Brede regeling combinatiefuncties Rotterdam - cultuur

Geldend van 22-11-2023 t/m heden

Intitulé

Brede regeling combinatiefuncties Rotterdam - cultuur

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam,

gelezen het voorstel van wethouder Onderwijs, Cultuur en Toerisme van 10 september 2019; 19MO04266;

gelet op de artikelen 3 derde lid, 4 tweede lid, 5 tweede lid, 6 vierde lid en 8 aanhef en onder l van de Subsidieverordening Rotterdam 2014;

overwegende dat:

  • -

    vanuit de Regeling Combinatiefuncties van het Rijk vanaf 2019 een bedrag van € 590.000 beschikbaar is om uitvoering te geven aan de Brede Regeling Combinatiefuncties cultuur;

  • -

    deze middelen beschikbaar worden gesteld voor combinatiefuncties op het gebied van kunst en cultuur;

  • -

    het om die reden gewenst is nadere regels vast te stellen voor het subsidiëren van Rotterdamse culturele instellingen in het cultuurplan, die combinatiefunctionarissen Cultuur aanstellen voor het verrichten van cultuur-educatieve activiteiten in het onderwijs;

besluit:

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze subsidieregeling wordt verstaan onder:

College

college van burgemeester en wethouders van de gemeente Rotterdam;

combinatiefunctie

een functie waarbij een werknemer, de cultuurcoach, in dienst is bij één werkgever maar werkzaamheden verricht ten behoeve van een combinatie van minimaal tweewerkvelden of sectoren, waaronder het onderwijs;

combinatie

partijen die gezamenlijk een combinatiefunctionaris cultuur willen inzetten en die met elkaar een samenwerkingsovereenkomst hebben gesloten over de inzet van combinatie-functionarissen cultuur;

cultuurplan

vierjarig subsidieprogramma van de gemeente Rotterdam voor kunst- en cultuurinstellingen in Rotterdam;

culturele instelling

een culturele organisatie die van de gemeente Rotterdam een meerjarige subsidie ontvangt in het kader van het Cultuurplan;

fte

fulltime-equivalent, waarbij uitgegaan wordt van een werkbelasting van minimaal 36 uur per 1 fte;

school

erkende school of nevenvestiging daarvan die onderwijs aanbiedt op grond van de Wet op het primair onderwijs, Wet op de expertisecentra, Wet op het voortgezet onderwijs of de Wet educatie en beroepsonderwijs.

Artikel 2 Toepassingsbereik

Het bepaalde in deze subsidieregeling is uitsluitend van toepassing op de verstrekking van jaarlijkse subsidie door het college voor de in artikel 3 genoemde activiteiten die plaatsvinden vanaf het kalenderjaar 2020.

Artikel 3 Activiteiten

Subsidie kan uitsluitend worden verstrekt voor activiteiten die bijdragen aan het versterken van de verbinding en samenwerking tussen scholen en cultuur.

Artikel 4 Verplichtingen

Onverminderd artikel 4:37 van de Algemene wet bestuursrecht en artikel 12 van de SVR 2014 gelden voor de subsidieontvanger de volgende verplichtingen:

  • a.

    de activiteiten dragen bij aan kansengelijkheid door brede vorming en de ontwikkeling van talenten van leerlingen op scholen in kwetsbare wijken te stimuleren;

  • b.

    de activiteiten versterken het cultuuronderwijs op en rond de school waar de cultuurcoach werkzaam is op basis van aantoonbare lesuren en activiteiten onder leiding van de cultuurcoach;

  • c.

    de activiteiten dragen bij aan duurzame verbindingen en samenwerking tussen cultuurinstelling, school en partijen in de wijk;

  • d.

    de cultuurcoach beschikt over onderwijsbevoegdheid of behaalt de onderwijsbevoegdheid binnen een redelijke termijn;

  • e.

    er is sprake van een minimale inzet van 0,2 fte per cultuurcoach per school waar de activiteiten worden uitgevoerd;

  • f.

    culturele instellingen dragen bij aan de versterking van de competenties van de cultuurcoaches.

Artikel 5 Doelgroep

Subsidie wordt uitsluitend verstrekt aan rechtspersonen zonder winstoogmerk die een jaarlijkse subsidie ontvangen in het kader van het cultuurplan.

