Regiovisie aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling Zeeland 2019-2023

Geldend van 19-12-2019 t/m heden

Intitulé

Regiovisie aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling Zeeland 2019-2023

Voor eentoekomst zonder geweld

Werkgroep Huiselijk Geweld & Kindermishandeling

Jacqueline de Regt (gemeente Terneuzen)

Yoeba Dresen (gemeente Middelburg)

Gerda van Bambost (gemeente Borsele)

Sjef Neve (gemeente Hulst)

Paulette de Kraker (projectleider Geweld hoort nergens thuis)

Saskia Ummels (CZW Bureau)

In opdracht van de Stuurgroep CZW Bureau

Goes, juni 2019

1. Inleiding

Huiselijk geweld en kindermishandeling is de meestvoorkomende vorm van geweld in Nederland

Huiselijk geweld en kindermishandeling is de meest voorkomende vorm van geweld in Nederland en vormt één van de grootste maatschappelijke problemen, met enorme (directe en indirecte) impact, persoonlijk én maatschappelijk. Het komt bovendien in alle lagen van de bevolking voor.

Vanuit de Wmo 2015 en de Jeugdwet vervullen de gemeenten hierin een centrale rol. Gemeenten hebben ook een rol als toezichthouder op de toepassing van de Wet Meldcode in de lokale zorg. Bovendien is de aanpak van huiselijk geweld een belangrijk aandachtspunt in het integrale veiligheidsbeleid van de Zeeuwse gemeenten. Een eff ectieve aanpak vereist nauwe samenwerking tussen gemeenten, inwoners, hulpverlening, maatschappelijke organisaties, politie en justitie. De gemeenten in Zeeland maken beleid om samen met instellingen en organisaties huiselijk geweld en kindermishandeling tegen te gaan.

Terugblik regiovisie 2015-2018

In 2014 hebben de Zeeuwse gemeenten de eerste gezamenlijke regiovisie op de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling vastgesteld.

Deze regiovisie was voornamelijk gericht op de vorming en inrichting van het AMHK (Veilig Thuis) en de samenwerking tussen veiligheids- en zorgpartners. Daarnaast is aandacht uitgegaan naar het zo snel mogelijk stoppen van geweld. Veilig Thuis voldoet inmiddels aan de eisen van de inspecties in het Toezicht Sociaal Domein.

Toch slagen we er in Nederland, ook in Zeeland, onvoldoende in om geweld in huiselijke kring en afhankelijkheidsrelaties te voorkomen en terug te dringen. Uit diverse onderzoeken blijkt dat we te veel signalen van mishandeling missen en veel meer preventief kunnen werken. Bovendien lukt het te vaak niet om de hardnekkige patronen van geweld duurzaam te doorbreken en welzijn van betrokkenen te herstellen.

Ontwikkelingen

Bovenstaande en nieuwe ontwikkelingen hebben aanleiding gegeven tot het nationaal programma Geweld hoort nergens thuis.In de Regiovisie Zeeland 2019-2022: “Voor een toekomst zonder geweld” worden de actielijnen uit dit landelijke programma vertaald naar een Zeeuwse visie. Nieuwe ontwikkelingen zijn onder andere de aanscherping van de Wet Meldcode, de radarfunctie Veilig Thuis en de ontwikkeling van MDA++. Maar in de eerste plaats is er een wereld te winnen met nog beter samenwerken, preventiever werken en beter signaleren op lokaal niveau. Samenwerken en deskundigheid zijn nadrukkelijke randvoorwaarden in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Gemeenten hebben ook een rol als toezichthouder op de toepassing van de Wet Meldcode in de lokale zorg.

Omvang

In Nederland heeft 5,5% van de 18+ bevolking de afgelopen vijf jaar te maken gehad met ten minste één voorval van fysiek of seksueel geweld dat werd gepleegd door iemand uit de huiselijke kring. Daarnaast wordt naar schatting zeker 3% van de kinderen mishandeld (119.000 kinderen per jaar). Veel daarvan betreft ernstige verwaarlozing. Naar schatting wordt 5% van de thuiswonende ouderen boven de 65 jaar slachtoffer van mishandeling door partners, familie, huisvrienden of zorgverleners. 20% van de vrouwen in Nederlands is ooit fysiek mishandeld door haar (ex)partner en jaarlijks kloppen zo’n 10.000 vrouwen met hun kinderen aan bij de vrouwenopvang voor hun veiligheid.

De meest recente Zeeuwse gegevens geven het volgende beeld:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Gegevens Zeeland 20181:

Zie ook de infographic met landelijke en Zeeuwse cijfers in bijlage 2.

