Regeling vervallen per 01-01-2017

Verordening Marktgeld Uitgeest 2013

Geldend van 21-12-2012 t/m 31-12-2013

Verordening Marktgeld Uitgeest 2013.

gelet op artikel 229 van de Gemeentewet;

Verordening, vastgesteld bij Raadsbesluit d.d. 10 december 2012, nummer R2012.0067, gepubliceerd op 20 december 2012, in werking getreden op 21 december 2012 en heffing met ingang van 1 januari 2013.

De verordening marktgeld 2012, vastgesteld bij Raadsbesluit d.d. 3 november 2011, nummer R2011.0073, gepubliceerd op 16 november 2011, in werking getreden op 17 november 2011 en heffing met ingang van 1 januari 2012, is ingetrokken met ingang van 1 januari 2013, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor de datum hebben voorgedaan.

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

  • 1.

    Deze verordening verstaat onder:

    • a.

      markt: de warenmarkt, die wordt gehouden op donderdagen van 09.00 uur tot 13.00 uur;

    • b.

      standplaats: de op en voor de duur van de markt aangewezen ruimte voor het uitoefenen van de markthandel;

    • c.

      vaste standplaats: een standplaats die voor onbepaalde tijd wordt toegewezen;

    • d.

      dagplaats: een standplaats, die per marktdag wordt toegewezen;

    • e.

      marktmeester: de daartoe door het college van burgemeester en wethouders aangestelde persoon en zijn plaatsvervanger(s).

  • 2.

    Gedeelten van de in deze verordening te noemen eenheden, hetzij van tijd of maten, worden voor de toepassing van deze verordening voor gehelen gerekend.

Artikel 2 Belastbaar feit

Onder de naam ‘marktgeld’ wordt een recht geheven ter zake van het standplaats innemen dan wel standplaats hebben op de markt.

Artikel 3 Belastingtarieven

  • 1.

    Het marktgeld bedraagt per strekkende meter per marktdag € 1,55

  • 2.

    Het minimumbedrag aan marktgeld bedraagt per marktdag € 5,35

  • 3.

    In afwijking van het bepaalde in de leden 1 en 2 bedraagt het marktgeld voor een standwerker per marktdag € 5,25

Artikel 4 Belastingplicht

Het marktgeld wordt geheven van degene die standplaats heeft ingenomen, en bij gebreke van deze van degene die recht heeft op de standplaats.

Artikel 5 Wijze van betaling

  • 1.

    Het marktgeld wordt geheven door middel van een gedagtekende bon of nota waarop het verschuldigde bedrag is vermeld.

  • 2.

    Het college van burgemeester en wethouders stellen het model van de in het eerste lid bedoelde bon of nota vast.

Artikel 6 Ontstaan belastingplicht

  • 1.

    In afwijking van artikel 9, eerste lid van de Invorderingswet 1990 moeten de marktgelden worden betaald zodra een marktplaats is toegewezen dan wel op het moment dat de gedagtekende bon of nota wordt afgegeven.

  • 2.

    De Algemene termijnenwet is niet van toepassing op de in het eerste lid gestelde termijn.

Artikel 7 Kwijtschelding

Bij de invordering van marktgeld wordt geen kwijtschelding verleend.

Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders

Het college van burgemeester en wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van marktgelden.

Artikel 9 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1.

    De “Verordening Marktgeld Uitgeest 2012” wordt ingetrokken met ingang van de in het derde lid genoemde datum van ingang van de heffing, met dien verstande dat zij van toepassing blijft op de belastbare feiten die zich voor die datum hebben voorgedaan.

  • 2.

    Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na die van bekendmaking.

  • 3.

    De datum van ingang van de heffing is 1 januari 2013.

  • 4.

    Deze verordening kan worden aangehaald als “Verordening Marktgeld Uitgeest 2013”.