Artikel 6 Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

  • 1. De subsidie heeft uitsluitend betrekking op de loonkosten die naar het oordeel van het college noodzakelijk zijn voor de uitvoering van de in artikel 3 genoemde activiteiten.

  • 2. Niet voor subsidiëring in aanmerking komen de kosten die door subsidieontvanger zijn gemaakt vóór de indiening van de aanvraag.

  • 3. De subsidie is inclusief de eventuele omzetbelasting die de subsidieontvanger over de lasten van de subsidieactiviteiten is verschuldigd.

Artikel 7 Hoogte van de subsidie

  • 1. Een subsidie bedraagt tot en met het kalenderjaar 2023 ten hoogste € 35.500 per 1 fte per jaar.

  • 2. Een subsidie bedraagt vanaf het kalenderjaar 2024 ten hoogste € 42.500 per 1 fte per jaar.

  • 3. Het resterende bedrag per fte dekt de aanvrager uit eigen inkomsten.

Artikel 8 Subsidieplafond

  • 1. Het subsidieplafond voor het jaar 2023 bedraagt € 1.047.300.

  • 2. Het subsidieplafond bedraagt vanaf het kalenderjaar 2024 jaarlijks € 1.221.300.

  • 3. Het subsidieplafond wordt vastgesteld onder voorbehoud dat door de gemeenteraad voor de uitvoering van deze subsidieregeling voldoende middelen op de begroting beschikbaar worden gesteld.

Artikel 9 Wijze van verdeling

  • 1. Honorering van aanvragen die in aanmerking komen voor subsidie en die niet worden geweigerd, geschiedt in volgorde van de door burgemeester en wethouders aangebrachte rangschikking, totdat het voor de betrokken subsidie vastgestelde subsidieplafond is bereikt.

  • 2. Bij de rangschikking van de aanvragen kennen burgemeester en wethouders punten toe aan de hand van de volgende aspecten en tot het daarbij vermelde maximumaantal:

    • a.

      de mate waarin de aanvraag bijdraagt aan een goede spreiding over verschillende cultuurvormen en kunstdisciplines <maximaal 10 punten>;

    • b.

      de mate waarin de aanvraag bijdraagt aan een goede spreiding over scholen in de kwetsbare wijken <maximaal 30 punten>;

    • c.

      de mate waarin de aanvraag bijdraagt aan de kwaliteit van het cultuuronderwijs, waarbij wordt gelet op de structurele inbedding op school <maximaal 20 punten>;

    • d.

      de mate waarin de aanvraag bijdraagt aan duurzame verbindingen en samenwerking met scholen en andere partijen in de wijk <maximaal 30 punten>;

    • e.

      de mate waarin de aanvraag bijdraagt aan de cultuurparticipatie en talentontwikkeling van leerlingen die een belemmering ervaren bij de deelname aan cultuur <maximaal 10 punten>.

Artikel 10 Aanvraag

  • 1. De subsidie wordt digitaal aangevraagd.

  • 2. In aanvulling van de op grond van artikel 5 van de SVR 2014 over te leggen gegevens, legt de aanvrager bij zijn aanvraag de volgende gegevens over:

    • a.

      de visie van de culturele instelling en de onderwijspartner op het verankeren van de inzet van cultuur en de cultuurcoach in het schoolplan en begroting; een omschrijving van de school of de scholen waarmee samengewerkt zal worden;

    • b.

      een sluitende begroting van alle kosten die met de functionaris samenhangen;

    • c.

      een activiteitenplan voor de cultuurcoach;

    • d.

      een functiebeschrijving van de cultuurcoach;

    • e.

      een ondertekende verklaring van de onderwijsinstelling waarmee de onderlinge samenwerking met en de mogelijke financiële bijdrage vanuit de onderwijsinstelling worden bevestigd.

  • 3. Alleen volledige aanvragen worden in behandeling genomen.

Artikel 11 Aanvraagtermijn

  • 1. Een subsidieaanvraag wordt, in afwijking van artikel 6, tweede lid, van de SVR 2014, uiterlijk op 1 oktober voorafgaand aan het jaar waarop de aanvraag betrekking heeft, ingediend.

