifieke kennis en samenwerkingscompetenties bij professionals. En dat terwijl veel ervaren medewerkers de komende jaren met pensioen gaan en de krapte op de arbeidsmarkt voor technisch personeel groeit.
Gemeente Roosendaal
De afgelopen jaren is het VGRP een belangrijke leidraad geweest bij het uitvoeren van onze dagelijkse taken en de onderbouwing van de rioolbegroting.
Behalen doelen
In het VGRP 2014-2019 hebben we ons voorgenomen te streven naar een duurzame en doelmatige invulling van de rioleringszorg, waarin de bescherming van de volksgezondheid, behoud van droge voeten en een goede waterkwaliteit gewaarborgd zijn.
Bescherming van de volksgezondheid
Aan het doel ‘bescherming van de volksgezondheid’ hebben we de afgelopen planperiode voldaan: er is geen afvalwater vanuit de riolering op straat terechtgekomen en er zijn geen incidenten geweest waarbij er een verhoogd risico was voor het in contact komen met afvalwater. Wel is na hevige neerslag en na een calamiteit bij het waterschap rioolwater in het oppervlaktewater terechtgekomen. We hebben de voorgenomen maatregelen om het rioolsysteem in stand te houden grotendeels uitgevoerd.
Behoud van droge voeten
Ook aan het doel om droge voeten te hebben en te houden hebben we voldaan. Af en toe hebben we last gehad van water op straat in de vorm van hinder. Hieruit zijn een aantal aandachtlocaties naar voren gekomen. Wateroverlast op grote schaal is niet opgetreden. We hebben geen klimaatstresstest uitgevoerd om het effect van extreme buien op het functioneren van het systeem in beeld te brengen. Op basis van een doorrekening van het Centraal Stelsel in Roosendaal en het gehele rioleringsstelsel in Wouw met een zogenoemde bui 8, bui 10 en een extreme bui (bui Herwijnen) hebben we een blauwe vlekkenkaart opgesteld. Deze vlekkenkaart (op dit moment nog niet beschikbaar voor de hele gemeente) helpt ons bij het prioriteren van aan te pakken wateroverlastlocaties.
Knipsel 10i52ea2b30-bc16-4fae-a37b-3ab975e9bb19.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 11i2f0def84-e90c-4b40-a4f0-6aeb1e654591.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Goede waterkwaliteit
Het doel om een goede waterkwaliteit te waarborgen hebben we grotendeels gehaald. In 2017 is er in de kern Roosendaal een onderzoek geweest naar de invloed van het rioleringssysteem op de waterkwaliteit. Over het algemeen bleek de waterkwaliteit voldoende te zijn. Wel is uit het onderzoek naar voren gekomen dat er op een aantal locaties maatregelen genomen moeten worden om de waterkwaliteit te verbeteren. Mogelijk volgen vanuit de Kader Richtlijn Water (KRW) in de toekomst aanvullende eisen. In dat geval zullen we extra maatregelen moeten nemen om te kunnen voldoen aan de richtlijn.
Uitvoeren activiteiten
In Bijlage E is een overzicht opgenomen van de in het vorige VGRP geplande maatregelen en de status hiervan. De maatregelen zijn overwegend uitgevoerd of in voorbereiding (ca. 90%). Een beperkt aantal maatregelen is uitgesteld (4%) als gevolg van het streven naar werk met werk maken en gebrek aan personele capaciteit. Uitgestelde werkzaamheden zijn afgestemd en opgenomen in de beheerkalender. Vervallen projecten (6%) bleken bij de voorbereiding technisch niet haalbaar, is aanvullend kwaliteitsonderzoek noodzakelijk of waren niet meer noodzakelijk. Van het totaal geplande investeringsbedrag van € 16,3 milj. is € 15,4 milj. uitgevoerd/in uitvoering.
Personele capaciteit
Afhankelijk van de mate van uitbesteden is de benodigde formatie volgens landelijke kentallen, 6,4 tot 15,4 fte. De beschikbare bezetting was 6,9 FTE in de afgelopen periode. De beschikbare formatie is net genoeg om de basisactiviteiten uit te voeren. Door onderbezetting is wat achterstand opgelopen in geplande werkzaamheden en kwamen we niet altijd toe aan de uit te voeren taken. Deze achterstand dient in deze planperiode ingehaald te worden
Op basis van de ervaringen in de afgelopen periode kunnen we stellen dat extra werkzaamheden met een vooruitziend karakter, zoals klimaatadaptatie, niet uitgevoerd kunnen worden bij de huidige formatie.
Financiële ontwikkeling
Bij de vaststelling van het VGRP Roosendaal 2014-2019 is gemeld dat we de financiën 2-jaarlijks evalueren en de bevindingen met de gemeenteraad terugkoppelen. Deze evaluatie is in 2016 en in 2018 uitgevoerd. Op basis van deze evaluaties zijn de exploitatiekosten en investeringsuitgaven wat bijgesteld. De exploitatiekosten bleken bijvoorbeeld in 2016 lager uit te vallen vanwege meevallende onderhoudskosten. In 2018 vielen de exploitatiekosten juist hoger uit als gevolg van hogere kosten voor kwijtschelding. Door uitstel van projecten zijn de budgetten voor investeringen ook iets omlaag bijgesteld. Het netto-effect van de bijstellingen was een kleine verlaging in kosten ten opzichte van de geplande kosten. Bovendien is de rente in 2016 bijgesteld van 3,75% naar 2,0%. Dit heeft in 2016 geleid tot een bijstelling van de heffing van jaarlijks 1,9% (boven de inflatiecorrectie) naar 0,6%. In evaluatie van 2018 is deze bijstelling gehandhaafd.
Aandachtspunten
De riolering moet van voldoende kwaliteit zijn om langdurig droge voeten, schoon water en een schone bodem te kunnen garanderen. De laatste jaren zijn de voorgenomen activiteiten grotendeels uitgevoerd. Er is echter gebleken dat er geen ruimte is om activiteiten op het gebied van klimaatadaptatie op te pakken. Om beter te kunnen anticiperen op ontwikkelingen is meer personele capaciteit nodig. Zo hebben we bijvoorbeeld geen klimaatstresstest uitgevoerd en willen we samen met inwoners aan de slag bij herinrichting/aanpassing van de bestaande ruimte.
Daarnaast is de methode van het opstellen van de projectplanning veranderd ten opzichte van vorige jaren. Binnen onze gemeente hanteren we een beheerkalender voor integrale afstemming van projecten en het signaleren van kansen om projecten gezamenlijk uit te voeren (meekoppelkansen). Samen met andere afdelingen is de beheerkalender vastgesteld t/m 2024. Interne communicatie tussen verschillende afdelingen en tussen de bestuurlijke en ambtelijke organisatie is met de invoering van de beheerkalender belangrijker geworden. Tot slot is gebleken dat onze heffingsgrondslag verouderd is. Aandachtpunt voor de komende planperiode is een onderzoek naar doelmatigheid van de kostenonderbouwing.
4 . WAT WILLEN WE?
In dit hoofdstuk kijken we vooruit, beschrijven we wat we willen bereiken en laten we zien hoe we daar vanuit een goede basis en met gepaste ambities en (gezamenlijke) strategieën naartoe werken. Een goede basis verkrijgen we met het continueren van de uitvoering van planmatige taken.
4.1 Missie
Onze missie is te zorgen voor een duurzame en doelmatige invulling van de zorgplichten afvalwater, hemelwater en grondwater ter bescherming van de volksgezondheid, behoud van droge voeten en een goede waterkwaliteit.
4.2 Visie
Samen met onze waterpartners hebben we een waterketenvisie 2030 opgesteld voor een toekomstbestendige waterkring. Deze visie heeft mede richting gegeven aan dit plan en vormt een bouwsteen voor de Omgevingsvisie.
Knipsel 12if67c7c41-482a-46fd-b6f0-12d5cbc97b1b.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Roosendaal ligt in een prettige en aantrekkelijke regio. Het is een fijne gemeente om in te wonen, werken en leven. Bewoners hebben veel woning voor hun geld, er zijn goede stedelijke voorzieningen, er is dorpse ruimte, veel groen, bos en open landschap. Roosendaal is hierdoor aantrekkelijk voor inwoners, bezoekers en bedrijven. Om dit zo te houden moet o.a. het watersysteem in het bebouwde en landelijke gebied tegen een stootje kunnen. In 2030 moet het watersysteem en de waterketen in staat zijn om verstoringen op te vangen, waardoor nieuwe ontwikkelingen geen bedreiging vormen. Ook dient de gewenste chemische en ecologische toestand van het watersysteem te zijn bereikt.
Dit is mogelijk doordat we de keten en het systeem gezamenlijk met andere (water)partners in de openbare ruimte hebben ingericht. De openbare ruimte kan pieken regenwater opvangen, negatieve effecten van hitte beperken en langere perioden van droogte opvangen. Ook op particuliere percelen wordt meer regenwater vastgehouden zodat het de kans krijgt om in de bodem te zakken. Op deze manier zijn de gevolgen van piekbuien beperkt en ontlasten we de riolering en afvalwaterwaterzuivering. Verhard oppervlak afgekoppeld om wateroverlast te voorkomen, er is meer ruimte voor water te behouden of gecreëerd, de leefomgeving is groen, robuust en klimaatbestendig ingericht en kwetsbare locaties hebben een hogere bescherming gekregen. Natuurgebieden zijn onderling verbonden door de ecologische verbindingszones en een groenblauwe dooradering maakt dat Roosendaal een echte natuurstad is. Samen vormen ze het Natuurwetwerk Brabant.
Door de (flexibele) peilgestuurde inrichting van gebieden, realisatie van voldoende berging en open water en waterconservering in de zandgronden, vormen lange perioden van droogte of neerslag geen grote bedreiging meer. Er is een goede balans ontstaan tussen het bebouwde gebied, de landbouw, de natuur en de recreatie. De zoetwatervoorziening is robuust, kwelstromen zijn hersteld, trekvissen zijn weer terug en (afval)water wordt als grondstof benut. De natuurlijke variatie aan leefgebieden voor planten en waterinsecten is waar mogelijk hersteld en het waterbeheer is een succes doordat bewoners en bedrijven steeds vaker waterbewust handelen.
Dit alles is bereikt door integraal te werken in de openbare ruimte en samen op te trekken binnen de waterkring. Samen gaan we namelijk efficiënter en doelmatiger te werk, zijn we beter in staat om de leefbaarheid van onze omgeving te verhogen en onze openbare drinkwatervoorziening duurzaam veilig te stellen. Door te investeren op plekken waar dit de meeste impact heeft zijn we in staat (geweest) om de waterkwaliteit en ecologie verder te verbeteren en winnen we nu op strategische plekken energie en grondstoffen terug.
4.3 Leidende principes
Bij de invulling van onze wettelijke watertaken en het nastreven van onze ambities laten we ons leiden door onderstaande leidende principes:
Meerwaarde creëren
Waar mogelijk creëren we vanuit de invulling van de zorgplichten meerwaarde voor de omgeving:
- •
We dragen (binnen de reikwijdte van de wettelijke zorgplichten) bij aan ontwikkelingen die meerwaarde hebben voor onze leefomgeving. Daarbij stellen we ons omgevingsgericht op en kijken nadrukkelijk ook naar mogelijke bijdragen aan of effecten op o.a. gezondheid en omgevingskwaliteit.
- •
Voor een goede kwaliteit van ons water blijven we handelen in lijn met de Kaderrichtlijn Water (KRW) en Grondwaterrichtlijn (GWR). Daarbij hebben we oog voor de ecologie, de morfologie (beperken piekafvoeren), de stoffen in het water én het vermijden van (nieuwe) gezondheidsrisico’s.
- •
We kijken zowel binnen als buiten de gemeentegrens of en hoe we, ontwikkelingen die gaande zijn, slim kunnen combineren. We wentelen waterproblemen niet af, tenzij dit op regionaal niveau doelmatiger is.
- •
In ons eigen handelen kijken we bewust naar hoe klimaatproof en energie-efficiënt wij dit doen en leggen hierbij de nadruk op het bevorderen van duurzame initiatieven.
Doelmatig waterbeheer
In lijn met het bestuursakkoord Water blijven we streven naar een zo doelmatig mogelijke werking van de waterketen:
- •
Verwerken van hemelwater voeren we uit via de voorkeursvolgorde voor waterkwaliteit (schoonhouden-scheiden-zuiveren) en voorkeursvolgorde waterkwantiteit (hergebruik-bergen-afvoeren.
- •
Bij onze werkzaamheden kijken we of het meerwaarde heeft om gezamenlijk op te trekken binnen de waterkring. We verdelen de watertaken op zodanige wijze dat we optimaal gebruik kunnen maken van elkaars kennis en ervaring;
- •
Het ingezette pad van uniformering op het vlak van o.a. maaien en baggeren, meten en monitoren, centraal databeheer, asset management, kostentoerekening en incidentenbeheersing zetten we door. We streven als waterpartners naar synergie door gezamenlijk infrastructurele werkzaamheden te plannen en verhogen daarmee tevens de kwaliteit.
- •
Door gezamenlijk te meten en de data te analyseren ontstaat inzicht in kwetsbare onderdelen/locaties en onbenutte capaciteit. Door de centrale controlekamer voor gemalen en zuiveringen bij waterschap Brabantse Delta (verkeerstoren) optimaal in te richten houden we een vinger aan de pols en kunnen we tijdig anticiperen op situaties.
- •
Voldoende gebiedskennis en systeemkennis zijn van belang om de juiste investeringsbeslissingen te kunnen nemen. Met het verminderen van de afhankelijkheid van derden ontwikkelen we eigen kennis en blijven we goed in staat om projecten in regie uit te voeren. Zeker op het gebied van asset management en klimaatadaptatie kunnen we nog veel kennis uitwisselen tussen de waterketenpartners onderling en daarbuiten.
- •
Conform de “Aanvullende afspraken Bestuursakkoord Water” ontwikkelen we de komende planperiode een (gezamenlijke) visie en aanpak om de kansen van de informatiesamenleving beter te benutten en de risico’s van digitale dreigingen te beperken.
Participatie
In lijn met het gedachtengoed van de Omgevingswet willen we de maatschappelijke betrokkenheid verhogen:
- •
We vinden participatie van omwonenden en betrokkenen bij projecten in de buitenruimte een vanzelfsprekende zaak. Waar mogelijk willen we dat omwonenden meedenken tot feitelijk meedoen aan en kunnen profiteren van projecten.
- •
Inwoners en ondernemers willen we via gerichte communicatie betrekken bij het uitvoeren van onze watertaken en het nastreven van ambities. We richten onze communicatie in op een traject van waterbewust worden, naar waterbewust zijn en richting waterbewust handelen.
- •
In wateroverlastgevoelige gebieden raadplegen we perceeleigenaren en daar waar de urgentie hoog is zoeken we in de vorm van een risico- of klimaatdialoog naar een gedragen balans tussen korte en lange termijn oplossingen versus het accepteren van eventueel optredende waterschade.
- •
We ontvangen gevraagd en ongevraagd advies van onze Denktank Water, die bestaat uit inwoners met affiniteit en deskundigheid op het vlak van water.
4.4 De basisopgave
Volgens de Wet milieubeheer en de Waterwet hebben gemeenten drie wettelijke zorgplichten t.a.v. afval-, hemel- en grondwater (zie bijlage B) en een verantwoordelijkheid voor de zorgplicht drinkwater. De komende planperiode blijven we op planmatige en doelmatige wijze invulling geven aan deze zorgplichten. Op hoofdlijnen handhaven we de huidige koers en stellen deze bij om in te spelen op de komst van de nieuwe Omgevingswet en klimaatadaptatie. In de in 2020 op te stellen kadernota “Roosendaal Natuurstad” wordt de klimaatadaptie verder uitgewerkt en de samenhang tussen de thema’s beschreven. Alleen maatregelen met een relatie naar de zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater zijn in het VGRP opgenomen waardoor de focus van het VGRP ligt op het beheer en onderhoud van de objecten en wateroverlast.
In de vorige planperiode hebben we een verkennend onderzoek uitgevoerd naar een meer risicogestuurde benadering van de vervangingsopgave en onderhoudswerkzaamheden. De komende planperiode zetten we hierin vervolgstappen. Vanwege verschillen in de lokale situatie is dit vooralsnog een gemeentespecifiek spoor.
Met de opzet van dit VGRP sluiten we aan op de Omgevingsvisie Noord-Brabant waarin het werken aan veiligheid, gezondheid en omgevingskwaliteit centraal staat. Gemeente, waterschap en waterbedrijf informeren elkaar in een zo vroeg mogelijk stadium over nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen zodat kansen kunnen worden gecreëerd of in ieder geval vroegtijdig randvoorwaarden inzichtelijk worden. Hierdoor kan tijdig worden besproken hoe belangen elkaar raken, mogelijk tegenstijdig met elkaar zijn of wel kan, maar grote financiële/technische consequenties heeft. Met de bestuurlijke vaststelling van dit VGRP ligt er een basis om de waterketenbelangen in de Omgevingsvisie te verankeren.
Om te kunnen inspelen op de effecten van klimaatverandering houden we binnen de zorgplichten meer dan voorheen rekening met extreme situaties en waar doelmatig verkleinen we de risico’s. Om (kosten)effectiever de effecten van klimaatverandering te kunnen opvangen nemen we investeringsbeslissingen in samenhang met investeringen in de openbare ruimte, tenzij dit niet doelmatig is. Door uit te gaan van jaarbudgetten, gebaseerd op de vervangingsplanning van de objecten, en de voorziening te benutten om al dan niet te temporiseren kunnen we beter sturen op synergie. We informeren de gemeenteraad hier jaarlijks over via het proces van de Beheerkalender.
4.4.1 Gemeentelijke zorgplichten
Met dit VGRP dragen we bij aan de volgende omgevingsgerichte lange termijn doelstellingen:
- •
Bescherming van de volksgezondheid;
- •
Droge voeten (bebouwd gebied);
- •
Schoon water en een schone bodem.
In bijlage F is het gezamenlijk beleidskader opgenomen van Waterkring West. Dit beleid vormt de basis voor het beleid van Roosendaal. In het navolgende zijn Roosendaal specifieke zaken met betrekking tot de zorgplichten stedelijk afvalwater, hemelwater en grondwater opgenomen.
Strategie afvalwater
ZORGPLICHT AFVALWATER
Als gemeente hebben we de zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater. In gebieden waar we als gemeente inzameling en transport van stedelijk afvalwater niet doelmatig vinden en de provincie ontheffing van de zorgplicht heeft verleend moet de houder van het afvalwater zelf zorgen voor de verwerking van het afvalwater. Met het in werking treden van de Omgevingswet vervalt de provinciale ontheffingsbevoegdheid en mogen we als gemeente samen met het waterschap zelf bepalen wat doelmatig is. Bedrijfsafvalwater, dat niet op dezelfde manier kan worden behandeld als huishoudelijk afvalwater is geen stedelijk afvalwater. Omdat we hier als gemeente geen zorgplicht voor hebben kunnen we desgewenst bestaande of nieuwe aansluitingen van bedrijven weigeren als dit ten goede komt van de zuivering
De inzameling en transport van (afval-)water is van belang voor een gezonde, veilige en comfortabele leefomgeving. Alle percelen en woonschepen op het gemeentelijk grondgebied waar afvalwater vrijkomt, moeten zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, uitgezonderd bij specifieke situaties waar lokale behandeling doelmatiger is. Afvalwater zamelen we zoveel mogelijk afzonderlijk van regen- en grondwater in en voeren het af naar een zuivering. Regen- en grondwater voeren we bij voorkeur niet af naar de RWZI.
Bij de inzameling en het transport van afvalwater maken we naast riolering ook gebruik van drukriolering en individuele behandelingsinstallaties voor afvalwater (IBA’s). De perceeleigenaren zijn verantwoordelijk voor het beheer en onderhoud van de IBA’s. Op basis van de evaluatie zetten we komende planperiode (nog) sterker in op het afkoppelen van foutaansluitingen op drukriolering (afvoer van hemelwater afkomstig van verhardingen).
In de komende planperiode starten we een pilot project waarbij eigenaren van enkele (kleine) woningen niet worden aangesloten op de riolering. Op de percelen gaat als uitgangspunt gelden dat de eigenaren vrijkomende afval- en hemelwater zelf verwerken en dit zoveel mogelijk inzetten voor hergebruik. Een overschot aan water wordt in de bodem geïnfiltreerd. Uitwerking van deze pilot geschied in overleg met de stakeholders binnen het stedelijk water systeem. Ook de financiële (riool- en waterschapsheffingen) en juridische aspecten worden hierbij meegenomen.
Knipsel 13i14a12e65-d93d-4689-a650-379af4bcd91d.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Strategie hemelwater
ZORGPLICHT HEMELWATER
De gemeentelijke zorg voor het beheer van afvloeiend hemelwater heeft betrekking op het afvloeiend hemelwater van openbaar terrein en afvloeiend hemelwater dat niet op particulier terrein kan worden verwerkt. De eigenaar van het terrein waarop het hemelwater valt is primair verantwoordelijk voor de verwerking van het hemelwater. De gemeente hoeft het hemelwater afkomstig van particulier terrein niet te ontvangen. Alleen als de houder van het verzamelde hemelwater dit redelijkerwijs niet kan afvoeren.
Ontwerp van nieuwe rioleringssystemen
Nieuwe rioleringssystemen ontwerpen we op een bui met een frequentie van voorkomen van eenmaal per 10 jaar (bui 10 uit de landelijke Kennisbank Riolering). In deze situatie dient in minimaal 95% van de rioolputten de waakhoogte 0,25 m te bedragen. Voor het overige percentage is water tot aan de perceelsgrens acceptabel (water op straat) zolang dit geen risico oplevert voor het optreden van ernstige hinder of waterschade. Voor nieuwe ontwikkelingen gaan we in plaats van een projectgebonden advies uit van een vloerpeil van 0,30 m ten opzichte van de kruin van de weg. Hierdoor creëren we een hogere bescherming tegen wateroverlast in de openbare ruimte.
Toetsing van bestaande rioleringssystemen
De ondergrondse afvoercapaciteit van bestaande rioleringssystemen toetsen we aan een bui met een frequentie van voorkomen van eenmaal per 2 jaar (bui 8 uit de landelijke Kennisbank Riolering). In deze situatie dient de waakhoogte ten opzichte van maaiveld minimaal 0,25 m te bedragen. Eventuele verbetermaatregelen toetsen we aan een bui met een frequentie van voorkomen van eenmaal per 5 jaar en eenmaal per 10 jaar (buien 9 en 10 uit de Kennisbank Riolering) waarbij water op straat acceptabel is.