NB: Er zit overlap tussen deze cijfers. Een melding of adviesvraag bij Veilig Thuis kan zowel over kindermishandeling als huiselijk geweld gaan. In totaal zijn er door Veilig Thuis in 2018 1375 meldingen en 2117 adviesvragen geregistreerd. De meldingen en adviesvragen die over andere problematiek gingen zijn in bovenstaande cijfers niet meegeteld. Ten aanzien van de betrokkenen bij tijdelijk huisverboden en cliënten in de vrouwenopvang kan ook een melding of adviesvraag zijn gedaan bij Veilig Thuis.

Uit de laatste cijfers van de gezondheidsmonitor (2016)2 blijkt bovendien:

  afbeelding binnen de regeling     

van de Zeeuwse ouderen (65+) is fysiek, sociaal of psychisch kwetsbaar.3

van de ouderen (65 jaar en ouder) heeft te maken gehad met een vorm van ouderenmishandeling.

van de inwoners van Zeeland in de leeftijd 19 t/m 64 jaar geeft aan ooit slachtoffer te zijn geweest van huiselijk geweld.

Landelijk programma Geweld hoort nergens thuis

Gemeenten, het Rijk, professionals en burgers hebben een gezamenlijke verantwoordelijkheid in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Rijk en gemeenten onderkennen dat oplossingen niet in het bereik liggen van één overheidslaag. Daarom is er een nationaal programma onder de titel ‘Geweld hoort nergens thuis’ gepresenteerd.

De ambitie van dit programma is om huiselijk geweld en kindermishandeling terug te dringen, de schade van geweld te beperken en de cirkel van geweld, de overdracht van generatie op generatie, vaker en duurzaam te doorbreken. Het programma heeft deze ambities uitgewerkt in drie actielijnen:

  • 1)

    Eerder en beter in beeld,

  • 2)

    Stoppen en duurzaam oplossen,

  • 3)

    Aanvullende aanpakken/activiteiten voor specifieke groepen.

De gemeenten in Zeeland maken gezamenlijk een regiovisie die aansluit op het nationaal programma om te zorgen voor een integrale aanpak. Vanuit een bestuurlijk gedragen visie vormen we met elkaar een veilig netwerk rondom de slachtoffers, (potentiële) daders en hun sociale omgeving.

Zeeland heeft voor drie jaar een regionaal projectleider aangesteld. De projectleider wordt gefinancierd vanuit het landelijk programma.

Kenmerken regio Zeeland

Zeeland wordt gevormd door de gemeenten Borsele, Goes, Hulst, Kapelle, Middelburg, Noord-Beveland, Reimerswaal, Schouwen-Duiveland, Sluis, Terneuzen, Tholen, Veere en Vlissingen. Op 1 januari 2019 had Zeeland 383.073 inwoners. Zeeland is een dunbevolkt gebied met een relatief grote oppervlakte dat grenst aan de Nederlandse provincies Zuid-Holland en Noord-Brabant en de Belgische provincies West-Vlaanderen, Oost-Vlaanderen en Antwerpen.

De regio van de centrumgemeente voor Vrouwenopvang en de jeugdregio komen overeen met de grenzen van de provincie Zeeland. Door de politieregio Zeeland-West-Brabant, is er voor de justitiële kant van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling een relatie met West-Brabant.

Door de uitgestrektheid en het gering aantal inwoners verschilt Zeeland van andere regio’s in Nederland. De lange reisafstanden maken zorg in Zeeland relatief duur. De dubbele vergrijzing, een toename van ouderen en een afname van de totale bevolking, zorgen voor toenemende capaciteitsproblemen in de zorg en wachtlijsten. Dit zijn uitdagingen die ook in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling om aandacht vragen. Mede daarom is een regionale visie nodig en benadrukken we in deze visie het belang van goede samenwerking tussen gemeenten, sectoren en professionals.

2. Regiovisie 2019-2023

Met deze regiovisie:

  • Stellen we de visie van de Zeeuwse gemeenten vast op de aanpak van huiselijk geweld, kindermishandeling en geweld in afhankelijkheidsrelaties.

  • Leggen we de basis voor afspraken tussen de Zeeuwse gemeenten. Het geeft inzicht in verantwoordelijkheden op provinciaal en lokaal niveau en inzet van de middelen.

  • Vertalen we de doelstellingen van het nationale meerjarenprogramma ‘Geweld hoort nergens thuis’ van het Ministerie Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS), Justitie en Veiligheid (JenV) en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) naar ambities die aansluiten bij de Zeeuwse context en stand van zaken.

