Regeling vervallen per 01-01-2021

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent subsidie voor sport en bewegen (Subsidieregeling sport en bewegen 2020)

Geldend van 26-07-2019 t/m 31-12-2020

Intitulé

Besluit van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amersfoort houdende regels omtrent subsidie voor sport en bewegen (Subsidieregeling sport en bewegen 2020)

Burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

gelezen de nota d.d, 16 juli 2019, Directie /Samen Leven/Sport;

gelet op de Algemene wet bestuursrecht en de vigerende Algemene Subsidieverordening gemeente Amersfoort;

besluit vast te stellen de volgende regeling en de daarbij behorende toelichting:

Subsidieregeling sport en bewegen 2020

Artikel 1 Begripsbepalingen

In deze regeling en de daarop berustende bepalingen wordt (mede) verstaan onder:

  • a.

    Aanvrager:

    • 1.

      een bij een door NOC*NSF erkende sportbond aangesloten Amersfoortse sterke of brede sportvereniging als bedoeld onder h, of

    • 2.

      een belangenorganisatie uit Amersfoort voor sportverenigingen zoals bedoeld onder sub a of een overkoepelend samenwerkingsverband van sportverenigingen uit Amersfoort zoals bedoeld onder sub a, of

    • 3.

      een stichting die volgens de statuten actief is op het gebied van sport en bewegen in Amersfoort, of

    • 4.

      een inwonersinitiatief uit Amersfoort dat gericht is op sport en bewegen;

  • b.

    Activiteit: een activiteit zoals bedoeld in artikel 3;

  • c.

    Adviescommissie: een door het college ingestelde externe en onafhankelijke adviesgroep ter advisering van het college;

  • d.

    ASV: vigerende Algemene Subsidieverordening van gemeente Amersfoort;

  • e.

    College : het college van burgemeester en wethouders van gemeente Amersfoort;

  • f.

    Specifieke doelgroep: doelgroep zoals benoemd in het sportbeleid, te weten:

    • inactieve jeugd;

    • senioren, met name 65 +;

    • mensen met een verstandelijke of lichamelijke beperking of psychische stoornis;

  • g.

    Sportbeleid: “Amersfoort F!t”, Actualisatie sportbeleid 2013;

  • h.

    Sterke of brede sportvereniging: een Amersfoortse sportvereniging die voldoet aan de criteria zoals bedoeld in artikel 4;

  • i.

    VOG:Verklaring Omtrent het Gedrag;

  • j.

    Wet: Algemene wet bestuursrecht.

Artikel 2 Doel van de regeling

Het verstrekken van de subsidie heeft tot doel om Amersfoortse sportverenigingen, belangenorganisaties, stichtingen en inwonersinitiatieven, zoals bedoeld in artikel 1, in staat te stellen middels activiteiten een actieve bijdrage te leveren -in de meest brede zin- aan de realisatie van de ambities en doelstellingen van het sportbeleid van de gemeente Amersfoort.

Deze ambities zijn:

  • Zoveel mogelijk Amersfoorters sporten en bewegen;

  • Sterke, brede sportverenigingen die de ruimte krijgen;

  • Efficiënt en effectief gebruik van sportvoorzieningen;

  • Sportinclusief denken.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Subsidie kan worden verstrekt voor de volgende activiteiten:

categorie a. een incidenteel klein sportevenement, zoals nader omschreven in de Toelichting, georganiseerd in de gemeente Amersfoort ten behoeve van de Amersfoortse inwoners;

categorie b. een incidenteel groot sportevenement, zoals nader beschreven in de Toelichting bij deze subsidieregeling, georganiseerd in de gemeente Amersfoort ten behoeve van de Amersfoortse inwoners;

categorie c. een sportactiviteit en/of kaderscholing, daaronder niet begrepen sporttechnisch jeugdkader, gericht op de in het sportbeleid benoemde doelgroepen en uit te oefenen c.q. te geven in Amersfoort;

categorie d. een investering in de aanpassing, uitbreiding en/of nieuwbouw van een in Amersfoort gelegen eigen of gemeentelijke sportaccommodatie, zoals nader beschreven in de toelichting;

categorie e. een initiatief dat een sportief gebruik van de openbare ruimte in Amersfoort bevordert, zoals nader beschreven in de Toelichting;

categorie f. een fusie-/samenwerkingstraject van Amersfoortse sportverenigingen, zoals nader beschreven in de Toelichting.