De keuze voor een zwaardere toetsingsbui is een afweging tussen de meerkosten van diameterverruiming en de potentie van de bovengrond om extra regenwater te kunnen verwerken (maatwerk). Voor de bovengrondse verwerkingscapaciteit voeren we stresstesten riolering uit met de in het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie (DPRA) voorgeschreven toetsingsbuien. De afweging tussen het accepteren van schade versus het investeren in verbetermaatregelen maken we in een risicodialoog met belanghebbenden in het betreffende gebied.
Particuliere percelen
Verharding van particuliere percelen is van grote invloed op de kans van water op straat in het openbaar gebied. Voor nieuwe ontwikkelingen in zowel nieuw te ontwikkelen als bestaand gebied wordt van de perceelseigenaar verlangt dat deze zijn/haar verantwoordelijkheid neemt om water op straat te voorkomen en waterhinder of overlast op het perceel niet afwentelt op openbaar gebied. Bij deze ontwikkelingen wordt een berging verlangt van 60 mm t.o.v. het perceelsoppervlak waarbij de afvoer wordt beperkt en in minimaal 24 uur mag worden geloosd op de riolering.
Door klimaatrobuust te bouwen wordt de kans op wateroverlast beperkt. Om de kans van wateroverlast in panden te beperken wordt van de initiatiefnemer (ontwikkelaar/eigenaar) verlangt dat bij nieuwe ontwikkelingen een vloerpeil in het pand aan houdt van 0,30 m boven de kruin van de weg. Waar mogelijk zullen we de regelgeving hierop aanpassen.
Risicobeheersing
Bij water op straat wordt onderscheid gemaakt tussen winterhinder en wateroverlast. We spreken van waterhinder als het water op straat blijft staan (bijv. tussen de trottoirbanden) Als het water de panden inloopt spreken we van wateroverlast. Water op straat vinden we acceptabel. Wateroverlast accepteren we niet. In deze gevallen doe we onderzoek naar de oorzaak en nemen maatregelen als dit nodig is. Hierbij maken we de afweging of de maatregelen efficiënt en doelmatig zijn.
Ingeval van water op straat met een frequentie van optreden van ca. 1x per 2 jaar treffen we als gemeente bij de uitvoering van reconstructiewerken zodanige maatregelen, dat de kans op het optreden van water op straat aanmerkelijk kleiner wordt.
In geval van waterschade treffen we als gemeente (tijdelijke) bovengrondse kostenefficiënte maatregelen om het risico op schade te beperken. Ter voorkoming van structurele overlast onderzoeken we mogelijke oorzaken en oplossingsrichtingen en brengen deze, mits doelmatig, ten uitvoer.
Tunnels kunnen een belangrijke rol spelen in het voorkomen van wateroverlast. In de planperiode wordt verder onderzocht op welke wijze de belemmering van hoofdwegen door de inzet kan worden beperkt.
Vooralsnog blijven we de bestaande riolering toetsen aan de hand van neerslag extremen en de risico’s die daarmee gepaard gaan met betrekking tot schade aan woningen en gebouwen. Bij het ontwerp betrekken we zo veel mogelijk de openbare ruimte. Hiertoe voeren we stresstesten riolering uit of actualiseren deze indien nodig. We maken een inschatting van eventueel te verwachten schade als gevolg van extreme neerslag en de benodigde investeringen om dergelijke schade te voorkomen.
Voor de riolering in Nispen, Moerstraten, Heerle en de zuidelijke wijken van Roosendaal worden nieuwe rioleringsplannen gemaakt om het functioneren toetsen en mogelijke overlastlocaties in beeld te brengen tijdens afstroming van water op straat bij zware regenbuien.
De komende planperiode voeren we een aantal verbetermaatregelen aan de riolering uit om het hydraulisch functioneren te verbeteren. Een deel van deze maatregelen is gericht op het maken van wateraders in het stedelijk gebied om verhard oppervlak af te koppelen en wateroverlast te bepreken, zie tabel 5.4.
Extreme buien verwerken we bij voorkeur bovengronds in plaats van ondergronds. In het streven naar een klimaatbestendige en leefbare omgeving zal het aantal bovengrondse voorzieningen voor de (tijdelijke) opslag van regenwater dan ook toenemen. Resultaten van de hydraulische berekeningen worden gecombineerd met gegevens uit het grondwatermeetnet om te bepalen of infiltratie in een gebied mogelijk is.
Een verandering in de wijze waarop we nu met hemelwater omgaan is noodzakelijk. We zullen dan ook sterker inzetten op communicatie met burgers en externe organisaties. Maar ook met de collega’s in de gemeentelijk organisatie is afstemming noodzakelijk over de wijze waarop we het openbaar gebied in willen richten. Onderwerpen die verder uitgewerkt worden zijn:
- •
bij wegreconstructies en herbestratingswerkzaamheden in parkeerplaatsen de betonklinkers te vervangen door zgn. “grasbetontegels”;
- •
plantsoenen niet meer verhoogd aan te leggen maar juist lager om de berging van hemelwater te vergroten.
Er zijn maatregelen nodig om het stedelijk gebied meer robuust te maken om wateroverlast te voorkomen. De middelen voor het uitvoeren van deze maatregelen worden gedekt vanuit de gesloten financiering van de rioolheffing, zie tabel 5.2, 5.3 en 5.4. In de komende planperiode wordt onderzoek gedaan of de grondslag van het waterverbruik voor de rioolheffing nog de beste verdeelsleutel is.
Knipsel 14ieb2e0339-2f1a-41c8-a8b2-fb172d4c288a.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Strategie grondwater
ZORGPLICHT GRONDWATER
Als gemeente dragen we zorg voor het in openbaar gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken mits dit doelmatig is en voor zover er geen verantwoordelijkheid bestaat voor de waterbeheerder of de provincie. De perceeleigenaar is wettelijk gezien primair zelf verantwoordelijk voor het oplossen van zijn eigen grondwaterprobleem
Wijzigingen in grondwateronttrekkingen en/of het optreden van langdurig droge of natte perioden als gevolg van klimaatverandering kunnen het verloop van de grondwaterstand beïnvloeden. Het is daarom goed om een vinger aan de pols te blijven houden via ons gezamenlijke grondwatermeetnet. We streven naar een natuurlijke fluctuatie zonder dat hierdoor overlast wordt ervaren als gevolg van structureel te hoge of te lage grondwaterstanden. We hanteren ontwateringsdiepten zoals weergegeven in tabel 4.1.
Tabel 4.1: Minimale ontwateringsdiepten.
Knipsel 15ie5388da4-1e60-49fc-b985-73eb8931caf8.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Alle woningen voldoen aan de bouwkundige eisen om vocht- en gezondheidsproblemen binnenshuis te voorkomen. Het grondwaterbeleid is gericht op het zo min mogelijk verplaatsen van grondwater, ofwel een zogenaamde hydrologisch neutrale inrichting. Indien grondwater toch wordt verplaatst voeren we dit bij voorkeur niet af naar de RWZI, maar naar oppervlaktewater of in de bodem.
Als gemeente beschikken we over voldoende inzicht in de grondwaterhuishouding om klachten en meldingen goed te beoordelen. Structurele grondwaterproblemen op nieuwbouwlocaties voorkomen we door voorafgaand geohydrologisch onderzoek, de wijze van bouwrijp maken en wijze van bouwen.
4.4.2 Overige zorgplichten in de waterketen
Strategie drinkwater
ZORGPLICHT DRINKWATER
Overheden die (in)direct betrokken zijn bij de bescherming van drinkwater hebben een verantwoordelijkheid voor de invulling van de zorgplicht drinkwater. Deze zorgplicht is opgenomen in de Drinkwaterwet. De zorgplicht drinkwater geldt zowel voor de bescherming van bronnen van drinkwater als voor de infrastructuur.
Sinds juli 2016 is een samenwerkingsverband gestart met Samen Sterk in Brabant (SSIB). De samenwerking is gericht op toezicht in het buitengebied. Brabant Water en Evides hebben met het bevoegd gezag (gemeenten, omgevingsdienst en provincie) en met de Regionale veiligheidsdienst afspraken gemaakt over hoe het drinkwaterbedrijf bij een calamiteit wordt geïnformeerd en hoe er wordt gehandeld tijdens of na de calamiteit.
Binnen de gemeente Roosendaal liggen grondwaterbeschermingsgebieden rond de twee drinkwaterwinningen van Brabant Water (ten noordenwesten van Wouw en ten zuidoosten van Roosendaal). Voor de Roosendaalse drinkwaterwinning is, net als voor alle andere winningen in Nederland, een gebiedsdossier opgesteld. In dit gebiedsdossier zijn de opgaven opgenomen die nodig zijn om de drinkwaterwinning veilig te stellen. Deze restopgaven en de benodigde maatregelen worden in uitvoeringsprogramma’s vastgelegd. De kosten die hiermee zijn gemoeid vallen niet onder dit VGRP.
Strategie oppervlaktewater
De waterschappen hebben een zorgplicht voor het oppervlaktewater. Vanuit hun verantwoordelijkheid voor de waterkwalitieit en -kwantiteit leggen hun waterbeleid vast in regionale waterbeheerplannen. Projecten en andere werkzaamheden die uit de uitvoeringsprogramma’s van het waterschap en gemeente voortvloeien worden op elkaar afgestemd. Kosten voor aanpassingen het oppervlaktewatersysteem vallen alleen onder dit VGRP als deze een bijdrage leveren aan de zorgplichten.
4.5 Speerpunten
Met dit VGRP geven we invulling aan de wettelijke zorgplichten afval-, hemel- en grondwater (de basisopgave). In het verlengde hiervan hebben we de ambitie om, binnen de reikwijdte van de zorgplichten, bij te dragen aan gemeenschappelijke doelen zoals klimaatadaptatie (kadernota Roosendaal Natuurstad), duurzaamheid en een gezonde leefomgeving.
Knipsel 16ieeaf104c-1dfb-4ca1-ad3d-69535bf9fa26.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Om invulling te geven aan onze visie en bijbehorende ambities/gemeenschappelijke doelen hebben we voor de komende planperiode de volgende speerpunten geformuleerd:
- 1.
Werken aan klimaatbestendigheid;
- 2.
Werken aan een goede waterbalans tussen bebouwd en landelijk gebied;
- 3.
Werken aan waardevol water.
4.5.1 Speerpunt 1: Werken aan klimaatbestendigheid
Het klimaat is aan het veranderen. Dat leidt o.a. tot zwaardere buien, een toename van warme dagen en langdurig droge perioden en een verandering van de biodiversiteit. Deze verandering stelt nieuwe eisen aan het watersysteem, de waterketen en de omgeving willen we droge voeten en een leefbare omgeving behouden. Klimaatadaptatie is het proces waardoor we, als samenleving, de kwetsbaarheid voor klimaatverandering verminderen of waardoor we profiteren van de kansen die een veranderend klimaat biedt. In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie ligt hierbij de focus op de thema’s waterveiligheid, wateroverlast, hittestress en droogte. Ook is er een toenemende aandacht voor behoud van biodiversiteit.
Rijk en decentrale overheden hebben met betrekking tot klimaatadaptatie afgesproken zich tijdig aan te passen aan de (versnelde) klimaatverandering om schade te beperken en kansen te pakken. In het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie is de ambitie opgenomen om Nederland in 2050 klimaatbestendig en waterrobuust te hebben ingericht en dat alle sectoren in 2020 klimaatbestendig handelen.
Ambitie
In de voorgaande periode hebben we een beeld verkregen van (potentiële) knelpunten wateroverlast bij normale buien en best practices met elkaar gedeeld. We hebben hiermee een voldoende betrouwbaar beeld om samen met andere belangengroepen in 2020 een gezamenlijke start te kunnen maken met een adaptatiestrategie en bijbehorend adaptatieprogramma. Onze ambitie is om, naast het oplossen van wateroverlast, binnen de reikwijdte van de zorgplichten bij te dragen aan andere klimaatthema’s van de kadernota Roosendaal Natuurstad zoals droogte, hittestress en biodiversiteit door projecten uit diverse thema’s te combineren en belanghebbenden bij elkaar te brengen.
Strategie
Bestaande situatie
We hebben door de jarenlange investeringen in het rioleringssysteem de bescherming tegen wateroverlast goed onder controle. Door toenemende verstedelijking en klimaatverandering zullen we echter moeten blijven investeren in verbetermaatregelen om droge voeten te houden. Het voorkomen van toekomstige wateroverlast door het blijven verruimen van de ondergrondse riolering is geen optie, dat wordt uiteindelijk veel te kostbaar. We houden daarom bij de (her)inrichting van de openbare ruimte rekening met de verwerking van extreme neerslaghoeveelheden en accepteren dat er wat vaker water op straat zal optreden. Om meer grip te krijgen op een meer duurzame omgang met hemelwater bij herontwikkeling gaan we een traject in van informeren naar stimuleren richting afdwingen. Voor de lage en natte gebieden is de urgentie hoger en hiermee de noodzaak tot een meer dwingende aanpak in het gebied zelf of bovenstrooms daarvan. De komende planperiode bereid de Waterkring West zich voor op het opstellen van een verordening of het uitwerken van een beloningssysteem. We doen als gemeente Roosendaal onderzoek naar een mogelijke nieuwe grondslag voor de rioolheffing.
We gebruiken de in 2018/2019 uitgevoerde stresstesten en gevoerde klimaatdialogen om met andere belangengroepen en de resultaten van andere stresstesten (zoals hitte, droogte, waterveiligheid) een gezamenlijke start te kunnen maken met een adaptatiestrategie en bijbehorend uitvoeringsprogramma. Vooruitlopend op vastgesteld beleid voeren we alleen geen-spijt verbetermaatregelen uit in het tempo van boven- en ondergrondse ontwikkelingen.
In de openbare ruimte creëren we, waar gewenst en haalbaar, ruimte voor hemelwater. Dit doen we bijvoorbeeld in de bodem, groen- en speelvoorzieningen en in het oppervlaktewater en door andere vormen van verharding in parkeerplaatsen. We houden hierbij oog voor mogelijke gezondheidsrisico’s en stemmen ons beheer hier op af. Ook houden we bij de herinrichting van de openbare ruimte rekening met vitale infrastructuur zoals toegangswegen, regelinstallaties en kwetsbare objecten zoals ziekenhuizen en verzorgingstehuizen. De benodigde bovengrondse voorzieningen richten we zodanig in dat deze tevens een positieve bijdrage leveren aan het tegengaan van hittestress en positief bijdragen aan een gezonde leefomgeving. De keuzes hierin maken we gezamenlijk met andere partners in de openbare ruimte. We intensiveren via gerichte communicatie de samenwerking met andere partners (GGD’s, kennisinstellingen, onderwijs, woningcorporaties, etc.) rondom een klimaatbestendige en gezonde leefomgeving.
Nieuwe ontwikkelingen
Pieken in regenwater kunnen we niet alleen in de openbare ruimte opvangen. Ook op particuliere percelen moet meer regenwater worden vastgehouden en de kans krijgen om in de bodem te zakken. Zo beperken we de gevolgen van piekbuien en ontlasten we de riolering en waterzuivering. De particulier is verantwoordelijk op eigen terrein. We grijpen nieuwe ontwikkelingen aan om ook op particulier terrein waterberging aan te laten leggen (60 mm op eigen terrein, afvoer in minimaal 24 uur). Het opstellen van een hemelwaterverordening kan hierbij noodzakelijk zijn.
Bij ruimtelijke planprocessen is een integrale aanpak van belang. Om klimaatadaptatie in de verschillende sectoren te integreren beschouwen we het waterbelang in beleidsthema’s/plannen en ontwerpen. We verankeren dit belang waar mogelijk en houden oog voor de koppeling met andere thema’s zoals droogte, hittestress en biodiversiteit. Dit doen we door de eis ‘klimaatneutraal’ op te nemen in ons programma van eisen voor ruimtelijke ontwikkelingen en hier sterk(er) op te sturen binnen het proces van de Watertoets.
Knipsel 17i0a73c0b4-5d61-477d-9295-90ae67d5f728.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
4.5.2Speerpunt 2: Werken aan een goede waterbalans tussen bebouwd en landelijk gebied
Wijzigingen in grondwateronttrekkingen en/of het optreden van langdurig droge of natte perioden als gevolg van klimaatverandering kunnen het verloop van de grondwaterstand beïnvloeden. Deze effecten kunnen we opvangen door de natuurlijke veerkracht van het watersysteem te versterken en te benutten.
Open water is functioneel en draagt tegelijk ook bij aan de kwaliteit van de leefomgeving. De behoefte aan gezond, schoon en voldoende water zal er altijd zijn en blijven. Vanuit de Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) en de Europese Grondwaterrichtlijn (GWR) wordt gewerkt aan gezond en schoon water. Het waterschap en de gemeenten hebben een resultaatverplichting voor het realiseren van de maatregelen die bijdragen aan de KRW- en GWR-doelen. Vanuit het Deltaplan Hoge Zandgronden (DHZ) wordt gewerkt aan het keren van een dreigend watertekort op de hoge zandgronden in Zuid-Nederland. Er is echter een sterke afhankelijkheid van gebiedspartners om dit te kunnen bereiken. Alleen als ieder zijn deel doet en we gezamenlijke doelen in het oog houden leidt het totaal aan verbetermaatregelen tot een goede waterbalans en mogelijk zelfs een plus op de omgevingskwaliteit.
Ambitie
We streven naar een natuurlijke fluctuatie zonder dat hierdoor overlast wordt ervaren als gevolg van structureel te hoge of te lage grondwaterstanden. Met het oog op een duurzame drinkwatervoorziening beschermen we onze zoetwatervoorraad en zorgen de waterbedrijven voor back-up in geval van nood. Aangezien een groot deel van het hemelwater nog wordt afgevoerd is de grondwaterstand en hiermee de waterwinning gebaat bij afkoppeling van verhard oppervlak en infiltratie van hemelwater in de bodem.
Strategie
We beschermen de kwaliteit van het oppervlakte- en grondwater
Voor een goede leefomgeving vormt gezond oppervlaktewater van een natuurlijke kwaliteit een vanzelfsprekende randvoorwaarde. Voor de drinkwatervoorziening is grondwater van goede kwaliteit een primaire behoefte in zuidwest Nederland. Oppervlaktewater voedt het grondwater en is hiermee indirect een buffer voor de drinkwatervoorziening. Bij het afkoppelen van verhard oppervlak binnen grondwaterbeschermingsgebieden houden we rekening met de aandachtspunten zoals benoemd in de provinciale milieuverordening en de gebiedsdossiers drinkwaterwinning.
We brengen de waterstromen tussen bebouwd en landelijk gebied met elkaar in balans
Via gebiedsgericht grondwaterbeheer spelen we in op langdurige perioden van droogte en beschermen we ons (toekomstige) drinkwater. Hiertoe sturen we op een goede balans tussen het regionale watersysteem en de gebouwde omgeving voor de opvang van extreme neerslaghoeveelheden. Dit betekent dat waterstromen afkomstig uit landelijk gebied niet leiden tot overlast in de gebouwde omgeving en vice versa. In de huidige situatie speelt bijvoorbeeld het probleem van verdroging en erosie bovenstrooms in combinatie met sedimentatie en inundatie benedenstrooms. We beperken verdroging van hoge en droge zandgronden door zoveel mogelijk water in de bodem te infiltreren (hemelwater, effluentwater) en waterbergingsgebieden zodanig in te richten dat een bijdrage wordt geleverd aan gezonde en klimaatbestendige leefomgeving. Hiermee brengen we het landelijk en stedelijk gebied beter met elkaar in balans.
We richten het beheer van retentievijvers zo doelmatig mogelijk in
Het aantal bovengrondse voorzieningen voor de opvang van overtollig hemelwater zal in de toekomst toenemen. We zien waterschap Brabantse Delta als logische partner om deze bovengrondse voorzieningen op te nemen in het totale beheerareaal. Dit is conform afspraken in het beleid ‘waterlopen op orde’. Het waterschap is gespecialiseerd in deze taak en op deze wijze is er één verantwoordelijke partij. Dit geeft duidelijkheid en is (kosten)efficiënt.
4.5.3 Speerpunt 3: Waardevol water
Als gemeenten zamelen we afvalwater in en het waterschap transporteert, zuivert dit afvalwater en verwerkt reststoffen tot grondstoffen. Duurzaamheid, innovatie, klimaatbestendigheid, samenwerking en kostenbeheersing gaan hand in hand bij de verwerking van afvalwater. Om voorbereid te zijn op de toekomst en ook op de lange termijn kostenefficiënt te werken zullen we moeten vernieuwen. Bijvoorbeeld door energie en grondstoffen terug te winnen en schoon water opnieuw te gebruiken.
Ambitie
In het Bestuursakkoord 2018-2022 hebben we ons als gemeente Roosendaal de ambitie gesteld om in 2035 CO2-neutraal te zijn. Binnen het werkveld stedelijk water volgen we hiertoe de ontwikkelingen op het vlak van terugwinnen en hergebruiken van energie en grondstoffen en koppelen belanghebbenden aan elkaar indien zich kansen voordoen.
Strategie
We zetten in op de meest strategische locaties
We investeren bij voorkeur op enkele strategisch gunstige locaties dan op meerdere minder geschikte locaties. Op die strategische locaties bevorderen we innovaties en reserveren daarvoor budget en tijd. Om zicht te krijgen op mogelijke locaties stellen we een kansenkaart op. Ook tijdelijke locaties beschouwen we als kansrijk voor een duurzame inrichting. Hier kunnen we bijvoorbeeld bij tiny houses projecten experimenteren met hergebruik van regenwater en zelf afvalwater verwerken. Ook worden hierbij de juridische mogelijkheden getoetst aan de wetgeving (lozingsbesluiten) en regelgeving voor riool- en zuiveringsheffingen.
Door intensivering van communicatie stimuleren we het waterbewust handelen van burgers en partners.
We zijn alert op risico’s als gevolg van (nieuwe) installaties in de bodem
Met de toenemende behoefte aan duurzame energiebronnen neemt het aantal koude- en warmteopslagsystemen in de bodem toe. De open (vaak grote) KWO-systemen onttrekken grondwater en zijn daarmee vergunningplichtig met de provincie als bevoegd gezag. De gesloten (vaak kleine) KWO-systemen onttrekken geen grondwater en zijn daarmee niet vergunningplichtig. Wel is hierop een algemene maatregel van bestuur (amvb) van toepassing en geldt een meldingsplicht. Volgens de amvb mogen dergelijke systemen alleen worden aangelegd door gecertificeerde bedrijven. Uit onderzoek (Inspectie Leefomgeving en Transport, 2018) is echter gebleken dat niet altijd volgens de voorschriften wordt gewerkt, meldingen niet worden gedaan en hier ook geen controle op is. Hierdoor bestaat de kans dat afsluitende lagen niet goed worden afgedicht en schoon grondwater uittreedt of ondiep, mogelijk vervuild, grondwater intreedt in de watervoerende laag. Dit brengt een risico voor de bescherming van het grondwater met zich mee.