  • De regiovisie vormt de basis voor een meerjarig uitvoeringsprogramma. Hierin wordt ook de relatie gelegd met lopende en geplande activiteiten in het brede gemeentelijk beleid van de Zeeuwse gemeenten. Dit uitvoeringsprogramma zal jaarlijks verfijnd en bijgesteld worden op basis van voortschrijdend inzicht.

Centrale visie

De gemeenten in Zeeland zetten zich in voor een toekomst zonder geweld. Dat doen de gemeenten niet alleen.

Het voorkomen en aanpakken van huiselijk geweld en kindermishandeling is een verantwoordelijkheid van iedereen. Er is een gezamenlijke visie nodig om effectief te kunnen sturen op veiligheid en duurzaam herstel.

Effectieve preventie en aanpak kan daarom alleen door een gezamenlijke inspanning van burgers, professionals en gemeenten worden bereikt. De persoon staat centraal in het handelen en dus werkt de professional over grenzen van domeinen samen. We moeten met elkaar een veilig netwerk vormen rondom de slachtoffers, (potentiële) daders en hun sociale omgeving. Daarvoor is goede samenwerking nodig en een gezamenlijke verantwoordelijkheid rondom het gezin. De veiligheid van slachtoffers staat bij de aanpak voorop en er moet ook aandacht zijn voor (potentiële) plegers en hun sociale omgeving. Voorkomen en stoppen van geweld doen we met de betrokkenen en met aandacht voor alle leefgebieden. Samenbrengen van informatie van verschillende partijen en de betrokkenen geeft een integraal beeld van de risicofactoren binnen een gezin en van wat er nodig is om geweld te stoppen en duurzaam op te lossen. Professionals werken eerst samen aan directe veiligheid. Die veiligheid is een basisvoorwaarde om te kunnen werken aan stabiele veiligheid en herstel met als doel de cyclus van geweld duurzaam te doorbreken.

De Zeeuwse gemeenten definiëren ‘veiligheid’ als volgt:4

“Veiligheid" in Zeeland betekent dat iemand structureel kan rekenen op een persoon die voorziet in zijn basale fysieke en emotionele behoefte, die hem beschermt tegen gevaar en die daarin continuïteit en voorspelbaarheid biedt”. Daarvoor geldt minimaal dat:

  • regelmaat en stabiliteit zoals overzicht, structuur, continuïteit en voorspelbaarheid geregeld zijn;

  • basale verzorging, acceptatie en bescherming geregeld is. Dit omvat naast een veilig opvoedingsklimaat ook een veilige leef- en woonomgeving;

  • er een gevoel van geborgenheid geregeld is. Dit gevoel van veiligheid is gebaseerd op de relatie met opvoeders en andere gezinsleden;

  • er een bescherming tegen geweld en misbruik geregeld is en/of geweld en misbruik afwezig zijn.

Centrale ambities

In deze regiovisie volgen we de actielijnen die geformuleerd zijn in het landelijk programma ‘Geweld hoort nergens thuis’ dat in april 2018 is gepresenteerd:

  • 1.

    Eerder en beter in beeld: Huiselijk geweld voorkomen of zo vroeg mogelijk signaleren en adequaat reageren.

  • 2.

    Stoppen en duurzaam oplossen: Het geweld zo snel mogelijk en duurzaam stoppen, schade beperken en herstel bevorderen, zodat nieuwe ontwikkelingskansen ontstaan voor de betrokkenen.

  • 3.

    Aandacht voor specifieke groepen: Voor extra kwetsbare groepen met specifieke problemen is de nodige deskundigheid in Zeeland aanwezig.

Randvoorwaarden voor het realiseren van de centrale ambitie:

  • samenwerking tussen alle beleidsvelden, sectoren en leefgebieden;

  • regie op de aanpak huiselijk geweld en een samenhangende aanpak op regionaal en lokaal niveau met duidelijke afspraken over de lokale en bovenlokale verantwoordelijkheden;

  • continuïteit van zorg en ondersteuning met het perspectief van de cliënt en het gezin voor ogen (bij overdracht tussen sectoren, domeinen en overdracht tussen bovenlokale en lokale voorzieningen en ondersteuning);

  • een goed bestuurlijk netwerk;

  • heldere afspraken over verantwoordelijkheden en financiering;

  • deskundigheid;

  • een goede lokale en bovenlokale zorgstructuur die op elkaar aansluiten;

  • toepassen van de Handreiking gegevensdeling door professionals, zoals dat in Zeeland in de leertuin gegevensdeling is ontwikkeld;

  • toepassen van de Zeeuwse Regiekaart (de)- escaleren Sociaal Domein, Zorg en Veiligheid;

  • professionals begrijpen elkaar en spreken dezelfde taal.

