Regeling vervallen per 01-01-1998

Verordening rechtspositionele erkenning alternatieve samenlevingsvormen

Geldend van 01-01-1978 t/m 31-12-1997

Intitulé

Verordening rechtspositionele erkenning alternatieve samenlevingsvormen

VERORDENING RECHTSPOSITIONELE ERKENNING

ALTERNATIEVE SAMENLEVINGSVORMEN

Artikel 1

Voor de toepassing van deze verordening wordt onder levenspartner verstaan:

Een persoon met wie de nietgehuwde ambtenaar samenwoont en met het oogmerk duurzaam samen te leven een gemeenschappelijke huishouding voert, hetgeen blijkt uit een schriftelijke verklaring, ingericht volgens door burgemeester en wethouders nader te stellen regels. Tegelijkertijd kan slechts één persoon als levenspartner wordt aangemerkt.

Artikel 2

  • 1. De in de leden 2 tot en met 7 opgenomen bepalingen, die gelden voor de gehuwde ambtenaar, zijn op overeenkomstige wijze van toepassing op de ambtenaar met een levenspartner. Waar staat "echtgen(o)ot(e)" moet tevens worden gelezen "levenspartner". Voor wat betreft het gezinslidmaatschap in de zin van de IZAregeling wordt de levenspartner gelijkgesteld aan de echtgenoot.

  • 2. De bepalingen van het Algemeen Ambtenarenreglement en de ter uitvoering daarvan vastgestelde regelingen met betrekking tot:

    • a.

      aanspraken op bezoldiging tijdens militaire dienst;

    • b.

      het verlof met behoud van bezoldiging wegens persoonlijke of familieomstandigheden;

    • c.

      de uitkering bij overlijden van de ambtenaar.

      Voor de toepassing van artikel H 16 wordt de levenspartner als gezinslid aangemerkt.

  • 3. De bepalingen van de Wachtgeldverordening met betrekking tot de uitkering bij overlijden van de wachtgelder.

  • 4. De bepalingen van de Uitkeringsverordening met betrekking tot:

    • a.

      het recht op een uitkering;

    • b.

      de uitkering bij overlijden.

  • 5. De bepalingen van de Spaarverordening met betrekking tot een overeenkomst van levensverzekering.

  • 6. De bepalingen van de Verplaatsingskostenverordening met betrekking tot de verhuiskosten, de reiskosten en de pensioenkostenvergoeding.

  • 7. De bepalingen van de Uitkeringsverordening functioneel leeftijdontslag met betrekking tot de uitkering bij overlijden van de gewezen ambtenaar.

Artikel 3

Het bepaalde in artikel 2 is van overeenkomstige toepassing op de Verordening regelende het toekennen van een tegemoetkoming in bovenmatige ziektekosten aan enkele groepen van IZAdeelnemers en de arbeidsovereenkomst voor personeel met een zodanige arbeidstijd dat het geen deelnemer aan een IZAregeling kan zijn.

Artikel 4

In gevallen waarin deze verordening niet of niet naar redelijkheid voorziet treffen burgemeester en wethouders een passende voorziening.

Artikel 5

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag van zijn vaststelling en kan worden aangehaald als "Verordening rechtspositionele erkenning alternatieve samenlevingsvormen".