In het kader van de gebiedsdossiers brengen we gezamenlijk onze kennis en kunde in bij het inventariseren van locaties en het inschatten van de risico’s en signaleren eventuele risico’s.
5 . WAT GAAN WE DOEN?
In dit hoofdstuk is weergegeven welke activiteiten en/of maatregelen de gemeente Roosendaal in samenwerking met haar waterpartners of zelfstandig verricht om invulling te geven aan de ambities en watertaken in dit VGRP. Omdat maatregelen bijdragen aan meerdere opgaven zijn de maatregelen gegroepeerd weergegeven per type: planvorming en onderzoek, beheer en onderhoud, uitvoeringsmaatregelen en overig.
5.1 Gezamenlijk programma
Binnen het samenwerkingsverband Waterkring West stellen we jaarlijks een programma vast met onderwerpen waarop we willen samenwerken. Hier ramen we kosten voor (zie tabel 5.1).
Tabel 5.1: Kostenverdeling samenwerkingsprojecten.
Knipsel 18ia5d66dcf-5040-443f-b9b3-e98e24a97abf.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
5.2 Gemeentelijk uitvoeringsprogramma
5.2.1 Planvorming en onderzoek
Planvorming is onmisbaar voor doelmatig rioleringsbeheer. Om inzicht te behouden en verkrijgen in de toestand en het functioneren van het rioleringssysteem is onderzoek noodzakelijk.
Tabel 5.2: overzicht planvorming. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2019.
Knipsel 19i07ab1559-1dda-460b-baee-ead220caf435.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
5.2.2 Beheer en onderhoud
Onderhoudsinspanningen zijn afgestemd op het in stand houden en goed laten functioneren van het systeem, waarbij risico’s optimaal worden vermeden (asset-management). De activiteiten bestaan uit regulier onderhoud en (reactieve) reparaties. De onderhoudskosten maken een significant deel uit van de totale exploitatie van de gemeente Roosendaal. Deze kosten bestaan grotendeels uit het jaarlijks onderhoud van rioleringen, gemalen en rand en hemelwatervoorzieningen.
Tabel 5.3: overzicht beheer en onderhoud. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2019.
Knipsel 20i2e478906-c6df-4190-9f89-26384c9673e3.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
5.2.3 Uitvoeringsmaatregelen
Maatregelen zijn afgestemd op het in stand houden en optimaliseren van het functioneren van het systeem. Ten behoeve van de drie zorgplichten is het van belang dat het functioneren van het stelsel in stand gehouden wordt. Het is dus zaak dat oude leidingen tijdig vervangen worden. Het moment van vervangen wordt gebaseerd op de inspectieresultaten en/of optredende problemen. Ten behoeve van de verbetering van de afvoercapaciteit en/of een vermindering van de vuiluitworp worden verbeteringsmaatregelen uitgevoerd.
De vervangings- en verbeteringsmaatregelen worden bepaald op basis van kwaliteit en zijn opgenomen in de Beheerkalender. In de Beheerkalender zijn de maatregelen van alle (interne) beheerders in de openbare ruimte opgenomen voor een periode van 5 jaar. De huidige Beheerkalender gaat over de periode 2020 – 2024 en de maatregelen die hierin zijn opgenomen zijn vermeld in tabel 5.4.
De Beheerkalender is de basis voor de vervangingsactiviteiten in het VGRP 2020-2023. Voor de maatregelen op langere termijn (> 5 jaar) zijn de budgetten bepaald op basis van levensduur. De budgetten uit het kostendekkingsplan van het VGRP zijn kaderstellend voor de invulling van de jaarschijven in de Beheerkalender.
Tabel 5.4: overzicht uitvoeringsmaatregelen. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2019 (afgerond op €100).
Knipsel 21i690105ea-3c9f-4388-a258-e053af73f620.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 22i688d2433-98f1-408a-9203-1bcf229f62ff.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
5.2.4 Facilitair / overig
Om het stedelijke watersysteem goed te beheren, worden ondersteunende activiteiten verricht en diensten afgenomen. Deze worden gegroepeerd onder ‘Overig’. Ondersteunende aspecten die betrekking hebben op organisatie en financiën zijn opgenomen in tabel 5.5.
Tabel 5.5: overzicht facilitair / overig. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2019 (afgerond op €100).
Knipsel 23i2b7881e1-8fba-41b6-8b84-ca9b1d33209d.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
6. WAT KOST DAT?
De vervangingswaarde van het stedelijk watersysteem in de gemeente Roosendaal bedraagt ca. € 395 miljoen. Voor het beheer van dit systeem zijn goede mensen en financiële middelen nodig. In de aankomende planperiode geven we hieraan gemiddeld € 12 miljoen per jaar uit. Geld dat burgers en bedrijven via de rioolheffing bijeenbrengen. In dit hoofdstuk gaan we in op de benodigde personele en financiële middelen om invulling te geven aan goed en doelmatig rioleringsbeheer in Roosendaal.
6.1 Personele middelen
De ervaring van de afgelopen planperiode heeft ons geleerd dat de werkzaamheden onder druk staan bij de bestaande formatie. In 2019 hadden we als gemeente Roosendaal een bezetting bestaande uit 6,9 FTE. Door onderbezetting is wat achterstand opgelopen in geplande werkzaamheden en kwamen we niet altijd toe aan de uit te voeren taken. Deze achterstand dient in deze planperiode ingehaald te worden. Bovendien hebben we de ambitie om aan de slag te gaan met een klimaatbestendige en inrichting van de openbare ruimte en datagestuurd areaal beheer.
Met behulp van de Kennisbank Riolering van Stichting Rioned kan het benodigde aantal FTE’s ingeschat worden. Het benodigde aantal extra FTE is afhankelijk van de mate van uitbesteding. Het resultaat van deze inschatting is per uitbestedingsgraad weergegeven in onderstaande tabel:
Knipsel 24i2ce4a85f-2299-48c0-a408-7b9f81e67580.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Om een professionaliseringsstap te maken, zijn extra personele middelen nodig. Het benodigde aantal extra FTE is afhankelijk van de mate van uitbesteding. Als de mate van uitbesteding gelijk blijft aan die van afgelopen planperiode is volgens de Kennisbank riolering geen extra capaciteit nodig aan personele middelen. Met de huidige formatie kunnen de reguliere werkzaamheden uitgevoerd worden. Uitvoering geven aan nieuwe ontwikkelingen vergen extra personele capaciteit
Op dit moment voert de gemeente de volgende activiteiten zelf uit:
- •
Beheer voert gemeente Roosendaal zelf uit
- •
Projecten besteden ze uit aan het team Ingenieursbureau
- •
Toezicht op onderhoud maatregelen voert gemeente Roosendaal zelf uit
- •
Klein percentage derden
- •
Perceptiekosten zitten bij de belasting samenwerking West-Brabant
Tabel 6.1: overzicht loonkosten en overhead. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2019 (afgerond op €100).
Knipsel 25idcb74741-e054-481c-b598-0d531441b769.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
6.2 Financiële middelen
In het kostenoverzicht bijlage G maken we onderscheid in exploitatiekosten en investeringsuitgaven.
Bij de exploitatiekosten gaat het om jaarlijkse uitgaven voor beheer- en onderhoudsactiviteiten die nodig zijn voor een goed en doelmatig rioleringsbeheer. De kosten van deze uitgaven worden toegeschreven aan het boekjaar waarin deze worden uitgegeven. De kosten voor beheer en onderhoud worden jaarlijks hoger door algemene prijsstijgingen, stijgingen van de lonen, vergroting van het areaal.
Investeringsuitgaven bestaan uit vervangingsinvesteringen (bijvoorbeeld rioolvervanging) en verbeterings-investeringen (bijvoorbeeld buisvergroting of afkoppelmaatregelen). Investeringen zijn uitgaven voor zaken die meerdere jaren meegaan en vaak worden gekapitaliseerd. De jaarlijkse kosten die daaruit voortkomen, -de kapitaallasten- bestaan uit rente en afschrijvingen.
6.2.1 Uitgangspunten en uitgavenpatroon
Afschrijvingstermijnen en kostentoerekening
Het vervangingsschema voor vrijvervalriolering, rioolgemalen, drukriolering, persleidingen en randvoorzieningen hebben we gebaseerd op een gemiddeld levensduurverwachting (zie tabel 6.2).
Tabel 6.2: Technische levensduur van de objecten
Knipsel 26i68f3bf15-71cc-439c-be74-4fbf32e778f8.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Voor de duur van de komende planperiode gaan we uit van de toestand van de riolering op basis van de beschikbare kwaliteitsgegevens die zijn verkregen door visuele inspecties. Voor de periode daarna gaan we uit van de te verwachten technische levensduur. Voor riolering die voor 1970 is aangelegd hanteren we door verschillen in kwaliteit bij aanleg een bandbreedte van +10/-20 jaar en voor riolering na 1970 een bandbreedte van +5/-5 jaar. De vervangingsopgave is grafisch weergegeven in afbeelding 6.3.
Knipsel 27iba1dbd2d-48b5-437c-a6a2-5e5c146e6893.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Afbeelding 6.3: Vervangingsopgave.
Voor rioolvervanging gaan we uit van:
- -
50% vervangen (oude buis vervangen door een nieuwe buis);
- -
40 % relining (sleufloze techniek d.m.v. kousmethode);
- -
10% omgebouwd van gemengd naar gescheiden riolering;
- -
Bijleggen drainage tijdens vervanging bij 20% van de riolering.
De kosten voor rioolreparatie komen ten laste van het exploitatiebudget. Het vervangen en relinen van de riolering komt ten laste van het investeringsbudget. Herstel van nazakkingen binnen de onderhoudsperiode en het aanbrengen van de definitieve verharding boven de rioolsleuf komen ten laste van de riolering.
- •
Kosten voor straatvegen rekenen we voor 50% toe aan de riolering;
- •
Kosten voor maai- en baggerwerkzaamheden van retenties, waterpartijen en watergangen rekenen we toe aan de rioolheffing indien deze objecten een functie hebben binnen de zorgplicht riolering.
Rente & inflatie
- •
Er vindt geen toerekening van rente plaats op positieve saldi van reserves en/of voorzieningen;
- •
Er vindt geen indexatie van de uitgaven plaats (als gevolg van inflatie);
BTW
Gemeenten mogen bij bepaling van de omvang van de lasten ten behoeve van de berekening van de toegestane hoogte van de riooltarieven de geraamde BTW meenemen (art. 229b,lid 2b Gemeentewet). Het gaat hierbij om alle BTW, dus zowel de BTW die drukt op goederen en diensten, die direct als last op de exploitatie drukken of via een voorziening lopen, als ook de BTW die drukt op de investeringen, onverschillig of deze worden geactiveerd of uit een voorziening worden bekostigd. De BTW-last berekenen we als volgt:
- •
Exploitatielasten met een economisch categorie (4.3) belasten we met 21% BTW. Dit is het percentage dat bij het inkopen van materialen, diensten, etc. of uitbestede werkzaamheden daadwerkelijk is betaald. In de administratie zijn dit de kosten die beginnen met een grootboeknummer 43xxxx .
- •
De BTW voor investeringen baseren we op uitbesteed werk op het totaal investeringsniveau, waarbij de interne uren niet in de berekening worden meegenomen. Op basis van ervaringscijfers hebben we bepaald dat de verhouding uitbesteed werk en interne uren 80/20 is. Op grond van deze verhouding rekenen we derhalve 80%van 21% btw over het stortingsbedrag als btw-last aan de riolering ((het stortingsbedrag is gebaseerd op de toekomstige investeringsbehoefte).
Investeringen
Onder investeringen verstaan we: de sloop en vervanging van een deel van het bestaande rioleringsstelsel, inclusief maatregelen ter verbetering van het functioneren van het bestaande rioleringsstelsel. Het aantal aansluitingen wijzigt als gevolg van deze investeringen niet.
- •
De onderliggende kostenkengetallen zijn in opdracht van de Gemeente Roosendaal bepaald door een extern adviesbureau. Zij hebben de kengetallen bepaald op basis van inschrijvingen op gelijksoortige werken.
- •
We sparen voor alle investeringen en hanteren hierbij de volgende afschrijvingstermijnen:
- -
De afschrijvingstermijn op vervangingsinvesteringen voor vrij verval riolering en randvoorzieningen bedraagt 75 jaar;
- -
De afschrijvingstermijn op vervangingsinvesteringen voor bouwkundige delen van gemalen, drukriolering, persleidingen en bedraagt 60 jaar;
- -
De afschrijvingstermijn op vervangingsinvesteringen voor elektro-/mechanische delen van gemalen, drukriolering en randvoorzieningen bedraagt 15 jaar;
- -
- •
Bij realisatie van de vervangingsinvestering activeren we deze voor het volle bedrag. We brengen het bedrag voor toekomstige vervangingsinvesteringen in de rioolvoorziening op het te activeren bedrag in mindering (afboeking in de balanssfeer).
Exploitatie
Voor de personele kosten gaan we uit van een voor de gemeentelijke organisatie beschikbare formatie van 6,9 fte. De onderhoudsactiviteiten vallen onder de exploitatie. Onder onderhoud verstaan we: de uitvoering van preventieve dan wel correctieve maatregelen om het rioolstelsel in goede staat te houden of te brengen. Onderhoud is van geringe omvang dat veelal met een zekere regelmaat terugkeert. Dit wordt ook wel aangeduid met kort-cyclisch onderhoud. Het essentiële verschil met investeringen is dat onderhoud maatregelen betreft die de geplande levensduur van het rioolstelsel niet verlengen.
Het bedrag voor de kwijtschelding van de rioolheffing voeren we op als kostenpost. Dit bedrag baseren we op ervaringscijfers van de afgelopen jaren.
Voorzieningen
We werken met een voorziening rioolvervangingsinvesteringen en een voorziening resultaten rioolexploitatie. De voorziening vervangingsinvesteringen wordt gevoed door dotaties ten behoeve van toekomstige vervangingsinvesteringen. De voorziening resultaten rioolexploitatie heeft als doel om een gesloten financiering te borgen. We verrekenen positieve en negatieve exploitatiesaldi jaarlijks met deze voorziening. Dit geldt ook voor tekorten/overschotten op de voorziening vervangingsinvesteringen
De jaarlijkse dotaties baseren we op de toekomstige investeringsbehoefte.
- •
Het saldo van rioleringsinvesteringen , bedraagt per 1 januari 2019: € 2.658.343,--
- •
Het saldo van de voorziening resultaten rioolexploitatie , bedraagt per 1 januari 2019: € 8.4886.647,-
- •
Het saldo van de voorziening(en) mag gedurende de gehele beschouwde periode niet negatief zijn;
- •
Er is geen maximum gesteld aan het saldo dat gedurende de beschouwde periode in de voorziening(en) wordt begroot.
Heffingseenheden
- •
Het aantal heffingseenheden bedraagt per 1 januari 2019: 38293. Dit aantal eenheden is berekend door de totale opbrengsten uit de rioolheffing te delen door de standaardtarief van de rioolheffing in 2019.
- •
Het aantal (equivalente) heffingseenheden stijgt tot het jaar 2039 met 1905 eenheden, dit is de gemiddelde toename volgens de woningbouwprognose van de provincie Noord-Brabant.
Rioolheffing
- •
De rioolheffing per (equivalente) heffingseenheid bedraagt in 2019 € 316,90.
- •
De rioolheffing mag op begrotingsbasis maximaal kostendekkend zijn: de geraamde opbrengsten mogen de geraamde lasten niet overstijgen (Gemeentewet artikel 229b);
- •
Reserveren voor tariefsegalisatie en/of toekomstige vervangingsinvesteringen – door dotaties aan de voorziening(en) – is toegestaan;
- •
Reserveren enkel voor uitbreiding van het voorzieningenniveau is niet toegestaan;
- •
De opbrengsten van de rioolheffing mogen niet voor andere doeleinden dan voor het gemeentelijk rioolstelsel (inclusief grond- en hemelwatervoorzieningen) worden aangewend ofwel hebben een relatie met de verbrede watertaken;
- •
Voor de financiële doorkijk gaan we uit van 75 planjaren (2094). Op deze manier brengen we tenminste het effect van één vervangingscyclus van de riolering in beeld.
- •
Naast de voorgestelde tariefaanpassing wordt de rioolheffing jaarlijks verhoogd met de vastgestelde inflatiecorrectie.
De voorgaande uitgangspunten leiden tot het volgende uitgavenpatroon voor de gemeente Roosendaal in de periode 2019 t/m 2094:
6.2.2 Kostendekking
In de aankomende planperiode (met doorkijk t/m 2094) sparen we voor alle investeringen. In het kostendekkingsplan (bijlage G) zijn naast de ontwikkeling van de exploitaite- en investeringskosten ook de kapitaalslasten van investeringen uit het verleden en het BTW-compensatiefonds meegenomen.
Eind 2020 heeft de voorziening rioleringsinvesteringen een negatief saldo door de hoogte van de investeringen in 2019 en 2020. Door een eenmalig overheveling van € 155.000 vanuit de voorziening resultaten rioolexploitatie wordt dit tekort opgelost. Beide voorzieningen hebben hiermee over de gehele levensduur van de riolering een positief saldo (zie afbeelding 6.4).
Knipsel 28ide61fa85-5015-43e6-ad89-0ef1ebff3e88.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Afbeelding 6.4: Verloop voorziening rioleringsinvesteringen en voorziening resultaten rioolexploitatie.
Binnen de gesloten financiering van het VGRP mogen de inkomsten uit de rioolheffing alleen worden benut voor maatregelen binnen de zorgplichten. In het kostendekkingsplan zijn dan ook geen investeringen opgenomen voor projecten buiten de zorgplichten in het VGRP vallen, (o.a. ecologische verbindingszones, robuuste beken, vergroening van de stad, reductie hittestress, reductie droogte, etc).
Het gehele overzicht voor exploitatie en investeringskosten is opgenomen in het kostendekkingsplan in bijlage G. De bijdrage voor het omvormen naar waterdoorlatende verharding is meegenomen tot het jaar 2050. Dit jaar sluit aan op de termijn die gesteld is voor de klimaatadaptatie.
Tabel 6.5: verwacht heffingsverloop gemeente Roosendaal periode 2019 t/m 2023. Vermelde bedragen zijn op prijspeil 2019 en exclusief inflatiecorrectie.
Knipsel 29i8c02f4fc-4083-4923-a0d1-919445e2182b.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Ondertekening
Deze regeling treedt in werking op de derde dag na bekendmaking in het Gemeenteblad.
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 november 2019,
de griffier, de voorzitter,
BIJLAGE A – BEGRIPPEN EN DEFINITIES
Aanbod op RWZI
De totale hoeveelheid afvalwater die wordt aangeboden aan de RWZI.
Afvalwaterakkoord
Een akkoord tussen waterschap en gemeente. Het bevat afspraken over overnamepunten en afnamehoeveelheden. Daarnaast staat in het afvalwaterakkoord hoe partners omgaan met uitwisseling van (meet)gegevens, elkaar informeren in de situatie van groot onderhoud of calamiteiten, enzovoort.
Afvloeiend regenwater
Neerslag die tot afstroming komt.
Afkoppelen/niet-aankoppelen
Het op de gemengde of vuilwaterriolering aangesloten afvoerend verhard oppervlak loskoppelen en aansluiten op een hemelwatervoorziening. Bij nieuwbouw: het niet aansluiten van afvoerend verhard oppervlak op een vuilwatersysteem.
Afnamehoeveelheid
De toegestane hoeveelheid regenwater dat op het overnamepunt wordt aangeboden.
Afvalwater
Al het water waarvan de houder zich - met het oog op de verwijdering daarvan - ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen. De meerwaarde van water wordt kinderen op een speelse manier bijgebracht.
Afvalwaterinstallatie
Een (toekomstige) installatie die het afvalwater ter plaatse verwerkt tot grondstoffen.
Afvalwatersysteem
Het geheel van rioleringstechnische en zuiveringstechnische werken (waaronder riolering, gemalen, persleidingen, AWZI).
Algemene regels
De lozingen worden tegenwoordig hoofdzakelijk geregeld via algemene regels (AmvB’s). Uitgangspunt: de lozer mag niets doen waarvan hij kan verwachten dat het problemen oplevert voor het riool, de zuivering of het (water)milieu.
Asset management
Maximaliseren van de waarde van bezittingen door het optimaal uitbalanceren van onderhoud en vervanging in relatie tot kosten, prestaties en risico’s.
Basisrioleringsplan (BRP)/verbreed BRP
Plan waarin de hydraulische afvoercapaciteit, de vuilemissie en het aanbod op de AWZI wordt getoetst voor de bestaande en toekomstige plansituatie (planhorizon ca. 10-15 jaar). Het plan bevat in de regel verbeteringsmaatregelen om in de toekomstige situatie te voldoen aan de wensen/eisen van gemeente en waterbeheerder.
In een verbreed BRP zijn de zorgplichten grondwater en regenwater meer expliciet uitgewerkt.
Bedrijfsafvalwater
Afvalwater dat vrijkomt bij door de mens bedrijfsmatig of in een omvang alsof zij bedrijfsmatig was, ondernomen bedrijvigheid, dat geen huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater of grondwater is.
Blauw-groene verbindingen
Aaneenschakeling van water- en groenvoorzieningen, goed te combineren met natuurontwikkeling en opvang/infiltatie van regenwater.
Circulaire economie
Economie gericht op en maximaal hergebruik van (afval)stoffen.
Drukriolering
Een mechanisch rioleringssysteem waarbij het afvalwater via kleine pompjes en persleidingen wordt verpompt naar een ontvangstput. Drukriolering wordt vaak toegepast in het buitengebied. Het systeem is niet geschikt voor het transporteren van regenwater.
Douchewarmte-wisselaar
Voorziening in het doucheputje/afvoerleiding voor de terugwinning en hergebruik van warmte.
Energie- en grondstoffenfabriek
Aangepaste RWZI voor de terugwinning van energie en grondstoffen uit afvalwater en biomassa.
Gemeentelijk rioleringsplan (VGRP)/Verbreed VGRP
Een strategische nota waarin op hoofdlijnen de visie van het gemeentebestuur voor de komende planperiode is neergelegd met betrekking tot aanleg en beheer van het rioleringssysteem. Het VGRP is een verplicht planinstrument volgens de Wet Milieubeheer (in de toekomst Omgevingswet).
In een verbreed VGRP zijn de gemeentelijke watertaken m.b.t. de zorgplichten stedelijk afvalwater, grondwater en regenwater concreet uitgewerkt.