‘De gemeenten in Zeeland zetten zich in voor een toekomst zonder geweld’

3 Actielijnen

In 2018 heeft de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling de noodzakelijke brede aandacht gekregen door opname in het Interbestuurlijke Programma (IBP). Afgesproken is om de aanpak te intensiveren.

De opgave in het programma ‘Geweld hoort nergens thuis’ voor het Rijk, gemeenten en hun partners luidt: huiselijk geweld en kindermishandeling terug te dringen, de schade ervan te beperken en zo de cirkel van geweld, de overdracht van generatie op generatie, te doorbreken5.

Deze doelstelling wordt door de Zeeuwse gemeenten volledig onderschreven. De ambities van de regio Zeeland sluiten aan op de drie actielijnen van het landelijke programma:

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Eerder en beter in beeld

• Bespreekbaar maken

• Werkgevers alerter maken

• Zorgen dat professionals met de meldcode werken

• Veilig Thuis versterken

• Verbeteren feiten-onderzoek

• Lokale teams versterken

• Forensisch medische expertise versterken

Stoppen en duurzaam oplossen

• Multidisciplinair en Systeemgericht samenwerken

• Traumascreening en passende hulp

• Plegeraanpak

• Scholen sneller informeren

• Opvang en passende ondersteuning voor slachtoffers verbeteren

Specifieke groepen

• Slachtoffers seksueel geweld

• Slachtoffers loverboys en mensenhandel

• Slachtoffers eergerelateerd geweld en huwelijksdwang

• Kinderen in kwetsbare opvoedingssituaties

• Complexe scheidingen

• Slachtoffers ouderenmishandeling

Actielijn 1: Eerder en beter in beeld

‘Alle mensen die ervan weten en niets doen, zijn medeschuldig aan het in stand houden. Mijn oproep is dan ook: kom alsjeblieft in actie als je een ‘niet-pluis- gevoel’ bij een kind hebt.

Iedereen kan hét verschil maken’ - Jorien

Huiselijk geweld en kindermishandeling kan nog veel meer worden voorkomen door inzet op preventie. Door het geweld dat al plaatsvindt eerder in beeld te hebben, kan de duur van het geweld worden verkort en kan erger worden voorkomen.

Door het geweld beter in beeld te hebben, weten we hoe het slachtoffer en diens omgeving het beste kan worden geholpen.

Visie

Samenwerken voor veiligheid begint bij het tijdig signaleren van huiselijk geweld en kindermishandeling. Hiervoor is bewustwording nodig, vaardigheden om het geweld bespreekbaar te maken en deskundigheid over hoe te handelen. Een effectieve aanpak vraagt onder andere om een krachtige lokale infrastructuur. Deze lokale infrastructuur heeft een belangrijke rol in het signaleren en bespreekbaar maken van huiselijk geweld en kindermishandeling. Ook professionals van bovenlokale organisaties zoals de politie, Veilig Thuis, jeugdhulp en ggz-instellingen kunnen signaleren. Professionals op lokaal en bovenlokaal niveau moeten elkaar dan snel weten te vinden.

‘Ik zei tegen de kinderen dat ze me moesten appen of bellen als er thuis problemen waren. Vanaf toen stroomden de berichtjes binnen op mijn telefoon’ - Josette

Ambities

  • Inwoners (slachtoffers, plegers en omstanders) weten de weg bij vermoedens of signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling.

  • Slachtoffers en plegers weten de weg naar hulpverlening te vinden.

  • Professionals herkennen risicofactoren voor huiselijk geweld en kindermishandeling vroegtijdig.

  • Professionals hebben kennis van het actuele hulpaanbod en weten elkaar te vinden.

  • De Zeeuwse gemeenten hebben een krachtige lokale en bovenlokale infrastructuur.

  • Professionals kunnen geweld bespreekbaar maken.

  • Alle professionals zijn bekend met de werkwijze van Veilig Thuis.

  • Professionals passen de meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling toe.

  • De kwetsbaarheid van inwoners en hun gezinnen wordt vroegtijdig gesignaleerd en er wordt snel passende ondersteuning geboden zodat geweld wordt voorkomen.

  • Ernstig huiselijk geweld en kindermishandeling is eerder in beeld (o.a. door inzet van de radar- en monitorfunctie van Veilig Thuis).

