Regeling vervallen per 09-12-2021

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent subsidies initiatieven (Subsidieregeling Berkellands Naoberfonds 2019)

Geldend van 01-09-2019 t/m 08-12-2021

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland houdende regels omtrent subsidies initiatieven (Subsidieregeling Berkellands Naoberfonds 2019)

Burgemeester en wethouders van Berkeland:

Overwegende dat:

  • -

    wij inwoners van Berkelland willen stimuleren om initiatieven te creëren en uit te voeren;

  • -

    het van belang is dat inwoners en/of organisaties de gelegenheid krijgen om met (zichtbare) initiatieven te komen om de Berkellands samenleving te verbeteren en versterken;

  • -

    het van belang is om een laagdrempelige opzet te hebben;

Gelet op artikel 3 van de Algemene Subsidieverordening Berkelland 2018

Besluit

Vast te stellen de Subsidieregeling Berkellands Naoberfonds 2019

Artikel 1 Begripsomschrijvingen

In het bij of krachtens deze verordening bepaalde wordt verstaan onder:

adviescommissie:

een adviescommissie volgens art 84 van de Gemeentewet waarin 5 inwoners zitting hebben, ondersteund door een ambtelijk secretaris. Deze geeft een advies aan het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Berkelland over het al dan niet honoreren van aanvragen.

college:

het college van burgemeester en wethouders.

burgerinitiatief:

een plan om de Berkellandse samenleving in de eigen omgeving te verbeteren en/of de sociale binding te versterken; hierbij nemen we het volgende in acht:

  • -

    het moet gaan om vernieuwende activiteiten die inwoners zelf organiseren en waarbij men zelf tijd, middelen en menskracht inbrengt; waarbij aangetekend wordt dat een bestaand initiatief in de ene kern, een vernieuwend initiatief kan zijn in een andere kern

  • -

    men vraagt om een gemeentelijke een bijdrage aan activiteiten die leiden tot meer sociale interactie en binding tussen inwoners.

  • -

    het oprichten of in stand houden van gebouwen, of de aanschaf van materialen, op zichzelf zijn niet subsidiabel, tenzij het aantoonbaar voorwaardelijk is voor de beoogde activiteiten.

Initiatief:

zie hetgeen wordt verstaan onder burgerinitiatief.

initiatiefnemer(s):

individuele of georganiseerde bewoners, die een aanvraag indienen om een initiatief uit te voeren. Een initiatiefnemer kan een natuurlijke persoon zijn of een groep natuurlijke personen of een rechtspersoon zonder winstoogmerk.

grote initiatieven:

een subsidie van minimaal € 5.000 en maximaal € 25.000,-- waarmee (al dan niet georganiseerde) inwoners voor het uitvoeren van activiteiten die bijdragen aan een verbetering van de leefbaarheid en samenleving en waarmee zij diensten en producten kunnen inkopen om hun initiatief uit te voeren.

kleine initiatieven:

een subsidie van minimaal € 250,-- en maximaal € 5000,-- voor het uitvoeren van activiteiten die bijdragen aaneen verbetering van de leefbaarheid en samenleving en waarmee zij diensten en producten kunnen inkopen om hun initiatief uit te voeren.

reserve:

het (vrij besteedbare) eigen vermogen van een rechtspersoon, niet zijnde een voorziening.

Artikel 2 Subsidieplafond

  • 1. Er is een subsidieplafond van € 100.000,- per jaar.

  • 2. Verstrekking van subsidie vindt plaats op volgorde van ontvangst van complete aanvragen totdat het subsidieplafond is bereikt.

  • 3. Als de aanvrager volgens artikel 4.5 van de Algemene wet bestuursrecht de gelegenheid heeft gehad de aanvraag aan te vullen, geldt als datum van ontvangst van de aanvraag de datum waarop de aangevulde aanvraag is ontvangen.

  • 4. Als het vastgestelde subsidieplafond wordt overschreden als gevolg van het aantal aanvragen dat op dezelfde dag wordt ontvangen, worden de aanvragen van die dag door middel van loting gerangschikt.

  • 5. Indien het subsidieplafond is bereikt wordt de subsidie in het eerstvolgende subsidiejaar verleend.

