Regeling vervallen per 01-01-2023

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem houdende regels omtrent subsidies VVE Peuteropvang (Uitvoeringsregeling Subsidies VVE Peuteropvang gemeente Doetinchem vanaf 2020)

Geldend van 01-01-2022 t/m 31-12-2022

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem houdende regels omtrent subsidies VVE Peuteropvang (Uitvoeringsregeling Subsidies VVE Peuteropvang gemeente Doetinchem vanaf 2020)

Het college van Burgemeester en Wethouders van de gemeente Doetinchem gelet op de Algemene subsidieverordening gemeente Doetinchem,

overwegende dat het noodzakelijk en wettelijk is om regels te stellen voor de kwaliteit van en de tegemoetkoming in de kosten van VVE-peuteropvang;

teneinde te bereiken dat peuters gelijke ontwikkelkansen geboden krijgen door het verbeteren van de kwaliteit, het bereik en de toegankelijkheid van VVE-peuteropvang in de gemeente;

gelet op besluit college d.d. 24-09-2019;

besluit vast te stellen de volgende regeling:

Hoofdstuk 1 Algemene bepalingen

Artikel 1 Begripsomschrijving

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

  • a.

    aanvrager: houder kinderopvang die een aanvraag indient voor een van de subsidies uit deze regeling;

  • b.

    ASV: de algemene subsidieverordening Gemeente Doetinchem;

  • c.

    wet: Wet kinderopvang;

  • d.

    VVE: voor- en vroegschoolse educatie;

  • e.

    VVE-peuteropvang: kortdurende opvang met voorschoolse educatie ter voorbereiding op het basisonderwijs voor peuters van 2 tot 4 jaar.

  • f.

    VVE-indicatie: indicatie afgegeven door Yunio op basis van de VVE doelgroep definitie, zoals vastgelegd in de begripsomschrijving van h., waaruit blijkt dat het kind dat deze indicatie krijgt gebaat is bij en recht heeft op voorschoolse educatie;

  • g.

    college: college van burgemeester en wethouders van de gemeente Doetinchem;

  • h.

    doelgroeppeuters: Onder een doelgroepkind wordt verstaan een kind met een (dreiging tot) ontwikkelingsachterstand, waarbij de nadruk wordt gelegd op taalachterstand. De achterstand kan ook betrekking hebben op sociaal-emotionele of psychosociale ontwikkeling.

  • i.

    houder: degene aan wie een onderneming als bedoeld in de Handelsregisterwet 2007 toebehoort en die met die onderneming een kindercentrum exploiteert;

  • j.

    kindercentrum: kindercentrum een voorziening waar kinderopvang van een kind woonachtig in Doetinchem plaatsvindt, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet en dat is opgenomen in het landelijk register kinderopvang;

  • k.

    kinderopvang: de opvang van kinderen in de zin van de wet;

  • l.

    kinderopvangtoeslag: de toeslag vanuit het Rijk die ouders kunnen aanvragen bij de belastingdienst, als een tegemoetkoming in de kosten voor kinderopvang;

  • m.

    kinderopvangtoeslagtabel: de inkomensafhankelijke tabel van de Belastingdienst die de hoogte van de kinderopvangtoeslag bepaalt op basis van de hoogte van het (gezamenlijke) toetsingsinkomen.

  • n.

    landelijk register kinderopvang: het landelijk register, als bedoeld in artikel 1.1 van de wet;

  • o.

    ouder: ouder in de zin van de wet

  • p.

    ouderbetrokkenheid: activiteiten van ouders gericht op het stimuleren van de ontwikkeling van het kind;

  • q.

    ouderbijdrage: Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage voor de uren die zij afnemen;

  • r.

    horizontale groep: een heterogene groep peuters in de leeftijd van 2 tot 4 jaar. In deze groep worden peuters met- en zonder VVE indicatie opgevangen;

  • s.

    peuterplek: plek voor een peuter van 2 tot 4 jaar in een kindercentrum;

  • t.

    toezichthouder: de toezichthouder als bedoeld in artikel 1.61 van de wet;

  • u.

    erkend VVE-programma: VVE programma opgenomen in de databank Effectieve Jeugdinterventies van het Nederlands Jeugdinstituut;

  • v.

    inkomensverklaring: (voorheen IB60-verklaring) een officiële verklaring van de Belastingdienst met de inkomensgegevens (geregistreerd inkomen) van de ouder over een bepaald belastingjaar;

  • w.

    monitoring: de ontvanger van subsidie voor VVE peuteropvang levert inhoudelijke en cijfermatige bijdrage aan de monitoring door de gemeente, de Inspectie van het Onderwijs en de organisaties die in opdracht van de gemeente Doetinchem op treden.