Artikel 4 Vereisten aanvrager

Om in aanmerking te komen voor subsidie dient de aanvrager te voldoen aan de onderstaande vereisten:

  • 1.

    De aanvrager valt onder de begripsbepaling zoals genoemd in artikel 1;

  • 2.

    De aanvrager onderschrijft het gemeentelijk beleid op het gebied van de drank- en horecawet, zoals verwoord in de nota ‘Preventie- en Handhavingsplan Alcohol’(d.d. 24 juni 2014);

  • 3.

    Een sportvereniging zoals bedoeld in artikel 1, sub a, onder 1, een belangenorganisatie/samenwerkingsverband, zoals bedoeld in artikel 1 sub a, onder 2, of stichting, zoals bedoeld in artikel 1 sub a onder 3, kan de subsidie alleen aanvragen;

  • 4.

    Een inwonersinitiatief, zoals bedoeld in artikel 1, sub a, onder 4, kan een subsidie slechts aanvragen tezamen met een sportvereniging en/of een belangenorganisatie / samenwerkingsverband en/of stichting als bedoeld in artikel 1sub a;

  • 5.

    In het geval de aanvrager een sportvereniging is, is dit een sterke of brede sportvereniging:

    • a.

      Een sportvereniging is een sterke sportvereniging indien wordt voldaan aan de volgende criteria:

      • i.

        Bestuur: de sportvereniging heeft minimaal 3 bestuursleden, te weten: voorzitter, secretaris en penningmeester;

      • ii.

        Financiën: de sportvereniging is financieel ‘op orde’, hieronder wordt verstaan -een gunstig financieel meerjarig beeld dat blijkt uit de combinatie van de exploitatiesaldi in de afgelopen drie jaren en de actuele stand van financiële vermogenspositie en

      • iii.

        Accommodatie (in geval van eigen accommodatie): de sportvereniging beschikt over een onderhoudsplan en er wordt gereserveerd voor groot onderhoud;

      • iv.

        Beleid: de sportvereniging beschikt over een recent meerjarenbeleidsplan waarin aandacht wordt besteed aan het communicatie-,vrijwilligers-, sponsor-, jeugd-, ledenwerving- , gezondheid- en kaderscholingsbeleid. In het meerjarenbeleidsplan wordt tevens uitgelegd welk VOG-beleid de vereniging heeft. Vrijwilligers die direct contact hebben met jeugdleden beschikken over een VOG;

    • b.

      Een sportvereniging is een brede sportvereniging indien er behalve aan de criteria zoals genoemd onder sub a wordt voldaan aan minimaal twee van de volgende criteria:

      • i.

        De sportvereniging heeft een aanbod voor specifieke doelgroepen zoals bedoeld in deze regeling;

      • ii.

        De sportvereniging werkt samen met één of meerdere scholen en/of andere partners in de wijk;

      • iii.

        De sportvereniging biedt aan niet-leden overdag een structureel sport- en beweegaanbod;

      • iv.

        De vereniging werkt actief mee aan het openbaar toegankelijk maken en houden van de sportvoorziening.

  • 6.
    • a.

      De aanvrager heeft bewezen ervaring met de organisatie van sportactiviteiten en sportevenementen of op specifieke doelgroepen gerichte sport- en beweegactiviteiten in Amersfoort, of

    • b.

      De aanvrager heeft een initiatief dat vernieuwend is en gericht is op de Amersfoortse inwoners.

Artikel 5 Subsidieplafond

  • 1. De maximaal te verstrekken subsidie ten behoeve van sport en bewegen wordt jaarlijks in de gemeentebegroting vastgesteld.