Actielijn 2: Stoppen en duurzaam oplossen

‘Ik ben uit mijn oude leven weggerukt’

Op de vlucht voor een gewelddadige vader, vertrok Jade (15) met haar moeder, broertje en zus naar een vrouwenopvang. Ze moest haar vrienden, school en alles wat vertrouwd was achterlaten. ‘Met drie koffers en een tas gingen we het huis uit’

Visie

De Zeeuwse gemeenten zetten zich in om geweld zo snel mogelijk te stoppen, stabiele veiligheid en herstel van door de betrokkenen opgelopen schade te realiseren. Om de cirkel van geweld duurzaam te doorbreken is er eerst directe veiligheid nodig. Daarna is er ruimte om de oorzaken aan te pakken en kan er gewerkt worden aan herstel van (ontwikkelings-) schade. De Zeeuwse gemeenten omarmen daarom de visie ‘Eerst samenwerken voor veiligheid, dan samenwerken voor risicogestuurde zorg’6. Voor het hele gezinssysteem wordt samenhangende steun of hulp georganiseerd die bijdraagt aan herstel en veerkracht.

Er wordt gewerkt volgens het principe ‘één gezin, één plan, één regisseur’ en er wordt de tijd genomen die nodig is om duurzame veiligheid en herstel te realiseren. Professionals werken hiervoor samen op basis van wat het gezin nodig heeft.

Alle gezinsleden en hun sociale netwerk zijn betrokken. Dat geldt ook voor de plegers van huiselijk geweld en kindermishandeling. Hulpverlening, justitiepartners en gemeenten hebben een gezamenlijke taak bij de inzet van interventies die de pleger hulp bieden en aanpakken. Een voorbeeld hiervan is dat aan een pleger van huiselijk geweld een tijdelijk huisverbod kan worden opgelegd, zodat de periode wordt benut om andere maatregelen te nemen die (de dreiging van) huiselijk geweld kunnen wegnemen. Om recidive te voorkomen, zetten we in op een plegeraanpak met een naadloze samenhang tussen zorg en straf.

kijk voor meer info op www.vng.nl

Ambities

  • Alle professionals werken volgens de visie: “Eerst samenwerken voor veiligheid, dan samenwerken voor risicogestuurde zorg”: geweld wordt zo snel mogelijk gestopt doordat professionals eerst samenwerken voor veiligheid. Samenwerkende hulpverleners bieden vervolgens samenhangende hulp, gericht op duurzaam herstel van veiligheid. Zorg- en veiligheidspartners werken hierin samen.

  • Er is een naadloze samenhang tussen zorg en straf (samenwerking zorg en veiligheid).

  • Er zijn duidelijke (samenwerkings)afspraken m.b.t. een plegeraanpak.

  • Er wordt multidisciplinair en systeemgericht samengewerkt in zowel reguliere situaties als bij de aanpak van complexe en ernstige vormen van huiselijk geweld, kindermishandeling en seksueel geweld. Voor deze complexere vormen van huiselijk geweld en acuut seksueel geweld hebben we een MDA++-aanpak en het CSG.

  • Op casusniveau wordt altijd afgewogen of traumascreening nodig.

  • Er is voldoende aanbod voor traumabehandeling.

  • Knelpunten in- en na de vrouwenopvang worden opgelost. Hierdoor is de periode dat vrouwen en hun kinderen in de opvang verblijven niet langer dan nodig. Zij kunnen doorstromen naar een woning wanneer de situatie voldoende veilig is en krijgen de passende hulp en begeleiding die nodig is.7

  • Gemeenten zorgen voor de nodige randvoorwaarden op de diverse leefgebieden van slachtoffers van huiselijk geweld na de vrouwen- (of mannen)opvang.

  • Herhaling van geweld (recidive) komt veel minder voor doordat duurzame veiligheid en herstel wordt gerealiseerd.

  • Lokale teams hebben de mogelijkheid om voor langere duur casusregie te voeren over kwetsbare gezinnen.

  • De Zeeuwse werkwijze bij tijdelijk huisverboden is doorontwikkeld met aandacht voor preventieve inzet van huisverboden en voorkomen van recidive.

Ongeveer 40 procent van de kinderen heeft traumatische klachten door huiselijk geweld. Bijde ouders valt op dat veel van hen in het verleden zelf slachtoffer zijn geweest van geweld. Eris volgens Verwey-Jonker sprake van een vicieuze cirkel die alleen kan worden doorbroken met goede en passende hulp aan kinderen én ouders en steun in een sociaal netwerk.

Bron: www.nationalezorggids.nl

Actielijn 3: Specifieke groepen

Visie

Voor een aantal doelgroepen met specifieke problemen is specifieke expertise nodig en/of een specifieke aanpak.