Artikel 2 Doel

Deze subsidieregeling is van toepassing op subsidies voor het uitvoeren van VVE-peuteropvang in Doetinchem. Het doel van deze subsidieregeling is het faciliteren van deelname van alle peuters in de leeftijd van 2,5 jaar tot 4 jaar aan peuteropvang met voorschoolse educatie en voor de doelgroep peuters van 2 jaar tot 4 jaar, door het subsidiëren van het gebruik van een kwalitatief hoogwaardig VVE aanbod.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Het college kan aan de houder van een VVE geregistreerd peuteropvang subsidie verlenen voor de uitvoering VVE peuteropvang.

  • 1.

    Het aanbieden van VVE-peuteropvang aan kinderen zonder VVE-indicatie (reguliere peuters):

    • a.

      Een maximaal aantal van 320 uur per kalenderjaar, verdeeld over minimaal 2 dagdelen per week;

    • b.

      aan elke Doetinchemse peuter die door ouders wordt aangemeld;

  • 2.

    Het aanbieden van VVE-peuteropvang aan kinderen met een VVE-indicatie (doelgroep peuters):

    • a.

      Een maximaal aantal van 640 uur per kalenderjaar, verdeeld over minimaal 3 dagdelen per week;

    • b.

      aan elke Doetinchemse peuter met een VVE-indicatie die door ouders wordt aangemeld.

Artikel 4 Subsidiecriteria

De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet aan de volgende criteria:

  • 1.

    De gemeente Doetinchem niet het voornemen kenbaar heeft gemaakt aan aanvrager om handhavend op te treden dan wel een handhavingsbesluit te zijn genomen naar aanleiding van een constatering van een overtreding door de toezichthouder;

  • 2.

    Voorschriften gesteld bij of krachtens het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

  • 3.

    Staat als VVE-gecertificeerd in het Landelijk Register Kinderopvang;

  • 4.

    Inzet van een erkend VVE-programma van de NJI database;

  • 5.

    Aanvullende door de gemeente Doetinchem gestelde eisen en afspraken, zoals bijvoorbeeld de Uitvoeringsovereenkomst Peuteropvang en Voor- En Vroegschoolse Educatie.

Artikel 5 Verplichtingen

De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet bij de uitvoering aan de volgende verplichtingen:

  • 1.

    De aanvrager van subsidie voor VVE-peuteropvang voldoet bij de uitvoering aan de volgende voorwaarden:

    • a.

      alle voorschriften voor de basiskwaliteit van kindercentra, gesteld bij of krachtens de wet;

    • b.

      voorschriften gesteld bij of krachtens het Besluit basisvoorwaarden kwaliteit voorschoolse educatie;

    • c.

      het aanbieden van VVE-peuteropvang in een eigen groep, niet gemengd in de reguliere dagopvang kinderopvang 0-4, een zogenaamde horizontale groep;

    • d.

      overdracht naar de basisschool met gebruik van een overdrachtsformulier;

    • e.

      samenwerkingsafspraken met basisscholen.

  • 2.

    per jaar wordt tenminste één bijeenkomst georganiseerd op coördinatie-niveau, met als doel de samenwerkingsafspraken te evalueren. Deze samenwerkingsafspraken hebben tenminste betrekking op de doorgaande leerlijn (begeleiding en zorg), ouderbetrokkenheid en de (warme) overdracht.

    • a.

      alle VVE-voorschoolse voorzieningen en basisscholen hebben een instrument/kindvolgsysteem waarmee ze de brede ontwikkeling van peuters kunnen volgen. Dit kindvolgsysteem voldoet aan de eisen die hieraan worden gesteld door de Inspectie van het Onderwijs.

    • b.