  • 2. Onder voorbehoud van de vaststelling van de gemeentebegroting door de raad wordt voor het jaar 2020 het algehele subsidieplafond vastgesteld op € 615.000,-.

  • 3. Het college stelt jaarlijks binnen de kaders van de begroting deelsubsidieplafonds vast ten behoeve van deze subsidieregeling voor de volgende categorieën:

    • --

      categorie a: incidentele kleine sportevenementen;

    • --

      categorie b: incidentele grote sportevenementen;

    • --

      categorie c: incidentele sportactiviteiten en/of kaderscholing, initiatieven openbare ruimte en fusie/samenwerkingstrajecten;

    • --

      categorie d: investeringen.

  • 4. Als het totaal van alle te verlenen subsidieaanvragen het in de op dat jaar betrekking hebbende deelsubsidieplafond overschrijdt, wordt de subsidie verstrekt op basis van de verdeelregels zoals genoemd in artikel 9.

  • 5. Het college kan binnen drie maanden na verlening van de subsidies voor de categorieën a,c en d besluiten, niet benutte bedragen uit één van de vier categorieën geheel of gedeeltelijk toe te voegen aan een andere categorie, dit conform de vastgestelde rangorde.

Artikel 6 Adviescommissie

  • 1. De adviescommissie werkt volgens het ‘Reglement van de adviescommissie sport en bewegen van de gemeente Amersfoort’.

  • 2. De adviescommissie bestaat uit drie onafhankelijke leden met expertise op het gebied van sport en bewegen en wordt ambtelijk door de gemeente Amersfoort ondersteund.

  • 3. De in de adviescommissie zittende leden hebben geen persoonlijk of organisatiebelang bij de vaststelling van de rangorde en hebben geen aanvraag ingediend of zullen geen aanvraag indienen op grond van deze subsidieregeling.

  • 4. De adviescommissie adviseert het college over vaststelling van de rangorde. Het college stelt de rangorde vast en kan gemotiveerd afwijken van de door de adviescommissie opgestelde rangorde.

Artikel 7 Vereisten aanvraag

  • 1. De subsidieaanvraag wordt middels een daartoe door de gemeente vastgesteld en verstrekt aanvraagformulier gericht aan het college en wordt door de aanvrager ondertekend. De aanvraag wordt bij voorkeur digitaal aangeleverd.

  • 2. Bij een subsidieaanvraag dient een activiteitenplan inclusief bijbehorende begroting te worden ingediend. In de begroting mag ten behoeve van de activiteit waarvoor de subsidie is aangevraagd, een post onvoorzien worden opgenomen. Deze post onvoorzien mag maximaal 10% van de begroting bedragen.

  • 3. De gesubsidieerde activiteit dient plaats te vinden in het jaar waarin de subsidie is verleend, met uitzondering van de incidentele grote sportevenementen.

  • 4. Een aanvraag voor een evenement dient tevens te zijn voorzien van een plan van aanpak waarin de wijze waarop wordt omgegaan met onder andere vergunningen, overlast en veiligheid zijn uitgewerkt.

  • 5. Bij een aanvraag voor een investering in de accommodatie wordt tevens een investeringsplan en een exploitatiebegroting voor de komende jaren ingediend.

  • 6. Bij een aanvraag voor een investering, een initiatief openbare ruimte of samenwerkingstraject, als genoemd in artikel 3 kan het uurtarief van vrijwilligers ten behoeve van de te subsidiëren activiteit worden meegenomen voor maximaal € 25,00 bruto per uur. Van het door de aanvrager in te brengen eigen aandeel in de kosten van de te subsidiëren activiteit is maximaal 50 % toe te rekenen aan de gekapitaliseerde inbreng van vrijwilligers. Bij een aanvraag voor een incidenteel klein- en grootsport evenement kan een “vergoeding” aan de vrijwilligers worden gegeven. De vergoeding mag bij een grootsport evenement max. 5% en bij een kleinsport evenement max. 10% van de totale subsidiabele kosten bedragen.