Gemengd rioolstelsel (GEM)
Rioolstelsel waarbij afvalwater en regenwater door één buizenstelsel worden ingezameld en afgevoerd.
Gescheiden rioolstelsel (GS)
Rioolstelsel waarbij afvalwater en regenwater door afzonderlijke buizenstelsels worden Ingezameld en afgevoerd. Het afvalwater wordt afgevoerd naar een AWZI, (een groot deel van) het regenwater wordt rechtstreeks afgevoerd naar het oppervlaktewater.
Gidsprincipe
Leidraad of handelingsperspectief om een bepaalde waarde te realiseren.
Groene berging
Verdiepte groenvoorziening voor de tijdelijke opvang van overtollig regenwater.
Groen dak
Begroeid dak, heeft niet alleen een beschermende functie, maar vangt ook fijn stof af, werkt verkoelend, vertraagt de waterafvoer en draagt positief bij aan vergroening van de stad. Kan tegenstrijdig zijn met het gebruik van zonnepanelen.
Grondwater
Spreekt voor zich, geen wettelijke definitie.
Hemelwaterafvoer
Afvoer van hemelwater voordat het tot afstroming komt
over het wegdek of via de riolering.
Hittestress
Het optreden van extreme hitte door een ongunstige combinatie van zonnestraling, temperatuur en bebouwing. Dit treedt meestal op in dicht bebouwde centra met een laag ventilatievermogen.
Hoofdrioolgemaal
Eindgemaal, meestal in beheer en eigendom van een waterbeheerder, via welke het afvalwater wordt getransporteerd naar een AWZI.
Huishoudelijk afvalwater
Afvalwater dat overwegend afkomstig is van menselijke stofwisseling en huishoudelijke werkzaamheden.
Hydraulische afvoercapaciteit
De capaciteit van een rioolstreng of rioleringssysteem om overtollig water af te voeren.
IBA
Systeem voor Individuele Behandeling van Afvalwater. Vergelijkbaar met een verbeterde septic-tank.
Industrieel afvalwater
Afvalwater afkomstig van industrieën of bedrijven.
Ingrijpmaatstaf
Grenstoestand van een rioleringsobject waarbij ingrijpen noodzakelijk is en maatregelen moeten worden opgesteld.
Infiltratievoorziening
Een waterdoorlatende ondergrondse voorziening die het regenwater opvangt en het langzaam laat wegzakken in de bodem.
Inspecteren
Het waarnemen, herkennen en beschrijven van de toestand van rioleringsobjecten.
Kapitaallasten
De langjarige kosten verband houdend met een nieuwe investering die niet direct is afbetaald.
LCA
Levens Cyclus Analyse, analyse van de benodigde materialen, energie en kosten over de levensduur van een object.
Maaiveld
Veelgebruikte term om een hoogte aan te kunnen relateren. Meestal is bedoeld het straatniveau of de hoogte van een groenstrook.
Nieuwe sanitatie
Geheel van duurzame sanitaire voorzieningen zoals composttoiletten, natuurlijke filters e.d. voor de lokale verwerking van afvalwater.
Omgevingsgericht
Rekening houdend met de gewenste toekomstige inrichting van het openbare gebied.
Openbare riolering
Het gedeelte van de buitenriolering in eigendom en beheer bij de overheid (in de meeste gevallen is dit de gemeente).
Overlastfrequentie
Het theoretisch gemiddeld aantal malen per jaar dat ernstige hinder of wateroverlast optreedt als gevolg van o.a. een gebrekkige hydraulische afvoercapaciteit.
Overnamepunt
Punt waar de overdracht plaatsvindt van het afvalwater uit de riolering aan het transportsysteem van het waterschap.
Persleiding
Een leiding waardoor rioolwater met gebruikmaking van één of meerdere pompen onder overdruk wordt afgevoerd.
Randvoorziening
Vloeistofdichte voorziening als onderdeel van het rioolstelsel met als het doel het afvangen van vuil en/of bergen van overtollig afvalwater. Dergelijke voorzieningen worden toegepast ter verbetering van de waterkwaliteit.
Regenwaterriool
Riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van afstromend regenwater.
Regenwatersysteem Zie “RWA-systeem”.
Regenwateruitlaat
Voorziening bedoeld voor de directe lozing van regenwater op oppervlaktewater of groene berging.
Regenweerafvoer (rwa)
Afvoer van huishoudelijk afvalwater vermengd met ingezameld hemelwater.
Regenwatertuin
(Gedeelte van ) een tuin speciaal ingericht voor de opvang en verwerking van regenwater. Bijvoorbeeld een verlaagd gedeelte, waar het regenwater in kan wegzakken of een vijver met opvangcapaiteit voor regenwater.
Relinen
Het inbrengen van een verstevigende constructie ter versterking van de buis. Meestal in de vorm van een in te brengen flexibele kous die door hete lucht, of water en/of licht uithardt en de buis duurzaam herstelt.
Regenwatersysteem
Het geheel aan voorzieningen voor de gescheiden inzameling en transport van regenwater.
Restlevensduur
Resterende levensduur van een riool, gebaseerd op de toestand van het riool (technische restlevensduur) of de leeftijd van het riool (theoretische restlevensduur).
Retentiebassin
Een ruimte al of niet overdekt, voor het tijdelijk opslaan van overtollig regenwater.
Riolering
Het geheel van riolen, rioolputten en bijbehorende voorzieningen voor de inzameling en het transport van afvalwater.
Rioleringsbeheer
Zorg voor het goed functioneren van het rioleringssysteem.
Rioolheffing
De belasting die bewoners en bedrijfsleven moeten betalen om gebruik te mogen maken van de riolering. De heffing kan uit een aansluitheffing en een afvoerheffing bestaan. De aansluitheffing wordt geheven wegens het hebben van een aansluiting op het gemeentelijk riool. De rioolafvoerheffing wordt geheven wegens het afvoeren van rioolwater afkomstig van de gebruiker van een onroerend goed.
Rioleringsbeheerplan (RBP)/verbreed RBP
In een rioleringsbeheerplan staat op welke wijze het rioleringssysteem wordt beheerd.
Het bevat o.a. onderhoudsstrategieën en een vervangingsplanning riolering. In een verbreed RBP is het onderhoud en beheer ook uitgewerkt voor hemelwater- en grondwatervoorzieningen.
Rioolbeheerder
Openbaar lichaam belast met de zorg voor (het goed functioneren van) de riolering (meestal een gemeente).
Rioolgemaal
Bouwwerk met een inrichting voor het verpompen van afvalwater.
Riooloverstortput
Voorziening die bij hevige of langdurige neerslag in werking treedt en het overtollige regenwater loost op een voorziening of direct op oppervlaktewater.
Rioleringssysteem
Samenstel van riolen en rioolputten voor de inzameling en het transport van afvalwater.
Rioolwaterzuivering (RWZI)
Een inrichting (werk) waar het afvalwater wordt ontdaan (van een groot deel) van de verontreinigingen.
Riothermie
Techniek om thermische energie (warmte) te onttrekken aan het afvalwater en deze her te gebruiken, bijvoorbeeld voor de verwarming van en zwembad.
RWA-systeem
Rioolstelsel alleen bestemd voor de inzameling en het transport van regenwater.
Sanitatie
Geheel van sanitaire voorzieningen zoals waterleiding, riolering, sanitair e.d. en voorlichting over nut en noodzaak van hygiënische leefomstandigheden als preventieve maatregeltegen gezondsklachten/ziekten.
Stedelijk afvalwater
Huishoudelijk afvalwater of een mengsel daarvan met bedrijfsafvalwater, afvloeiend hemelwater, grondwater of ander afvalwater.
Transitie
Een geleidelijke ombuiging van een bestaande situatie naar een toekomstig gewenste situatie. Bijvoorbeeld de transitie van een lineaire economie naar een circulaire economie.
Vacuümtoilet
Een vacuüm toilettransporteert d.m.v. drukverschil het afvalwater van toiletten, douches en wastafels. Door de kleine leidingdiameters werkt het waterbesparend.
Vacuüm riolering
Rioleringssysteem dat het afvalwater transporteert d.m.v. drukverschil. Dit systeem is niet geschikt voor het transport van regenwater.
Verbeterd gemengd rioolstelsel (VGM)
Gemengd rioolstelsel met ter plaatse van één of meerdere lozingspunten een randvoorziening met als doel vuilemissiereductie.
Verbeterd gescheiden rioolstelsel (VGS)
Gescheiden rioolstelsel waarbij een deel van het (meest vervuilde) regenwater wordt ver pompt naar de AWZI of alternatieve locatie voor de behandeling van verontreinigd regenwater.
Verhard oppervlak
Het op de riolering aangesloten oppervlak dat tijdens neerslag regenwater afvoert naar het rioleringssysteem.
Voedselrestenvermaler
Voorziening in de gootsteen die de grove delen vermaalt tot een vloeibare massa
Vrijvervalriolering
Rioleringssysteem waarbij het transport van afvalwater plaatsvindt door middel van de zwaartekracht.
Vuilemissie
Het totaal aan vervuilende stoffen afkomstig uit het rioleringssysteem dat (in)direct via riooloverstortputten wordt geloosd op oppervlaktewater.
Vuilwaterriool
Riool alleen bestemd voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater.
Vuilwatersysteem
Het geheel aan voorzieningen voor de gescheiden inzameling en transport van stedelijk afvalwater.
Waakhoogte
Ruimte tussen de berekende waterstand in het rioleringsmodel en het maaiveld.
Waarschuwingsmaatstaf
Grenstoestand van een rioleringsobject waarbij de actuele toestand discutabel is en nader onderzoek benodigd.
Wadi
Een bovengrondse droogstaande groenvoorziening die het regenwater opvangt en langzaam laat wegzakken in de bodem.
Waterpasserende/waterdoorlatende verharding
Verharding (meestal wegbestrating) die het regenwater laat passeren via grof materiaal in de voegen (waterpasserend) of via het poreuze materiaal (waterdoorlatend).
Water-op-straat
Het verschijnsel tijdens hevige of langdurige neerslag dat water uit de riolering op straat komt te staan of dat regenwater niet in de riolering kan stromen als gevolg van een onvoldoende of belemmerde afvoercapaciteit.
Waterhinder
Het verschijnsel bij “water op straat” dat het water in het openbaar gebied blijft staan waardoor wegen tijdelijk (1 á 2 uur) niet begaanbaar zijn maar niet leidt tot schade aan gebouwen.
Wateroverlast
Het verschijnsel dat “water op straat” overgaat in wateroverlast in de vorm van ernstige hinder (langdurige onbereikbaarheid) of leidt tot waterschade (bijvoorbeeld water in de woning).
Zorgplicht stedelijk afvalwater
De gemeente draagt zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen.
Zorgplicht hemelwater
De gemeente draagt zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen.
Zorgplicht grondwater
De gemeente draagt zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het waterschap of de provincie behoort.
BIJLAGE B – TAKEN, BEVOEGDHEDEN EN BELEIDSKADERS
A)EUROPEES
- 1.
Europese Kaderrichtlijn Water
B)NATIONAAL
- 1.
Waterwet (Ww)
- 2.
Wet Milieubeheer (Wm)
- 3.
Zorgplichten Afval-, Hemel-, en Grondwater
- 4.
Lozingen besluit Afvalwater (Wm)
- 5.
Wet Algemene Bepalingen Omgevingsrecht (Wabo)
- 6.
Wet Informatie Uitwisseling Ondergrondse Netten (Wion)
- 7.
Basisregistratie Ondergrond (Bro: verwacht in 2015)
- 8.
Wet op lijkbezorging en besluit op lijkbezorging (1991)
- 9.
Nationaal Waterplan 2016-2021
- 10.
Nationaal Bestuursakkoord Water (NBW) + addendum
- 11.
Besluit Begroting en Verantwoording Provincies en Gemeenten
- 12.
Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie
- 13.
Omgevingswet
C)NADERE INFORMATIE
A.1 (EUROPEES) KADERRICHTLIJN WATER (2009)
De Europese Kaderrichtlijn Water (KRW) is erop gericht op Europees niveau de kwaliteit van watersystemen te verbeteren, onder meer door lozingen te reduceren. Verder is het de bedoeling het duurzame gebruik van water te bevorderen en de verontreiniging van grondwater aanzienlijk te verminderen. Naast een verbetering van de waterkwaliteit is het streven de Europese waterwetgeving te harmoniseren, uiterlijk in 2015.
De KRW stelt voor alle water een ecologische en kwaliteitsdoelstelling. Vooral voor water met een verhoogde natuurdoelstelling kan verwacht worden dat nog grote inspanningen geleverd moeten worden. De toekomstige invulling van het waterkwaliteitsspoor wordt sterk gerelateerd aan de bedoelingen van de KRW.
Op basis van gebiedsrapportages worden de monitoringsprogramma’s en beheersplannen voor heel Nederland en Europa opgesteld. Kenmerkend voor de KRW is dat er sprake is van een resultaatsverplichting in plaats van de inspanningsverplichting die voorheen gebruikelijk was.
B.1 (NATIONAAL) WATERWET
De Waterwet heeft acht bestaande wetten voor het waterbeheer in Nederland vervangen. De Waterwet regelt het beheer van oppervlaktewater en grondwater. De wet is gericht zijn op het bereiken van doelstellingen van watersystemen (stroomgebieden), met een verdeling van verantwoordelijkheden en taken tussen de verschillende betrokken overheden. Tevens is de wet gericht op een adequaat instrumentarium voor de uitvoering van het waterbeleid. Dit betreft dan vooral een vermindering van regels, vergunningstelsels en administratieve lasten.
Door de Waterwet zijn Waterschappen, Gemeenten en Provincies beter in staat wateroverlast, waterschaarste en watervervuiling tegen te gaan. Ook voorziet de wet in het toekennen van functies voor het gebruik van water zoals scheepvaart, drinkwatervoorziening, landbouw, industrie en recreatie. Op grond van toegekende functies worden eisen gesteld aan de kwaliteit en inrichting van het water.
Watervergunning
De Watervergunning integreert alle vergunningstelsels van de verschillende waterwetten. Daarmee gaan zes vergunningen uit de eerdere waterbeheerwetten op in één Watervergunning. Het gaat hierbij om een scala van handelingen in watersystemen die voorheen door de afzonderlijke wetten werden gereguleerd, zoals het lozen van verontreinigende stoffen op het oppervlaktewater, het onttrekken van grondwater of het dempen van een sloot.
Veel activiteiten vallen onder algemene regels, waarvoor geen watervergunning nodig is; in deze gevallen kan dan met een melding worden volstaan. Lozingen van hemelwater uit het gemeentelijk rioolstelsel bijvoorbeeld vallen niet meer onder vergunningplicht (voorheen Wvo-vergunning), maar onder algemene regels. Bevoegd gezag kan Rijkswaterstaat, het Waterschap of de Provincie zijn.
Activiteiten waarvoor een Watervergunning nodig is, zijn:
- •
Stoffen in een oppervlaktewaterlichaam brengen;
- •
Afvalwater in een oppervlaktewaterlichaam lozen of rechtstreeks (dus niet via de gemeentelijke riolering) afvoeren naar een rioolwaterzuiveringsinrichting;
- •
Stoffen in zee brengen;
- •
Een waterstaatswerk of beschermingszone gebruiken (aanleg, wijzigen, verwijderen);
- •
Een waterstaatswerk is een oppervlaktewaterlichaam, bergingsgebied, waterkering of ondersteunend kunstwerk (bijv. een sluis of stuw);
- •
Water in de bodem brengen of eraan onttrekken;
- •
Grondwater onttrekken of in samenhang daarmee water in de bodem brengen (infiltreren). Ook onttrekkingen in verband met bodemenergiesystemen vallen in deze categorie;
- •
Water in een oppervlaktewaterlichaam brengen of eraan onttrekken;
- •
Grote hoeveelheden water in een oppervlaktewaterlichaam lozen of daaraan grote hoeveelheden onttrekken.
B.2 (NATIONAAL)WET MILIEUBEHEER
De Wet Milieubeheer ( Wm ) bevat verschillende onderdelen die specifiek van toepassing zijn op watergerelateerde onderwerpen, zoals indirecte lozingen, de gemeentelijke zorgplicht voor de inzameling van stedelijk afvalwater en het gemeentelijk rioleringsplan.
De Wm kent naast watergerelateerde onderwerpen ook onderdelen die van grote relevantie zijn voor waterzaken. Te denken valt aan de afvalstoffenregelgeving, de coördinatie bij vergunningverlening en de samenwerking tussen bevoegde gezagen. Samen met de Waterwet biedt de Wm de wettelijke grondslag voor een aantal uitvoeringsbesluiten en de gemeentelijke afval-, hemel-, en grondwaterzorgplichten.
B.3 (NATIONAAL)ZORGPLICHTEN AFVAL-, HEMEL- EN GRONDWATER
Zorgplicht stedelijk afvalwater
De zorgplicht stedelijk afvalwater valt onder de Wet Milieubeheer (in toekomst onder Omgevingswet). In artikel 10.33 is de wettelijke verplichting vastgelegd:
- 1.
De gemeente draagt zorg voor de inzameling en het transport van stedelijk afvalwater dat vrijkomt bij de binnen het grondgebied van de gemeente gelegen percelen, door middel van een openbaar vuilwaterriool naar een inrichting als bedoeld in artikel 3.4 van de Waterwet.
- 2.
In plaats van een openbaar vuilwaterriool en een inrichting als bedoeld in het eerste lid kunnen afzonderlijke systemen of andere passende systemen in beheer bij een Gemeente, Waterschap of een rechtspersoon die door een Gemeente of Waterschap met het beheer is belast, worden toegepast, indien met die systemen blijkens het gemeentelijk rioleringsplan eenzelfde graad van bescherming van het milieu wordt bereikt.
Zorgplicht hemelwater
De zorgplicht hemelwater valt onder de Waterwet (in toekomst onder Omgevingswet). In artikel 3.5 is de wettelijke verplichting vastgelegd:
- 1.
De gemeente draagt zorg voor een doelmatige inzameling van het afvloeiend hemelwater, voor zover van degene die zich daarvan ontdoet, voornemens is zich te ontdoen of zich moet ontdoen, redelijkerwijs niet kan worden gevergd het afvloeiend hemelwater op of in de bodem of in het oppervlaktewater te brengen.
- 2.
De gemeente draagt tevens zorg voor een doelmatige verwerking van het ingezamelde hemelwater. Onder het verwerken van hemelwater kunnen in ieder geval de volgende maatregelen worden begrepen: de berging, het transport, de nuttige toepassing, het, al dan niet na zuivering, terugbrengen op of in de bodem of in het oppervlaktewater van ingezameld hemelwater, en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk.
Zorgplicht grondwater
De zorgplicht grondwater valt onder de Waterwet (in toekomst onder Omgevingswet). In artikel 3.6 is de wettelijke verplichting vastgelegd:
- 1.
De gemeente draagt zorg voor het in het openbaar gemeentelijke gebied treffen van maatregelen teneinde structureel nadelige gevolgen van de grondwaterstand voor de aan de grond gegeven bestemming zoveel mogelijk te voorkomen of te beperken, voor zover het treffen van die maatregelen doelmatig is en niet tot de zorg van het Waterschap of de Provincie behoort.
- 2.
De maatregelen, bedoeld in het eerste lid, omvatten mede de verwerking van het ingezamelde grondwater, waaronder in ieder geval worden begrepen de berging, het transport, de nuttige toepassing en het, al dan niet na zuivering, op of in de bodem of in het oppervlaktewater brengen van ingezameld grondwater en het afvoeren naar een zuiveringtechnisch werk.
B.4 (NATIONAAL)LOZINGENBESLUITEN AFVALWATER
Afvalwaterlozingen worden tegenwoordig hoofdzakelijk geregeld via algemene regels (AmvB’s). Uitgangspunt: de lozer mag niets doen waarvan hij kan verwachten dat het problemen oplevert voor het riool, de zuivering of het (water)milieu. Er is een indeling gemaakt naar drie categorieën:
Particulieren: |
Besluit lozing afvalwater huishoudens |
Bedrijven: |
Besluit lozen inrichtingen |
Openbaar gebied: |
Besluit lozen buiten-inrichtingen |
Besluit lozing afvalwater huishoudens
Het besluit bevat regels voor het lozen van afvalwater door particulieren. Huishoudens hebben geen vergunning of ontheffing nodig om hun afvalwater te lozen, maar moeten zich wel houden aan regels die moeten voorkomen dat de kwaliteit van bodem en oppervlaktewater niet mogen worden aangetast. Dat betekent onder meer dat afvalwater alleen in het oppervlaktewater of in de bodem mag worden geloosd als het gezuiverd is.
Besluit lozen inrichtingen
Het besluit maakt onderscheid tussen directe en indirecte (via riolering) lozingen. De indirecte lozingen worden weer onderscheiden in lozingen op een ‘schoonwaterriool’ en een ‘vuilwaterriool’. De eisen aan de lozingen op schoonwaterriolen zijn strenger dan die op een vuilwaterriool, omdat die lozingen direct in het milieu terechtkomen. De houder van het hemelwater moet het hemelwater op verantwoorde wijze terugbrengen in het milieu. Lozing op een vuilwaterriool is alleen toegestaan als een directe lozing of een lozing op een schoonwaterriool niet mogelijk is.
Besluit lozen niet-inrichtingen
Het besluit heeft betrekking op een breed scala aan lozingen die buiten inrichtingen in de zin van de Wet milieubeheer plaatsvinden. Het gaat bijvoorbeeld om lozingen uit gemeentelijke rioolstelsels, lozingen van grondwater bij ontwatering van gronden (zoals bronneringswater bij bouwactiviteiten), lozingen van afstromend regenwater van wegen en andere openbare ruimten en lozingen bij gevelreiniging. De lozingen kunnen zowel door bedrijven als overheden plaatsvinden.
Volgens dit besluit is (vrij vertaald) het lozen van afvalwater, afkomstig uit een openbare ontwaterings- of hemelwaterstelsel op of in de bodem toegestaan, mits de ligging van de voorzieningen bekend is, deze goed beheerd worden en hierdoor geen nieuwe problemen ontstaan. Hetzelfde geldt voor het op oppervlaktewater lozen van afvalwater afkomstig van overstortvoorzieningen of nooduitlaten van openbare vuilwaterstelsels.
Het lozen van grondwater bij bodemsanering en proefbronnering op oppervlaktewater of een hemelwaterriool is onder kwalitatieve voorwaarden toegestaan en onder de voorwaarde dat geen wateroverlast plaatsvindt. Het lozen in een vuilwaterriool is niet toegestaan. Indien er redelijkerwijs geen andere mogelijkheid bestaat kan hiervan worden afgeweken met medewerking van het bevoegd gezag.