      Er is zichtbaar sprake van overleg en afstemming tussen de VVE voorschoolse voorziening en de basisschool met betrekking tot aanbod en aanpak. Deze is vastgelegd in een samenwerkingsovereenkomst / jaarplan;

    • c.

      per jaar wordt één bijeenkomst georganiseerd op coördinatie-niveau, met als doel de samenwerkingsafspraken te evalueren. Deze samenwerkingsafspraken hebben betrekking op de doorgaande leerlijn (begeleiding en zorg) en de (warme) overdracht;

    • d.

      alle VVE-doelgroeppeuters worden in goed overleg overgedragen aan de school.

Hoofdstuk 2 Hoogte subsidiebedrag en ouderbijdrage

Artikel 6 Doelgroep

  • 1. Voor deze subsidieregeling worden de volgende doelgroepen gehanteerd:

    • a.

      Peuters zonder VVE indicatie (reguliere peuters) die naar de VVE-peuteropvang gaan en waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

    • b.

      Peuters zonder VVE indicatie (reguliere peuters) die naar de VVE-peuteropvang gaan en waarvan de ouders recht hebben op kinderopvangtoeslag.

    • c.

      Peuters met VVE-indicatie (doelgroep peuters) die naar de VVE-peuteropvang gaan, waarvan de ouders geen recht hebben op kinderopvangtoeslag.

    • d.

      Peuters met VVE-indicatie (doelgroep peuters) die naar de VVE-peuteropvang gaan waarvan de ouders wel recht hebben op kinderopvangtoeslag.

  • 2. De doelgroepen, hiervoor genoemd, ontvangen niet zelf de subsidie, de subsidie wordt uitgekeerd aan de houder die zij hebben uitgekozen voor hun kind en voldoet aan de eisen.

Artikel 7 Ouderbijdrage

  • 1. Ouders betalen een inkomensafhankelijke bijdrage voor de VVE-peuteropvang. Hierin onderscheiden we twee type ouders. De ouder die recht heeft op kinderopvangtoeslag en de ouder die geen recht heeft op kinderopvangtoeslag. Deze groep wordt gecompenseerd door de gemeentelijke regeling. De opbouw is als volgt:

    • a.

      Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en zonder VVE-indicatie betalen voor VVE- peuteropvang voor maximaal 8 uren per week (320 uur per jaar) een inkomensafhankelijke bijdrage tot het fiscaal maximum;

    • b.

      Ouders zonder recht op kinderopvangtoeslag en met een kind met een VVE-indicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 8 uren per week (320 uur per jaar) een inkomensafhankelijke bijdrage. Voor overige uren voorschoolse educatie, tot totaal maximaal van 8 uur extra per week (320 uur per jaar), wordt in overeenstemming met gemeentelijk beleid geen ouderbijdrage in rekening gebracht;

    • c.

      Ouders met recht op kinderopvangtoeslag en met een kind met een VVE-indicatie betalen voor VVE-peuteropvang voor maximaal 8 uren per week (320 uur per jaar) het fiscaal maximum aan de aanbieder. Voor overige uren voorschoolse educatie, tot totaal maximaal van 8 uur extra per week (320 uur per jaar), wordt in overeenstemming met gemeentelijk beleid geen ouderbijdrage in rekening gebracht;

    • d.

      Ouders met recht op kinderopvangtoeslag en zonder VVE-indicatie betalen voor VVE- peuteropvang voor maximaal 8 uren (320 uur per jaar) per week het fiscaal maximum plus het verschil tussen het fiscaal maximum.

  • 2. De gemeente werkt met de “ouderbijdragetabel” van de belastingdienst voor de door de houders vast te stellen ouderbijdrage voor niet kinderopvang toeslag ouders. Het inkomen wordt door de houder bepaald op basis van het verzamelinkomen over het voorgaande kalenderjaar. Dit inkomen wordt bepaald aan de hand van de door ouders te overleggen Inkomensverklaring.

Artikel 8 Hoogte subsidiebedrag naar peuterplek

  • 1. Het college subsidieert de VVE-peuteropvang tot een maximum van € 9,79 met aftrek van de geldende ouderbijdrage maximaal 320 uur per jaar.

  • 2. De doelgroep peuters betalen voor de extra 320 uur per jaar geen ouderbijdrage.

  • 3. Het college subsidieert per peuter het contractueel vastgesteld aantal uur tot een maximum van de uren genoemd in artikel 3.