Het gaat om groepen die extra kwetsbaar zijn en niet altijd direct te herkennen zijn. De Zeeuwse gemeenten vinden het belangrijk dat er in de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling aandacht is voor en kennis is van deze kleinere en grotere doelgroepen. Dit betreft in ieder geval:

  • Ouderen

  • Slachtoffers en plegers met een lichte verstandelijke beperking

  • Kwetsbare jongeren/loverboyproblematiek

  • Kinderen in kwetsbare (opvoed)situaties

  • Kinderen bij complexe scheidingen

  • Slachtoffers van seksueel geweld

  • Slachtoffers van eergerelateerd geweld en schadelijke traditionele praktijken

  • Slachtoffers mensenhandel

Ambities

  • Er is voldoende deskundigheid en specialistische kennis omtrent de specifieke aanpak die nodig is om huiselijk geweld te signaleren en duurzaam te stoppen bij alle specifieke groepen.

  • Professionals zijn vaardig in het bespreekbaar maken van geweld m.b.t. de specifieke groepen.

  • Ouderenmishandeling (inclusief financiële uitbuiting), ontspoorde mantelzorg, eergerelateerd geweld, seksueel geweld, loverboyproblematiek, slachtoffers mensenhandel, kinderen in kwetsbare (opvoed)situaties en complexe scheidingen, zijn eerder en beter in beeld, waardoor (nieuw) huiselijk geweld wordt voorkomen en duurzaam stopt.

Ouderenmishandeling is een ‘verborgen’ vorm van huiselijk geweld. De afhankelijkheidsrelatietussen slachtoffer en pleger speelt een belangrijke rol in het taboe. Schaamte, bang om alleen te blijven en isolement zijn factoren die het lastig maken ouderen en hun omgeving te bereiken.

Hoofdstuk 4 Monitoring en evaluatie

Monitoring van de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling is een belangrijk onderdeel van een systematische aanpak van geweld. Er wordt daarom een monitoringsysteem opgezet vanuit het landelijk programma Geweld hoort nergens thuis. Er wordt een set van indicatoren opgesteld, waarmee de impact van de inzet van organisaties, professionals en overheden wordt gemonitord en onderzocht. Hierin wordt ook de ervaring van betrokken kinderen en volwassenen meegenomen.

Deze monitor wordt in 2019 ontwikkeld. Zeeland sluit hierbij aan. De cijfers die we nu bijhouden geven wel een beeld van hoe we ervoor staan, maar zijn ook lastig te duiden. Bijvoorbeeld:

als er meer meldingen komen kan dit betekenen dat het geweld toeneemt, maar het zou ook een gevolg kunnen zijn van een betere aanpak, waarin meer mensen en professionals bewust zijn van de signalen van huiselijk geweld en kindermishandeling en de weg naar Veilig Thuis weten te vinden. We kunnen wel op basis van diverse instrumenten, onderzoeken en gegevens een beeld krijgen hoe de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling werkt:

  • de gegevens van Veilig Thuis (vanaf 2019 worden deze landelijk vergelijkbaar);

  • de evaluaties van de samenwerking van Veilig Thuis, lokale teams, MDA++, CSG, Tijdelijk huisverbod, Raad voor de Kinderbescherming, Veiligheidshuis, Reclassering, enz.;

  • evaluaties van de uitvoering tijdelijk huisverbod en intensief casemanagement;

  • de gezondheidsmonitor;

  • de bevindingen uit Inspectieonderzoeken bij Veilig Thuis;

  • factsheets: Het lokale netwerk na Veilig Thuis 2018 (Terneuzen, Tholen, Vlissingen); onderzoek door het Toezicht sociaal domein (TSD);

  • jaarverslagen in het kader van subsidieverantwoordingen;

  • onderzoek bij ervaringsdeskundigen;

  • toezicht op gebruik meldcode.

Hoofdstuk 5 Wettelijke en financiële kaders

Wettelijk kader

De gemeentelijke verantwoordelijkheid voor de aanpak huiselijk geweld is vastgelegd in de Wmo 2015, de Jeugdwet, de wet Meldcode huiselijk geweld en kindermishandeling en de wet Tijdelijk Huisverbod. Dit houdt in dat gemeenten:

  • Regie voeren

  • Stimuleringsbeleid uitvoeren

  • Toezicht houden op maatschappelijke organisaties en kinderopvang

Financieel kader

In de regiovisie wordt het beleid op regionaal niveau vastgelegd. Gemeenten financieren de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling met name vanuit de budgetten Wmo, Jeugdwet en de decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang (DU-VO) van de centrumgemeente. Financiering van de lokale zorg is een autonome verantwoordelijkheid van de individuele gemeenten.