  • 7. Alleen de kosten die in redelijkheid direct verband houden met de activiteit worden in aanmerking genomen. We zien side-events die een bijdrage leveren aan de activiteit als kosten die in redelijkheid direct verband houden met de activiteit. Kosten voor prijzen(geld) deelnemers, vergoedingen aan deelnemers en kosten voor catering, afsluitend diner of after party komen niet voor subsidie in aanmerking.

  • 8. De kosten voor organisatie, promotie, pr en communicatie mogen voor incidentele groot sportevenementen maximaal 25% van de totale kosten van de subsidiabele activiteit bedragen. Voor de overige activiteiten mogen deze kosten maximaal 15% van de totale kosten bedragen.

  • 9. De maximale subsidiëring voor de activiteit bedraagt 40% van de kosten van de subsidiabele activiteit, inclusief de BTW. Uit de aanvraag moet duidelijk blijken dat het eigen aandeel van de kosten (60%) aantoonbaar door de aanvrager gefinancierd kan worden.

  • 10. Bestuursleden van een sportvereniging, stichting, belangenorganisatie en initiatiefnemers van een bewonersinitiatief mogen geen betaalde werkzaamheden verrichten of een onkostenvergoeding ontvangen voor een door de sportvereniging, stichting, belangenorganisatie en bewoners ingediende activiteit.

  • 11. Bij een aanvraag voor grote sportevenementen worden eventuele sponsorgelden met een ondertekende intentieverklaring aangetoond.

  • 12. Indien de aanvrager kan aantonen dat met de subsidieaanvraag een activiteit kan worden gerealiseerd die een kostenbesparing die ten goede komt aan de sport functionaliteit of efficiency verbetering in het gebruik van de accommodaties tot gevolg heeft, kan van de in artikel 7, lid 9 vermelde 40 % worden afgeweken en kan 50% worden gesubsidieerd.

  • 13. Indien de aanvrager een rechtspersoon is dient bij een eerste subsidieaanvraag tevens het bewijs van inschrijving bij de Kamer van Koophandel te worden overlegd.

  • 14. Op verzoek van het college dient de aanvrager onduidelijkheden in de aanvraag mondeling of schriftelijk toe te lichten.

  • 15. Per aanvrager wordt maximaal één aanvraag in behandeling genomen. De aanvraag mag meerdere onderdelen uit de regeling omvatten.

  • 16. Uit de aanvraag moet blijken dat de activiteit waarvoor subsidie wordt aangevraagd nog niet is gerealiseerd, aangevangen, geïnvesteerd of aangeschaft.

Artikel 8 Indieningstermijn aanvraag

  • 1. Aanvragen moeten worden ingediend voor 1 oktober voorafgaande aan het jaar waarin de activiteit plaatsvindt.

  • 2. Aanvragen voor categorie b, incidentele grote sportevenementen (artikel 3) worden telkens voor 1 oktober een kalenderjaar eerder ingediend.

  • 3. Een aanvraag die niet tijdig of niet volledig, na de gegeven herstel- verzuimtermijn zoals bedoeld in de Wet, is ingediend wordt niet in behandeling genomen.

  • 4. In het geval voor één of meer categorieën het vastgestelde subsidieplafond niet is bereikt, kan, na toepassing van artikel 5, lid 5, een tweede aanvraagronde worden vastgesteld door het college.

Artikel 9 Verdeelregels en beoordelingscriteria

  • 1. In het geval van de situatie zoals bedoeld in artikel 5 lid 4 stelt de adviescommissie aan de hand van de tijdig ingediende en volledige aanvragen een rangorde vast op grond van de volgende beoordelingscriteria:

    • a.

      De aanvraag voor een activiteit levert een aantoonbare bijdrage aan de ontwikkeling van een sterke of brede sportvereniging, zoals omschreven in de Toelichting;

    • b.

      De aanvraag voor een activiteit draagt bij aan meerdere ambities van het sportbeleid, zoals genoemd in artikel 2 en zoals omschreven in de Toelichting;

    • c.

      De aanvraag voor een activiteit heeft een duurzaam karakter voor de wijk en/of de sportvereniging, zoals omschreven in de Toelichting;

    • d.