  • 6. Als het budget voor een bepaald jaar niet volledig wordt gebruikt, wordt het restant toegevoegd aan het budget van het jaar daarna en wordt daarmee het subsidieplafond voor dat jaar verhoogd.

Artikel 3 Aanvraag subsidie

  • 1. Initiatiefnemers kunnen een subsidie aanvragen bij het college.

  • 2. De aanvraag wordt schriftelijk of digitaal ingediend en omvat in afwijking van artikel 7 lid 2,3 en 4 van de Algemene subsidieverordening Berkelland 2018 de volgende gegevens:

    • a.

      naam, contactadres, e-mail adres, telefoonnummer en handtekening van de initiatiefnemer;

    • b.

      een beschrijving van de inhoud, uitvoering en planning van het initiatief, waarbij wordt aangegeven hoe dit de samenleving in Berkeland verbetert;

    • c.

      een kostenraming en een dekkingsplan voor de uitvoering van het initiatief;

    • d.

      een mededeling of tevens elders subsidie is aangevraagd.

    • e.

      informatie over het maatschappelijk draagvlak voor het initiatief en de wijze waarop dat draagvlak aantoonbaar is/aangetoond kan worden.

    • f.

      indien de aanvrager een rechtspersoon is: de jaarrekening en balans van het jaar voorafgaand aan het jaar van de aanvraag en/of andere stukken die inzicht geven in de vermogenspositie.

    • g.

      een beschrijving van de toekomstbestendigheid van het plan: bv informatie over exploitatie, beheer en onderhoud, reservering afschrijving etc. en een taakomschrijving van een persoon die dit op zich neemt.

  • 3. Initiatiefnemers toetsen hun ideeën vooraf tijdens het wekelijkse spreekuur bij de subsidie expert.

  • 4. Indien de aanvraag onvoldoende informatie bevat voor een goede beoordeling geeft het college aan de initiatiefnemer aan hoe hij de aanvraag kan aanvullen.

  • 5. De aanvragen worden behandeld in de volgorde van binnenkomst.

  • 6. Kleine initiatieven (tot een bedrag van € 5.000) worden in de eerstvolgende vergadering na indiening in de adviescommissie besproken en worden na advies van de adviescommissie bunnen vier weken afgehandeld.

  • 7. De beoordeling van grote initiatieven vindt maandelijkse plaats door de adviescommissie, hierna neemt het college binnen drie maanden een besluit.

Artikel 4 Verstrekking subsidie

  • 1. Het college kan subsidie verstrekken indien de aanvraag voldoet aan de volgende eisen:

    • a.

      Het initiatief moet een bijdrage leveren aan de Berkellandse samenleving

    • b.

      Het initiatief moet aantoonbaar draagvlak in de buurt hebben (aantonen door initiatiefnemer bijv. met handtekeningen).

    • c.

      Het gevraagde bedrag is redelijk in relatie tot de omvang en inhoud van het initiatief, en er is een minimale eigen inbreng van 25% van het totale bedrag , waarbij vrijwilligersuren á 25 euro in de begroting kunnen worden opgenomen als inkomstenbron.

    • d.

      De initiatiefnemer is een particulier of een organisatie zonder winstoogmerk.

    • e.

      Het initiatief mag niet strijdig zijn met gemeentelijk beleid.

    • f.

      Het initiatief dient (waar mogelijk binnen de geldende regelgeving en veiligheids- voorschriften) door de aanvragers zelf te worden uitgevoerd.

    • g.

      Alleen daadwerkelijke kosten worden vergoed.

    • h.

      Het project kan op korte termijn doch binnen een jaar gerealiseerd worden.

    • i.

      Er is geen sprake van investeringen die tot ongedekte meerjarige onderhouds- lasten voor de gemeente leiden.

    • j.

      Er zijn geen voorliggende gemeentelijke voorzieningen, zoals andere gemeentelijke subsidieregelingen.

    • k.

      Het plan heeft een positief effect op de samenleving.

    • l.

      Het plan sluit aan bij gemeentelijke kaders en wensen en.

    • m.

      het plan draagt bij aan maatschappelijke opgaven.