In Zeeland is Vlissingen de centrumgemeente voor zowel de decentralisatie-uitkering VO als voor Maatschappelijke Opvang (MO) en Beschermd Wonen (BW). De centrumgemeente-middelen worden ingezet voor centrale voorzieningen die voornamelijk of uitsluitend op Zeeuws niveau te organiseren zijn vanwege de benodigde specialistische expertise of kosteneffectiviteit vanwege de schaalgrootte. In verband met de decentralisatie van de MO- en BW-middelen, kan de centrumgemeente het huidige financieringsniveau voor de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling met ingang van 2021 naar verwachting niet handhaven.

De Zeeuwse gemeenten besluiten met deze regiovisie de regionale voorzieningen minimaal op het huidige niveau overeind te houden en zich in te zetten voor doorontwikkeling van deze voorzieningen. Het is daarom van belang om vóór 2021 duidelijke afspraken te maken over welke kosten door de centrumgemeenten uit de DU-VO gefinancierd kunnen worden en welke kosten voor de individuele gemeenten van de regio Zeeland komen.

Ondertekening

Bijlage 1: Paragrafen m.b.t. de Veilige Opvang uit Regiovisie Beschermd Wonen en Opvang

Bij ernstige dreiging van huiselijk geweld is het een wettelijke verantwoordelijkheid van gemeenten om inwoners een veilige opvangplek te bieden. De Zeeuwse gemeenten volgen de wettelijke kaders en afspraken over een landelijk dekkend systeem voor vrouwenopvang en opvang van andere slachtoffers van huiselijk geweld. Het landelijk stelsel dient ervoor dat slachtoffers van huiselijk geweld en kindermishandeling die wegens veiligheidsredenen niet in hun eigen regio kunnen worden opgevangen in een andere regio kunnen worden opgevangen. De Zeeuwse gemeenten sluiten zich daarvoor aan bij de afspraken die tussen de centrumgemeenten en de Federatie Opvang zijn gemaakt in het ‘Beleidskader in-, door- en uitstroom crisisopvang & opvang in acute crisissituaties vrouwenopvang’ (december 2016).

Specifieke uitgangspunten voor de opvang van slachtoffers van huiselijk geweld:

Voor de vrouwenopvang worden in ieder geval de volgende uitgangspunten gehanteerd:

  • Voor de instroom wordt het landelijk gevalideerde risico-taxatie instrument gehanteerd.

  • Specialistische opvang voor bijzondere groepen (slachtoffers van loverboys, eerwraak, mensenhandel en mannenopvang): hiervoor zijn landelijke voorzieningen aangewezen.

  • Slachtoffers worden zoveel mogelijk in de eigen regio geholpen en opgevangen.

  • De gemeente van herkomst blijft verantwoordelijk voor de huisvesting o.b.v. de huisvestingswet indien de cliënt wil terugkeren.

  • Gemeenten zijn verantwoordelijk voor voldoende opvangplaatsen en zorgen daarnaast voor minimaal 2 opvangplaatsen in de regio voor acute crisissituaties.

  • Toegang: Vanwege de specifieke doelstelling en de landelijke afspraken ligt de bevoegdheid tot het verstrekken van de maatwerkvoorziening vrouwenopvang bij de zorgaanbieder. De zorgaanbieder is hiertoe gemandateerd door de gemeente Vlissingen.

  • Kwaliteit: bij de doorontwikkeling van de Veilige Opvang wordt minimaal uitgegaan van de basiskwaliteitseisen die in het kader van de Regio Aanpak Veilig Thuis in opdracht van VWS, VNG en de Federatie Opvang zijn beschreven4.

De Regiovisie Huiselijk Geweld en kindermishandeling Zeeland die in juni 2014 is vastgesteld, wordt op basis van de ervaringen en actuele ontwikkelingen bijgesteld. Vrouwenopvang maakt onderdeel uit van de bredere infrastructuur en aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling in de Veilig Thuis regio’s. Elke regio dient op basis van de regiovisie te zorgen voor een goede sturing en samenhang in het beleid, waarbij lokale en regionale organisaties gezamenlijk verantwoordelijkheid nemen voor een integrale en sluitende aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. In de regiovisie voor de aanpak huiselijk geweld en kindermishandeling gaat het om een gemeenschappelijke visie van de Zeeuwse gemeenten op de aanpak van huiselijk geweld en kindermishandeling. Van preventie, opvang (veiligheid), herstel tot nazorg. Hierin worden afspraken gemaakt over de samenhang tussen lokaal beleid en de onderdelen die op provinciaal niveau worden georganiseerd, onder meer door inzet van de decentralisatie- uitkering vrouwenopvang.