  • 2. In afwijking van het vorige lid wordt de aanvraag voor het jaar 2023 uiterlijk op 1 november 2022.

  • 3. Een aanvraag voor het kalenderjaar 2024 wordt uiterlijk 8 december 2023 ingediend.

Artikel 12 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op 1 oktober 2019.

Artikel 13 Citeertitel

Dit besluit wordt aangehaald als: Brede regeling combinatiefuncties Rotterdam - cultuur.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 10 september 2019.

De secretaris,

V.J.M. Roozen

De burgemeester,

B. Wijbenga-van Nieuwenhuizen, l.b.

Toelichting

Aanleiding

Op 10 december 2007 werd de Kaderstellende overeenkomst ‘Impuls brede scholen, sport en cultuur’ getekend door de bewindslieden van OCW, de staatssecretaris van VWS, de landelijke organisaties in onderwijs, sport en cultuur plus de VNG. De ‘Impuls’ beoogde in het hele land vanaf 2008 een groot aantal combinatiefuncties mogelijk te maken.

Een combinatiefunctie is een functie waarbij een werknemer in dienst van één werkgever werkzaam is voor twee of meer sectoren; onderwijs en sport of cultuur. Met de combinatiefuncties wordt de verbinding en samenwerking tussen scholen en cultuur of sport versterkt.

De combinatiefunctionaris vervult zijn functie in het kader van de bestuurlijke afspraken Brede Regeling Combinatiefuncties van 29 juni 2018, voortgezet in de Brede Regeling Combinatiefuncties. De ‘Impuls’ wordt uitgevoerd onder regie van de gemeenten. In overleg met lokale organisaties wordt door de gemeenten bepaald waar de combinatiefuncties het beste kunnen worden ingezet.

Vanaf 2019 is deze landelijke regeling verbreed (naast onderwijs, ook combinatie met bijvoorbeeld zorg en welzijn) tot ‘Brede Regeling Combinatiefuncties’ en is meer budget beschikbaar gesteld door het rijk. De verdeling van de nieuwe fte over gemeenten vindt plaats op basis van de verdeelsleutels: 'inwoners' en 'inwoners t/m 17 jaar'. De landelijke doelstellingen zijn geactualiseerd en verruimd, met in het bijzonder aandacht voor de (talent)ontwikkeling van jeugd en jongeren op en rond scholen, en voor andere groepen die belemmeringen ervaren om deel te nemen aan cultuur.

De rijksregeling gaat uit van een normbedrag van € 50.000,- per fte. In de nieuwe regeling is het mogelijk op lokaal niveau te variëren met het normbedrag waardoor meer diversiteit in inzet mogelijk.

De gemeente Rotterdam heeft er vanaf het begin voor gekozen de combinatiefuncties cultuur zoveel mogelijk in te zetten in het onderwijs en daarbij uit te gaan van het landelijke normbedrag. De doelstellingen en beoogde resultaten komen overeen met de landelijke uitgangspunten.

Artikel 2. Toepassingsbereik

De gemeente Rotterdam verstrekt subsidies aan in Rotterdam gevestigde culturele instellingen die een of meerdere cultuurcoaches willen aanstellen voor het uitvoeren van cultuureducatieve activiteiten op een school in het po, vo, so of mbo. In aanmerking voor deze subsidie komen instellingen die in het kader van het Cultuurplan subsidie ontvangen van de gemeente Rotterdam. Alle betrokken organisaties moeten bereid zijn om intensief met een school samen te werken en te investeren in een soms langdurige ontwikkeling, waarvan de resultaten niet altijd vooraf vaststaan.

Aan het artikel is toegevoegd dat deze regeling toeziet op de jaren 2020 en volgende. De regeling is daarom niet nog van toepassing voor het jaar 2019. Voor 2019 geldt een eigen subsidieregeling namelijk het Beleidskader ‘Cultuurcoach 2019’.

Artikel 4. Verplichtingen

De culturele instelling garandeert in samenwerking met de onderwijsinstelling dat wordt voldaan aan de in dit artikel omschreven verplichtingen.