Het tbv ontwatering lozen van grondwater in oppervlaktewater is onder zowel kwalitatieve als kwantitatieve voorwaarden toegestaan. Lozing op een vuilwaterriool is verboden tenzij het een kortdurende en relatief schone lozing betreft (< 8 weken, < 5 m3/h ,< 300 mg/l onopgeloste stoffen).
B.5 (NATIONAAL)WET ALGEMENE BEPALINGEN OMGEVINGSRECHT
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) regelt de omgevingsvergunning. De omgevingsvergunning is één geïntegreerde vergunning voor bouwen, wonen, monumenten, ruimte, natuur en milieu. De omgevingsvergunning heeft betrekking op activiteiten die voorheen vergunningplichtig waren onder de volgende wetten en verordeningen:
Knipsel 30ic25a8976-3685-4546-a00d-fa3b0807ac23.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
B.6 (NATIONAAL)WET INFORMATIE UITWISSELING ONDERGRONDSE NETTEN (2008)
Om de ernst en de hoeveelheid van graafincidenten in Nederland in te perken is in 2008 de Wet informatie- uitwisseling ondergrondse netten ( Wion ) oftewel de Grondroerdersregeling van kracht geworden. De regeling verplicht zorgvuldiger graven en informatie uitwisseling tussen grondroerders (de gravers) en de kabel- en leidingbeheerders. Informatie uitwisseling voorafgaand aan de graafwerkzaamheden verloopt via een digitaal loket bij het Kadaster.
B.7 (NATIONAAL)BASISREGISTRATIE ONDERGROND
Informatie over activiteiten in de Nederlandse ondergrond moet beter worden vastgelegd. Overheden dienen gegevens over de ondergrond centraal te registreren in een basisregistratie ondergrond (BRO). Dit zorgt voor lagere onderzoekskosten, helpt bij het opstellen van ruimtelijke plannen en bespaart overlast en kosten bij uitvoering van werkzaamheden.
De wet verplicht het Rijk, Provincies, Gemeenten en Waterschappen om nieuwe gegevens over de ondergrond centraal te registreren. Bedrijven en inwoners krijgen gratis toegang tot de gegevens. De basisregistratie bouwt voort op de bestaande landelijke systemen. Dit zijn Data en Informatie Nederlandse
Ondergrond van de Geologische Dienst Nederland, onderdeel van TNO, en het Bodem Informatie Systeem van Alterra. De registratie zal zorgen dat gegevens vollediger zijn, sneller beschikbaar en eenvoudiger te gebruiken. Het beheer ervan is met het oog op de benodigde expertise in handen van TNO.
De basisregistratie ondergrond wordt de komende jaren stapsgewijs ingevuld. Er wordt gestart met gegevens over sonderingen, grondwater en mijnbouw. Deze informatie is onder meer van belang bij het plannen en uitvoeren van bouwprojecten, het verzorgen van drinkwatervoorziening en het winnen van natuurlijke hulpbronnen.
B.8 (NATIONAAL)WET OP DE LIJKBEZORGING EN BESLUIT OP DE LIJKBEZORGING (1991)
In de Wet op de lijkbezorging (Wlb) zijn bepalingen opgenomen omtrent begraving. Bij algemene maatregel van bestuur kunnen op grond van die wet regels worden gesteld over onder meer de inrichting van het graf en de afstand van de graven onderling. In het Besluit op de lijkbezorging (Blb) is daaraan gevolg gegeven.
Uit de artikelen 40 en 41 Wlb kan worden afgeleid dat burgemeester en wethouders bevoegd gezag zijn met betrekking tot (bijzondere) begraafplaatsen.
Artikel 5 Besluit op de lijkbezorging
- 1.
De afstand tussen de graven onderling bedraagt ten minste dertig centimeter.
- 2.
Boven de kist of het omhulsel bevindt zich een laag grond van ten minste vijfenzestig centimeter.
- 3.
Ten hoogste drie lijken mogen boven elkaar worden begraven, mits boven elke kist of ander omhulsel een laag grond van ten minste dertig centimeter dikte wordt aangebracht, die bij een volgende begraving niet mag worden geroerd. Ten aanzien van de bovenste kist of het bovenste omhulsel is het tweede lid van toepassing.
- 4.
De graven bevinden zich ten minste dertig centimeter boven het niveau van de gemiddeld hoogste grondwaterstand.
- 5.
Het derde en vierde lid zijn niet van toepassing op bestaande graven.
- 6.
Dit artikel is niet van toepassing op grafkelders.
De belangrijkste bepaling in relatie tot grondwater is die van het vierde lid. In samenhang met het derde lid kan worden vastgesteld hoe diep het grondwaterpeil moet zijn als er in meerdere lagen boven elkaar wordt begraven.
B.9 (NATIONAAL)NATIONAAL WATERPLAN 2016-2021
Het Nationaal Waterplan (NWP) is het rijksplan voor het waterbeleid voor de periode 2016-2021. Het NWP beschrijft welke maatregelen nodig zijn om Nederland ook in de toekomst veilig en leefbaar te houden. Ook de (economische) kansen die water biedt komen in het NWP aan bod.
In de bijlage van het NWP zijn stroomgebiedbeheerplannen opgenomen. Deze geven aan hoe de waterkwaliteit in een bepaald gebied kan verbeteren. Nederland ligt in de stroomgebieden Rijn (Waal), Maas, Schelde en Eems.
B.10 (NATIONAAL) BESTUURSAKKOORD WATER (2011)
In het Bestuursakkoord Water hebben overheden en drinkwaterbedrijven afspraken gemaakt over verbetering van de organisatie van het waterbeheer. Deze afspraken leiden tot meer transparantie, duidelijke verantwoordelijkheden, minder bestuurlijke drukte, optimalisatie in transport en zuivering van afvalwater, een beheersbaar programma voor de waterkeringen en het realiseren van slimme samenwerkingsvormen. Hierdoor blijft waterbeheer betaalbaar. De ambitie is om vanaf 2020 jaarlijks structureel 750 miljoen euro te besparen op de stijgende kosten voor veiligheid en waterbeheer.
In het Addendum BAW staan aanvullende afspraken over de volgende onderwerpen:
- •
Bruikbare en toegankelijke data en informatie binnen de watersector
- •
Cybersecurity binnen de watersector
- •
Samenwerking tussen gemeenten, waterschappen en drinkwaterbedrijven
- •
Implementatie Omgevingswet in de waterketen.
B.11 (NATIONAAL) BESLUIT BEGROTING EN VERANTWOORDING PROVINCIES EN GEMEENTEN
Ten behoeve van meer transparantie heeft de commissie BBV (commissie Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten) richtlijnen opgesteld voor de bepaling van de rioolheffing. De commissie BBV spoort gemeenten en provincies aan om deze aanbevelingen te volgen omdat dat naar haar oordeel bijdraagt aan het inzicht in de financiële positie.
B.12 (NATIONAAL) DELTAPLAN RUIMTELIJKE ADAPTATIE
Het Deltaplan Ruimtelijke Adaptatie is een gezamenlijk plan van gemeenten, waterschappen, provincies en het Rijk. Het Deltaplan RA versnelt en intensiveert de aanpak van wateroverlast, hittestress, droogte en de gevolgen van overstromingen.
B.13 (NATIONAAL) OMGEVINGSWET
De Omgevingswet is een integrale wet die de kwaliteit van de leefomgeving borgt en tegelijkertijd ontwikkeling stimuleert. Sleutelbegrippen in de toepassing van de wet zijn eenvoud & efficiency, (integrale) samenwerking, regionaal maatwerk en verbinding naar externe partners.
NADERE INFORMATIE?
Nadere informatie over waterbeleid kunt u vinden op:
www.helpdeskwater.nl
www.infomil.nl
www.riool.net
www.stowa.nl
www.wetten.overheid.nl
www.samenwerkenaanwater.nl
www.ruimtelijkeadaptatie.nl
www.omgevingswet.nl
BIJLAGE C – OVERZICHT RIOLERING EN LOZINGSPUNTEN
Knipsel 31i894363c4-f17a-46ae-91d4-feaead3da07f.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Overzicht overstorten
Putcode |
Openbare ruimte |
Woonplaats |
X |
Y |
91102U |
Acacialaan |
Heerle |
83392 |
392591 |
91007U |
Bameerweg |
Heerle |
83476 |
392848 |
91002U |
Bameerweg |
Heerle |
83473 |
392846 |
87403B |
Bameerweg |
Heerle |
83837 |
393050 |
87405B |
Bameerweg |
Heerle |
83909 |
393022 |
83715U |
De Wijper |
Heerle |
84383 |
391900 |
87827U |
Herelsestraat |
Heerle |
83799 |
392100 |
83103U |
Herelsestraat |
Heerle |
84309 |
393423 |
87824U |
Herelsestraat |
Heerle |
83792 |
392130 |
92601I |
Moerstraatseweg |
Moerstraten |
82504 |
395488 |
92501U |
Moerstraatseweg |
Moerstraten |
82512 |
395517 |
319002 |
Dorpsstraat |
Nispen |
90783 |
389281 |
319004 |
Dorpsstraat |
Nispen |
90822 |
389360 |
27501B |
Everlandwegje |
Nispen |
90418 |
389258 |
27601B |
Everlandwegje |
Nispen |
90432 |
389233 |
36403U |
Moerendaalsestraat |
Nispen |
91018 |
388676 |
36402U |
Moerendaalsestraat |
Nispen |
91089 |
388702 |
31903U |
Nispenseweg |
Nispen |
90890 |
389371 |
36304U |
Oostmoer |
Nispen |
91041 |
388836 |
36307U |
Oostmoer |
Nispen |
91062 |
388781 |
24401U |
Aanwas |
Roosendaal |
90267 |
397107 |
24523U |
Aanwas |
Roosendaal |
90002 |
396777 |
28705U |
Aanwas |
Roosendaal |
90533 |
397326 |
26536U |
Ambrozijnberg |
Roosendaal |
90255 |
391915 |
38603I |
Anjelierstraat |
Roosendaal |
91571 |
393670 |
34403U |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
91024 |
393637 |
30213U |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
90996 |
393631 |
30214U |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
90986 |
393546 |
30208U |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
90998 |
393632 |
30219U |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
90957 |
393692 |
47264U |
Bergkristaldijk |
Roosendaal |
92726 |
393573 |
47322U |
Beryldijk |
Roosendaal |
92702 |
393441 |
29402U |
Borchwerf |
Roosendaal |
90596 |
395589 |
25209U |
Borchwerf |
Roosendaal |
90159 |
395121 |
34212I |
Boulevard |
Roosendaal |
91068 |
394044 |
34213I |
Boulevard |
Roosendaal |
91102 |
394181 |
34315I |
Boulevard |
Roosendaal |
91054 |
393984 |
34118I |
Boulevard |
Roosendaal |
91128 |
394284 |
34119I |
Boulevard |
Roosendaal |
91132 |
394340 |
21302U |
Boulevard Antverpia |
Roosendaal |
89910 |
393879 |
21304U |
Boulevard Antverpia |
Roosendaal |
89927 |
393878 |
34623U |
Bovendonk |
Roosendaal |
91202 |
393231 |
46603U |
Bredaseweg |
Roosendaal |
92898 |
395068 |
50655U-1 |
Bredaseweg |
Roosendaal |
93367 |
395203 |
26215U |
Brouwersberg |
Roosendaal |
90189 |
392539 |
29806U |
Brugstraat |
Roosendaal |
90777 |
394748 |
29706I |
Brugstraat |
Roosendaal |
90666 |
394875 |
41921U |
Buijenstraat |
Roosendaal |
92073 |
396282 |
376034 |
Buijenstraat |
Roosendaal |
91609 |
396116 |
09604U |
Bulkenaarsestraat |
Roosendaal |
88257 |
392249 |
21206U |
Burgemeester Freijterslaan |
Roosendaal |
89941 |
394165 |
21208U |
Burgemeester Freijterslaan |
Roosendaal |
89917 |
394110 |
21204U |
Burgemeester Freijterslaan |
Roosendaal |
89919 |
394184 |
43213U |
Burgemeester Schneiderlaan |
Roosendaal |
92165 |
393163 |
43011U |
Burgemeester Schneiderlaan |
Roosendaal |
92241 |
393540 |
43009U |
Burgemeester Schneiderlaan |
Roosendaal |
92208 |
393603 |
43111U |
Burgemeester Schneiderlaan |
Roosendaal |
92232 |
393258 |
42816U |
C dijk |
Roosendaal |
92254 |
394043 |
42830U |
Carneooldijk |
Roosendaal |
92340 |
394018 |
26101U |
Champetterberg |
Roosendaal |
90135 |
392968 |
42836U |
Chromietdijk |
Roosendaal |
92396 |
394023 |
47102U |
Chromietdijk |
Roosendaal |
92515 |
393991 |
47220U |
Covellijndijk |
Roosendaal |
92765 |
393741 |
47128U |
Covellijndijk |
Roosendaal |
92629 |
393891 |
26412U |
De Genestetlaan |
Roosendaal |
90374 |
392096 |
08802U |
De Stok |
Roosendaal |
88495 |
394199 |
12245U |
De Stok |
Roosendaal |
88879 |
394641 |
47170U |
Diamantdijk |
Roosendaal |
92842 |
393897 |
17498U |
Druivenberg |
Roosendaal |
89296 |
392102 |
17238U |
Ebbenberg |
Roosendaal |
89405 |
392551 |
54201U |
Elementweg |
Roosendaal |
93674 |
394087 |
510154 |
Elementweg |
Roosendaal |
93493 |
394103 |
38606U |
Ericastraat |
Roosendaal |
91610 |
393654 |
39014U |
Evelindeflat |
Roosendaal |
91684 |
392580 |
13304U |
Fluwijnberg |
Roosendaal |
88804 |
391854 |
13301U |
Fluwijnberg |
Roosendaal |
88836 |
391833 |
20405U |
Gewenten |
Roosendaal |
89920 |
396044 |
24609U |
Gewenten |
Roosendaal |
90438 |
396660 |
12602U |
Heerma van Vossstraat |
Roosendaal |
88964 |
393685 |
13102U |
Hoveniersberg |
Roosendaal |
88830 |
392466 |
46407U |
Jan Frederik Vlekkestraat |
Roosendaal |
92947 |
395499 |
46528U |
Jan Frederik Vlekkestraat |
Roosendaal |
92967 |
395491 |
46551U |
Jan Frederik Vlekkestraat |
Roosendaal |
92917 |
395332 |
16202U |
Jan Vermeerlaan |
Roosendaal |
89400 |
395017 |
21106U |
Kade |
Roosendaal |
89996 |
394339 |
13201U |
Kalmoesberg |
Roosendaal |
88740 |
392024 |
39203U |
Kalverstraat |
Roosendaal |
91881 |
392136 |
13306U |
Kersenberg |
Roosendaal |
88755 |
391833 |
25926U |
Klein Brabant |
Roosendaal |
90010 |
393419 |
21508U |
Klein Brabant |
Roosendaal |
89977 |
393373 |
21506U |
Klein Brabant |
Roosendaal |
89983 |
393376 |
51602U |
Krampenloop |
Roosendaal |
93398 |
392686 |
54801U |
Krampenloop |
Roosendaal |
93502 |
392511 |
13401U |
Krekelberg |
Roosendaal |
88504 |
391617 |
26194U |
Kroevenlaan |
Roosendaal |
90186 |
392882 |
30215U |
Laan van België |
Roosendaal |
90813 |
393686 |
46617U |
Lage Zegge |
Roosendaal |
92919 |
395233 |
30470U |
Landjuweel |
Roosendaal |
90828 |
393232 |
30424U |
Landjuweel |
Roosendaal |
90984 |
393224 |
34903U |
Langdonk |
Roosendaal |
91175 |
392498 |
13105U |
Laurierberg |
Roosendaal |
88779 |
392453 |
13107U |
Lavendelberg |
Roosendaal |
88766 |
392281 |
25821U |
Leede |
Roosendaal |
90039 |
393536 |
25941U |
Leede |
Roosendaal |
90109 |
393463 |
42201U |
Leemstraat |
Roosendaal |
92483 |
395613 |
42205U |
Leemstraat |
Roosendaal |
92272 |
395645 |
50529U |
Leemstraat |
Roosendaal |
93395 |
395460 |
50523U |
Leemstraat |
Roosendaal |
93355 |
395470 |
24503P |
Madenstraat |
Roosendaal |
90001 |
396779 |
12810U |
Meeuwberg |
Roosendaal |
88791 |
393142 |
26474U |
Molenbeekpad |
Roosendaal |
90290 |
392118 |
12601U |
Mosberg |
Roosendaal |
88863 |
393665 |
345066 |
Norbartlaan |
Roosendaal |
91151 |
393399 |
51502U |
Onyxdijk |
Roosendaal |
93085 |
392760 |
25424U |
Oostelijke Havendijk |
Roosendaal |
90082 |
394663 |
38514U |
Parabaan |
Roosendaal |
91977 |
393905 |
47344U |
Platinadijk |
Roosendaal |
92687 |
393265 |
26261U |
Pootlaan |
Roosendaal |
90459 |
392681 |
26310U |
Pootlaan |
Roosendaal |
90341 |
392285 |
26202U |
Pootlaan |
Roosendaal |
90261 |
392535 |
16004U |
Potendreef |
Roosendaal |
89485 |
395552 |
47504U |
Robijndijk |
Roosendaal |
92701 |
392981 |
47711U |
Rozenvendreef |
Roosendaal |
92645 |
392390 |
37701U |
Smoorstraat |
Roosendaal |
91585 |
395763 |
29704U |
Spoorstraat |
Roosendaal |
90750 |
394989 |
56328U |
Steenovenstraat |
Roosendaal |
94306 |
394996 |
38204U |
Strausslaan |
Roosendaal |
91870 |
394581 |
38301U |
Strausslaan |
Roosendaal |
91791 |
394271 |
38501U |
Strausslaan |
Roosendaal |
91676 |
393860 |
38601U |
Strausslaan |
Roosendaal |
91562 |
393585 |
38404U |
Sweelincklaan |
Roosendaal |
91799 |
394241 |
13410U |
Thorbeckelaan |
Roosendaal |
88588 |
391638 |
17703U |
Thorbeckelaan |
Roosendaal |
89113 |
391382 |
13006U |
Thorbeckelaan |
Roosendaal |
88860 |
392609 |
17704U |
Thorbeckelaan |
Roosendaal |
89101 |
391292 |
13403U |
Thorbeckelaan |
Roosendaal |
88577 |
391660 |
21004U |
Turfberg |
Roosendaal |
89987 |
394642 |
21101U |
Turfberg |
Roosendaal |
89972 |
394340 |
26254U |
Valeriuslaan |
Roosendaal |
90486 |
392748 |
34004I |
Van Beethovenlaan |
Roosendaal |
91374 |
394627 |
38215U |
Van Beethovenlaan |
Roosendaal |
91856 |
394619 |
20901U |
Van Goghlaan |
Roosendaal |
89732 |
394873 |
17219U |
Vijfhuizenberg |
Roosendaal |
89419 |
392641 |
28811U |
Vlierwerf |
Roosendaal |
90934 |
397218 |
42701U |
Von Weberlaan |
Roosendaal |
92085 |
394497 |
25905U |
Vondellaan |
Roosendaal |
90132 |
393259 |
21815U |
Watermolenstraat |
Roosendaal |
89700 |
392706 |
25203U |
Westelijke Havendijk |
Roosendaal |
90014 |
395084 |
20617U |
Westelijke Havendijk |
Roosendaal |
89923 |
395556 |
20707U |
Westelijke Havendijk |
Roosendaal |
89962 |
395390 |
20615U |
Westelijke Havendijk |
Roosendaal |
89906 |
395676 |
21603U |
Willem Dreesweg |
Roosendaal |
89690 |
393094 |
17202U |
Willem Dreesweg |
Roosendaal |
89157 |
392520 |
08904U |
Wouwbaan |
Roosendaal |
88287 |
393860 |
42301I |
Zwaanhoefstraat |
Roosendaal |
92232 |
395456 |
75211I |
Bergsebaan |
Wouw |
85178 |
392487 |
75014U |
Doeldreef |
Wouw |
85208 |
392993 |
66503U |
Gierelaar |
Wouw |
86027 |
392511 |
66507U |
Gierelaar |
Wouw |
86191 |
392614 |
74704U |
Heining |
Wouw |
85330 |
393530 |
66212U |
Roosendaalsebaan |
Wouw |
86210 |
393466 |
66111U |
Spellestraat |
Wouw |
86149 |
393610 |
74905U |
Waterstraat |
Wouw |
85083 |
393158 |
72217U |
Kerkstraat |
Wouwse Plantage |
85678 |
389016 |
Overzicht uitstroomconstructies
Putcode |
Openbare ruimte |
Woonplaats |
X |
Y |
91103Y |
Acacialaan |
Heerle |
83349 |
392589 |
87401Y |
Bameerweg |
Heerle |
83757 |
393085 |
87404Y |
Bameerweg |
Heerle |
83804 |
393056 |
91611A |
Bergsebaan |
Heerle |
83459 |
391407 |
87511Y |
De Runningstraat |
Heerle |
83738 |
392917 |
83717Y |
De Wijper |
Heerle |
84388 |
391902 |
87804Y |
Herelsestraat |
Heerle |
83800 |
392135 |
87806Y |
Herelsestraat |
Heerle |
83854 |
392098 |
83405Y |
Herelsestraat |
Heerle |
84040 |
392627 |
83407Y |
Herelsestraat |
Heerle |
84147 |
392722 |
83101Y |
Moerstraatsebaan |
Heerle |
84260 |
393454 |
94403Y |
De Gebrande Hoef |
Moerstraten |
82306 |
395076 |
94201Y |
Moerstraatseweg |
Moerstraten |
82408 |
395552 |
94302Y |
Moerstraatseweg |
Moerstraten |
82394 |
395496 |
32413Y |
Essenseweg |
Nispen |
90612 |
388156 |
32701Y |
Essenseweg |
Nispen |
90742 |
387440 |
32408A |
Essenseweg |
Nispen |
90569 |
388166 |
32409A |
Essenseweg |
Nispen |
90569 |
388161 |
32721Y |
Essenseweg |
Nispen |
90891 |
387430 |
36404Y |
Moerendaalsestraat |
Nispen |
91020 |
388671 |
36401Y |
Moerendaalsestraat |
Nispen |
91097 |
388705 |
36405Y |
Moerendaalsestraat |
Nispen |
91015 |
388562 |
31904Y |
Nispenseweg |
Nispen |
90896 |
389372 |
36306Y |
Oostmoer |
Nispen |
91039 |
388833 |
36305Y |
Oostmoer |
Nispen |
91057 |
388783 |
32411Y |
Rozenakker |
Nispen |
90525 |
388185 |
24521Y |
Aanwas |
Roosendaal |
90002 |
396775 |
54307Y |
Aldendriellaan |
Roosendaal |
93646 |
393767 |
26504Y |
Ambrozijnberg |
Roosendaal |
90310 |
391882 |
26402Y |
Ambrozijnberg |
Roosendaal |
90307 |
392109 |
47508Y |
Amethistdijk |
Roosendaal |
92710 |
392983 |
34405Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
91032 |
393638 |
34612Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
91063 |
393248 |
30306Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
90994 |
393394 |
34509Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
91063 |
393253 |
35104Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
91154 |
391983 |
