Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2020 (Verordening toeristenbelasting 2020)

Geldend van 01-01-2020 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Loon op Zand houdende regels omtrent de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2020 (Verordening toeristenbelasting 2020)

De raad van de gemeente Loon op Zand;

gezien het voorstel van het college van burgemeester en wethouders d.d. 5 november 2019, nummer 2019.29570;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de navolgende verordening “Verordening op de heffing en invordering van Toeristenbelasting 2020”. (Verordening toeristenbelasting 2020).

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

Voor de toepassing van deze verordening wordt verstaan onder:

  • 1.

    mobiele kampeeronderkomens: tenten, vouwwagens, kampeerauto’s, caravans en soortgelijke onderkomens dan wel soortgelijke voertuigen die bestemd zijn dan wel gebezigd worden als verblijf voor vakantie en andere recreatieve doeleinden;

  • 2.

    vaste jaarplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een jaar plaatsen van eenzelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan en die 7-12 maanden beschikbaar is;

  • 3.

    vast seizoenplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen plaatsen van eenzelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan en die 3-7 maanden beschikbaar is in de periode tot 1 november;

  • 4.

    vaste voorseizoenplaats: een terrein of terreingedeelte dat bestemd is voor het gedurende een seizoen plaatsen van eenzelfde mobiel kampeeronderkomen of stacaravan en die maximaal 3 maanden beschikbaar is in de periode tot 1 juli;

  • 5.

    groepsaccommodatie: Een accommodatie, bestemd voor en gebezigd als verblijf van overwegend personen in groepsverband (geen gezinsverband zijnde), met slaapgelegenheid in kamers, (slaap)zalen, huisjes, tenthuisjes, appartementen en / of tenten, waarbij het gemeenschappelijk gebruik van sanitaire voorzieningen, keuken, verblijfsruimten, kamers en (slaap)zalen kenmerkend centraal staat en gasten mogelijk met 'vreemden' moeten delen;

  • 6.

    Bed & Breakfast of B&B: een kleinschalige overnachtingsaccommodatie gericht op het bieden van de mogelijkheid tot een toeristisch en veelal kortdurend verblijf met het serveren van ontbijt. Een bed & Breakfast is gevestigd in een woonhuis of bijgebouw en wordt gerund door de eigenaren van het betreffende huis.

  • 7.

    kampeermiddel: tent, tentwagen, kampeerauto, caravan dan wel enig ander onderkomen of ander voertuig of gewezen voertuig of een gedeelte daarvan, voorzover geen bouwwerk zijnde waarvoor een omgevingsvergunning voor een bouwactiviteit als bedoeld in artikel 2.1, eerste lid, onderdeel a, Wet algemene bepalingen omgevingsrecht is vereist; een en ander voor zover deze onderkomens of voertuigen geheel of ten dele blijvend zijn bestemd of opgericht dan wel worden of kunnen worden gebruikt voor recreatief nachtverblijf;

  • 8.

    kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf;

  • 9.

    mini kampeerterrein: terrein of plaats, geheel of gedeeltelijk ingericht, en volgens die inrichting bestemd, om daarop gelegenheid te geven tot het plaatsen of geplaatst houden van kampeermiddelen ten behoeve van recreatief nachtverblijf, met maximaal 25 standplaatsen;

  • 10.

    standplaats: deel van een mini kampeerterrein ingericht en bestemd voor de plaatsing van een of meer kampeermiddelen

  • 11.

    overige accommodatie: niet zijnde een accommodatie als omschreven bij lid 1 tot en met 10.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven

Artikel 3 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 2.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 2.

Artikel 4 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    Van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    Van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 2 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers.

Artikel 5 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar. Het aantal overnachtingen wordt gesteld op het aantal overnachtende personen vermenigvuldigd met het aantal nachten.

Artikel 6 Belastingtarief

  • 1.

    Het tarief voor een vaste jaarplaats bedraagt € 250,00

  • 2.

    Het tarief voor een vaste seizoenplaats bedraagt € 200,00

  • 3.

    Het tarief voor een vaste voorseizoenplaats bedraagt € 100,00

  • 4.

    Het tarief per persoon per overnachting in een overige accommodatie bedraagt € 3,00

  • 5.

    Het tarief per persoon per overnachting op een kampeerterrein bedraagt € 2,00

  • 6.

    Het tarief per persoon per overnachting in een Bed & Breakfast (B&B) bedraagt € 2,00

  • 7.

    Het tarief per persoon per overnachting op een mini kampeerterrein bedraagt € 1,25

  • 8.

    Het tarief per persoon per overnachting in een groepsaccommodatie bedraagt € 1,25

Artikel 7 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 8 Wijze van heffing

De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

Artikel 9 Aanslaggrens

Een belastingaanslag wordt niet opgelegd als het aantal overnachtingen, waartoe gelegenheid wordt of is gegeven, tijdens het belastingjaar minder dan tien zal of heeft belopen.

Artikel 10 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de voorlopige aanslagen worden ingevorderd in twee gelijke termijnen, waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand twee maanden volgend op de maand die in de dagtekening van de aanslag is vermeld, en de tweede vijf maanden later.

  • 2. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de overige aanslagen betaald worden in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijnen.

Artikel 11 Kwijtschelding

Bij invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 12 Aanmeldingsplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden, voordat hij voor de eerste maal na het in werking treden van deze verordening gelegenheid tot overnachten verschaft, zulks schriftelijk te melden aan de door het college van burgemeester en wethouders aangewezen gemeenteambtenaren, bedoeld in artikel 231 tweede lid, onderdelen b en d, van de Gemeentewet.

Artikel 13 Registratieplicht

  • 1. De belastingplichtige, bedoeld in artikel 3, eerste lid, is gehouden alle overnachtingen te registeren in een daarvoor bestemd en door de gemeente verstrekt nachtverblijfregister.

  • 2. Het college van burgemeester en wethouders stelt genoemd nachtverblijfregister kosteloos beschikbaar.

  • 3. Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven omtrent de inrichting en gebruik van het nachtverblijfregister.

Artikel 14 Overgangsrecht, inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “Verordening toeristenbelasting 2019” van 13 december 2018, wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 1. Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

  • 2. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 3. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2020”.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de raad van de gemeente Loon op Zand van 12 december 2019.

De raad voornoemd,

voorzitter,

griffier,