  • 2. Er wordt geen subsidie verstrekt voor

    • a.

      het oprichten, onderhouden of verbeteren van gebouwen; tenzij het aantoonbaar voorwaardelijk is voor de beoogde activiteiten

    • b.

      catering, maaltijden, consumpties, eten en drinken

    • c.

      buurtfeesten

    • d.

      het organiseren van tentoonstellingen of optredens

    • e.

      onvoorziene kosten

    • f.

      kinderopvang

    • g.

      reiskosten, vrijwilligersvergoedingen, presentjes, prijzen voor verlotingen etc.

    • h.

      uitgaven waaraan directe inkomsten zijn verbonden (bijvoorbeeld (programma)boekjes die worden verkocht of entreekaartjes)

  • 3. Een initiatief dient uiterlijk een jaar na het verstrekken van de bijdrage te zijn uitgevoerd, tenzij anders is aangegeven in de subsidiebeschikking.

Artikel 5 Weigeringsgronden

De subsidie kan worden geweigerd indien het initiatief niet voldoet aan artikel 4 lid 1, het initiatief anderszins niet voldoet aan de doelstelling van deze regeling of indien gegronde reden bestaat om aan te nemen dat:

  • a.

    het initiatief niet haalbaar of uitvoerbaar is binnen de in de aanvraag vermelde planning;

  • b.

    de initiatiefnemer doelstellingen beoogt of activiteiten zal ontplooien die in strijd zijn met de wet;

  • c.

    het initiatief voornamelijk betrekking heeft op privébelangen van de initiatiefnemer;

  • d.

    met het initiatief een commercieel doel wordt nagestreefd;

  • e.

    voor het initiatief reeds eerder een gemeentelijke subsidie is toegekend;

  • f.

    het initiatief al door anderen wordt uitgevoerd c.q. op een andere wijze door de gemeente wordt gesubsidieerd;

  • g.

    het initiatief geen aantoonbaar draagvlak in de kern, wijk of buurt of straat heeft;

  • h.

    de rechtspersoon voldoende eigen middelen heeft om het initiatief te bekostigen. Daarvan is tenminste sprake als de reserve van de rechtspersoon hoger is dan twee maal de gevraagde subsidie;

  • i.

    het initiatief niet past binnen het gemeentelijk beleid;

  • j.

    niet voldoende eigen financiële middelen bijeen is gebracht;

  • k.

    als niet voldoende beroep wordt gedaan op voorliggende voorzieningen zoals lokale-, regionale- en landelijke fondsen.

Artikel 6 Verplichtingen van de initiatiefnemer

  • 1. De initiatiefnemer zorgt ervoor dat de subsidie wordt besteed aan de uitvoering van het initiatief en administreert de uitgaven zorgvuldig

  • 2. De initiatiefnemer doet zo spoedig mogelijk mededeling aan het college van veranderde omstandigheden die van belang kunnen zijn voor de uitvoering van het initiatief.

  • 3. De initiatiefnemer is verantwoordelijk voor het creëren van draagvlak onder de bewoners als de aard van het initiatief dat noodzakelijk maakt en de wijze waarop dat draagvlak aantoonbaar is/aangetoond kan worden.

  • 4. De initiatiefnemer van grote initiatieven dient in afwijking van de artikelen 10 lid 3, 16 en 18 van de Algemene subsidieverordening Berkeland 2018, binnen 8 weken na afloop van de activiteit een financiële- en inhoudelijke verantwoording in. De financiële verantwoording bestaat ten minste uit een overzicht van betalingen en ontvangsten. De inhoudelijke verantwoording dient te bestaan uit een korte tekst vergezeld van foto’s, krantenartikelen etc.

  • 5. De initiatiefnemer van kleine initiatieven dient binnen 8 weken na afronding van zijn plan een beschrijving in met een verantwoording van de uitgaven die met het subsidiebedrag zijn gedaan.

Artikel 7 Inwerkingtreding en citeertitel

  • 1. Deze regeling treedt op 1 september 2019 in werking en wordt ingetrokken per 31

  • 1. december 2022.

  • 2. Deze regeling wordt aangehaald als: subsidieregeling Berkellands Naoberfonds 2019.

  • 3. De subsidieregeling burgerinitiatieven Berkelland 2018 wordt ingetrokken.

Ondertekening

Borculo, 12 juli 2019

Het college van burgemeester en wethouders,

De secretaris,

M.N.Broers

de burgemeester

drs. J.H.A. van Oostrum