30217Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
90957 |
393686 |
35002Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
91149 |
392071 |
35102Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
91090 |
391954 |
34507Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
91077 |
393358 |
34508Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
91075 |
393280 |
30304Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
90975 |
393281 |
30502Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
90990 |
392871 |
30212Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
90988 |
393631 |
34506Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
91071 |
393393 |
30305Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
90990 |
393361 |
34701Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
91022 |
392790 |
30308Y |
Antwerpseweg |
Roosendaal |
90994 |
393395 |
54015Y |
Argonweg |
Roosendaal |
93880 |
394669 |
54013Y |
Argonweg |
Roosendaal |
93862 |
394672 |
50701Y |
Atoomweg |
Roosendaal |
93439 |
394898 |
38505Y |
Azaleastraat |
Roosendaal |
91780 |
393795 |
38519Y |
Azaleastraat |
Roosendaal |
91847 |
393908 |
21305Y |
Badhuisstraat |
Roosendaal |
89945 |
393927 |
53803Y |
Bakkersbergweg |
Roosendaal |
93798 |
395003 |
26311Y |
Begijnenberg |
Roosendaal |
90317 |
392345 |
47268Y |
Bergkristaldijk |
Roosendaal |
92744 |
393578 |
21701Y |
Bergrand |
Roosendaal |
89922 |
392770 |
21801Y |
Bergrand |
Roosendaal |
89817 |
392721 |
47324Y |
Beryldijk |
Roosendaal |
92720 |
393439 |
51211Y |
Beverenlaan |
Roosendaal |
93450 |
393520 |
46301Y |
Boerkensleen |
Roosendaal |
92944 |
395813 |
29606Y |
Borchwerf |
Roosendaal |
90525 |
395237 |
21303Y |
Boulevard Antverpia |
Roosendaal |
89916 |
393879 |
21302Y |
Boulevard Antverpia |
Roosendaal |
89920 |
393878 |
34505Y |
Bovendonk |
Roosendaal |
91170 |
393261 |
50659Y |
Bredaseweg |
Roosendaal |
93380 |
395228 |
46605Y |
Bredaseweg |
Roosendaal |
92899 |
395080 |
53703Y |
Bredaseweg |
Roosendaal |
93833 |
395346 |
50657Y |
Bredaseweg |
Roosendaal |
93370 |
395225 |
51207Y |
Bronkhorstdreef |
Roosendaal |
93321 |
393721 |
51209Y |
Bronkhorstdreef |
Roosendaal |
93395 |
393705 |
54401Y |
Bronkhorstdreef |
Roosendaal |
93519 |
393677 |
26216Y |
Brouwersberg |
Roosendaal |
90213 |
392544 |
37604Y |
Buijenstraat |
Roosendaal |
91610 |
396126 |
37603Y |
Buijenstraat |
Roosendaal |
91704 |
396200 |
09605Y |
Bulkenaarsestraat |
Roosendaal |
88269 |
392262 |
21284Y |
Burgemeester Freijterslaan |
Roosendaal |
89912 |
394111 |
21203Y |
Burgemeester Freijterslaan |
Roosendaal |
89927 |
394180 |
21201Y |
Burgemeester Freijterslaan |
Roosendaal |
89932 |
394178 |
30501Y |
Burgemeester Schneiderlaan |
Roosendaal |
90892 |
392830 |
30608Y |
Burgemeester Schneiderlaan |
Roosendaal |
90571 |
392743 |
30626Y |
Burgemeester Schneiderlaan |
Roosendaal |
90621 |
392753 |
42820Y |
C dijk |
Roosendaal |
92268 |
394058 |
42832Y |
Carneooldijk |
Roosendaal |
92343 |
394034 |
26102Y |
Champetterberg |
Roosendaal |
90140 |
392967 |
26006Y |
Champetterberg |
Roosendaal |
90134 |
393086 |
25907Y |
Citroenberg |
Roosendaal |
90091 |
393309 |
38505Y |
Commandobaan |
Roosendaal |
91913 |
393892 |
47230Y |
Covellijndijk |
Roosendaal |
92781 |
393737 |
54311Y |
Daasdonklaan |
Roosendaal |
93746 |
393858 |
22107Y |
Damastberg |
Roosendaal |
89578 |
391824 |
26414Y |
De Genestetlaan |
Roosendaal |
90342 |
392136 |
12219Y |
De Stok |
Roosendaal |
88680 |
394671 |
12221Y |
De Stok |
Roosendaal |
88649 |
394612 |
12207Y |
De Stok |
Roosendaal |
88869 |
394534 |
12105Y |
De Stok |
Roosendaal |
88730 |
394760 |
54406A |
Deurnelaan |
Roosendaal |
93566 |
393661 |
54407A |
Deurnelaan |
Roosendaal |
93585 |
393684 |
47007Y |
Diamantdijk |
Roosendaal |
92647 |
394129 |
42805Y |
Diamantdijk |
Roosendaal |
92496 |
394189 |
47005Y |
Diamantdijk |
Roosendaal |
92895 |
394050 |
428030 |
Diamantdijk |
Roosendaal |
92498 |
394042 |
47064Y |
Diamantdijk |
Roosendaal |
92523 |
394003 |
47102Y |
Diamantdijk |
Roosendaal |
92633 |
393906 |
47107Y |
Diamantdijk |
Roosendaal |
92729 |
393911 |
42802Y |
Diamantdijk |
Roosendaal |
92493 |
394026 |
47174Y |
Diamantdijk |
Roosendaal |
92813 |
393890 |
47240Y |
Diamantdijk |
Roosendaal |
92781 |
393695 |
47104Y |
Diamantdijk |
Roosendaal |
92804 |
393828 |
42604Y |
Dijkrand |
Roosendaal |
92383 |
394539 |
46904Y |
Dijkrand |
Roosendaal |
92617 |
394348 |
51205Y |
Dijkrand |
Roosendaal |
93282 |
393711 |
46905Y |
Dijkrand |
Roosendaal |
92707 |
394321 |
46906Y |
Dijkrand |
Roosendaal |
92869 |
394272 |
46901Y |
Dijkrand |
Roosendaal |
92516 |
394415 |
51115Y |
Dijkrand |
Roosendaal |
93312 |
393922 |
51013Y |
Dijkrand |
Roosendaal |
93325 |
394024 |
51007Y |
Dijkrand |
Roosendaal |
93078 |
394213 |
51009Y |
Dijkrand |
Roosendaal |
93159 |
394186 |
51011Y |
Dijkrand |
Roosendaal |
93275 |
394154 |
51001Y |
Dijkrand |
Roosendaal |
93006 |
394231 |
47337Y |
Dravietdijk |
Roosendaal |
92724 |
393356 |
47301Y |
Dravietdijk |
Roosendaal |
92741 |
393494 |
510003 |
Driehoekstraat |
Roosendaal |
93034 |
394225 |
17402Y |
Druivenberg |
Roosendaal |
89408 |
392150 |
54403Y |
Dussenlaan |
Roosendaal |
93544 |
393664 |
17301Y |
Ekenberg |
Roosendaal |
89225 |
392500 |
50913Y |
Electronweg |
Roosendaal |
93227 |
394468 |
50801Y |
Electronweg |
Roosendaal |
93398 |
394614 |
51017Y |
Elementweg |
Roosendaal |
93493 |
394093 |
54203Y |
Elementweg |
Roosendaal |
93673 |
394077 |
25529A |
Emile van Loonpark |
Roosendaal |
90228 |
394327 |
25527A |
Emile van Loonpark |
Roosendaal |
90270 |
394361 |
53804Y |
Ettenseweg |
Roosendaal |
93550 |
395164 |
50606Y |
Ettenseweg |
Roosendaal |
93419 |
395117 |
50604Y |
Ettenseweg |
Roosendaal |
93162 |
395067 |
39018Y |
Evelindeflat |
Roosendaal |
91566 |
392549 |
176060 |
Fazantberg |
Roosendaal |
89191 |
391555 |
47404Y |
Flintdijk |
Roosendaal |
92703 |
393059 |
47403Y |
Flintdijk |
Roosendaal |
92694 |
393170 |
51103Y |
Flintdijk |
Roosendaal |
93291 |
393815 |
13302Y |
Fluwijnberg |
Roosendaal |
88766 |
391846 |
13305Y |
Fluwijnberg |
Roosendaal |
88765 |
391855 |
30102Y |
Fortuinstraat |
Roosendaal |
90738 |
393763 |
51305Y |
Galmeidijk |
Roosendaal |
93404 |
393331 |
51204Y |
Galmeidijk |
Roosendaal |
93372 |
393550 |
37608Y |
Gastelseweg |
Roosendaal |
91683 |
396026 |
37605Y |
Gastelseweg |
Roosendaal |
91573 |
396005 |
37315A |
Gastelseweg |
Roosendaal |
91665 |
396818 |
37312A |
Gastelseweg |
Roosendaal |
91649 |
396845 |
16301Y |
Gerard ter Borchstraat |
Roosendaal |
89230 |
394825 |
34803Y |
Gerard Walschaplaan |
Roosendaal |
91031 |
392707 |
24611Y |
Gewenten |
Roosendaal |
90443 |
396667 |
29214Y |
Gewenten |
Roosendaal |
90819 |
396190 |
20405Y |
Gewenten |
Roosendaal |
89909 |
396021 |
126104 |
Heerma van Vossstraat |
Roosendaal |
88792 |
393716 |
08801Y |
Heirweg |
Roosendaal |
88485 |
394199 |
08701Y |
Heirweg |
Roosendaal |
88486 |
394299 |
51113Y |
Heliotroopdijk |
Roosendaal |
93058 |
393999 |
56413Y |
Heliumweg |
Roosendaal |
94039 |
394647 |
56415Y |
Heliumweg |
Roosendaal |
94201 |
394630 |
54321Y |
Henkenshagelaan |
Roosendaal |
93732 |
393800 |
13101Y |
Hoveniersberg |
Roosendaal |
88844 |
392495 |
13104Y |
Hoveniersberg |
Roosendaal |
88810 |
392455 |
21501Y |
Hulsdonksestraat |
Roosendaal |
89700 |
393371 |
13002Y |
Imkerberg |
Roosendaal |
88806 |
392599 |
46552Y |
Jan Frederik Vlekkestraat |
Roosendaal |
92927 |
395335 |
46607Y |
Jan Frederik Vlekkestraat |
Roosendaal |
92894 |
395113 |
46526Y |
Jan Frederik Vlekkestraat |
Roosendaal |
92957 |
395493 |
16201Y |
Jan Vermeerlaan |
Roosendaal |
89366 |
395125 |
21103Y |
Kade |
Roosendaal |
89979 |
394340 |
25520Y |
Kadeplein |
Roosendaal |
90017 |
394426 |
13202Y |
Kalmoesberg |
Roosendaal |
88758 |
392016 |
39205Y |
Kalverstraat |
Roosendaal |
91872 |
392139 |
13307Y |
Kersenberg |
Roosendaal |
88759 |
391847 |
G1320095 |
Klaproosberg |
Roosendaal |
88774 |
392052 |
25986Y |
Klein Brabant |
Roosendaal |
90025 |
393437 |
25928Y |
Klein Brabant |
Roosendaal |
90004 |
393420 |
25984Y |
Klein Brabant |
Roosendaal |
90017 |
393458 |
38614Y |
Kortendijksestraat |
Roosendaal |
91644 |
393495 |
51603Y |
Krampenloop |
Roosendaal |
93403 |
392689 |
54802Y |
Krampenloop |
Roosendaal |
93505 |
392513 |
51507Y |
Krampenloop |
Roosendaal |
93334 |
392815 |
13402Y |
Krekelberg |
Roosendaal |
88512 |
391607 |
26192Y |
Kroevenlaan |
Roosendaal |
90175 |
392894 |
30201Y |
Laan van België |
Roosendaal |
90789 |
393675 |
30210Y |
Laan van België |
Roosendaal |
90813 |
393677 |
30202Y |
Laan van België |
Roosendaal |
90796 |
393721 |
46627Y |
Lage Zegge |
Roosendaal |
92918 |
395225 |
46629Y |
Lage Zegge |
Roosendaal |
92920 |
395243 |
30307Y |
Landjuweel |
Roosendaal |
90995 |
393254 |
30401Y |
Landjuweel |
Roosendaal |
90995 |
393248 |
30318Y |
Landjuweel |
Roosendaal |
90825 |
393271 |
30320Y |
Landjuweel |
Roosendaal |
90982 |
393256 |
34816Y |
Langdonk |
Roosendaal |
91173 |
392506 |
13106Y |
Laurierberg |
Roosendaal |
88799 |
392458 |
51413Y |
Lavadijk |
Roosendaal |
93312 |
393090 |
13108Y |
Lavendelberg |
Roosendaal |
88780 |
392282 |
25990Y |
Leede |
Roosendaal |
90051 |
393440 |
25919Y |
Leede |
Roosendaal |
90076 |
393368 |
25992Y |
Leede |
Roosendaal |
90050 |
393458 |
25827Y |
Leede |
Roosendaal |
90018 |
393532 |
25937Y |
Leede |
Roosendaal |
90062 |
393402 |
25994Y |
Leede |
Roosendaal |
90105 |
393465 |
25825Y |
Leede |
Roosendaal |
90036 |
393503 |
42202Y |
Leemstraat |
Roosendaal |
92484 |
395619 |
42207Y |
Leemstraat |
Roosendaal |
92258 |
395652 |
50504Y |
Leemstraat |
Roosendaal |
93364 |
395477 |
50405Y |
Leemstraat |
Roosendaal |
93136 |
395506 |
50527Y |
Leemstraat |
Roosendaal |
93371 |
395474 |
50404Y |
Leemstraat |
Roosendaal |
93145 |
395505 |
37606Y |
Lepelstraat |
Roosendaal |
91544 |
396017 |
37607Y |
Lepelstraat |
Roosendaal |
91541 |
396033 |
39058Y |
Lindenburg |
Roosendaal |
91532 |
392615 |
34802Y |
Lodewijkdonk |
Roosendaal |
91170 |
392515 |
12901Y |
Madeliefberg |
Roosendaal |
88779 |
392911 |
17002Y |
Mangoberg |
Roosendaal |
89093 |
393051 |
17001Y |
Marmotberg |
Roosendaal |
89033 |
393035 |
12801Y |
Meesberg |
Roosendaal |
88927 |
393024 |
12803Y |
Meeuwberg |
Roosendaal |
88779 |
393096 |
12903Y |
Meeuwberg |
Roosendaal |
88775 |
392949 |
12902Y |
Meeuwberg |
Roosendaal |
88773 |
392986 |
12804Y |
Meeuwberg |
Roosendaal |
88775 |
393062 |
12811Y |
Meeuwberg |
Roosendaal |
88747 |
393147 |
12808Y |
Meeuwberg |
Roosendaal |
88747 |
393136 |
12807Y |
Meeuwberg |
Roosendaal |
88750 |
393132 |
12802Y |
Meeuwberg |
Roosendaal |
88775 |
393024 |
41926Y |
Meirestraat |
Roosendaal |
92000 |
396260 |
41920Y |
Meirestraat |
Roosendaal |
92090 |
396294 |
12713Y |
Moerasberg |
Roosendaal |
88928 |
393301 |
12712Y |
Moerasberg |
Roosendaal |
88988 |
393279 |
12711Y |
Moerasberg |
Roosendaal |
88986 |
393298 |
12717Y |
Morelberg |
Roosendaal |
88784 |
393271 |
12714Y |
Morelberg |
Roosendaal |
88875 |
393277 |
12715Y |
Morelberg |
Roosendaal |
88781 |
393355 |
12716Y |
Morelberg |
Roosendaal |
88785 |
393312 |
12702Y |
Mosberg |
Roosendaal |
88748 |
393490 |
12708Y |
Mosberg |
Roosendaal |
88772 |
393493 |
12701Y |
Mosberg |
Roosendaal |
88757 |
393498 |
12606Y |
Mosberg |
Roosendaal |
88789 |
393715 |
12704Y |
Moutberg |
Roosendaal |
88870 |
393499 |
42606A |
Mozartlaan |
Roosendaal |
91987 |
394565 |
38205Y |
Mozartlaan |
Roosendaal |
91987 |
394571 |
42607A |
Mozartlaan |
Roosendaal |
92021 |
394562 |
12604Y |
Muntberg |
Roosendaal |
88870 |
393503 |
50703Y |
Neutronweg |
Roosendaal |
93417 |
394815 |
30311Y |
Nispensestraat |
Roosendaal |
90840 |
393412 |
30315Y |
Nispensestraat |
Roosendaal |
90869 |
393370 |
43703Y |
Nispenseweg |
Roosendaal |
92023 |
391884 |
43704Y |
Nispenseweg |
Roosendaal |
92029 |
391854 |
47603Y |
Onyxdijk |
Roosendaal |
92752 |
392621 |
47604Y |
Onyxdijk |
Roosendaal |
92756 |
392590 |
51503Y |
Onyxdijk |
Roosendaal |
93103 |
392769 |
47605Y |
Onyxdijk |
Roosendaal |
92943 |
392623 |
25208Y |
Oostelijke Havendijk |
Roosendaal |
90035 |
395140 |
25414Y |
Oostelijke Havendijk |
Roosendaal |
90079 |
394534 |
06507Y |
Oostlaarsestraat |
Roosendaal |
87836 |
392420 |
33701Y |
Parklaan |
Roosendaal |
91144 |
395204 |
29602Y |
Parklaan |
Roosendaal |
90976 |
395011 |
29609Y |
Parklaan |
Roosendaal |
91151 |
395205 |
30901Y |
Passenberg |
Roosendaal |
90875 |
391793 |
47348Y |
Platinadijk |
Roosendaal |
92702 |
393263 |
54323Y |
Polanenlaan |
Roosendaal |
93787 |
393782 |
26302Y |
Pootlaan |
Roosendaal |
90290 |
392271 |
26258Y |
Pootlaan |
Roosendaal |
90453 |
392705 |
26211Y |
Pootlaan |
Roosendaal |
90250 |
392530 |
16003Y |
Potendreef |
Roosendaal |
89487 |
395558 |
30607Y |
President Kennedylaan |
Roosendaal |
90502 |
392735 |
54325Y |
Ravensteinlaan |
Roosendaal |
93849 |
393777 |
38611Y |
Rijksweg A58 |
Roosendaal |
91749 |
393675 |
38612Y |
Rijksweg A58 |
Roosendaal |
91765 |
393699 |
47529Y |
Robijndijk |
Roosendaal |
92743 |
392878 |
47710Y |
Rozenvendreef |
Roosendaal |
92650 |
392388 |
46903Y |
Rucphensebaan |
Roosendaal |
92515 |
394417 |
30203Y |
Scholtensboslaan |
Roosendaal |
90971 |
393545 |
54331Y |
Segersdreef |
Roosendaal |
93569 |
393870 |
51127Y |
Segersdreef |
Roosendaal |
93427 |
393881 |
51123Y |
Segersdreef |
Roosendaal |
93487 |
393877 |
54303Y |
Segersdreef |
Roosendaal |
93647 |
393864 |
50813Y |
Segersdreef |
Roosendaal |
93410 |
394637 |
47501Y |
Smaragddijk |
Roosendaal |
92712 |
392975 |
33601Y |
Smoorstraat |
Roosendaal |
91494 |
395706 |
53914Y |
Spectrum |
Roosendaal |
93795 |
394855 |
29601Y |
Spoorstraat |
Roosendaal |
90588 |
395178 |
21443Y |
Sportstraat |
Roosendaal |
89635 |
393544 |
56329Y |
Steenovenstraat |
Roosendaal |
94314 |
394990 |
56303Y |
Steenovenstraat |
Roosendaal |
94302 |
394994 |
42704Y |
Takspui |
Roosendaal |
92267 |
394360 |
42702Y |
Takspui |
Roosendaal |
92275 |
394395 |
42811Y |
Takspui |
Roosendaal |
92186 |
394093 |
42838Y |
Takspui |
Roosendaal |
92398 |
394036 |
42803Y |
Takspui |
Roosendaal |
92160 |
394160 |
17707Y |
Thorbeckelaan |
Roosendaal |
89121 |
391382 |
17706Y |
Thorbeckelaan |
Roosendaal |
89047 |
391263 |
17705Y |
Thorbeckelaan |
Roosendaal |
89103 |
391270 |
13404Y |
Thorbeckelaan |
Roosendaal |
88584 |
391656 |
13410Y |
Thorbeckelaan |
Roosendaal |
88586 |
391647 |
21005Y |
Turfberg |
Roosendaal |
89992 |
394642 |
54333Y |
Valkrustlaan |
Roosendaal |
93852 |
393849 |
54319Y |
Valkrustlaan |
Roosendaal |
93935 |
393844 |
42705Y |
Van Beethovenlaan |
Roosendaal |
92330 |
394470 |
20903Y |
Van Goghlaan |
Roosendaal |
89777 |
394900 |
17227Y |
Vijfhuizenberg |
Roosendaal |
89432 |
392587 |
25403Y |
Vincentiusstraat |
Roosendaal |
90388 |
394629 |
43404Y |
Visdonkseweg |
Roosendaal |
92459 |
392523 |
43403Y |
Visdonkseweg |
Roosendaal |
92487 |
392548 |
28701Y |
Vlierwerf |
Roosendaal |
90884 |
397258 |
42602Y |
Von Weberlaan |
Roosendaal |
92092 |
394545 |
25902Y |
Vondellaan |
Roosendaal |
90119 |
393255 |
06009Y |
Vroenhoutseweg |
Roosendaal |
87575 |
393743 |
21811Y |
Watermolenstraat |
Roosendaal |
89690 |
392688 |
25204Y |
Westelijke Havendijk |
Roosendaal |
90019 |
395083 |
20705Y |
Westelijke Havendijk |
Roosendaal |
89969 |
395391 |
20609Y |
Westelijke Havendijk |
Roosendaal |
89936 |
395558 |
20613Y |
Westelijke Havendijk |
Roosendaal |
89918 |
395678 |
50803Y |
Wijnkorenstraat |
Roosendaal |
93398 |
394623 |
25906Y |
Willem Dreesweg |
Roosendaal |
90089 |
393318 |
39202Y |
Willem Dreesweg |
Roosendaal |
91657 |
392179 |
17201Y |
Willem Dreesweg |
Roosendaal |
89162 |
392501 |
26503Y |
Willem Dreesweg |
Roosendaal |
90300 |
391775 |
08906Y |
Wouwbaan |
Roosendaal |
88276 |
393857 |
06007Y |
Wouwbaan |
Roosendaal |
87681 |
393723 |
25001Y |
Ziel |
Roosendaal |
90495 |
395750 |
56711Y |
Zoudtlandlaan |
Roosendaal |
94020 |
393837 |
56707Y |
Zoudtlandlaan |
Roosendaal |
94077 |
393836 |
56709Y |
Zuidewijnlaan |
Roosendaal |
94036 |
393769 |
47706Y |
Zundertseweg |
Roosendaal |
92589 |
392431 |
43201Y |
Zundertseweg |
Roosendaal |
92011 |
393139 |
47705Y |
Zundertseweg |
Roosendaal |
92630 |
392431 |
38706Y |
Zundertseweg |
Roosendaal |
91905 |
393277 |
54327Y |
Zwijnsbergenlaan |
Roosendaal |
93906 |
393774 |
54329Y |
Zwijnsbergenlaan |
Roosendaal |
93970 |
393769 |
00905Y |
Boterstraat |
Wouw |
86823 |
393785 |
66607Y |
Bulkstraat |
Wouw |
86034 |
392495 |
66605Y |
Bulkstraat |
Wouw |
86037 |
392498 |
66603Y |
Bulkstraat |
Wouw |
86035 |
392497 |
66509Y |
Bulkstraat |
Wouw |
86201 |
392598 |
75013Y |
Doeldreef |
Wouw |
85194 |
393000 |
75012Y |
Doeldreef |
Wouw |
85206 |
393001 |
74705Y |
Heining |
Wouw |
85325 |
393534 |
70905Y |
Plantagebaan |
Wouw |
85780 |
392337 |
66214Y |
Roosendaalsebaan |
Wouw |
86253 |
393432 |
66113Y |
Spellestraat |
Wouw |
86168 |
393639 |
74907Y |
Waterstraat |
Wouw |
85069 |
393154 |
74908Y |
Waterstraat |
Wouw |
85069 |
393154 |
72219Y |
Kerkstraat |
Wouwse Plantage |
85683 |
389018 |
68006Y |
Plantagebaan |
Wouwse Plantage |
86140 |
388942 |
G7260070 |
Wildersedreef |
Wouwse Plantage |
85653 |
388024 |
53702Y |
Bredaseweg |
Zegge |
93833 |
395358 |
56203Y |
Rijksweg Zuid (Rucphen) |
Zegge |
94488 |
395185 |
56205Y |
Rijksweg Zuid (Rucphen) |
Zegge |
94482 |
395145 |
57603Y |
Rijksweg Zuid (Rucphen) |
Zegge |
94547 |
395166 |
57605Y |
Rijksweg Zuid (Rucphen) |
Zegge |
94538 |
395205 |
BIJLAGE D – GRONDWATER
Knipsel 32ic9f6b14d-03e5-4b39-a429-aab0bcc83cdc.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 33i63ba3e35-6886-43d2-8814-2c1349de305e.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 34i5a741a96-0efd-4599-8127-1b9dc8e55242.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Tabel D-1: Provinciale Milieu Verordening
Knipsel 35i3eabe920-21c7-4fbf-904c-1db7c0dd0593.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 36i40da3acd-70b1-4d9b-9edf-70243e17a0fa.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 37i1826a892-ce9b-4f0a-93f4-ec068be58957.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
BIJLAGE E – TERUGBLIK AFGELOPEN PLANPERIODE
In 2013 heeft de gemeenteraad van de Gemeente Roosendaal het Verbreed Gemeentelijk Riolerings Plan (VGRP) 2014-2019 vastgesteld. In deze bijlage evalueren we het VGRP, zodat we hieruit lering kunnen trekken voor de planperiode van het nieuwe VGRP.