      De aanvraag voor een activiteit wordt gesteund door meerdere organisaties op het gebied van sport en bewegen en/of sportverenigingen.

  • 2. De verdeling van de punten is als volgt:

    • a.

      Voor sub a zijn maximaal 10 punten te behalen;

    • b.

      Voor sub b zijn maximaal 8 punten te behalen;

    • c.

      Voor sub c zijn maximaal 6 punten te behalen;

    • d.

      Voor sub d zijn maximaal 4 punten te behalen.

  • 3. Indien honorering van twee of meer aanvragen die gelijk zijn gerangschikt ertoe zou leiden dat het beschikbare subsidieplafond van categorie b of de totale beschikbare subsidieplafonds van de categorieën a, c en d zou worden overschreden, dan wordt de subsidie naar rato verleend;

  • 4. Het college wijst resterende aanvragen, al dan niet gedeeltelijk, af.

Artikel 10 Subsidieverlening en subsidievaststelling

  • 1. Het college zal de subsidie ten behoeve van de aanvrager van de activiteit kosten eerst verlenen. In bijzondere gevallen kan op verzoek van de aanvrager een voorschot worden toegekend.

  • 2. Na indiening van de inhoudelijke en financiële verantwoording door de aanvrager wordt de subsidie definitief vastgesteld en wordt het vastgestelde subsidiebedrag aan de aanvrager overgemaakt.

  • 3. Subsidies tot € 2.500,- worden direct vastgesteld.

  • 4. De subsidie moet in 2020 worden uitgegeven. Indien het niet lukt om de subsidie in 2020 uit te geven moet er, voor het einde van het subsidiejaar, een schriftelijk verzoek voor uitstel worden gedaan. Zonder dit verzoek kan het college de subsidieverlening intrekken.

Artikel 11 Weigeringsgronden

Naast de gronden genoemd in artikel 4:25 en 4:35 van de Wet en de artikelen 10 en 13 van de ASV kan de subsidie geweigerd worden indien:

  • 1.

    er niet wordt voldaan aan de in artikel 3 genoemde subsidiabele activiteiten;

  • 2.

    er niet wordt voldaan aan de in artikel 4 genoemde vereisten aanvrager;

  • 3.

    er niet wordt voldaan aan de in artikel 7 genoemde vereisten aanvraag;

  • 4.

    er voor de activiteit reeds eerder subsidie of budget in welke vorm dan ook is of wordt verstrekt;

  • 5.

    de activiteit onderdeel uitmaakt van een groter geheel waarvoor al subsidie of budget in welke vorm dan ook is of wordt verstrekt.

  • 6.

    indien de aanvrager gedurende twee opeenvolgende jaren voor dezelfde activiteit een subsidie is verstrekt.

Artikel 12 Hardheidsclausule

Het college kan van de bepalingen in deze subsidieregeling afwijken indien toepassing van de bepaling zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard. Aan dit artikel kunnen op voorhand geen rechten worden ontleend.

Artikel 13 Intrekking

De Subsidieregeling Sport en bewegen 2019 wordt ingetrokken.

Artikel 14 Inwerkingtreding

Deze subsidieregeling treedt in werking op de dag na de bekendmaking.

Artikel 15 Citeertitel

Deze subsidieregeling wordt aangehaald als: Subsidieregeling sport en bewegen 2020.

Ondertekening

Vastgesteld in de vergadering van 16 juli 2019.

De secretaris,

de burgemeester

TOELICHTING

Artikel 1 Begripsbepalingen

  • Inactieve jeugd: In de context van het sportbeleid vertalen wij inactiviteit als het ‘niet voldoen aan de norm gezond bewegen’. Dit betekent dat in het sportbeleid waar het de jeugd betreft extra inzet wordt gepleegd in de wijken waar relatief veel jongeren met overgewicht woonachtig zijn, alsmede de aandachtswijken. Dit zijn over het algemeen ook de wijken waar niet aan de norm wordt voldaan.