  • 4. Voor de in artikel 6 genoemde doelgroepen gelden de volgende, maximale subsidiebedragen voor de houder:

    • a.

      voor de in artikel 6 lid 1 sub a genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 320 uur * € 9,79 per uur minus de geldende ouderbijdrage;

    • b.

      voor de in artikel 6 lid 1 sub b genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 320 uur * € 9,79 per uur minus de geldende ouderbijdrage;

    • c.

      voor de in artikel 6 lid 1 sub c genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 320 uur * € 9,79 minus de geldende ouderbijdrage plus een extra 320 uur per jaar. Hierover wordt geen ouderbijdrage gevraagd.

    • d.

      voor de in artikel 6 lid 1 sub d genoemde doelgroep bedraagt de maximale subsidie per bezette peuterplek per jaar: maximaal 320 uur * € 9,79 minus de geldende ouderbijdrage plus een extra 320 uur per jaar. Hierover wordt geen ouderbijdrage gevraagd.

  • 5. Het uurtarief genoemd in lid 1 kan jaarlijks opnieuw worden bijgesteld door het college.

Hoofdstuk 3 Procedure voor het indienen van aanvraag en beslistermijn

Artikel 9 De aanvrager

Subsidie kan uitsluitend worden aangevraagd door een houder van een kindercentrum, waar een kind woonachtig in Doetinchem gebruik van maakt.

Artikel 10 Aanvraag voorschoolse voorzieningen

  • 1. Peuteropvang aanbieders kunnen een aanvraag voor subsidie voor VVE peuteropvang indienen middels een door het college vastgesteld aanvraagformulier. In de aanvraag geeft de houder het verwachte aantal peuters aan. Van het aangevraagde jaarbedrag wordt 75% per kwartaal middels een voorschot uitgekeerd.

  • 2. Aanvragen kunnen tot en met 1 november 2019 worden aangevraagd en voor 2021 en verder voor 1 oktober voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de subsidie betrekking heeft ingediend worden.

  • 3. Bij deze aanvraag voegen zij voor VVE-peuteropvang het format inhoudelijk jaarplan toe. In dit inhoudelijk jaarplan wordt beschreven hoe in het subsidie(aanvraag)jaar wordt gewerkt/gewerkt gaat worden aan de subsidiedoelen zoals ook de samenwerking met het basisonderwijs aangaande de doorgaande lijn en warme overdracht van doelgroep peuters.

Artikel 11 Weigerings- en intrekkingsgronden

In aanvulling op artikel 8 van de ASV 2013 en artikel 4:48 Awb kan het college weigeren subsidie te verlenen dan wel te besluiten om de subsidie in te trekken, indien de aanvrager niet voldoet aan de eisen van deze regeling, in het bijzonder aan de voorwaarden genoemd in artikel 4.

Hoofdstuk 4 Verantwoording en vaststelling subsidie

Artikel 12 Verantwoording peuteropvang

  • 1. De aanvrager verantwoord de daadwerkelijk afgenomen kindgebonden subsidie na afloop van ieder kwartaal middels de Peutermonitor.

  • 2. Daarnaast is voor VVE-peuteropvang een evaluatie van het inhoudelijk jaarplan onderdeel van de verantwoording.

  • 3. De eindafrekening wordt door de peuteropvang aanbieder vergezeld door een accountantsverklaring.

  • 4. De gemeente Doetinchem behoudt zich het recht voor om steekproeven af te nemen.

Artikel 13 Vaststelling van de subsidiebedrag

Het definitieve subsidiebedrag wordt na afloop van de subsidieperiode, op basis van de gegevens uit de aangeleverde verantwoording door subsidieaanvrager, vastgesteld door het college. De vaststelling vindt plaats op basis van het werkelijke aantal bezette peuterplekken, het gehanteerde tarief en de totaal in rekening gebrachte ouderbijdragen. Dit heeft een terugvordering tot gevolg als houder minder bezette peuterplekken heeft gerealiseerd dan het aantal waarop de hoogte van de subsidieverlening was gebaseerd. Het aantal uur waarvoor subsidie wordt toegekend is gemaximeerd op de aantallen genoemd in artikel 7.

Artikel 14 Slotbepalingen

  • 1. Deze regeling wordt na vaststelling door het college bekendgemaakt via de Gemeenschappelijke Voorziening Officiële Publicaties.

  • 2. Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2020.

  • 3. Deze regeling wordt aangehaald als Uitvoeringsregeling Subsidies VVE Peuteropvang gemeente Doetinchem vanaf 2020.