Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR629368
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR629368/1
Regeling vervallen per 01-01-2023
Financiële verordening gemeente Gilze en Rijen 2017
Geldend van 01-01-2017 t/m 31-12-2022 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2017
Intitulé
Financiële verordening gemeente Gilze en Rijen 2017Agendapunt 15.
Vergadering
d.d. 18 december 2017.
DE RAAD VAN DE GEMEENTE GILZE EN RIJEN;
gezien het voorstel, genummerd RS17.00238, van het college van burgemeester en wethouders;
gelet op het bepaalde in de Gemeentewet en in het Besluit begroting en verantwoording provincies
en gemeenten;
b e s l u i t :
vast te stellen de Financiële verordening gemeente Gilze en Rijen 2017
1 Begroting en verantwoording
Artikel 1 Programma-indeling
1. De raad stelt de programma-indeling en de taakvelden per programma vast.
2. De raad stelt per programma resultaten/doelstellingen vast. De resultaten/doelstellingen dienen
voor het meten van en het afleggen van verantwoording over de gemeentelijke productie van
goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijk beleid.
3. De raad stelt, indien gewenst, vast over welke onderwerpen hij in extra paragrafen van de
begroting en jaarstukken kaders wil stellen en geïnformeerd wil worden.
4. De raad stelt op voorstel van het college per programma de beleidsindicatoren vast. Het
voorstel van het college bevat ten minste de verplichte beleidsindicatoren, bedoeld in artikel 25,
tweede lid, onder a, van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten.
Artikel 2 Inrichting begroting en jaarstukken
1. Bij de begroting en de jaarstukken worden onder elk van de programma’s en het overzicht van
algemene dekkingsmiddelen de baten en lasten per taakveld weergegeven.
2. Bij de uiteenzetting van de financiële positie van de begroting wordt:
a. van de nieuwe investeringen per investering het benodigde investeringskrediet
weergegeven;
b. van de lopende investeringen het geautoriseerde investeringskrediet en de raming van de
uitputting van het krediet in het lopende boekjaar weergegeven.
3. In de jaarrekening wordt van de investeringen opgenomen:
a. de uitputting van de geautoriseerde investeringskredieten;
b. de actuele raming van de totale uitgaven.
Artikel 3 Kaders begroting
1. Het college legt vóór 15 juli een perspectiefnota ter besluitvorming voor aan de raad met daarin
de financiële kaders en speerpunten van beleid die het college bij het voorbereiden van de
programmabegroting van het volgende begrotingsjaar en de drie daarop volgende jaren dient te
hanteren.
2. In de begroting wordt een post onvoorzien opgenomen.
Artikel 4 Autorisatie begroting, investeringskredieten en begrotingswijzigingen
1. De raad autoriseert met het vaststellen van de begroting de lasten en baten per programma, het
overzicht algemene dekkingsmiddelen, het bedrag voor overhead, het bedrag aan te betalen
vennootschapsbelasting, het bedrag voor onvoorzien en de toevoegingen en onttrekkingen aan
de reserves per programma.
2. Bij de begrotingsbehandeling geeft de raad aan van welke nieuwe investeringen van het
meerjareninvesteringsplan hij op een later tijdstip een apart voorstel voor autorisatie van het
investeringskrediet wil ontvangen. De overige nieuwe investeringen worden bij de
begrotingsbehandeling met het vaststellen van de financiële positie geautoriseerd.
3. Indien het college voorziet dat een geautoriseerd budget of investeringskrediet dreigt te worden
overschreden, meldt het college dit via een tussentijdse rapportage aan de raad. Het college
voegt hierbij een voorstel voor wijziging van het budget of het investeringskrediet of een
voorstel voor bijstelling van het beleid.
4. Voor investeringen in de loop van het begrotingsjaar groter dan € 40.000, die niet in de
begroting zijn opgenomen, legt het college vooraf aan het aangaan van verplichtingen een
investeringsvoorstel en een voorstel voor het autoriseren van een investeringskrediet aan de
raad voor. Investeringen kleiner dan € 40.000,--, inclusief eventuele dekking uit een
bestemmingsreserve, worden geautoriseerd door het college. Deze worden vervolgens gemeld
aan de gemeenteraad in de reguliere P&C producten.
5. Lopende kredieten (eenmalige uitgaven, verspreid over meerdere begrotingsjaren, die niet
geactiveerd worden) en investeringskredieten (eenmalige uitgaven die geactiveerd worden)
worden voor zover deze niet zijn aangewend, overgeheveld naar het volgende begrotingsjaar.
