Mandaatbesluit verkennend onderzoek Wet verplichte GGZ

Geldend van 18-12-2019 t/m heden

Intitulé

Mandaatbesluit verkennend onderzoek Wet verplichte GGZ

Het college van de gemeente Moerdijk, in zijn vergadering van 10 december 2019

gelet op het bepaalde in artikel 10:3 jo. 10:4 van de Algemene wet bestuursrecht

overwegende dat:

a. op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg de colleges van de 16 regiogemeenten in de regio West-Brabant gezamenlijk zorg dragen voor de uitvoering van de gemeentelijke taken Wet verplichte ggz in de regio West-Brabant;

b. de regiogemeenten hiertoe een uitvoeringsplan hebben vastgesteld en dit plan onderschrijven;

BESLUIT

vast te stellen het :

Mandaatbesluit subsidiëring GGz Breburg voor uitvoering van het verkennend onderzoek in de subregio Breda door het team bemoeizorg waar GGz Breburg leiding aan geeft

Artikel 1

Aan het college van burgemeester en wethouders van Breda wordt mandaat verleend om namens het college van Moerdijk alle besluiten te nemen en andere rechtshandelingen te verrichten die noodzakelijk zijn voor subsidiëring van de uitvoering van het verkennend onderzoek zoals opgenomen in het ‘Uitvoeringsplan gemeentelijke taken Wet verplichte ggz van de gemeenten in West-Brabant’, tenzij een wettelijk voorschrift of de aard van de bevoegdheid zich hiertegen verzet.

Artikel 2

Onder het bepaalde in artikel 1 wordt in ieder geval verstaan:

  • a.

    het nemen van subsidiebesluiten ten behoeve van de uitvoering van het verkennend onderzoek in de 10 gemeenten van de subregio Breda;

  • b.

    het nemen van beslissingen op eventuele bezwaarschriften en het voeren van eventuele beroepsprocedures.

Artikel 3

Het college van burgemeester en wethouders van Breda is bevoegd om aan medewerkers van Breda een of meerdere ondermandaten te verlenen voor de bevoegdheden zoals in artikel 2 genoemd.

Artikel 4

Dit besluit treedt in werking op de dag na bekendmaking.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van het college, gehouden op 10 december 2019

De secretaris,

……………………,

De burgemeester,

…………….