Verordening bezwaarschriftencommissie Rijnland 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening bezwaarschriftencommissie Rijnland 2020

Bekendmaking

De verenigde vergadering heeft op 20 november 2019 de Verordening bezwaarschriftencommissie Rijnland 2020 vastgesteld. In deze verordening zijn bepalingen opgenomen over de taak, samenstelling, werkwijze en vergoeding van de commissie. De nieuwe verordening vervangt de Verordening behandeling bezwaarschriften Rijnland 2005.

Besluit

De verenigde vergadering van het hoogheemraadschap van Rijnland;

gelezen het voorstel van het college van dijkgraaf en hoogheemraden van 15 oktober 2019;

gelet op de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht, artikel 78, eerste lid, van de Waterschapswet en artikel 4.4.3. van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

BESLUIT

Vast te stellen de volgende verordening: Verordening bezwaarschriftencommissie Rijnland 2020

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    Awb: de Algemene wet bestuursrecht (Stb. 1998, 1);

  • b.

    Rijnland: het hoogheemraadschap van Rijnland;

  • c.

    college: het college van dijkgraaf en hoogheemraden van Rijnland;

  • d.

    bestuursorgaan: de dijkgraaf, het college van dijkgraaf en hoogheemraden dan wel de verenigde vergadering van Rijnland, ieder voor zover hun eigen bevoegdheden betreffend;

  • e.

    commissie: de bezwaarschriftencommissie Rijnland;

  • f.

    secretariaat: de secretaris, de adjunct-secretaris en de management-ondersteuner;

  • g.

    belanghebbende: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken;

  • h.

    informele aanpak: een vorm van bemiddeling, waarbij partijen proberen om vanuit hun werkelijke belangen tot een gezamenlijk gedragen en voor ieder van hen optimale oplossing te komen.

Hoofdstuk 2 Procedurele bepalingen

Artikel 2 De commissie

  • 1.

    Er is een commissie als bedoeld in artikel 7:13 van de Awb ter advisering ten aanzien van de beslissingen op bezwaren tegen besluiten van de verenigde vergadering, het college en de dijkgraaf.

  • 2.

    De commissie heeft tot taak belanghebbenden te horen en het betreffende bestuursorgaan te adviseren ter zake van bezwaarschriften gericht tegen andere besluiten dan belastingaanslagen of besluiten als bedoeld in het hiernavolgende lid.

Artikel 3 Samenstelling en benoeming

  • 1.

    De commissie heeft een voorzitter en plaatsvervangend voorzitter en bestaat verder uit ten minste vier overige leden.

  • 2.

    De leden van de commissie worden door het college benoemd, geschorst en ontslagen. Zij kunnen te allen tijde ontslag nemen.

  • 3.

    De voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de commissie moeten voldoen aan de vereisten voor de benoembaarheid tot rechter van een arrondissementsrechtbank.

  • 4.

    Het lidmaatschap van de commissie is onverenigbaar met:

  • a.

    het lidmaatschap van het college van dijkgraaf en hoogheemraden;

  • b.

    het lidmaatschap van de verenigde vergadering;

  • c.

    het werkzaam zijn onder verantwoordelijkheid van het bestuursorgaan.

Artikel 4 Zittingsduur

De leden van de commissie worden benoemd voor een periode gelijk aan de zittingstermijn van de leden van het algemeen bestuur en kunnen éénmaal worden herbenoemd. Zij blijven na afloop van hun benoemingstermijn in functie, totdat in hun opvolging c.q. herbenoeming is voorzien.

Artikel 5 Vergoeding voorzitter en leden

  • 1.

    De (plaatsvervangend) voorzitter van de commissie ontvangt per bijgewoonde vergadering van de commissie een vergoeding voor de verrichte werkzaamheden die wordt vastgesteld op € 300,00.

  • 2.

    De leden van de commissie ontvangen per bijgewoonde vergadering van de commissie een vergoeding voor de verrichte werkzaamheden die wordt vastgesteld op € 250,00.

Artikel 6 Benoeming en taak secretariaat

  • 1.

    De voorzitter en leden van de commissie worden in hun werkzaamheden ondersteund door het secretariaat.

  • 2.

    Op voorstel van de secretaris-algemeen directeur van Rijnland benoemt het college de secretaris.

  • 3.

    Het college kan desgewenst één of meer adjunct-secretarissen aanwijzen.

Hoofdstuk 3 Inhoudelijke bepalingen over de behandeling

Artikel 7 Informele aanpak

  • 1.

    De informele aanpak is uitgangspunt bij de behandeling van alle ingekomen bezwaarschriften.

