Regeling vervallen per 23-03-2018

Havenverordening

Geldend van 18-03-1994 t/m 22-03-2018

Intitulé

Havenverordening

HAVENVERORDENING

Gebaseerd op de artikelen 168,195 e.v. van de Gemeentewet.

Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit van 28 maart 1974, nummer 74/42a, in werking getreden op 21 juni 1974.

1e wijziging:

Bij Raadsbesluit van 24 februari 1994, nummer 94/17B, in werking getreden op 18 maart 1994.

Artikel 1

  • 1.

    In deze verordening wordt verstaan onder:

    • a.

      haven: het havencomplex, gelegen aan en achter de Meldijk, kadastraal bekend Gemeente Uitgeest, sectie B nummers 5308 en 3446 geheel, en sectie D nummer 313 gedeeltelijk, namelijk voor zover gelegen ten zuiden van de over dit perceel gelegen ophaalbrug. De vaartuigen worden geacht, de haven te zijn binnengevaren, zodra zij gepasseerd zijn de linie, aangewezen door twee palen aan weerszijde van de havenmonding opgesteld op de grens van de kadastrale percelen Gemeente Uitgeest, sectie D nummers 313 en 314.

    • b.

      havenmeester: de daartoe aangestelde persoon en diens plaatsvervanger(s).

    • c.

      vaartuig: elk vaartuig, zonder onderscheid en onder welke benaming ook.

    • d.

      schipper: degene, die op een vaartuig met de leiding is belast, dan wel de feitelijke leiding in handen heeft.

    • e.

      dag een tijdvak van 24 uren, aanvangende des nachts om 12.00 uur.

  • 2.

    Gedeelten van de in deze verordening te noemen eenheden worden voor de toepassing dezer verordening voor gehele gerekend.

Artikel 2

De zorg voor de regeling van het verkeer in de haven is opgedragen aan de havenmeester.

Artikel 3

Ieder is verplicht terstond te gehoorzamen aan de bevelen, gegeven door de havenmeester, in het belang van het scheepvaartverkeer.

Artikel 4

Met de zorg voor de handhaving dezer verordening is, behalve de in artikel 141 van het Wetboek van Strafvordering genoemde opsporingsambtenaren mede belast de havenmeester.

Artikel 5

Degenen, aan wie de zorg voor naleving van de bepalingen dezer verordening is toevertrouwd, zijn bevoegd, zich te begeven op en in de niet tot woning ingerichte gedeelten van vaartuigen, al dan niet besloten ruimten en terreinen op of aan de oever van de haven te betreden.

Artikel 6

  • 1.

    De schipper is verplicht, de nodige voorzorgen te nemen, dat met zijn vaartuig geen schade of ongeluk wordt veroorzaakt, en dat in het algemeen de veiligheid niet in gevaar wordt gebracht.

  • 2.

    Het is de schipper verboden, te varen met een zodanige snelheid, dat door golfslag of zuiging schade kan worden toegebracht aan derden.

Artikel 7

Het is verboden met een woonschip ligplaats in te nemen in de haven zonder toestemming van Burgemeester en Wethouders.

Artikel 8

  • 1.

    Het is verboden, met een vaartuig, niet zijnde een woonschip, langer dan vijf dagen ligplaats in te nemen in de haven zonder toestemming van Burgemeester en Wethouders.

  • 2.

    Indien een vaartuig niet langer dan twee dagen achtereen de haven niet heeft bezocht, wordt de aangevangen termijn als bedoeld in artikel 8 lid 1 geacht niet onderbroken te zijn geweest.

Artikel 9

Onverminderd het bepaalde in de artikelen 7 en 8 dezer verordening is het verboden, ligplaats in te nemen of langer ligplaats in te nemen in die gedeelten van de haven al waar zulks op een duidelijke wijze vanwege Burgemeester en Wethouders kenbaar is gemaakt.

Artikel 10

Hij die het bepaalde in artikel 6, 7, 8 of 9 overtreedt, wordt gestraft met een hechtenis van ten hoogste twee maanden of een geldboete van ten hoogste de tweede categorie.

Artikel 11

Deze verordening kan worden aangehaald onder de naam "Havenverordening". Zij treedt in werking op de dag na die harer afkondiging.