Bij de evaluatie hebben we gebruik gemaakt van de volgende deelvragen:
- •
Wat waren de voornemens?
- •
Welke werkzaamheden zijn verricht?
- •
Hoe is (samen)gewerkt?
- •
Was de personele capaciteit voldoende?
- •
Wat waren de kosten?
- •
Hoe hoog was de heffing?
Voornemens in het voorgaande VGRP
In het VGRP 2014-2019 hebben we ons voorgenomen te streven naar een duurzame en doelmatige invulling van de rioleringszorg na te streven, waarin de bescherming van de volksgezondheid, behoud van droge voeten en een goede waterkwaliteit gewaarborgd zijn.
Bescherming van de volksgezondheid
Het doel ‘bescherming van de volksgezondheid’ hebben we de laatste jaren bereikt: er is geen rioolwater op straat terechtgekomen (wel is na hevige neerslag en na een calamiteit bij het waterschap rioolwater in het oppervlaktewater terechtgekomen).
Behoud van droge voeten
Het doel om droge voeten te hebben en te houden we gehaald. We hebben ons voorgenomen om langdurige en hevige wateroverlast niet te accepteren, maar kortdurende ‘water op straat’ binnen de trottoirbanden (waterhinder) wel. Dit doel hebben we behaald. Af en toe hebben we last gehad van waterhinder. Hieruit zijn een aantal aandachtlocaties naar voren gekomen. Grootschalige wateroverlast is niet voorgekomen.
Goede waterkwaliteit
Het doel om een goede waterkwaliteit te waarborgen hebben we grotendeels gehaald. In 2017 is er in de kern Roosendaal een onderzoek geweest naar de interactie van het oppervlaktewater en het rioleringssysteem. Over het algemeen bleek de waterkwaliteit voldoende te zijn. Uit het onderzoek kwam naar voren dat er op een aantal locaties maatregelen genomen moeten worden om de waterkwaliteit te verbeteren. Indien het KRW meer eisen zal stellen aan de kwaliteit van het oppervlaktewater zullen we meer maatregelen moeten nemen.
Welke werkzaamheden zijn verricht?
Onderstaande tabellen bieden een overzicht van geplande activiteiten. Bij elke activiteit staat aangegeven of deze is uitgevoerd, in uitvoering of voorbereiding is, is heroverwogen/vervallen of uitgesteld. In het geval de activiteit niet is uitgevoerd staat de reden daarvan vermeld.
De maatregelen zijn overwegend uitgevoerd of in voorbereiding (ca. 90%). Een beperkt aantal maatregelen is uitgesteld (4%) als gevolg van het streven naar werk met werk maken en gebrek aan personele capaciteit. Uitgestelde werkzaamheden zijn afgestemd en opgenomen in de beheerkalender. Vervallen projecten (6%) bleken bij de voorbereiding technisch niet haalbaar, is aanvullend kwaliteitsonderzoek noodzakelijk of waren niet meer noodzakelijk. Van het totaal geplande investeringsbedrag van € 16,3 milj. is € 15,4 milj. uitgevoerd/in uitvoering.
Knipsel 38i3e5a2234-76bf-41b4-8152-2269d58fb1f9.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 39i4f6b91bf-f6b0-466c-bc64-d8727ca7fbd9.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 40i305fe2a8-02b7-4e83-abdd-878f52578428.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 41ic1f12e5b-5fda-4446-bf44-5b3d27c9b87b.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 42i71a8d160-31a0-48cf-b02c-8de5c925237b.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 43i0edd7b8e-1c81-4a30-8b11-f235c7b861fd.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 44i65e3c5fe-3eb0-46b3-810e-15ad30369cb1.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
Knipsel 45i5d51c8a6-8ca4-48d2-b3b3-a581e86eb971.JPG [Klik hier om het document te downloaden]
HOE IS (SAMEN)GEWERKT?
Samenwerkingsverband Waterkring West
Sinds het in werking treden van het Bestuursakkoord Water (2010) werken we als gemeente Roosendaal samen met waterschap Brabantse Delta, gemeenten Bergen op Zoom, Halderberge, Moerdijk, Steenbergen en Woensdrecht en ook de waterbedrijven Brabant Water en Evides binnen het samenwerkingsverband Waterkring West. Dit is één van de vier clusters voor samenwerking aan doelmatig (afval)waterbeheer binnen de SWWB (Samenwerken aan Water in Midden en West-Brabant). Door samen op te trekken en kennis te delen kunnen we de waterketen zo optimaal mogelijk inrichten en profiteren van elkaars expertise en capaciteit. In de afgelopen planperiode is er met name samenwerking geweest op gebied van kennisdeling, meten en monitoren en planvorming. Voor deze planperiode is eventueel ruimte om de samenwerking te versterken op het gebied van uitvoering als we toegevoegde waarde verwachten van samenwerken.
Met het waterschap Brabantse Delta is de samenwerking vruchtbaar. Een aandachtspunt binnen de samenwerking is het vinden van overeenstemming over het opvangen van pieken vanuit het regionale watersysteem en het stedelijk watersysteem en de aanleg van retentievoorzieningen.
Interne samenwerking - beheerkalender
Binnen onze gemeente hebben we afgelopen jaar stappen gezet om integrale samenwerking tussen verschillende afdelingen binnen de gemeente te bevorderen. Sinds dit jaar verzamelen we periodiek alle geplande projecten binnen de gemeente en nutsbedrijven en zoeken naar kansen om projecten te combineren. Door afstemming tussen geplande projecten stellen we een beheerkalender op met daarin de definitieve gemeente-brede projectplanning die bestuurlijk wordt vastgesteld.
Voor afdeling riolering betekent dit een verandering ten opzichte van voorgaande jaren. Voor aankomende planperiode (t/m 2024) hebben alle beheerders al afspraken gemaakt over de projectplanning en is de beheerkalender vastgesteld. Vanuit het VGRP is hiervoor een kaderstellende planning en budget aangeleverd, waar vervolgens mee geschoven is op basis van de mogelijkheden vanuit de beheerkalender.
WAS DE PERSONELE CAPACITEIT VOLDOENDE?
In het VGRP Roosendaal 2014-2019 is de theoretisch benodigde capaciteit volgens de Leidraad berekening berekend op 8,4 FTE. Daarnaast hebben we in de periode 2010-2013 van uit de bestaande gemeentelijke organisatie een inventarisatie gemaakt van de taken en werkzaamheden die voor de zorgplichten voor afval-, hemel- en grondwater moesten worden uitgevoerd. Uitgaande van 1250 productieve uren per medewerker bleekt uit deze inventarisatie dat een formatie nodig was van 7,0 fte. Op dat moment was de beschikbare formatie circa 5,25 FTE.
De formatie was in de afgelopen periode lager dan de benodigde formatie zoals berekend in het VGRP 2014-2019. De beschikbare formatie is net genoeg gebleken om de basisactiviteiten uit te voeren. Er is de afgelopen periode gebleken dat extra werkzaamheden met een vooruitziend karakter, zoals klimaatadaptatie, niet uitgevoerd kunnen worden bij de huidige formatie.
WAT WAREN DE KOSTEN?
Bij de vaststelling van het VGRP Roosendaal 2014-2019 is gemeld dat de financiën 2-jaarlijks worden geëvalueerd en de bevindingen met de gemeenteraad worden teruggekoppeld. Deze evaluatie is in 2016 en in 2018 uitgevoerd. Uit deze analyses zijn de volgende bevindingen naar voren gekomen:
Exploitatiekosten
In 2016 is het budget voor exploitatiekosten naar benden bijgesteld met ca. € 320.000,- ten opzichte van het gereserveerde budget in het VGRP. Deze wordt voor het grootste deel veroorzaakt door:
- •
Lagere kosten voor onderhoud en stroomverbruik van gemalen.
- •
Lagere kosten voor onderhoud en drainage.
- •
Lagere kosten voor Meten & Monitoren
- •
Lagere kosten voor afkoppelen van verhard oppervlak omdat er minder projecten in de openbare ruimte waren dan verwacht.
Daarna is het budget voor exploitatiekosten in 2018 weer verhoogd met ca. € 305.000,- ten opzichte van het gereserveerde budgetten in 2016. De verhoging werd voor het grootste deel veroorzaakt door:
- •
Hogere kosten voor kwijtschelding; deze kosten laten een stijgende trend zien in de periode 2014 – 2017. Beïnvloeding van deze kosten is beperkt, de Gemeente Roosendaal kiest voor volledige kwijtschelding en toetsing geschied door de Belastingsamenwerking West-Brabant aan de hand van een landelijke database.
- •
Het verhogen van het budget voor het oplossen van meldingen aan huisaansluitingen; deze werkzaamheden zijn uitbesteed aan een marktpartij en worden niet meer uitgevoerd door het team Openbare Werken.
- •
Onderhoud aan gemalen. Besparing op het onderhoud was in 2016 te optimistisch ingeschat.
Investeringen
In 2015 zijn de vervangingsprijzen voor vrijverval riolering opnieuw berekend op basis van ervaringscijfers bij aanbestedingen. De gewogen vervangingsprijs is vergeleken met de strekkende meter prijs van de uitgevoerde projecten. Het resultaat van de vergelijking is dat de gemiddelde vervangingsprijs voor het vrijverval riool naar beneden kan worden bijgesteld van € 1.027,- naar € 900,- per strekkende meter. Deze nieuwe vervangingsprijs is meegenomen in het kostendekkingsmodel in 2016.
Dit is in 2018 opnieuw gedaan. De ervaringscijfers van 2016 zijn vergeleken met de prijzen van de uitgevoerde projecten. Op basis van deze vergelijking werd voorgesteld de gemiddelde vervangingsprijs van de riolering te handhaven op € 900,- per strekkende meter.
HOE HOOG WAS DE RIOOLHEFFING?
Het netto-effect van bijstellingen in exploitatiekosten en investeringen was een kleine verlaging in kosten ten opzichte van de geplande kosten in het VGRP Roosendaal 2014-2019. Bovendien is de rente in 2016 bijgesteld van 3,75% naar 2,0%.
De stijging van de heffing is in 2016 bijgesteld van jaarlijks 1,9% (boven de inflatiecorrectie) naar 0,6%. Deze stijging is gehandhaafd bij de evaluatie in 2018.
BIJLAGE F – REFERENTIESCHEMA STEDELIJK WATERBEHEER
Thema |
Referentielijn Gezamenlijke (lange termijn) visie Waterkring West |
Roosendaal, aanvullingen en afwijkingen (couleure local) |
(Stedelijk) afvalwater |
Beleidskeuzen gezamenlijk referentiekader |
2019 |
Visie op afvalwaterbeheer |
De inzameling en transport van (afval-)water is van belang voor een gezonde, veilige en comfortabele leefomgeving. Gemeente heeft verbrede zorgplicht aanvaard. Alle percelen en woonschepen op het gemeentelijk grondgebied waar afvalwater vrijkomt, moeten zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, uitgezonderd bij specifieke situaties waar lokale behandeling doelmatiger is. Afvalwater zoveel mogelijk afzonderlijk van regen- en grondwater inzamelen en afvoeren naar een zuivering. Regen- en grondwater bij voorkeur niet afvoeren naar de rwzi. |
Gemeente Roosendaal werkt met het smalle spoor voor de zorgplicht. Alle percelen en woonschepen op het gemeentelijk grondgebied waar afvalwater vrijkomt, moeten zijn voorzien van een aansluiting op de riolering, uitgezonderd bij specifieke situaties waar lokale behandeling doelmatiger is.
Zoveel mogelijk afvalwater separaat inzamelen van hemelwater en afvoeren naar geschikte lozingslocatie. |
Regierol en loketfunctie (communicatie, meldingen en klachten) |
Regierol De verantwoordelijkheid, het initiatief en de zorg voor het afvalwater, hemelwater en stedelijk grondwater ligt bij de gemeente. De feitelijke taken die bij de zorgplicht horen kunnen uitbesteed worden afhankelijk van de beschikbare personele capaciteit. Waar doelmatig worden taken in het samenwerkingsverband Waterkring West opgepakt. Loketfunctie De gemeente is voor de inwoners en bedrijven het eerste aanspreekpunt voor alle waterzaken. Daarnaast geeft iedere gemeente zelf invulling aan de communicatie middels een (digitaal) waterloket met daarop praktische informatie en voorlichting naar burgers over afvalwater, hemelwater en grondwater. Klachten en meldingen die binnen komen worden geregistreerd in het meldingensysteem en volgens afgesproken regels afgehandeld door deskundige medewerkers en/of de Officier van Dienst (gemeente Roosendaal). |
Registreren en afhandelen van meldingen loopt via het Klanten Service Management Systeem, buiten kantoortijden is deze doorgeschakeld naar een callcenter. Gemeente Roosendaal heeft daarnaast de Ambtenaar van Dienst, waardoor buiten kantoortijd een medewerker oproepbaar is. Normtijden voor meldingen en klachten zijn benoemd. |
Beheer en onderhoud (inclusief bijzondere constructies, analyse, basismeetnet, gegevensbeheer) |
Inspectie o.b.v. ontwikkelingen in het gebied/straat of risicobenadering. Daarbij is de inspectiefrequentie afhankelijk van de verwachte kwaliteit van een streng in de tijd. Deze wordt o.a. bepaald door de leeftijd, functie en toestand van de objecten. De reinigingsfrequentie dient aangepast te worden op de (nieuwe) inspectiestrategie. Reiniging van kolken vindt minimaal 1 keer per jaar plaats. |
De gemeente is gestart met risicogestuurd beheer en onderhoud van het rioleringssysteem. Belangrijke pijlers hiervoor zijn beschikbare data, functie rioolstreng, bovengrondse infrastructuur en Beheerkalender. Dit hangt samen met controle van foutieve aansluitingen in de VGS. Kolken en lijngoten worden 2 keer per jaar gereinigd. |
Criteria doelmatige maatregelen (incl. risico analyse / MKBA) |
De gemeenten in de Waterkring West streven naar een doelmatige invulling van de rioleringszorg. Het behalen van de gestelde doelen tegen de maatschappelijk laagste kosten is daarbij een uitgangspunt. Dit is maatwerk en kan per situatie verschillen. Wel zijn enkele basisprincipes te onderscheiden welke kunnen leiden tot de meest doelmatige oplossing: - De doelmatigheid van oplossingen hangt samen met risico's in het stelsel, ontwikkelingen in de omgeving en (afval)waterketen. |
|
Analyseren en verbeteren functioneren stelsel |
Uitgangspunten voor het verbeteren van het functioneren van het stelsel zijn: - Opvolgen analyses uit de OAS studies ter verbetering van het functioneren van de waterketen - Afstemming binnen Waterkring-West in gezamenlijk meet- en monitoringsplan over de benodigde meetgegevens voor analyses naar het functioneren van het stelsel - Toetsen verschillen tussen theorie en praktijk in BRP op basis van metingen gemalen en overstorten - Voor het nader onderzoeken van knelpunten kan de gemeente besluiten om ook gegevens van de kwaliteit in het watersysteem te verzamelen. |
Gemeente verzamelt meetgegevens en zet deze in voor modelberekeningen en studies. De Regionale Milieudienst voert jaarlijks metingen uit om algemene kwaliteit afvalwater te beoordelen. Daarnaast enkele specifieke bemonstering van bedrijven. |
Alternatieve sanitatie en innovatie |
De gemeenten binnen de Waterkring-West volgen de landelijke ontwikkelingen. Bij bestaande knelpunten of nieuwe ontwikkelingen worden alternatieven overgewogen. |
De gemeente volgt de landelijke ontwikkelingen. Als landelijk of regionale initiatieven aansluiten op de gemeentelijk ambities overweegt de gemeente een actieve bijdrage aan deze initiatieven. |
(Ongezuiverde) Lozingen buitengebied (ontheffingen, verbrede zorgplicht, IBA's) |
Aanwezige IBA's bij de gemeenten Woensdrecht, Steenbergen en Halderberge zijn in eigendom bij de gemeente en in beheer bij het waterschap. Deze aansluitingen vallen binnen de rioolheffing. De beheerovereenkomst met het waterschap loopt in 2015 af. Voorafgaand hieraan zal een evaluatie van de samenwerking plaatsvinden om eventuele verbeterpunten naar de toekomst mee te kunnen nemen. In Roosendaal en Moerdijk ligt het beheer en onderhoud bij de perceeleigenaar. Handhaving op ongerioleerde lozingen vindt plaats in samenwerking met het waterschap. |
Op 1-1-2019 zijn in Roosendaal 196 panden aangesloten op een IBA. 71 panden zijn niet aangesloten op de riolering. Het afvalwater uit deze panden wordt op een andere wijze verwerkt, bijv. lozing op de mestkelder. |
Vervangingsinvesteringen/rioolrenovaties |
Gemeente neemt investerings- en renovatieinvesteringen op basis van leeftijd en inspectieresultaten. Jaarlijks wordt de planning met andere werkzaamheden in de openbare ruimte afgestemd. Per project wordt een afweging gemaakt welke uitvoeringswijze geschikt is. |
Naast risico’s is kwaliteit van de riolering bepalend of ingrijpen nodig is. Kwaliteit wordt bepaald door middel van inspecties. |
Afstemming investeringen op andere vakdisciplines |
Jaarlijks maakt de gemeente een integrale afweging tussen geplande investeringen in de openbare ruimte op basis van de relevante beleidsdoelstellingen. De gemeente is zich er van bewust dat de gevolgen van klimaatverandering niet volledig op te lossen zijn door vergroting van riolering. Bij (her-)inrichting van de openbare ruimte zal dan ook meer rekening gehouden worden met tijdelijke waterberging alvorens het water gedoseerd afgevoerd of geinfiltreerd kan worden. Uitgangspunt is het voorkomen van schade als gevolg van water in het openbaar gebied. |
In de Beheerkalender wordt een integrale afweging gemaakt op basis van de relevante beleidsdoelstellingen |
KRW-watersysteemanalyse |
Toekomstige knelpunten in het watersysteem die een belemmering zijn voor de waterkwaliteit worden door het waterschap in beeld gebracht en in overleg met de partners verder uitgewerkt. |
|
Incidenten en calamiteiten |
Halderberge, Moerdijk, Roosendaal en waterschap handelen conform hun Incidentenplan Stedelijk Water. De overige gemeenten bekijken of zij de blauwdruk (proces) van dit plan overnemen. |
De gemeente beschikt over een generiek calamiteitenplan. |
Rioolvreemd water |
De gemeente heeft een jaarlijks onderzoeksprogramma naar ongeoorloofde lozingen. Het opsporen van foutaansluitingen is standaard onderdeel van opleveringsinspecties van nieuw aangelegde riolering. Overige inspanningen tot het opsporen en verhelpen van foutieve aansluitingen zijn beperkt tot die gevallen waarin er sprake is van een knelpunt. |
|
Hemelwater |
|
|
Visie op het hemelwaterbeheer |
Voor de zorgplichten voor hemelwater ligt de verantwoordelijkheid primair bij de perceelseigenaar. De gemeentelijke zorgplicht treedt in werking als redelijkerwijs niet van de perceelseigenaar verwacht kan worden dat deze zelf het hemelwater verwerkt. De zorgplichten voor hemelwater betreft nadrukkelijk een inspanningsverplichting. Periodiek terugkerende plaatselijke wateroverlast wordt zoveel mogelijk in het openbaar gebied tegengegaan. Regenwater wordt bij voorkeur niet afgevoerd naar de rwzi. Regenwater dat val in openbaar gebied verwerkt de gemeente lokaal, bij voorkeur door infiltratie of tijdelijke berging. Afkoppelen moet een meerwaarde opleveren voor het totale (stedelijke) watersysteem. |
Regenwater van percelen in bestaand gebied waarvan de eigenaar niet zelf in staat is om regenwater te verwerken kan afgevoerd worden op gemeentelijke riolering mits dat doelmatig is Per project afwegen of afkoppelen doelmatig is i.s.m. waterschap. Hierbij wordt uitgegaan van bronaanpak: niet onnodig mengen van schoon hwa met vuil afvalwater. |
Afkoppelambitie en tempo |
Bestaande bouw De gemeente streeft naar een gescheiden afvoer van hemelwater en weegt bij projecten/herstructurering af of afkoppelen in bestaande stedelijk gebied doelmatig is. Nieuwbouw (geldt ook voor nieuwbouw in bestaand gebied): Bij nieuwbouw in bestaand gebied blijft de perceelseigenaar verantwoordelijk voor het verwerken van het hemelwater. Als de perceeleigenaar aantoonbaar heeft gemaakt dat verwerking van hemelwater op eigen terrein niet doelmatig of technisch mogelijk is, dan pas kan een aansluiting op de gemeentelijke riolering worden overwogen. |