  • 2.

    De vormgeving van de informele aanpak is afhankelijk van het ingediende bezwaarschrift en wordt in overleg met de belanghebbenden en de betrokken medewerkers van Rijnland bepaald door het secretariaat.

  • 3.

    Indien de informele aanpak niet leidt tot gewenst resultaat, wordt het bezwaarschrift alsnog formeel behandeld.

Artikel 8 Vooronderzoek

  • 1.

    De secretaris draagt er zorg voor dat al het noodzakelijke wordt gedaan om de behandeling van het bezwaarschrift voor te bereiden. Hij kan daartoe rechtstreeks alle door hem noodzakelijk geachte of door de commissie gewenste inlichtingen inwinnen.

  • 2.

    De voorzitter kan bij deskundigen advies inwinnen en hen zo nodig uitnodigen daartoe in de hoorzitting te verschijnen. Indien aan het inwinnen van advies kosten zijn verbonden, is daartoe vooraf toestemming vereist van het college.

Artikel 9 De hoorzitting

  • 1.

    De voorzitter bepaalt plaats en tijdstip van de hoorzitting.

  • 2.

    De hoorzitting is openbaar.

  • 3.

    In afwijking van het in het tweede lid bepaalde kunnen de deuren van de worden gesloten indien de voorzitter of een van de aanwezige leden het nodig oordeelt of indien een belanghebbende daartoe een verzoek doet. Indien de commissie vervolgens beslist dat gewichtige redenen aanwezig zijn die zich tegen openbaarheid van de zitting verzetten, vindt de zitting plaats met gesloten deuren.

  • 4.

    Per hoorzitting bestaat de commissie ten minste uit een zittingsvoorzitter en twee leden. Voor het houden van de hoorzitting is vereist dat de meerderheid van het aantal leden, waaronder in ieder geval de voorzitter, ter zitting aanwezig is.

  • 5.

    De (vice) voorzitter, onderscheidenlijk zittingsvoorzitter, beslist over de toepassing van artikel 7:3 van de Awb waarin is bepaald in welke gevallen kan worden afgezien van het horen.

  • 6.

    De zittingsvoorzitter is belast met de leiding van de hoorzitting en zorgt voor de handhaving van de orde op de zitting.

  • 7.

    Van hetgeen ter zitting is verhandeld wordt zakelijk verslag gedaan in het commissieadvies.

Artikel 10 Nader onderzoek

  • 1.

    Indien na afloop van de zitting maar voordat het advies wordt opgesteld, nader onderzoek wenselijk blijkt te zijn, kan de zittingsvoorzitter uit eigen beweging of op verzoek van de commissie dit onderzoek houden.

  • 2.

    De uit het nader onderzoek verkregen informatie wordt schriftelijk aan belanghebbenden en het bestuursorgaan verzonden, met het verzoek hierop binnen twee weken schriftelijk te reageren. Daarbij kunnen partijen aangeven of zij opnieuw gehoord willen worden. De commissie beslist hierover. Op een dergelijke zitting is artikel 9 van toepassing.

Artikel 11 Beraadslaging en advies

  • 1.

    De commissie beraadslaagt en beslist achter gesloten deuren over het door haar uit te brengen advies.

  • 2.

    De commissie beslist bij meerderheid van stemmen over het uit te brengen advies. Indien bij een stemming de stemmen staken beslist de stem van de zittingsvoorzitter.

  • 3.

    Het advies is gemotiveerd en bevat een voorstel voor de te nemen beslissing op bezwaar.

  • 4.

    Het advies wordt ondertekend door de zittingsvoorzitter en de secretaris.

  • 5.

    Aan de hand van het uitgebrachte advies beslist het bestuursorgaan conform de in artikel 7:10 van de Awb genoemde termijnen op het binnengekomen bezwaarschrift. Indien naar het oordeel van de zittingsvoorzitter de termijn ontoereikend is voor achtereenvolgens het uitbrengen van het advies door de commissie en het nemen van een beslissing door het bestuursorgaan, verzoekt de zittingsvoorzitter het bestuursorgaan tijdig de beslissing te verdagen.

Artikel 12 Jaarverslag

De commissie brengt jaarlijks aan het college een openbaar jaarverslag uit over haar werkzaamheden en bevindingen.

Artikel 13 Overgangsbepaling

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de bekendmaking en vervangt de Verordening behandeling bezwaarschriften Rijnland 2005.

Ondertekening

Aldus besloten in de verenigde vergadering van 20 november 2019.

R.A.M. van der Sande, dijkgraaf

mw. C.M. van de Wiel, secretaris