Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Vaals houdende regels omtrent de vertrouwenscommissie

Geldend van 03-08-2019 t/m heden

Intitulé

Verordening van de gemeenteraad van de gemeente Vaals houdende regels omtrent de vertrouwenscommissie

De raad van de gemeente Vaals

gelezen het voorstel van de griffier;

gelet op artikel 61 lid 3 van de Gemeentewet;

besluit de volgende verordening op de vertrouwenscommissie vast te stellen:

Hoofdstuk 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. De commissie

  • 1. De commissie heeft tot taak de aanbeveling tot benoeming van de burgemeester voor te bereiden.

  • 2. De commissie bestaat uit zes leden door de raad uit haar midden benoemd.

  • 3. Indien de gemeenteraad niet heeft bepaald wie voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van de commissie zijn, kiest de commissie deze uit haar midden.

Artikel 2. Ambtelijke ondersteuning

  • 1. De raadsgriffier is secretaris van de commissie en bij ontstentenis van de griffier is de gemeentesecretaris plaatsvervangend secretaris.

  • 2. De gemeentesecretaris, plv. griffier en beleidsmedewerker P&O worden als ambtelijke adviseur aan de commissie toegevoegd.

  • 3. De onder lid 2 genoemde adviseurs zijn geen lid van en hebben geen stemrecht in de commissie.

Artikel 3. Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert zo dikwijls als de voorzitter of ten minst de helft van de leden dit noodzakelijk acht. De commissie vergadert slechts indien meer dan de helft van het aantal leden aanwezig is. Artikel 20, lid 2 en 3 gemeentewet zijn van overeenkomstige toepassing

  • 2. De voorzitter bepaalt de dag, het tijdstip en de plaats van de vergadering. De voorzitter roept de volgende personen schriftelijk tot de vergadering op:

    • a.

      de leden van de commissie;

    • b.

      de sollicitanten naar het ambt van burgemeester, elk voor zover met de betreffende sollicitant een gesprek plaats heeft.

  • 3. De in het tweede lid bedoelde oproeping geschiedt ten minste 7 dagen voorafgaand aan de vergadering. Indien bijzondere omstandigheden een spoedige bijeenkomst van de commissie vergen, kan van de in de eerste volzin van dit lid bedoelde termijn worden afgeweken doch geschiedt de oproeping ten minste 48 uren voorafgaand aan de vergadering.

Artikel 4. Stemming

De commissie besluit over de vaststelling van een concept aanbeveling bij meerderheid van stemmen, waarbij elk lid één stem heeft. Indien de stemmen staken, wordt het nemen van een beslissing uitgesteld tot de volgende vergadering. Is uitstel van de beslissing niet mogelijk of staken de stemmen ook in dit volgende vergadering, dan worden de verschillende meningen in het in artikel 5 bedoelde verslag opgenomen.

Artikel 5. Verslag

De commissie brengt over haar werkzaamheden ter voorbereiding op het doen van een aanbeveling schriftelijk een verslag van bevindingen uit aan de gemeenteraad en aan de Commissaris van de Koning.

Het verslag van bevindingen bevat in ieder geval:

  • a.

    een weergave van de wijze waarop de commissie haar werkzaamheden heeft verricht;

  • b.

    een concept aanbeveling met een gemotiveerde weergave van de bevindingen van de commissie.

Artikel 6. Geheimhouding

  • 1. Op alle informatie van de commissie rust ingevolge de Gemeentewet de verplichting tot geheimhouding, welke zich uitstrekt tot eenieder die van de informatie kennis draagt.

  • 2. De vergaderingen van de commissie zijn besloten. De voorzitter van de commissie wijst in elke vergadering op de geheimhoudingsplicht.

  • 3. Stukken die van de commissie uitgaan worden onder vermelding van “geheim” door de voorzitter en de griffier ondertekend en verstuurd. Stukken bestemd voor de commissie worden onder vermelding van “geheim” gezonden aan de griffier en aldaar bewaard tot het moment van archivering. De griffier ziet erop toe dat de vertrouwelijkheid in deze procesgang wordt gegarandeerd.

  • 4. Aan degenen die geen lid zijn van de commissie wordt geen informatie verstrekt omtrent de inhoud van de stukken of het behandelde in de vergadering of in het gesprek.

  • 5. De commissie treft een voorziening met betrekking tot de wijze waarop de geheimhouding blijft gewaarborgd bij het beheer van bescheiden, het voeren van correspondentie en bij de bepaling van plaats en tijdstip van de gesprekken.

  • 6. De geheimhoudingsplicht blijft ook in het geval de commissie wordt ontbonden van kracht.

Artikel 7. Archivering

  • 1. De griffier van de commissie draagt er zorg voor dat na afronding van de benoeming alle archiefbescheiden onverwijld in een envelop worden verzegeld en gerubriceerd als “geheim” en worden geplaatst in de daartoe aangewezen archiefruimte.

  • 2. De griffier van de commissie draagt er zorg voor dat in het belang van een zorgvuldige overbrenging naar de gemeentelijke archiefbewaarplaats een verklaring van overbrenging, als bedoeld in artikel 9 van het Archiefbesluit 1995, wordt opgesteld voor archiefbescheiden waarvoor de wettelijke termijn verstreken is. In deze verklaring wordt melding gemaakt van het besluit tot toepassing van artikel 15, eerste lid sub a Archiefwet 1995 en de daarin gestelde beperkingen aan de openbaarheid tot de archiefbescheiden 75 jaar oud zijn.

Hoofdstuk 2. Bepalingen inzake de benoeming

Artikel 8. Adviseurs

  • 1. De gemeenteraad kan één of meer wethouders als adviseur toevoegen aan de commissie.

  • 2. De adviseur wordt uitgenodigd voor de vergaderingen van de commissie. Artikel 3, tweede lid, is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 9. Informatie over en gesprek met sollicitant

De griffier nodigt namens de voorzitter sollicitanten uit voor een gesprek met de commissie. De commissie treft daarbij de voorzieningen die nodig zijn ter bescherming van de privacy van de sollicitant. Elk overleg met derden, in welke vorm dan ook, is uitgesloten.

Artikel 10. Bijzondere bepalingen inzake verslaglegging

  • 1. De commissie brengt van haar bevindingen verslag uit aan de raad en aan de commissaris van de Koning.

  • 2. Het in artikel 5 bedoelde verslag van bevindingen wordt in ieder geval vergezeld van de conceptaanbeveling van twee personen.

Artikel 11. Ontbinding

Lopende een procedure tot benoeming is ontbinding van de commissie uitsluitend mogelijk met ingang van de dag volgend op die waarop door de ministerie van BZK aan de gemeenteraad bekend is gemaakt dat in de vacature is voorzien.

Hoofdstuk 3 Slotbepalingen

Artikel 12. Onvoorziene gevallen

In alle gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de commissie.

Artikel 13. Ontbinding en wijziging van de samenstelling van de commissie

  • 1. De commissie blijft in stand zolang zij niet wordt ontbonden.

  • 2. De samenstelling van de commissie kan tussentijds worden aangepast bij raadsbesluit.

Artikel 14. Inwerkingtreding en verval verordening

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de achtste dag na die waarop zij is bekend gemaakt.

  • 2. Deze verordening vervalt met ingang van de dag volgend op die waarop de minister een besluit heeft genomen op aanbeveling van de raad.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 10 juli 2019

mr. B.G.P. Hoevenagel

Griffier

drs. R.L.T. van Loo

Voorzitter