Verordening snelle motorboten e.d. Uitgeest

Geldend van 05-08-1994 t/m heden

Intitulé

Verordening snelle motorboten e.d. Uitgeest

VERORDENING SNELLE MOTORBOTEN E.D. UITGEEST

Gebaseerd op de artikelen 149 en 154 van de Gemeentewet.

Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 20 maart 1967, nummer 67/31, in werking getreden op 14 mei 1967.

1e wijziging:

Bij Raadsbesluit van 21 juli 1994, nummer 94/58, in werking getreden op 5 augustus 1994.

Artikel 1

Deze verordening verstaat onder:

  • a.

    snelle motorboot: een race-, glij- of speedboot dan wel een daarmee gelijk te stellen vaartuig, dat een snelheid van meer dan 16 km per uur kan bereiken;

  • b.

    motorisch apparaat: elk apparaat, dienende voor het zich met rechtstreeks bediening en besturing daarvan voortbewegen op waterski's, een plank of soortgelijke voorwerpen door of over het water.

Artikel 2

  • 1.

    Het is verboden zich met een snelle motorboot te bevinden op de voor een ieder toegankelijke wateren, gelegen in de gemeente Uitgeest, voor zover deze wateren in beheer zijn van het rijk zonder dat:

    • a.

      het vaartuig is geregistreerd bij een door Burgemeester en Wethouders aan te wijzen bureau;

    • b.

      het vaartuig het door het onder a. genoemde bureau daarvoor aangewezen registratieteken voert overeenkomstig het bepaalde in artikel 3;

    • c.

      het vaartuig voldoet aan de in artikel 4 vermelde vereisten.

  • 2.

    Het is verboden een onjuiste opgave te doen bij de aanvraag tot of bij het geven van inlichtingen aangaande de registratie.

  • 3.

    De eigenaar of houder is verplicht wijzigingen in verstrekte gegevens aangaande de registratie terstond op te geven aan het in lid 1, sub a, van dit artikel genoemde bureau.

  • 4.

    Het is verboden een snelle motorboot te voorzien van een ander dan het in lid 1, sub b, van dit artikel bedoelde registratieteken, met het oogmerk dat teken te doen doorgaan voer een toegekend registratieteken.

Artikel 3

  • 1.

    Het in artikel 2, lid 1, sub b, bedoelde registratieteken moet aan beide zijden op de buitenkant van de snelle motorboot midscheeps in een, van de ondergrond sterk afwijkende kleur worden aangebracht en steeds duidelijk zichtbaar worden gevoerd.

  • 2.

    Dat registratieteken moet tenminste 15 cm hoog en tenminste 10 cm breed zijn en een stamdikte hebben van tenminste 2 cm.

Artikel 4

De vereisten, bedoeld in artikel 2, lid 1, sub c, zijn:

  • a.

    de snelle motorboot moet zijn voorzien van een deugdelijke stuurinrichting en van een deugdelijke geluiddempende inrichting voor de afvoer van afgewerkte gassen;

  • b.

    de snelle motorboot en de motor, een en ander met inbegrip van wat daarbij behoort, moeten in zodanige staat zijn, dat gevaar van brand of ontploffingen en hinder voor de omgeving door rook, damp of walm worden voorkomen;

  • c.

    de snelle motorboot moet zodanig zijn ingericht, dat het uitzicht voor de bestuurder naar alle kanten vrij is;

  • d.

    aan boord van de snelle motorboot moeten een deugdelijk brandblusapparaat en voldoende zwemvesten en/of drijfkussens voor alle opvarenden aanwezig zijn.

Artikel 5

Het is een ieder, die de leeftijd van 18 jaar niet heeft bereikt, verboden een snelle motorboot te besturen.

Artikel 6

Het is de bestuurder van een snelle motorboot verboden zodanig te varen en degene, die door een snelle motorboot op waterski's of soortgelijke voorwerpen wordt voortbewogen, deze sport zodanig te beoefenen, dat de watersport of de recreatie op of aan het water zonder noodzaak wordt belemmerd dan wel in gevaar kan worden gebracht.

Artikel 7

  • 1.

    Het is de bestuurder van een snelle motorboot verboden daarmede te varen in de wateren, bedoeld in artikel 2, lid 1, met een grotere snelheid dan:

    • a.

      9 km per uur tussen zonsondergang en 8 uur des voormiddags;

    • b.

      16 km per uur tussen 8 des voormiddags en zonsondergang.

  • 2.

    Voor zover een bepaald water ingevolge een algemeen verbindend voorschrift een maximum snelheid geldt, lager dan aangegeven in lid 1, blijft dit voorschrift voor het varen met een snelle motorboot van kracht.

Artikel 8

Van het verbod, vervat in artikel 7, lid 1, aanhef en sub b kan door Burgemeester en Wethouders tot wederintrekking ontheffing worden verleend voor bepaald aan te wijzen wateren.

Artikel 9

  • 1.