Voor het nog niet aangewende deel van lopende kredieten, die gedekt worden door structurele
baten, vindt in het begrotingsjaar een dotatie aan de bestemmingsreserve “kredieten” plaats,
zodat deze in het volgende begrotingsjaar als dekking ingezet kan worden. Voor het nog niet
aangewende deel van lopende kredieten, die gedekt worden door middel van een onttrekking
aan een reserve, wordt betreffende reserve ook in het volgende jaar als dekking ingezet.
Artikel 5 Tussentijdse rapportages
1. Het college informeert de raad twee maal per jaar door middel van tussentijdse rapportages
over de realisatie van de begroting van de gemeente.
2. De tussenrapportage bevat een uiteenzetting over de uitvoering en de bijstelling van het beleid,
de financiële afwijkingen op de programma's en investeringskredieten en het effect hiervan op
het rekeningresultaat.
3. Het college informeert in ieder geval vooraf de raad en neemt pas een besluit nadat de raad in
de gelegenheid is gesteld zijn wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen
indien de begrotingspost onvoorziene uitgaven wordt overschreden. Bij raadsvoorstellen met als
dekking de begrotingspost onvoorziene uitgaven dient ook altijd het saldo van deze post
vermeld te worden.
2 Financieel beleid
Artikel 7 Waardering en afschrijving vaste activa
1. Voor regelgeving ten aanzien van de waardering en afschrijving van vaste activa is de vigerende
nota waarderings- en afschrijvingsbeleid van toepassing.
2. Het college biedt de raad periodiek een nota waarderings- en afschrijvingsbeleid aan. De raad
stelt de nota vast.
Artikel 8 Reserves en voorzieningen
1. In de beleidsbegroting, de financiële begroting, het jaarverslag en de jaarrekening vindt geen
toerekening van rente over de reserves en voorzieningen aan de taakvelden plaats.
2. Het college biedt de raad periodiek een nota reserves en voorzieningen aan. De raad stelt de
nota vast.
Artikel 9 Kostprijsberekening
1. Voor het bepalen van de geraamde kostprijs van rechten en heffingen waarmee kosten in
rekening worden gebracht, en van goederen, werken en diensten die worden geleverd aan
overheidsbedrijven en derden, wordt een extracomptabel stelsel van kostentoerekening
gehanteerd. Bij deze kostentoerekening worden naast de directe kosten, de overheadkosten en
de rente van de inzet van vreemd vermogen, reserves en voorzieningen voor de financiering van
de in gebruik zijnde activa betrokken.
2. Bij de directe kosten worden betrokken de bijdragen aan en onttrekkingen van voorzieningen
voor de noodzakelijke vervanging van de betrokken activa en de afschrijvingskosten van de in
gebruik zijnde activa. Voor de rechten en heffingen waarmee kosten in rekening worden
gebracht, worden daarbij ook de compensabele belasting over de toegevoegde waarde (BTW)
en de gederfde inkomsten van het kwijtscheldingsbeleid betrokken.
3. Het percentage van de omslagrente voor de toerekening van rente voor de financiering van de
in gebruik zijn de activa, bedoeld in het eerste lid, wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld.
Het percentage van deze omslagrente wordt bepaald uit het gewogen gemiddelde van het bij de
begroting geraamde rentepercentage van de rentekosten op de opgenomen langlopende
leningen, kortlopende leningen en kredieten en het rentepercentage van de rentevergoeding
over de reserves en de voorzieningen zoals bepaald overeenkomstig het vierde en vijfde lid. De
uitkomst van dit percentage van de omslagrente wordt op een half procent afgerond.
4. Het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen in de
omslagrente voor de kostprijsberekening wordt jaarlijks met de begroting vastgesteld. De
hoogte van het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen
wordt bepaald aan de hand van de bij de begroting geraamde rentekosten als percentage van
de opgenomen langlopende leningen, kortlopende leningen en kredieten. De uitkomst van dit
rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen wordt op een half
procent afgerond.
5. Als het rentepercentage voor de rentevergoeding over de reserves en voorzieningen zoals
berekend overeenkomstig het vierde lid een percentage oplevert dat lager of gelijk is aan 2,5%,
dan bedraagt het rentepercentage voor deze rentevergoeding 3%.
Artikel 10 Vaststelling tarieven belastingen, rechten, heffingen en diensten
Het college doet de raad jaarlijks een voorstel voor de hoogte van de gemeentelijke tarieven
voor belastingen, rechten en heffingen en geleverde diensten. De raad stelt de tarieven vast.
Artikel 11 Lokale heffingen
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf lokale heffingen de verplichte
onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
Artikel 12 Weerstandsvermogen en risicobeheersing
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf weerstandsvermogen en
risicobeheersing de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording
provincies en gemeenten op.
