Regeling vervallen per 01-01-2021

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nieuwegein houdende regels omtrent de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting 2020)

Geldend van 18-12-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Nieuwegein houdende regels omtrent de heffing en invordering van toeristenbelasting (Verordening toeristenbelasting 2020)

De raad van de gemeente Nieuwegein;

gelezen het voorstel van het college van burgemeester en wethouders van 5 november 2019;

gelet op artikel 224 van de Gemeentewet;

besluit:

vast te stellen de volgende verordening:

Verordening op de heffing en invordering van toeristenbelasting 2020

Artikel 1 Belastbaar feit

Onder de naam 'toeristenbelasting' wordt een directe belasting geheven voor het houden van verblijf met overnachting binnen de gemeente tegen een vergoeding in welke vorm dan ook door personen die niet als ingezetene met een adres in de gemeente in de basisregistratie personen zijn ingeschreven.

Artikel 2 Belastingplicht

  • 1. Belastingplichtig is degene die gelegenheid biedt tot verblijf als bedoeld in artikel 1.

  • 2. De belastingplichtige is bevoegd de belasting als zodanig te verhalen op degene die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

  • 3. Als er geen persoon is aan te wijzen die gelegenheid biedt tot verblijf, is degene belastingplichtig die verblijf houdt als bedoeld in artikel 1.

Artikel 3 Vrijstellingen

De belasting wordt niet geheven voor het verblijf:

  • 1.

    van degene die verblijft in een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 5, eerste lid, van de Wet Toelating Zorginstellingen;

  • 2.

    van een vreemdeling als bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000, die rechtmatig in Nederland verblijft in de zin van artikel 8, letters c, d, f, g, h, van voornoemde wet, en voor zover deze persoon verblijf houdt als bedoeld in artikel 1 van de Verordening, onder verantwoordelijkheid van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers;

  • 3.

    op vaartuigen.

Artikel 4 Maatstaf van heffing

De belasting wordt geheven naar het aantal overnachtingen in het belastingjaar.

Artikel 5 Belastingtarief

Het tarief bedraagt per persoon, per overnachting € 1,62.

Artikel 6 Belastingjaar

Het belastingjaar is gelijk aan het kalenderjaar.

Artikel 7 Wijze van heffing

  • 1. De belasting wordt bij wege van aanslag geheven.

  • 2. Er kan een voorlopige aanslag worden opgelegd tot ten hoogste het bedrag waarop de aanslag vermoedelijk zal worden vastgesteld.

Artikel 8 Termijnen van betaling

  • 1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de tweede twee maanden later.

  • 2. In afwijking van het eerste lid moeten de aanslagen, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische betalingsincasso kunnen worden afgeschreven, worden betaald in maximaal tien gelijke termijnen. De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.

  • 3. De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.

Artikel 9 Kwijtschelding

Bij invordering van toeristenbelasting wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 10 Registratieplicht

De belastingplichtige bedoeld in artikel 2, eerste lid, is gehouden een registratie te houden waaruit het aantal overnachtingen als bedoeld in artikel 4 blijkt.

Artikel 11 Nadere regels

Het bestuur van de Belastingsamenwerking gemeenten en hoogheemraadschap Utrecht (BghU) kan nadere regels geven voor de heffing en de invordering van de toeristenbelasting.

Artikel 12 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. De “”Verordening op de heffing en de invordering van toeristenbelasting 2019” van 13 december 2018 wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2. Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van de bekendmaking.

  • 3. De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2020.

  • 4. Deze verordening wordt aangehaald als “Verordening toeristenbelasting 2020”.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in openbare raadsvergadering van 12 december 2019,

de griffier, de voorzitter,