Regeling vervallen per 15-12-2022

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Lochem 2019

Geldend van 24-10-2019 t/m 14-12-2022

Intitulé

Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Lochem 2019

De gemeenteraad van de gemeente Lochem;

Overwegende dat het gewenst is regels te stellen te aanzien van de rechtspositie van wethouders, raads- en commissieleden;

Gelet op artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, 98 en 99 van de Gemeentewet en de artikelen, 3.1.3 en eerste lid, 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

Besluit:

vast te stellen de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Lochem

Hoofdstuk I Algemene bepalingen

Artikel 1 begripsbepalingen

In deze verordening worden verstaan onder:

  • a.

    commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.

  • b.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

  • c.

    raadslid: lid van de gemeenteraad.

Hoofdstuk II

Artikel 2 toelage raadslid onderzoekscommissie

Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 990,55 (peildatum 1 januari 2019) per maand. De toelage is per jaar maximaal driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

Artikel 3 informatie- en communicatievoorzieningen

  • 1.

    Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

  • 3.

    Raadsleden die op het moment van vaststellen van deze verordening een vergoeding ontvangen voor het gebruik van eigen informatie- en communicatievoorzieningen, behouden het recht op deze vergoeding conform het geldende overgangsrecht.

Artikel 4 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Artikel 5 Scholing

  • 1.

    Raads- of commissieleden die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van de functie van raads- of commissielid, dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    De griffier beslist op de aanvraag op basis van bewijsstukken, overeenkomstig het tweede lid.

  • 4.

    In voorkomende gevallen beslissen de fractievoorzitters van alle in de raad vertegenwoordigde politieke groeperingen op basis van meerderheid van stemmen.

Artikel 6 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

  • a.

    betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

  • b.

    betaling vooruit uit eigen middelen.

  • 2.

    De declaratie van kosten uit eigen middelen en de vergoeding van reiskosten met eigen auto vindt plaats door gebruikmaking van een declaratieformulier.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier of de secretaris van de commissie onder bijvoeging van de originele bewijsstukken..

Hoofdstuk III Slotbepalingen

Artikel 7 Intrekking oude regeling

De verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Lochem, zoals vastgesteld op 1 juli 2014 wordt ingetrokken met ingang van de dag dat de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Lochem 2019 in werking treedt.

Artikel 8 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2019.

Artikel 9 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Lochem 2019.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 7 oktober 2019.

M. Veenbergen S.W. van ‘t Erve

griffier voorzitter