Artikel 13 Onderhoud kapitaalgoederen
1. Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf onderhoud
kapitaalgoederen de verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en
verantwoording provincies en gemeenten op.
2. Het college stelt periodiek onderhoudsplannen voor de kapitaalgoederen vast.
Artikel 14 Financiering
1. In de paragraaf financiering bij de begroting en de jaarstukken neemt het college naast de
verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en
gemeenten in ieder geval op:
a. de kasgeldlimiet;
b. de renterisiconorm.
2. Het college biedt de raad periodiek een treasurystatuut aan. De raad stelt het statuut vast.
Artikel 15 Bedrijfsvoering
Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf bedrijfsvoering de verplichte
onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
Artikel 16 Verbonden partijen
1. Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf verbonden partijen de
verplichte onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en
gemeenten op.
2. Het college biedt de raad periodiek een nota verbonden partijen aan. De raad stelt de nota vast.
Artikel 17 Grondbeleid
1. In de paragraaf grondbeleid bij de begroting en de jaarstukken neemt het college de verplichte
onderdelen op grond van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten op.
2. Het college biedt de raad periodiek een nota grondbeleid aan. De raad stelt de nota vast.
Financiële organisatie en financieel beheer
Artikel 18 Administratie
De administratie is zodanig van opzet en werking, dat zij dienstbaar is voor:
a. het sturen en het beheersen van activiteiten en processen
b. het verstrekken van informatie over ontwikkelingen in de omvang van activa, voorraden,
vorderingen, schulden, contracten
c. het verschaffen van informatie over uitputting van de toegekende budgetten en
investeringskredieten
d. het maken van kostencalculaties
e. het verschaffen van informatie over indicatoren met betrekking tot de gemeentelijke productie
van goederen en diensten en de maatschappelijke effecten van het gemeentelijke beleid
f. het afleggen van verantwoording over de rechtmatigheid, doelmatigheid en doeltreffendheid
van het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de budgetten en relevante
wet- en regelgeving.
g. de controle van de registratie van gegevens als zodanig en van de daaraan ontleende informatie,
alsmede voor de controle op de rechtmatigheid, de doelmatigheid en de doeltreffendheid van
het gevoerde bestuur in relatie tot de gestelde beleidsdoelen, de begroting en relevante wet- en
regelgeving.
Artikel 19 Financiële organisatie
Het college draagt het bestuur van de uitvoeringsorganisatie op om te zorgen voor en vast te leggen:
a. een eenduidige indeling van de uitvoeringsorganisatie en een eenduidige toewijzing van de
gemeentelijke taken aan de organisatieonderdelen;
b. een adequate scheiding van taken, functies, bevoegdheden en verantwoordelijkhedenverlening
van mandaten en volmachten voor het aangaan van verplichtingen ten laste van de toegekende
budgetten en investeringskredieten;
c. regels voor taken en bevoegdheden, de verantwoordingsrelaties en de bijbehorende
informatievoorziening van de financieringsfunctie;
d. de te maken afspraken met de uitvoeringsorganisatie over de te leveren prestaties, de daarvoor
beschikbare middelen en de wijze en frequentie van rapportage over de voortgang van de
activiteiten en uitputting van middelen;
e. kostenverdeelsleutels voor het eenduidig toewijzen van de lasten en baten aan de taakvelden;
f. regels voor de inkoop en de aanbesteding van goederen, werken en diensten;
g. regels voor de steunverlening en de toekenning van subsidies aan ondernemingen en
instellingen;
h. maatregelen voor het voorkomen van fraude, misbruik en oneigenlijk gebruik van gemeentelijke
regelingen en eigendommen, opdat aan de eisen van rechtmatigheid, controle en
verantwoording wordt voldaan.
Artikel 20 Interne controle
Het college zorgt voor de jaarlijkse interne toetsing van de getrouwheid van de informatieverstrekking
en de rechtmatigheid van de beheershandelingen.
4 Slotbepalingen
Artikel 21 Inwerkingtreding
1. Deze verordening treedt in werking op de dag na vaststelling en werkt terug tot en met
1 januari 2017.
2. De "Financiële verordening gemeente Gilze en Rijen 2016", vastgesteld bij raadsbesluit
d.d. 21 december 2015, wordt ingetrokken.
Artikel 22 Citeertitel
Deze verordening wordt in de gemeentelijke stukken aangehaald onder de naam "Financiële
verordening gemeente Gilze en Rijen 2017".
Aldus vastgesteld in de openbare
vergadering van 18 december 2017.
DE RAAD VOORNOEMD,
de griffier, de voorzitter,
mr. J.W. Timmermans dr. A.J.W. Boelhouwer
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl