Aanwijzing van categorieën van voorwerpen waarvoor de vergunningplicht op grond van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leiden 2020 niet geldt

Geldend van 01-04-2022 t/m heden

Intitulé

Aanwijzing van categorieën van voorwerpen waarvoor de vergunningplicht op grond van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leiden 2020 niet geldt

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Leiden;

gelet op artikel 2:10, lid 4, sub e van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leiden 2020;

overwegende dat voornoemde bepaling het college de bevoegdheid geeft om categorieën van voorwerpen aan te wijzen waarvoor het in artikel 2:10, lid 1, opgenomen verbod om zonder vergunning de weg of een weggedeelte anders te gebruiken dan overeenkomstig de publieke functie daarvan, niet geldt;

overwegende dat het doel van die door de raad aan het college gegeven bevoegdheid is om categorieën van voorwerpen flexibeler aan te kunnen wijzen;

overwegende dat dit aanwijzingsbesluit in werking treedt onder de opschortende voorwaarde dat de raad besluit tot vaststelling van de bedoelde bepaling in artikel 2:10, lid 4, sub e van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leiden 2020;

besluit

vast te stellen het besluit tot:

Aanwijzing van categorieën van voorwerpen waarvoor de vergunningplicht op grond van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leiden 2020 niet geldt

Artikel 1. Aanwijzing categorieën

Als categorieën van voorwerpen waarvoor de vergunningplicht op grond van artikel 2:10 van de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leiden 2020 niet geldt, worden aangewezen:

  • a.

    vlaggen, wimpels of vlaggenstokken indien deze geen gevaar of hinder kunnen opleveren voor personen of goederen en niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt;

  • b.

    zonneschermen, mits ze zijn aangebracht boven het voor voetgangers bestemde gedeelte van de weg en mits:

    • i.

      geen onderdeel zich minder dan 2,2 meter boven dat gedeelte bevindt;- geen onderdeel van het scherm, in welke stand dat ook staat, zich op minder dan 0,5 meter van het voor het rijverkeer bestemde gedeelte van de weg bevindt;

    • ii.

      geen onderdeel verder dan 1,5 meter buiten de opgaande gevel reikt;

  • c.

    de voorwerpen of stoffen, die noodzakelijkerwijze kortstondig op de weg gebracht worden in verband met laden of lossen ervan en mits degene die de werkzaamheden verricht of doet verrichten ervoor zorgt, dat onmiddellijk na het beëindigen daarvan, in elk geval voor zonsondergang, de voorwerpen of stoffen van de weg verwijderd zijn en de weg daarvan gereinigd is;

  • d.

    voertuigen, met uitzondering van fietsen en bromfietsen zoals daaronder wordt verstaan in artikel 1, eerste lid, onder e, van de Wegenverkeerswet 1994, die op de openbare weg voor gebruik worden aangeboden;

  • e.

    voorwerpen of stoffen waarop gedachten of gevoelens worden geopenbaard voor zover deze geen schade toebrengen aan de weg, gevaar opleveren voor de bruikbaarheid van de weg of voor het doelmatig en veilig gebruik daarvan, dan wel een belemmering kunnen vormen voor het doelmatig beheer en onderhoud van de weg;

  • f.

    winkelwagentjes;

  • g.

    vaste containers die van gemeentewege zijn geplaatst ten behoeve van de al dan niet gescheiden inzameling van huishoudelijk afval;

  • h.

    uitstallingen en voorwerpen ter verfraaiing van de entree indien:

    • i.

      deze binnen 100 cm van de gevel van het betreffende pand blijven, en

    • ii.

      de strook voor visueel gehandicapten en de ruimte 50 cm aan weerszijden van de strook vrij blijven van obstakels, en

    • iii.

      de resterende vrije- of stoepruimte minimaal 150 cm bedraagt, met uitzondering van de trottoirs van de Stationsweg, de Steenstraat, de Nieuwe Beestenmarkt (oostzijde), de Turfmarkt, het Kort Rapenburg (oostzijde), de Breestraat, de Korevaarstraat en de Doezastraat waar vanwege de belangrijke functie voor het voetgangersverkeer de vrije doorgang voor voetgangers minimaal 200 cm moet bedragen of zoveel het straatprofiel toelaat, en

    • iv.

      in voetgangersgebieden een minimale ruimte van 300 cm overblijft voor een ongehinderd passeren van het alarmverkeer, en;

    • v.

      in overeenstemming zijn met het Modellen-boek gevelreclame en uitstallingen Leidse binnenstad.

  • i.

    containers, steigers, porta cabins e.d. ten behoeve van bouwactiviteiten mits de oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m2 en de voorwerpen niet langer dan een maand worden geplaatst en de plaatsing geen gevaar of hinder voor personen of goederen oplevert;

  • j.

    containers, steigers, porta cabins e.d. ten behoeve van bouwactiviteiten mits de oppervlakte niet meer bedraagt dan 15 m2 en de voorwerpen langer dan een maand maar niet langer dan zes maanden worden geplaatst en de plaatsing geen gevaar of hinder voor personen of goederen oplevert, mits van de plaatsing melding is gedaan aan het college;

  • k.

    borden, daaronder begrepen stoepborden, welke in opdracht van de burgemeester worden geplaatst ten behoeve van het veilig gebruik van een openbare plaats, dan wel ten behoeve van de veiligheid van personen of goederen;

  • l.

    e-laadpalen, mits geplaatst conform de vastgestelde beleidsregel;

  • m.

    tuinstoelen, andere kleine, voor zitgelegenheid geschikte, voorwerpen en bijzettafeltjes indien deze:

    • i.

      kortdurend op een stoep of plein worden geplaatst, en

    • ii.

      geen gevaar of belemmering opleveren voor de doorgang van personen of goederen, en

    • iii.

      niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt, en

    • iv.

      met het gebruik niet de openbare orde verstoren.

Artikel 2. Inwerkingtreding

Dit besluit treedt in werking op het moment waarop de Algemene plaatselijke verordening gemeente Leiden 2020 in werking treedt.

Artikel 3. Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Aanwijzingsbesluit 2:10 APV 2020.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de collegevergadering van 21 november 2019,

de Gemeentesecretaris,

de Burgemeester,