Bijlage 2: Infographic Landelijke en Zeeuwse cijfers

Landelijke cijfers

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Zeeuwse cijfers

afbeelding binnen de regeling

afbeelding binnen de regeling

Bijlage 3: Afkortingen & Begrippenlijst

Afkortingen

AMHK:

Algemeen Meldpunt Huiselijk geweld en Kindermishandeling (Veilig Thuis)

BW:

Beschermd Wonen

CSG:

Centrum Seksueel Geweld

DU-VO:

Decentralisatie-uitkering Vrouwenopvang

MDA++:

Multidisciplinaire aanpak integraal en specialistisch

MO:

Maatschappelijke Opvang

TSD:

Toezicht Sociaal

Domein VT:

Veilig Thuis

Begrippenlijst

Dader:

Een persoon waarvan in rechte (middels een uitspraak of strafbeschikking) is vastgesteld dat hij een strafbaar feit heeft begaan.

Huiselijk Geweld:

Lichamelijk, geestelijk of seksueel geweld of bedreiging daarmee door iemand uit de huiselijk kring (Wmo 2015). Vormen van geweld in huiselijk kring: kindermishandeling, (ex-) partnergeweld, huwelijksdwang en eergerelateerd geweld, ouderenmishandeling en vrouwelijke genitale verminking.

Huiselijke kring:

Een familielid, een huisgenoot, de echtgenoot of voormalig echtgenoot of een mantelzorger (Wmo 2015).

Kindermishandeling:

Elke vorm van voor een minderjarige bedreigende of gewelddadige interactie van fysieke, psychische of seksuele aard, die de ouders of andere personen ten opzichte van wie de minderjarige in een relatie van afhankelijkheid of van onvrijheid staat, actief of passief opdringen, waardoor ernstige schade wordt berokken of dreigt te worden berokkend aan de minderjarige in de vorm van fysiek of psychisch letsel.

Vormen:

  • Lichamelijke mishandeling

  • Lichamelijke verwaarlozing

  • Psychische mishandeling

  • Psychische verwaarlozing

  • Seksueel misbruik

  • Getuige zijn van geweld in het gezin

Ouderenmishandeling

Ouderenmishandeling is het handelen of het nalaten van handelen van al degenen die in een terugkerende persoonlijke of professionele relatie met de oudere (iemand van 65 jaar of ouder) staan, waardoor de oudere persoon lichamelijke en/of psychische en/of materiële schade lijdt dan wel vermoedelijk lijden zal, en waarbij van de kant van de oudere sprake is van een vorm van gedeeltelijke of volledige afhankelijkheid.

Er worden vijf vormen onderscheiden: fysieke mishandeling, psychische mishandeling (incl. schending van recht op privacy), verwaarlozing, fi misbruik en seksueel misbruik.

Pleger

Een persoon die een handeling die valt onder de noemer van huiselijk geweld heeft verricht.

Slachtoffer

Iemand die buiten zijn schuld lichamelijke, financiële of geestelijke schade lijdt.


Noot
1

Bronnen: CBS Beleidsinformatie Veilig Thuis 1e en 2e halfjaar 2018; subsidieverantwoording Emergis VO, CSG, politie (m.b.t. huisverboden).

Noot
2

www.zeelandscan.nl

Noot
3

Volgens de Tilburg Frailty Indicator.

Noot
4

Op dit moment worden er binnen Zeeland verschillende discussies gevoerd over de definitie en taxatie van de veiligheid binnen een casus. Belangrijk is dat we daarom kiezen voor een definitie van Veiligheid die helpt om de mate van (on)veiligheid in overleg te beoordelen. Deze definitie is gebaseerd op en een concretisering van de definities van Turnell en Ten Berge en Bakker die landelijk met name in de zorg worden gehanteerd en de definitie van veiligheid in het integrale veiligheidsbeleid van gemeenten: ‘Veiligheid betekent dat mensen effectief beschermd zijn tegen persoonlijk leed: tegen de aantasting van hun lichamelijke en geestelijke integriteit’.

Noot
5

Bron: Geweld hoort nergens thuis, 25-04-2018, VWS, JenV, VNG.

Noot
6

Eerst samenwerken voor veiligheid, dán samenwerken voor risicogestuurde zorg: een duurzame visie op ketenzorg bij kindermishandeling, huiselijk geweld en seksueel misbruik en de centrale rol hierbij van het triage-instrument Veilig Thuis / auteurs: L. Vogtländer & S. van Arum (GGD GHOR Nederland, VNG) (mei 2016, pdf)

Noot
7

In het Beleidskader Beschermd Wonen en opvang (november 2017) dat door de Zeeuwse gemeenten is vastgesteld zijn al diverse afspraken gemaakt over de vrouwenopvang (Veilige Opvang). Zie bijlage 1.