De instelling draagt bij aan de kwaliteit van de inzet van de cultuurcoach bijvoorbeeld door coaching of deelname aan het stedelijke cultuurcoachnetwerk.

Artikel 5. Doelgroep

Per fte wordt uitgegaan van het landelijke normbedrag van € 50.000,- voor 1 fte (minimaal 36 uur). De aanvrager, ofwel de culturele instelling die het subsidieformulier invult, is inhoudelijk, financieel en organisatorisch eindverantwoordelijk voor de besteding van de middelen.

Artikel 6. Kosten die voor subsidie in aanmerking komen

De subsidie dient ter dekking van de salarislasten van de cultuurcoach. Het is geen bijdrage in de structurele organisatie- of cultuureducatiekosten van de aanvragende organisatie(s). Het gaat in principe om meerjarige functies op uitvoerend niveau; coördinerende functies zijn mogelijk maar dienen terughoudend te worden ingezet. De richtlijn is 1 coördinerende functie op 8 fte’s.

Artikel 7. Hoogte van de subsidie

Het maximale te subsidiëren bedrag per fte is € 35.500,-. Van de aanvragende organisaties wordt per fte een eigen of externe bijdrage verwacht. Dit bedrag dient opgenomen te zijn in de begroting bij de aanvraag. Het ligt voor de hand om deze kosten te delen met de deelnemende scholen.

Artikel 8. Subsidieplafond

Het college stelt het subsidieplafond, dat wil zeggen het bedrag dat per tijdvak voor deze subsidie beschikbaar is, jaarlijks vast. Voor het jaar 2020 is het subsidieplafond in dit artikel vastgesteld op € 1.047.300,-. Omdat de aanvragen voor subsidie moeten zijn ingediend op het moment dat de begroting voor het komende kalenderjaar nog niet door de raad is vastgesteld, is in het tweede lid het voorbehoud opgenomen dat door de gemeenteraad voor deze subsidieregeling voldoende middelen op de begroting beschikbaar worden gesteld. Het subsidieplafond kan dus nog worden gewijzigd. Een eventuele verlaging betekent dat minder aanvragen door het college kunnen worden gehonoreerd (artikel 4:28 Algemene wet bestuursrecht).

Artikel 9. Wijze van verdeling

Deze regeling beoogt kansengelijkheid door talentontwikkeling en brede vorming van leerlingen op scholen in kwetsbare wijken te stimuleren, beoogt cultuuronderwijs op en rond de school waar de cultuurcoach werkzaam is op basis van aantoonbare lesuren en activiteiten onder leiding van de cultuurcoach te versterken en beoogt bij te dragen aan een duurzame verbinding en samenwerking tussen cultuurinstellingen, scholen en partijen in de wijk. Het voorgaande is vertaald in de in dit artikel opgenomen aspecten met bijbehorende punten.

Artikel 10. Aanvraag

Aanvragers maken gebruik van het aanvraagformulier in het subsidieportaal op de website van de gemeente.

In het tweede lid, onderdeel a, wordt gevraagd om in de aanvraag per school een door de school geformuleerde motivatie om met een cultuurcoach te werken op te nemen.

Artikel 11. Aanvraagtermijn

De aanvragen voor het kalenderjaar 2020 hebben een afwijkende aanvraagtermijn en horen uiterlijk 1 november 2019 ingediend te zijn. De behandeling vindt plaats na de begrotingsbehandeling (medio november 2019). Ten aanzien van de genomen beslissing kan bezwaar worden gemaakt bij de bezwaarschriftencommissie van de Gemeente Rotterdam.

Artikel 12. Inwerkingtreding

Aanvragen om subsidie die zijn ingediend vóór 1 september 2019 worden behandeld volgens de bepalingen van het beleidskader “Cultuurcoach 2019”.

Dit gemeenteblad 2019, nummer 123, is uitgegeven op 12 september 2019 en ligt op dins-, woens- en donderdagen van 9.00 tot 13.00 uur ter inzage bij het Bestuurlijk Informatiecentrum Rotterdam (BIR), locatie Wachtruimte Timmerhuis, Halvemaanpassage 1 (trap op, melden bij Informatiebalie)

(Zie ook: www.bis.rotterdam.nl – Regelgeving of Gemeentebladen chronologisch)