Verordening op de rekenkamer Heemstede 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Verordening op de rekenkamer Heemstede 2020

De raad van de gemeente Heemstede;

gelet op artikel 81a van de Gemeentewet;

besluit vast te stellen de Verordening op de rekenkamer Heemstede 2020;

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • algemeen lid: lid van de rekenkamer;

  • burgerlid: inwoner van Heemstede die tijdelijk wordt toegevoegd als lid van de rekenkamer;

  • college: college van burgemeester en wethouders;

  • raad: gemeenteraad;

  • rekenkamer: de rekenkamer van de gemeente Heemstede;

  • secretaris: secretaris van de rekenkamer;

  • voorzitter: voorzitter van de rekenkamer;

  • wet: Gemeentewet.

Artikel 2 Rekenkamer

Er is een rekenkamer die bestaat uit een voorzitter, een secretaris en een algemeen lid.

Artikel 3 Benoeming leden

  • 1.

    De raad benoemt de voorzitter, de secretaris en het algemeen lid van de rekenkamer.

  • 2.

    De raad doet de benoeming vergezeld gaan van een verklaring van elke kandidaat bevattende:

    • a.

      de mededeling dat hij een benoeming als lid zal aanvaarden, en

    • b.

      een overzicht van de openbare betrekkingen die hij bekleedt.

  • 3.

    Bij ontstentenis van de voorzitter treedt het langstzittende lid op als voorzitter dan wel, als de overige leden een gelijke periode zitting hebben, het oudste lid in jaren.

  • 4.

    Voorafgaand aan de benoeming van de voorzitter en de overige leden van de rekenkamer pleegt de raad overleg met de rekenkamer.

Artikel 4 Benoeming burgerlid

  • 1.

    De raad kan per onderzoek een burgerlid benoemen.

  • 2.

    Een burgerlid wordt benoemd voor de duur van een bepaald onderzoek en zijn werkzaamheden beperken zich tot dat onderzoek.

  • 3.

    Een burgerlid wordt benoemd op basis van zijn affiniteit met het specifieke onderwerp dat onderzocht wordt.

  • 4.

    In aanmerking voor benoeming als burgerlid komen inwoners van de gemeente Heemstede die gerechtigd zijn te stemmen bij de gemeenteraadsverkiezingen.

  • 5.

    Artikel 3, tweede en vierde lid, zijn van overeenkomstige toepassing.

Artikel 5 Ontslag en non-activiteit

  • 1.

    De voorzitter van de rekenkamer, dan wel de secretaris in geval het de voorzitter betreft, bericht de raad als een van de ontslaggronden zich voordoet, bedoeld in artikel 81c, zesde of zevende lid, of artikel 81d, eerste of tweede lid, van de wet.

  • 2.

    In de gevallen, bedoeld in artikel 81c, zevende lid, en in artikel 81d, tweede lid, van de wet adviseert de voorzitter van de rekenkamer, dan wel de secretaris in geval het de voorzitter betreft, de raad over de vraag of al dan niet moet worden overgegaan tot ontslag, respectievelijk het op non-activiteit stellen van het desbetreffende lid of voorzitter.

  • 3.

    De voorzitter van de rekenkamer, dan wel de secretaris in geval het de voorzitter betreft, adviseert de raad tevens met betrekking tot een beslissing tot verlenging of beëindiging van een maatregel als bedoeld in artikel 81d, eerste of tweede lid, van de wet.

Artikel 6 Budget

  • 1.

    De rekenkamer is bevoegd binnen een aan haar bij de begroting beschikbaar gesteld budget uitgaven te doen ten behoeve van de uitvoering van haar taken.

  • 2.

    De rekenkamer verantwoordt de baten en lasten van het voorgaande begrotingsjaar in het jaarverslag aan de raad, als bedoeld in artikel 185, derde lid, van de wet.

  • 3.

    De voorzitter doet jaarlijks vóór 1 mei een voorstel aan de raad voor de benodigde middelen voor een goede uitoefening van de taken.

Artikel 7 Vergoeding voor de werkzaamheden van de leden van de rekenkamer

De leden van de rekenkamer ontvangen een door de raad vastgestelde vaste vergoeding per maand voor hun werkzaamheden.

Artikel 8 Werkwijze

  • 1.

    De rekenkamer is belast met en verantwoordelijk voor de begeleiding en sturing van het onderzoek volgens de door haar vastgestelde onderzoeksopzet.

  • 2.

    De rekenkamer bepaalt de onderwerpen die zij onderzoekt, formuleert de probleemstelling en stelt de onderzoeksopzet vast. De onderzoeksopzet wordt door de rekenkamer ter kennisname aan de raad toegestuurd.

  • 3.

    De raad kan de rekenkamer een gemotiveerd verzoek doen tot het instellen van een onderzoek. De rekenkamer bericht de raad binnen een maand of en in hoeverre aan dat verzoek zal worden voldaan. Indien de rekenkamer niet aan het verzoek van de raad voldoet, zal zij dit motiveren.

  • 4.

    De rekenkamer vergadert zoveel als zij nodig acht. Voor het houden van een vergadering is vereist dat de meerderheid van het aantal leden aanwezig is.

  • 5.

    De rekenkamer kan openbare vergaderingen beleggen.

  • 6.

    De rekenkamer beoordeelt of het wenselijk is de raad tussentijds te informeren.

  • 7.

    Voor de uitvoering van het onderzoek worden, met inachtneming van het beschikbare budget, externe personen of bureaus ingeschakeld.

Artikel 9 Rapportage en terugkoppeling

  • 1.

    De rekenkamer stelt de onderzochte partij schriftelijk op de hoogte van het (nog niet gepubliceerde) concept onderzoeksrapport. Indien de bevindingen daartoe aanleiding geven kan de rekenkamer concept aanbevelingen aan de betrokken partij voorleggen.

  • 2.

    De rekenkamer stelt de betrokken partij in de gelegenheid binnen vier weken schriftelijk te reageren op het concept onderzoeksrapport en, indien van toepassing, de concept aanbevelingen.

  • 3.

    Na ontvangst van de reactie(s) sluit de rekenkamer haar onderzoek en stelt een definitief rapport op waarin de bevindingen, conclusies en, indien van toepassing, aanbevelingen, alsmede de reacties hierop zijn opgenomen.

Artikel 10 Intrekking oude verordening

De Verordening rekenkamercommissie 2011 wordt ingetrokken.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als Verordening op de rekenkamer Heemstede 2020.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

Vastgesteld bij raadsbesluit van 18 december 2019.

Ondertekening