Artikel 3 Subsidiabele activiteiten

Onder incidentele kleine sportevenementen wordt binnen deze regeling verstaan:

  • Eenmalige, eendaagse wedstrijden, toernooien, demonstraties/clinics die plaatsvinden binnen de grenzen van de gemeente Amersfoort;

  • nationale cq. internationale kampioenschappen van de desbetreffende sport die plaatsvinden in Amersfoort;

  • een cyclus van incidentele wedstrijden die bijdraagt aan de profilering van Amersfoort als loop- of zwemstad.

Voor alle hierboven genoemde evenementen geldt dat het niet mag gaan om (onderdelen van) reguliere competities.

Onder incidentele grote sportevenementen wordt binnen deze regeling verstaan:

  • laagdrempelige sportevenementen met een regionale en/of landelijke uitstraling, met een aanzienlijke vertegenwoordiging van Amersfoortse deelnemers (richtlijn: meer dan 1.000 per dag), dat één of meerdere dagen duurt.

Onder een investering wordt binnen deze regeling verstaan:

* De kosten van aanleg, nieuwbouw, verbouwing, uitbreiding en aankoop van sportaccommodaties, inclusief gebouwen of lokaliteiten die worden gebruikt als bestuurs- en vergaderruimte, kantine, tribune, als kleed- /wasaccommodaties en de kosten van aankoop, aanleg, ‘upgrading’ en uitbreiding van veldverlichtingsinstallaties en dug-outs, de maatregelen ten behoeve van de vergroting van de veiligheid en/of duurzaamheid zoals het plaatsen van beveiligingscamera’s of zonnepanelen;

*de kosten van (aanpassing van) voorzieningen die gericht zijn op het (mede) geschikt maken voor de gehandicaptensport van sportaccommodaties;

*de kosten van aan te schaffen duurzame sportinventaris (levensduur minimaal 10 jaar en voor zover de totale investering meer bedraagt dan € 1.500,-. Voor G – sport geldt een levensduur van minimaal 5 jaar.

Groot onderhoud

Kosten voor groot onderhoud (onderhoud dat gemiddeld tussen de 10 en 20 jaar moet plaatsvinden) zijn geen kosten die binnen deze regeling voor subsidie in aanmerking komen. Kenmerk van kosten voor groot onderhoud is dat het gaat om kosten die ongelijkmatig in de tijd worden uitgegeven. M.a.w. er is een duidelijk verschil met dagelijks cq. regulier onderhoud. Voorbeelden van groot onderhoud zijn: buitenschilderwerk, vervanging dak, vervanging kozijnen, maar ook de vervanging van oude door nieuwe gravelbanen. In feite gaat het dan om onderdelen van de (eigen) accommodatie die dan aan het einde van de levensduur zijn. Kosten voor vervanging en renovatie worden tevens beschouwd als groot onderhoud en zijn daarmee ook niet subsidiabel, tenzij bij deze kosten sprake is van ‘upgrading’.

‘Upgrading’

Van ‘upgrading’ is sprake indien de investering leidt tot een kwalitatieve verbetering van de accommodatie. Ten opzicht van de ‘oude’ situatie wordt op de sportaccommodatie een meerwaarde gecreëerd die leidt tot een vergroting van de sportmogelijkheden, bijvoorbeeld een intensievere bespeling. Van ‘upgrading’ is daarom sprake bij vervanging van bijvoorbeeld natuurgras door kunstgras of bij de vervanging van gravel door kunststof. Het stukje meer boven de normale vervanging (het surplusdeel) is in dit geval subsidiabel. Ook een verbouwing kan leiden tot een ‘upgrading’ van de accommodatie: voorbeelden daarvan zijn het plaatsen van lichtmasten en het toevoegen van een jeugdhonk.

Onder initiatieven die een sportief gebruik van de openbare ruimte bevorderen wordt verstaan:

  • -

    de plaatsing van voor iedereen toegankelijke sport- en beweegtoestellen in wijk, buurt of op een sportaccommodatie.

  • -

    het ontwikkelen van wandel, hardloop, fiets- of mountainbikeroutes.

