Regeling vervallen per 01-01-2020

Besluit van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant houdende regels omtrent delegatie (algemeen delegatiebesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant)

Geldend van 01-10-2019 t/m 31-12-2019

Intitulé

Besluit van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant houdende regels omtrent delegatie (algemeen delegatiebesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant)

Het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Gelet op:

  • -

    artikel 21, lid 2 in samenhang met artikel 22, lid 2 van de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant;

  • -

    artikel 57 van de Wet gemeenschappelijke regelingen in samenhang met artikel 152 en 153 van de Provinciewet, met inachtneming van artikel 136 van de Wet gemeenschappelijke regelingen;

  • -

    de artikelen 10:13 tot en met 10:21 van de Algemene wet bestuursrecht.

Besluit:

Vast te stellen:

Het delegatiebesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

Artikel 1: Begripsbepalingen

In dit besluit wordt verstaan onder:

  • a.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van de omgevingsdienst;

  • b.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van de omgevingsdienst;

  • c.

    directeur: de directeur van de omgevingsdienst, bedoeld in artikel 24 van de regeling, tevens secretaris van het algemeen en het dagelijks bestuur van de omgevingsdienst;

  • d.

    omgevingsdienst: de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant

  • e.

    regeling: de gemeenschappelijke regeling Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant.

Artikel 2: Delegatie

  • 1. Het algemeen bestuur draagt aan het dagelijks bestuur de bevoegdheden over, die in het kader van artikel 21, lid 1 van de regeling aan het algemeen bestuur zijn toegekend, voor zover andere bepalingen in de regeling en wettelijke bepalingen zich niet tegen die overdracht verzetten.

  • 2. Artikel 151 van de Provinciewet is van overeenkomstige toepassing, onverminderd het bepaalde in artikel 136 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

Artikel 3: Specifieke delegaties

  • 1. Dit besluit is niet van toepassing op bevoegdheden die op basis van specifieke verordeningen, regelingen en/of besluiten aan het algemeen bestuur zijn opgedragen.

  • 2. De in artikel 4 gegeven bevoegdheid aan het dagelijks bestuur om gedelegeerde bevoegdheden in mandaat op te dragen aan de directeur is niet van toepassing, indien het algemeen bestuur in specifieke verordeningen, regelingen en/of besluiten die bevoegdheid nadrukkelijk ontzegt.

Artikel 4: Mandaat en ondermandaat

  • 1. Het dagelijks bestuur kan de aan hem gedelegeerde bevoegdheden in mandaat overdragen aan de directeur.

  • 2. De directeur kan de aan hem gemandateerde bevoegdheden in ondermandaat opdragen aan het overig personeel, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de regeling.

  • 3. Een mandaat of ondermandaat wordt schriftelijk gegeven, overeenkomstig het bepaalde in artikel 10:5 van de Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 5: Citeertitel

Dit besluit kan worden aangehaald als: algemeen delegatiebesluit Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant.

Artikel 6: Bekendmaking en inwerkingtreding

  • 1. Dit besluit wordt bekend gemaakt in het provinciaal blad van de provincie Noord-Brabant, onverminderd het bepaalde in artikel 152, vijfde lid, van de Provinciewet (oud) en artikel 136 van de Wet gemeenschappelijke regelingen.

  • 2. Dit besluit treedt in werking op 12 december 2012.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van het algemeen bestuur van de Omgevingsdienst Midden- en West-Brabant van 12 december 2012.

De secretaris,

A.M.A. Houtman

De voorzitter,

Naterop