Kermisverordening gemeente Sluis 2020

Geldend van 01-01-2020 t/m heden

Intitulé

Kermisverordening gemeente Sluis 2020

DE RAAD VAN DE GEMEENTE SLUIS,

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 8 oktober 2019;

gelet op de artikelen 147 en 149 Gemeentewet;

gezien het advies van de Commissie Ruimte/AB van 19 november 2019;

BESLUIT:

vast te stellen de: Kermisverordening gemeente Sluis 2020;

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1. Begripsbepalingen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    college: het college van burgemeester en wethouders;

  • b.

    kermis: een bij deze verordening ingestelde openbare gelegenheid ten behoeve van de exploitatie van kermisinrichtingen en consumptiezaken;

  • c.

    kermisinrichting: vermakelijkheden, kinder- en familievermaakzaken, oefeningspelen en verkoopzaken, bestemd tot vermaak, genot en vertier op kermissen;

  • d.

    standplaats: de locatie van een kermisinrichting en consumptiezaak op het kermisterrein;

  • e.

    kermisterrein: plaats waar de kermis plaatsvindt;

  • f.

    consumptiezaak: inrichtingen waarin artikelen voor consumptie worden verkocht;

  • g.

    kermisexploitant: een natuurlijk of rechtspersoon die zijn beroep of bedrijf heeft gemaakt van de exploitatie van een c. bedoelde inrichting;

  • h.

    vergunninghouder: degene aan wie door het college vergunning is verleend voor het innemen van een standplaats.

Artikel 2. Instelling en organisatie kermissen

  • 1.

    Er is jaarlijks een kermis in de kernen Sluis, Oostburg, Breskens, IJzendijke, Schoondijke, Aardenburg en Hoofdplaat.

  • 2.

    De exploitatie van de kermis in de in lid 1 genoemde kernen geschiedt door het college.

  • 3.

    Deze verordening is niet van toepassing op het plaatsen van maximaal vier kermisinrichtingen als bijkomende aankleding of versiering ter gelegenheid van een tentoonstelling, jubileum, openingsfeest, dorpsfeest of soortgelijke samenkomst van beperkte omvang en strekking, met een zodanige samenstelling en opstelling van de kermisinrichtingen dat naar algemeen erkend inzicht daaraan niet het karakter van een kermis kan worden toegekend.

Artikel 3. Inrichting kermissen

  • 1.

    Het college wijst voor iedere in artikel 2 lid 1 genoemde kern een locatie en data aan waar en wanneer kermisinrichtingen kunnen worden geplaatst.

  • 2.

    Het college bepaalt het aantal, de samenstelling en de opstelling van de te plaatsen kermisinrichtingen.

  • 3.

    Het college wijst voor iedere kern een locatie en data aan waar en wanneer rij- en voertuigen en woonwagens van vergunninghouders geplaatst mogen worden.

Artikel 4. Nadere regels

  • 1.

    Het college is bevoegd nadere regels te stellen betreffende het bepaalde in deze verordening.

  • 2.

    In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, is het college bevoegd een besluit te nemen.

Artikel 5. Voorschriften en beperkingen

  • 1.

    Het college kan voorschriften en beperkingen verbinden aan een krachtens deze verordening verleende vergunning of ontheffing, ter bescherming van de belangen in verband waarmee de vergunning of ontheffing is verleend.

  • 2.

    Degene aan wie krachtens deze verordening een vergunning of ontheffing is verleend, is verplicht de daaraan verbonden voorschriften en beperkingen in acht te nemen.

Hoofdstuk 2. Bepalingen over vergunningen en standplaatsen

Artikel 6. Vergunning

  • 1.

    Het is verboden om zonder vergunning van het college een standplaats op een kermis in te nemen;

  • 2.

    Paragraaf 4.1.3.3. van de Algemene wet bestuursrecht (positieve fictieve beschikking bij niet tijdig beslissen) is niet van toepassing;

  • 3.

    Het college kan een vergunning verlenen voor een periode van een jaar tot maximaal drie jaar.

Artikel 7. Vereisten

  • 1.

    Voor het toewijzen van een standplaats op een kermis komt uitsluitend in aanmerking een kermisexploitant, die lid is van een erkende kermisorganisatie en die kan aantonen dat hij voldoet aan alle publiekrechtelijke verplichtingen op het gebied van bedrijfsuitoefening en bedrijfsorganisatie.

  • 2.

    Het vorige lid is niet van toepassing op consumptiezaken.

Artikel 8. Standplaats

  • 1.

    De standplaats moet worden ingenomen door aan vergunninghouder aangewezen plaats en uitsluitend voor de in de vergunning vermelde kermisinrichting of consumptiezaak. Het exploiteren van de kermisinrichting dient te geschieden door de vergunninghouder of, onder zijn verantwoordelijkheid, door een door hem op contractbasis aangewezen bedrijfsleider. Genoemd contract moet op verzoek worden getoond.

  • 2.

    De vergunninghouder mag zich op de standplaats doen bijstaan.

Hoofdstuk 3. Straf-, overgangs- en slotbepalingen

Artikel 9. Intrekking en schorsing kermisvergunning

Het college kan een vergunning voor een standplaats op de kermis, al dan niet voorwaardelijk, intrekken of schorsen, indien de vergunninghouder of een persoon die hem bijstaat:

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of voorschriften van de vergunning overtreedt; of

  • b.

    zich schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 10. Onmiddellijke verwijdering

Onverminderd het bepaalde in artikel 125 van de Gemeentewet kan het college een vergunninghouder gelasten zich onmiddellijk van de kermis te verwijderen indien hij;

  • a.

    het bepaalde bij of krachtens deze verordening of de voorschriften van de vergunning overtreedt; of

  • b.

    zich op de kermis schuldig maakt aan wangedrag of bedrog.

Artikel 11. Strafbepaling

Overtreding van het bepaalde bij of krachtens deze verordening wordt bestraft met een geldboete van de tweede categorie.

Artikel 12. Toezichthouders

Met het toezicht op de naleving van het bepaalde bij of krachtens deze verordening zijn belast de bij besluit van het college aangewezen personen.

Artikel 13. Intrekking oude regeling

De Kermisverordening gemeente Sluis 2010 vastgesteld op 28 mei 2009, wordt ingetrokken.

Artikel 14. Overgangsbepalingen

  • 1.

    Besluiten die het college heeft genomen krachtens de in het vorige lid genoemde verordening gelden als besluit genomen krachtens deze verordening.

  • 2.

    Indien voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening een aanvraag om vergunning op grond van de in het vorige artikel genoemde verordening is ingediend en voor het tijdstip van inwerkingtreding van deze verordening niet definitief op deze aanvraag is besluit, wordt daarop deze verordening toegepast.

Artikel 15. Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2020.

Artikel 16. Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als Kermisverordening gemeente Sluis 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 28 november 2019.

Sluis,

DE RAAD VOORNOEMD,

De griffier, De voorzitter,

mr. P.T.G. Claeijs mr. M.M.D. Vermue