Indien het voornemen is om voorzieningen in de openbare ruimte te realiseren, wordt hiervoor een accounthouder binnen de gemeentelijke organisatie benoemd. De accounthouder zorgt ervoor dat voor het uitbrengen van een advies door de adviescommissie het initiatief is beoordeeld op de volgende onderdelen:

  • -

    haalbaarheid. Past het initiatief binnen het gemeentelijk (speelruimte)beleid?

  • -

    de investeringskosten voor aanleg, beheer en onderhoud. Eventueel samen met de initiatiefnemer opstellen van een beheer- en onderhoudsplan (indien nodig opnemen van budget voor beheer en onderhoud in de aanvraag).

  • -

    het creëren van draagvlak in de wijk.

  • -

    gemaakte van afspraken omtrent aansprakelijkheid.

Fusie- en samenwerkingstrajecten van Amersfoortse sportverenigingen

Met ons sportbeleid willen we bereiken dat de accommodaties zo efficiënt en effectief mogelijk worden gebruikt. Liefst door sterke, brede sportverenigingen. Intensiever en multifunctioneler gebruik van accommodaties is mogelijk door meer samenwerking tussen maar ook samengaan van sportverenigingen. Amersfoortse sportverenigingen die de samenwerking zoeken kunnen in het kader van deze regeling worden gesubsidieerd voor onderzoek of activiteiten ten dienste van die samenwerking en voor de ontwikkeling van accommodatieplannen.

Artikel 7 Vereisten aanvraag

Post onvoorzien (lid 2): Bij de post onvoorzien kan onder andere gedacht worden aan kosten met betrekking tot veiligheid, verkeer die ten tijde van de aanvraag niet konden worden voorzien.

Vergoeding aan vrijwilligers bij een groot- kleinsport evenement (lid 6): De vergoeding kan onder andere in de vorm van een t-shirt, maaltijd of een kleine vergoeding.

Prijzen(geld) deelnemers (lid 7): Het betalen van prijzengeld is niet subsidiabel maar de kosten van herinneringsmedailles, bekers en t-shirts vallen wel onder subsidiabele kosten.

Side – events (lid 7): We kunnen side events die een bijdrage leveren aan een activiteit als subsidiabele kosten zien. De organisatie dient aannemelijk te maken dat een side event een bijdrage levert aan een activiteit. Deze kosten mogen bij een grootsportevenement max. 10% en bij een kleinsport evenement max. 15% van de totale subsidiabele kosten bedragen.

Artikel 8 Indieningstermijn aanvraag

Indieningstermijn incidentele groot sportevenementen (lid 2). Als bijvoorbeeld een incidenteel groot sportevenement in 2021 wordt georganiseerd dan dient de subsidieaanvraag hiervoor uiterlijk 1 oktober 2019 te worden ingediend.

Artikel 9 Verdeelregels en beoordelingscriteria

  • a.

    Bij een activiteit die een aantoonbare bijdrage levert aan de ontwikkeling van een brede sportvereniging gaat het bijvoorbeeld om kaderscholing die is gericht op de in het sportbeleid benoemde doelgroepen, aanpassing van de accommodatie voor aangepast sporten, de kosten voor het toegankelijk maken en houden van de sportaccommodatie voor niet-leden.

  • b.

    Een activiteit die bijdraagt aan meerdere ambities van het sportbeleid is bijvoorbeeld het overdag organiseren van (sport/beweeg)activiteiten voor niet-leden. Daarmee wordt bijgedragen aan de realisatie van de ambitie om zoveel mogelijk Amersfoorters aan het sporten en bewegen te krijgen, aan de ontwikkeling van de brede sportvereniging maar ook aan de ambitie van een efficiënt en effectief gebruik van de voorzieningen.

  • c.

    Een activiteit met een duurzaam karakter voor de wijk is bijvoorbeeld de realisatie van een (wandel/fiets/mtb)-route vanaf de accommodatie door de wijk of de inrichting van een (deel) van de accommodatie voor sportieebruik door niet-leden.