    Aan de in artikel 8 bedoelde ontheffing worden in geval de volgende voorwaarden en bepalingen verbonden:

    • I.

      van de ontheffing mag geen gebruik worden gemaakt:

      • a.

        indien het zicht minder dan 500 meter bedraagt;

      • b.

        binnen een afstand van 50 meter van een oever, aanleggelegenheid of zwembad, behoudens bij het afvaren en aanleggen voor en na de beoefening van waterskiën, planking of dergelijke watersporten, mits daarbij de kortst mogelijk weg wordt gevolgd en geen onnodig hinder of gevaar wordt veroorzaakt;

    • II.

      bij het trekken van beoefenaars van waterskiën, planking of dergelijke sporten dient naast degene, die de trekkende snelle motorboot in feite bestuurt, nog een tweede persoon, die de leeftijd van tenminste 15 jaar heeft bereikt, als uitkijk en ter assistentie aan boord te zijn;

    • III.

      de eigenaar van de snelle motorboot moet voor het varen met die boot zijn verzekerd tegen wettelijke aansprakelijkheid ten bedrage van minimaal f 20.000,-- per persoon en minimaal f 50.000,-- per gebeurtenis.

  • 2.

    Het bewijs der verzekering, als omschreven in lid I, onder III, dient vóór de uitreiking of toezending van de ontheffing te worden getoond.

  • 3.

    Van de in lid 1 omschreven verzekeringsplicht kunnen Burgemeester en Wethouders de eigenaar, op grond van ernstige gemoedsbezwaren tegen het sluiten van een verzekering in het algemeen, vrijstelling verlenen.

Artikel 10

Door of vanwege Burgemeester en Wethouders kan aan de ontheffing een beperkte geldigheidsduur worden gegeven en kunnen nadere voorwaarden en bepalingen worden verbonden, welke uitsluitend mogen dienen tot bescherming van de belangen van de watersportbeoefening in het algemeen en van de overige recreatieve belangen. Die voorwaarden en bepalingen kunnen door of vanwege hen te allen tijde worden gewijzigd.

Artikel 11

De bestuurder van een snelle motorboot is verplicht:

  • a.

    er voor zorg te dragen, dat het registratiebewijs, afgegeven door het in artikel 2, lid 1, sub a. genoemde bureau en de ontheffing, bedoeld in artikel 8, zo deze is afgegeven, aan boord aanwezig zijn;

  • b.

    de onder a. bedoelde papieren aan een bevoegde opsporingsambtenaar op diens eerste vordering ter inzage te verstrekken;

  • c.

    onverwijld alle bevelen en aanwijzingen op te volgen, welke hem door een bevoegd opsporingsambtenaar in de uitoefening van het toezicht op de naleving van deze verordening worden gegeven.

Artikel 12

  • 1.

    Het is verboden in de wateren, bedoeld in artikel 2, lid 1:

    • a.

      tijdens het varen met een snelle motorboot met de motor daarvan onnodig geluidshinder te veroorzaken;

    • b.

      de motor van een stilliggende snelle motorboot onnodig in werking te hebben.

  • 2.

    Tot de naleving van de in het vorige lid vervatte verbondsbepalingen is, voor wat die in de aanhef en sub a. aangaat, de bestuurder en voor wat die in de aanhef en sub b. aangaat, de houder of degene, die de feitelijke beschikking over de snelle motorboot heeft, gehouden.

Artikel 13

Het is de eigenaar en/of houder van een snelle motorboot verboden daarmede te doen of te laten varen in strijd met deze verordening.

Artikel 14

Deze verordening is mede van toepassing op de in artikel 1, lid 2, sub b. bedoelde motorische apparaten, met uitzondering van de volgende bepalingen:

artikel 2, lid 1, sub a. en b., 2, 3 en 4;

artikel 3;

artikel 4, sub d.;

artikel 9, lid 1 sub II;

artikel 11, voor zoveel betreft het tonen van registratiebewijs.

Artikel 15

Deze verordening is niet van toepassing op door Gedeputeerde Staten an Noord-Holland met toepassing van artikel 15 der Verordening snelle motorboten e.d. Noord-Holland aangewezen en in het Provinciaal blad bekend gemaakte categorieën snelle motorboten.

Artikel 16

Bij overtreding van een der bepalingen dezer verordening, gepleegd door of vanwege een rechtspersoon, een vennootschap, enige andere vereniging van personen of doelvermogen, worden de bestuurders, de leden van het bestuur of de commissarissen, alsmede zij die tot het feit opdracht hebben gegeven of die feitelijk de leiding hebben gehad bij het verboden handelen of nalaten gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of geldboete van ten hoogste de tweede categorie.

Artikel 17

Overtreding van het in deze verordening bepaalde of niet naleving van één of meer aan een ontheffing verbonden voorwaarden of bepalingen wordt gestraft met hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van ten hoogste de tweede categorie.

Artikel 18

  • 1.

    Deze verordening kan worden aangehaald als "Verordening snelle motorboten e.d. Uitgeest".

  • 2.

    Met ingang van het tijdstip van het in werking treden van deze verordening vervalt artikel 263 a van de "Algemene Politieverordening voor de gemeente Uitgeest".