Per project samen met waterschap afwegen of afkoppelen doelmatig is. Hierbij wordt uitgegaan van bronaanpak; het niet onnodig mengen van schoon hwa met vuil afvalwater. |
Taakverdeling en verantwoordelijkheden |
Particuliere eigenaar De particulier is primair verantwoordelijk voor de verwerking van hemelwater. Waar dit redelijkerwijs niet mogelijk is kan een aansluiting op de gemeentelijke riolering worden overwogen. In gescheiden gerioleerde wijken en bij nieuwbouw zal de particulier het hemelwater gescheiden van het afvalwater moeten aanbieden. In drukrioleringsgebieden dient de particulier het hemelwater op zijn perceel zelf te verwerken. Ontwikkelaar Bij nieuwbouw is de initiatiefnemer (projectontwikkelaar, particulier of gemeente) verantwoordelijk voor het gescheiden verwerken van hemelwater en hydrologisch neutraal houden van de effecten van de ruimtelijke ontwikkeling. Waterschap Permanent watervoerende retentievoorzieningen komen in aanmerking om door het waterschap te worden onderhouden. |
Permanent watervoerende retentievoorzieningen komen in aanmerking om door het waterschap te worden onderhouden ("waterlopen op orde"). De gemeente overlegt met het waterschap voor de overdracht van het beheer en onderhoud van de waterpartijen. |
Regierol en loketfunctie (communicatie, meldingen en klachten) |
zie stedelijk afvalwater |
Verzamelen van inspectiegegevens o.b.v. inspectieplan en geplande wijk- of wegreconstructies. Strategie gaat uit van eens per tien jaar inspectie van vrijverval. Dit hangt samen met controle van foutieve aansluitingen in de VGS. |
Klimaatadaptatie: Definitie hemelwater overlast |
Niet-aanvaardbare vormen van water op straat zijn over het algemeen: - regenwater dat vanaf de straat gebouwen in loopt (materiële schade). - afvalwater dat in grote mate uit de riolering op straat stroomt (risico’s voor de volksgezondheid) - water op straat dat hoofdwegen blokkeert (belemmering voor hulpdiensten en economische schade). In het V GRP zijn foto's (beeldkwaliteit) opgenomen met voorbeelden van situaties van hinder en van overlast. |
Wateroverlast: Het verschijnsel dat “water op straat” overgaat in wateroverlast in de vorm van ernstige hinder (langdurige onbereikbaarheid) of leidt tot waterschade (bijvoorbeeld water in de woning). Waterhinder: Het verschijnsel bij “water op straat” dat het water in het openbaar gebied blijft staan waardoor wegen tijdelijk (1 á 2 uur) niet begaanbaar zijn maar niet leidt tot schade aan gebouwen. Tunnels kunnen een belangrijke rol spelen in het voorkomen van wateroverlast. In de planperiode wordt verder onderzocht op welke wijze de belemmering van hoofdwegen door de inzet kan worden beperkt. |
Criteria doelmatige maatregelen (incl. risico analyse / MKBA) |
- De grootste investeringen in het rioleringsbeheer hangen samen met de omgang van overtollig regenwater in de bebouwde omgeving. De meest doelmatige aanpak van overlast bij hevige regenval vraagt integratie van de ondergrond (rioolbuizen) en de bovengrond (inrichting openbare ruimte). Voorbeelden hiervan zijn: het tijdelijk bergen van overtollig regenwater tussen de stoeprand, goten, wadi's, waterpleinen e.d. Investeringsbeslissingen in de riolering moeten dus in samenhang met investeringen in de openbare ruimte worden genomen |
Bij (nieuwbouw)plannen is het in beeld brengen van de oppervlakkige afstroming één van de toetsingskaders bij de planvorming. |
Klimaatadaptatie: Voorkómen hemelwater overlast bij huidig gebruik |
Modelberekeningen De gemeente toetst de gevoeligheid van het stelsel op overlast met behulp van modelberekeningen: Bestaand gebeid: - Er mag geen water-op-straat optreden bij een belasting met bui08 van de Leidraad Riolering (herhalingstijd van eens in de twee jaar) - Wateroverlast (zie definitie) als gevolg van het buiten de riolering treden van water wordt zoveel mogelijk voorkomen door de naast bui08, standaard de regenreeks van Rioned/Stowa (stresstest) door te rekenen om te toetsen op wateroverlast In bestaande situaties zal een doelmatigheidsafweging gemaakt moeten worden voor de effecten van oppervlakkige afstroming in het totale openbaar gebied. |
|
Klimaatadaptatie: Voorkómen hemelwater overlast bij nieuwbouw |
Gemeente en waterschap informeren elkaar in een vroeg stadium over nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen. Uitgangspunt bij nieuwbouw is het toepassen van een volledig scheiding van afvalwater en hemelwater. Ook zal de ontwikkeling als geheel hydrologisch neutraal gerealiseerd moeten worden. Nieuwe gebieden: - Er mag geen water-op-straat optreden bij een belasting met bui10 van de Leidraad Riolering (herhalingstijd van eens in de tien jaar) - Wateroverlast (zie definitie) als gevolg van het buiten de riolering treden van water wordt zoveel mogelijk voorkomen door de naast bui10, standaard de regenreeks van Rioned/Stowa (stresstest) door te rekenen om te toetsen op wateroverlast situaties. In nieuwbouwsituaties zal de openbare ruimte zo ingericht dienen te zijn dat oppervlakkige afstroming niet leidt tot wateroverlast. In principe worden inbreidingsprojecten behandeld als nieuwbouwprojecten. De methode voor het verwerken van het hemelwater hangt echter wel af van andere factoren zoals de beschikbaarheid van oppervlaktewater en grondwaterstanden. De principiële voorkeur van de gemeenten gaat uit naar gescheiden verwerking. Per situatie dient hier echter een afweging in te worden gemaakt om tot een doelmatige en duurzame oplossing te komen. |
Bij nieuwbouw ook hydrologisch neutraal bouwen + toepassen van een (v)gs met retentievoorziening met gedoseerde afvoer. In nieuwbouwplannen (plannen vanaf 2020) is het doelmatig om op particulier terrein een waterberging aan te leggen van minimaal 60 mm, gerekend over het perceel oppervlak. Deze berging kan vertraagd afvoeren binnen 24 uur. Bouwpeilen in nieuwbouwplannen liggen 0,30 m boven het straatpeil. Wateroverlast op eigen terrein niet afwentelen op openbaar gebied |
Rol openbare ruimte en hemelwaterverwerking |
Zie bovenstaand punt. Bij buien groter dan de ontwerpbui wordt het overtollige hemelwater verwerkt in de bovengrond van de openbare ruimte met als uitgangspunt dat wateroverlast wordt voorkomen. |
|
Grondwater |
|
|
Visie op het grondwaterbeheer |
Binnen de gemeente kunnen de grondwaterstanden binnen de gestelde randvoorwaarden natuurlijk fluctueren zonder dat hierdoor overlast wordt ervaren als gevolg van structureel te hoge of te lage grondwaterstanden. Alle woningen voldoen aan de bouwkundige eisen om vocht- en gezondheidsproblemen binnenshuis te voorkomen. Het grondwaterbeleid is gericht op het zo min mogelijk verplaatsen van grondwater, ofwel een zogenaamde hydrologisch neutrale inrichting. Indien grondwater toch wordt verplaatst verdient het de voorkeur dit niet af te voeren naar de rwzi, maar naar oppervlaktewater of op een geschikte locatie weer in de bodem te infiltreren. De gemeente beschikt over voldoende inzicht in de grondwaterhuishouding om klachten en meldingen goed te beoordelen. Structurele grondwaterproblemen op nieuwbouwlocaties worden voorkomen door de wijze van bouwen en bouwrijp maken. |
In Roosendaal wordt een grondwatersysteem nagestreefd, waarbij de gw-stand binnen de gestelde randvoorwaarden natuurlijk kan fluctueren en waarbij geen overlast wordt ervaren als gevolg van structureel te hoge of te lage grondwaterstanden |
Taakverdeling en verantwoordelijkheden |
Particulier De verantwoordelijkheid voor het tegengaan van grondwateroverlast en/of -onderlast in stedelijke gebied ligt primair bij de perceelseigenaar. Deze draagt zorg voor het verhelpen van bouwkundige gebreken en treft waar redelijkerwijs mogelijk op eigen perceel maatregelen om grondwateroverlast te verminderen. Gemeente De gemeente heeft de loketfunctie en regierol voor het afhandelen van de melding. De gemeente is verantwoordelijk voor het ondiepe grondwater in openbaar gebied (perceelseigenaar). Hiervoor gelden algemene richtlijnen voor de aan de bestemming gebonden ontwatering, maar dit maakt de gemeente geen grondwaterbeheerder. De gemeente treft enkel dan maatregelen indien er én sprake is van overlast veroorzaakt door afwijkende grondwaterstanden in openbaar gebied én indien dit doelmatig is. De zorgplicht voor grondwater betreft nadrukkelijk een inspanningsverplichting. De gemeente kan de particulier adviseren over mogelijk te nemen maatregelen voor het opheffen van grondwateroverlast. Indien structurele grondwateroverlast blijft bestaan nadat de particulier aan zijn eigen verplichtingen heeft voldaan en het grondwater redelijkerwijs niet zelf kan verwerken, zal de gemeentelijke zorgplicht inwerking treden. De gemeente zal dan- voor zover doelmatig - voorzien in een afvoermogelijkheid van het overtollige grondwater. De gemeente legt grondwaterhuishoudkundige eisen op bij nieuwbouwplannen. Deze worden in overleg met het waterschap geformuleerd en vastgelegd in het watertoetsproces. Waterschap Het waterschap beheert het water in beken, sloten, rivieren en kanalen (het zogenoemde 'oppervlaktewater'). Via het oppervlaktewater wordt het aangeboden overtollig water afgevoerd. Door het instellen van het oppervlaktewaterpeil beïnvloedt het waterschap indirect ook het grondwaterpeil. Andere taken op het gebied van het waterschap voor grondwater:
Provincie De provincie is strategisch grondwaterbeheerder. Dat wil zeggen dat de provincie in de gaten houdt of er nog voldoende grondwater van de gewenste kwaliteit is. In dit kader geeft de provincie vergunningen af, aan de drinkwaterbedrijven, voor grote industriële onttrekkingen en voor warmte- en koude-opslag (WKO). Drinkwaterbedrijven Overheden die (in)direct betrokken zijn bij de bescherming van drinkwater hebben een verantwoordelijkheid voor de invulling van de zorgplicht drinkwater. Deze zorgplicht is opgenomen in de Drinkwaterwet. De zorgplicht drinkwater geldt zowel voor de bescherming van bronnen van drinkwater als voor de infrastructuur. Brabant Water en Evides zorgen ervoor dat er schoon drinkwater uit de kraan komt. |
Taakverdeling conform wettelijke formulering grondwaterzorgplicht. Particulier is daarbij verantwoordelijk voor het treffen van maatregelen op eigen terrein. |
Regierol en loketfunctie (communicatie, meldingen en klachten) |
De gemeente voorziet in de loketfunctie bij vragen en/of meldingen over grondwater in stedelijk gebied. Daarnaast heeft de gemeente de regierol bij het zorgvuldig afhandelen van de meldingen. Dit betekent dat: - vragen en klachten in ontvangst worden genomen - de gemeente beoordeelt of er sprake is van overlast - de gemeente beoordeelt of de overlast is gerelateerd aan afwijkende grondwaterstanden - waar nodig er aanvullend onderzoek plaatsvindt - op basis van de vergaarde informatie een besluit wordt genomen of er doelmatig maatregelen getroffen kunnen worden De regierol van de gemeente maakt niet dat de gemeente alle bovenstaande acties zelf moet uitvoeren, dit kan ook liggen bij de verantwoordelijkheid van de particulier of het waterschap. Dit geldt eveneens voor het treffen van doelmatige maatregelen. |
Verzamelen van inspectiegegevens o.b.v. inspectieplan en geplande wijk- of wegreconstructies. Strategie gaat uit van eens per tien jaar inspectie van vrijverval. Dit hangt samen met controle van foutieve aansluitingen in de VGS. Bredere benadering is noodzakelijk |
Criteria gewenste grondwaterstand |
De gewenste grondwaterstanden is in het beleid geformuleerd als een gewenste ontwateringsdiepte, waarbij de ontwateringsdiepte is gedefinieerd als het verschil tussen maaiveld het de Gemiddeld Hoogste Grondwaterstand (GHG). In het beleid is onderscheid gemaakt naar de volgende bestemmingen: - Woningen met kruipruimte - Woningen zonder kruipruimte - Groenvoorzieningen - Secundaire wegen en woonstraten - Primaire wegen - Bedrijventerreinen Afhankelijk van de bodemkenmerken en ervaringen kan iedere gemeente eigen gewenste ontwateringsdieptes per kern/gebied hanteren. |
Voor nieuwbouw zijn volgende ontwateringsdieptes (tov GHG) gedefinieerd: Vloerpeil woningen met kruipruimte: 0.7m Vloerpeil woningen zonder kruipruimte: 0.3 m Groenvoorzieningen: 0.5 m Secundaire wegen en woonstraten: 0.7m Primaire wegen: 1.0m Vloerpeil op bedrijventerreinen: 1.0 m
In bestaande situaties geldt dat bij een gemiddelde ontwateringsdiepte van 0.7 m of meer onder het vloerpeil er geen aanvullende onderzoek wordt verricht. |
Definitie structurele grondwater overlast |
Structurele afwijking van de gewenste grondwaterstand (zoals per bestemming en/of gebied vastgelegd) waarbij aantoonbaar schade en/of overlast optreedt als gevolg van deze afwijking. De gemeente verwerkt de gegevens periodiek in een grondwaterverslag. |
Zie criteria. |
Definitie structurele grondwater onderlast |
De gemeente gaat over tot nader onderzoek van mogelijke grondwateronderlast indien grondwaterstanden 3 jaar achtereen een dalende trend laten zien. Deze trend maakt onderdeel uit van een periodiek grondwaterverslag van de gemeten grondwaterstanden. |
Geen informatie beschikbaar |
Criteria doelmatige maatregelen (incl. risico analyse / MKBA) |
In de doelmatigheidsafweging bij maatregelen tegen grondwateroverlast worden de volgende aspecten meegenomen: - de voorgenomen maatregel moet in verhouding staan tot de overlast - de voorgenomen maatregel moet in verhouding staan tot andere mogelijke maatregelen om de overlast te verminderen - waar mogelijk worden maatregelen gecombineerd met andere werken in de openbare ruimte - de voorgenomen maatregel leidt niet tot nieuwe overlast en/of knelpunten - de voorgenomen maatregel moet passen binnen het geheel aan uitgaven van de gemeente aan de rioleringszorg |
Integrale afweging geschied door binnen het proces van de Beheerkalender. |
Voorkómen grondwater overlast en onderlast bij huidig gebruik |
Naast het zorgvuldig afhandelen van meldingen vergaart de gemeente structureel inzicht in de grondwaterhuishouding met behulp van een grondwatermeetnet. In een periodiek grondwaterverslag worden trends van stijgende of dalende grondwaterstanden over de jaren gesignaleerd. Bij werken in de openbare ruimte zoals het vervangen van oude riolering bepaalt de gemeente vooraf of dit ongewenste wijzingen van de grondwaterstand tot gevolg kan hebben, en houdt hier rekening mee bij de uitvoering. De gemeente vertegenwoordigt de belangen van bewoners in geval van (voorgenomen) wijzigingen in grootschalige grondwateronttrekkingen (drinkwater, industrie e.d.). |
De gemeente bepaald het aandachtsgebieden voor grondwateroverlast o.b.v. metingen en meldingen. Bij vervanging, herstrating of herstructurering wordt de overlast nader onderzocht. Indien doelmatig zal tegelijk met herinrichting van de openbare ruimte een drainage-infiltratie-systeem worden aangelegd. Lozing van grondwater vindt in principe niet op de riolering plaats.
Bij vaststellen van structurele grondwateroverlast wordt waar mogelijk aansluiting gezocht met geplande rioolreconstructies om de aanleg van voorzieningen om het overtollige grondwater af te voeren te combineren. |
Voorkómen grondwater overlast en onderlast bij nieuwbouw |
Via het instrument van de watertoets (waterparagraaf in bestemmingsplan) en via het programma van eisen van de Openbare Ruimte geeft de gemeente actief sturing aan het proces van bouwrijp maken. De ontwikkelaar zorgt voor minimaal 1 jaar aan metingen van de grondwaterhuishouding (middels peilbuizen, minimaal 2 meetmomenten per maand) als input voor de waterparagraaf van een ontwikkeling. Het uitgangspunt voor nieuwbouw is dat er zo min mogelijk gebruik gemaakt wordt van ontwateringsmiddelen. Indien mogelijk verdient “ophogen” de voorkeur. Dit wordt onderzocht in een geohydrologisch onderzoek. Bij het afwegen van alternatieve werkwijzen worden zowel investeringskosten als beheerkosten meegenomen. Bij inbreidingen stuurt gemeente door voorwaarden te verbinden aan de bouwvergunning. Deze zullen veelal echter minder uitgebreid van aard zijn dan bij uitbreidingen. |
Bij nieuwbouw zal zo min mogelijk gebruik worden gemaakt van ontwateringsmiddelen. Indien mogelijk verdiend ophogen de voorkeur. Dit wordt onderzocht d.m.v. geohydrologisch onderzoek. |
(basis) Grondwater meetnet |
De gemeente beheert en onderhoudt een grondwatermeetnet om voldoende inzicht te verkrijgen in de grondwaterhuishouding om meldingen en klachten te kunnen beoordelen. Er zijn minimaal 2 meetmomenten per maand. Ieder jaar analyseert de gemeente de metingen in een grondwaterverslag. |
De gemeente beschikt over een grondwatermeetnet dat representatief is voor het stedelijk (bebouwd) gebied Het meetnet is geautomatiseerd. Grondwaterstanden worden minimaal 1 keer per dag geregistreerd en opgeslagen. Uitlezen van de geregistreerde data gebeurt minimaal 2 keer per jaar. |
Beheer/onderhoud en monitoring (incl. analyses, etc.) |
Grondwatervoorzieningen in het beheerpakket dienen volledig en actueel te zijn. Op basis van deze informatie onderhoudt de gemeente de objecten systematisch. Indien voorzieningen nog niet volledig in beeld zijn start de gemeente een inventarisatie om op termijn een compleet beeld te verkrijgen. Particuliere voorzieningen vallen hier buiten. |
Drainage in openbaar gebied is/wordt opgenomen in het gemeentelijke beheerssysteem. Daarmee is onderhoud gewaarborgd. Indicatie van het niet goed functioneren komt uit de gw-metingen. |
Samenwerking en afstemming taken |
|
|
Samenwerking in de keten |
De regionale samenwerking vindt plaats op basis van een samenwerkingsovereenkomst. Door het toevoegen van de waterbedrijven is de samenwerking verder verbreed naar de gehele waterketen. Visie op de lange termijn: Een gezamenlijke invulling van beleid en strategie, met behoud van verschillen per bestuurlijke organisatie. Specifieke taken worden centraal binnen de waterkring/swwb uitgewerkt op basis van doelmatigheid. |
Voortzetten van samenwerking met waterschap, provincie en omliggende gemeenten Deelname aan SWWB |
Financiën en personele invulling |
|
|
Heffingsgrondslagen (verbrede rioolheffing buitengebied, grondslagen afvalwater- hemelwater- grondwaterzorgplicht) |
De rioolheffing wordt per organisatie geheven op basis van verschillende uitgangspunten. Lange termijn visie: Er wordt gestreefd naar een heffingsgrondslag die meer recht doet aan de invulling van de zorgplichten.(o.a. harmonisatie en flexibilisering) |
De rioolheffing wordt geheven obv het waterverbruik. Er wordt een onderzoek uitgevoerd naar de grondslag van de heffing. |
Personele bezetting en kwetsbaarheid |
Formatie dient afgestemd te zijn op de invulling van de zorgplichten in dit VGRP. Basis is invulling van de formatie volgens leidraad riolering voor zover deze actueel is voor de huidige zorgplichten. |
|
|
|
BIJLAGE G – ONDERBOUWING FINANCIËN
COLOFON
VGRP ROOSENDAAL, 2020-2023
SAMEN SCHAKELEN NAAR EEN TOEKOMSTBESTENDIGE WATERKETEN
KLANT
Gemeente Roosendaal
AUTEUR
Kevin Gortmaker
PROJECTNUMMER
C03071.000808.0100
ONZE REFERENTIE
083787249 0.5
Colofon73
DATUM
5 september 2019
STATUS
Definitief
Arcadis Nederland B.V.
Postbus 1018
5200 BA 's-Hertogenbosch
Nederland
+31 (0)88 4261 261
www.arcadis.com
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl