Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR626262
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR626262/1
Privacyprotocol bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit gemeente Groningen
Geldend van 18-07-2019 t/m heden
Intitulé
Privacyprotocol bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit gemeente GroningenHET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN WETHOUDERS VAN DE GEMEENTE GRONINGEN
Besluit vast te stellen het:
Privacyprotocol bestuurlijke aanpak ondermijnende criminaliteit gemeente Groningen
1. artikelen protocol
begrippen
- a)
Gelegenheidsstructuren: een gelegenheid en/of een opeenstapeling van gelegenheden welke zich voordoen in de bestuurlijke, maatschappelijke en zakelijke omgeving die faciliterend werken voor het plegen van bestuursrechtelijk of strafrechtelijk of civielrechtelijk te sanctioneren gedragingen en waarin personen samenwerken die deze gedragingen faciliteren.
- b)
Ondermijnende criminaliteit: misdaadverschijnselen met een maatschappij ondermijnend karakter, die tot stand komen in samenwerking tussen personen en worden gepleegd met het oog op het gezamenlijk behalen van financieel of materieel gewin. Ondermijnende criminaliteit is vooral een economisch gedreven maatschappelijk fenomeen waarbij de verwevenheid van de onderwereld met en de ontwrichting van de bovenwereld een belangrijk kenmerk is.
- c)
Regisseurs: de personen die zich vanuit het team openbare orde en veiligheid van de gemeente Groningen bezig houden met de aanpak ondermijning. Er zijn twee regisseurs.
- d)
RIEC-convenant: het Convenant ten behoeve van de Bestuurlijke en Geïntegreerde Aanpak Georganiseerde Criminaliteit, Bestrijding Handhavingsknelpunten en Bevordering Integriteitsbeoordelingen. Regionale Informatie en Expertise Centra (RIEC’s) en het Landelijk Informatie en Expertise Centrum (LIEC) richten zich op de bestrijding van ondermijnende criminaliteit. Ze verbinden informatie, expertise en krachten van de verschillende overheidsinstanties. Daarnaast stimuleren en ondersteunen de RIEC's en het LIEC de publiek-private samenwerking bij de aanpak van ondermijning.
- e)
Privacyprotocol RIEC: het Privacyprotocol behorende tot en deel uitmakende van het RIEC-convenant.
- f)
De (verwerkings)verantwoordelijke: de natuurlijke persoon, rechtspersoon, bestuursorgaan of ieder ander die, alleen of tezamen met anderen, het doel van en de middelen voor de verwerking van persoonsgegevens vaststelt;
- g)
Signaal: aanwijzing(-en) van één of meerdere professionals en/of burgers dat bepaalde handelingen, gedragingen en/of situaties mogelijk verband kunnen houden met verschijningsvormen van) ondermijnende activiteiten. Met een signaal wordt ook bedoeld: (een cluster van) signalen of een (cluster van) melding(-en).
- h)
Signaaloverleg: overleg na tweede weging van signaal van de desbetreffende gemeentelijke onderdelen die een hit op een signaal hebben.
- i)
Casusoverleg: een gemeentelijk casusoverleg die op het signaaloverleg en een vervolgonderzoek kan volgen. Het team openbare orde en veiligheid voert de regie over het gemeentelijk casusoverleg waarbinnen een plan van aanpak wordt opgesteld. Dit is de start van fase 3 van het protocol.
- j)
Betrokkene: degene op wie een persoonsgegeven betrekking heeft.
- k)
Hit: als van een persoon bepaalde gegevens in een bronbestand van een gemeentelijk onderdeel voorkomen, is sprake van een ‘hit’: de betrokken persoon/bepaalde info is bekend binnen de gemeente in het kader van onrechtmatigheden dan wel maatschappelijke bedreigingen.
- l)
Plan van aanpak: door een gemeentelijke onderdeel of in gezamenlijkheid van gemeentelijke onderdelen schrijven van een plan ten behoeve van uitvoering van de zijnde wettelijke instrumenten om ondermijning te doen staken.
- m)
Bestand: elk gestructureerd geheel van persoonsgegevens, ongeacht of dit geheel van gegevens gecentraliseerd is of verspreid is op een functioneel of geografisch bepaalde wijze, dat volgens bepaalde criteria toegankelijk is en betrekking heeft op verschillende personen.
Algemeen
Artikel 1. Doel van het protocol
Het doel van het protocol is om meer zicht te krijgen op ondermijnende criminaliteit op grond waarvan de gemeente bestuurlijk gericht actie kan ondernemen.
Artikel 2. Verwerkingsverantwoordelijke
De burgemeester van de gemeente Groningen is de eindverantwoordelijke voor de verwerking van persoonsgegevens in het kader van ondermijnende criminaliteit.
Artikel 3. Grondslag voor de verwerking
De grondslag voor de verwerking is dat de gegevensverwerking noodzakelijk is voor de goede vervulling van de publiekrechtelijke taak van de gemeente (art 6.1.e Avg en in het bijzonder de gemeentewet art. 172).
Artikel 4. De verwerkte persoonsgegevens
-
1. Van de melders worden uitsluitend de in het signaal opgenomen persoonsgegevens verwerkt ten behoeve van communicatie met de melder.
-
2. Van de personen over wie wordt gemeld, worden gegevens verwerkt zoals benoemd in de Bijlage 2 ‘categorieën van verwerkte gegevens’ behorend bij dit protocol.
-
3. De in het tweede lid bedoelde persoonsgegevens worden gebruikt voor:
- -
afhandeling van het signaal;
- -
het (mono- of multidisciplinair) oppakken van het signaal binnen de eigen kaders door de gemeentelijke onderdelen of;
- -
de verdere aanpak van ondermijning onder regie van het team openbare orde en veiligheid of;
- -
het verstrekken van het signaal binnen het RIEC samenwerkingsverband.
- -
Artikel 5. Categorieën van ontvangers
-
1. Voor zover noodzakelijk voor de in paragraaf 2.2 genoemde doelen, kunnen gegevens (signaal en aanvullingen uit open bronnen) worden:
- a)
verstrekt aan gemeentelijke onderdelen ten behoeve van een plan van aanpak, voor zover zij die behoeven voor de uitvoering van hun wettelijke taak, of;
- b)
verstrekt binnen het RIEC.
- a)
Artikel 6. Beheer
-
1. De directeur van team openbare orde en veiligheid van de gemeente Groningen is beheerder. Zij draagt zorg voor het dagelijks beheer van de verwerking, waaronder de beveiliging van de persoonsgegevens, de informatieverstrekking aan betrokkene en de afhandeling van de door betrokkene uitgeoefende rechten.
-
2. Het feitelijk beheer van de verwerking van persoonsgegevens en feitelijke naleving van de informatieplicht is opgedragen aan een door beheerder daartoe aangewezen regisseur ondermijning, behorende tot zijn organisatie. Slechts de regisseur en diens vervanger hebben toegang tot het bestand.
Artikel 7. Beveiliging van persoonsgegevens
-
1. De beheerder draagt zorg voor passende technische en organisatorische maatregelen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. Hiertoe behoren in ieder geval:
- •
Vastgesteld beveiligingsbeleid dat ook is geïmplementeerd en;
- •
Fysieke maatregelen voor toegangsbeveiliging inclusief organisatorische controle en;
- •
Logische toegangscontrole (wachtwoord of pincode).
- •
-
2. De gegevens worden geclassificeerd als ‘geheim’.
Artikel 8. Bewaartermijn
-
1. De gegevens worden:
- a)
Gedurende drie jaar in een niet-actieve omgeving bewaard indien fase 1 en/of 2 van het protocol niet tot verdere aanpak van het signaal leidt;
- b)
Gedurende drie jaar in een actieve omgeving bewaard en vervolgens een jaar in een niet-actieve omgeving bewaard indien een signaal in een gemeentelijk casusoverleg resulteert na de laatste verwerking;
- a)
-
2. Op basis van een nieuw signaal kunnen de bewaarde persoonsgegevens ten behoeve van het nieuwe signaal worden geraadpleegd dan wel verwerkt en is het protocol van toepassing op de nieuwe verwerking.
-
3. De opgenomen gegevens kunnen voor evaluatie dan wel wetenschappelijk onderzoek in niet tot individuele personen herleidbare vorm bewaard blijven.
Artikel 9. Rechten van betrokkenen
-
1. Een betrokkene heeft het recht om inzage te verzoeken in zijn gegevens en het gebruik daarvan door de gemeente.
-
2. De betrokkene kan de gemeente verzoeken de gegevens te verbeteren, aan te vullen te verwijderen of af te schermen, indien de gegevens feitelijk onjuist, onvolledig of niet ter zake dienend zijn voor het doel van de verwerking.
-
3. Een betrokkene heeft het recht verzet aan te tekenen in verband met zijn bijzondere persoonlijke omstandigheden
-
4. De verzoeken als bedoeld in de leden 1en 2 van dit artikel, alsmede het verzet als bedoeld onder 3 kunnen worden ingediend bij de beheerder. Deze reageert binnen 4 weken op de verzoeken of het verzet genoemd in dit artikel.
-
5. Tegen een afwijzing van de verzoeken of het verzet kan de betrokkene bezwaar aantekenen.
-
6. De gemeente zal betrokkene op eerste verzoek nadere informatie toezenden over zijn rechten en de mogelijkheden deze uit te oefenen.
-
7. Het bovenvermelde kan buiten toepassing worden gelaten voor zover dit noodzakelijk is in het belang van:
- a)
de veiligheid van de staat;
- b)
de voorkoming, opsporing en vervolging van strafbare feiten;
- c)
gewichtige economische en financiële belangen van de staat en andere openbare lichamen;
- d)
het toezicht op de naleving van wettelijke voorschriften die zijn gesteld ten behoeve van de belangen, bedoeld onder b en c, of
- e)
de bescherming van de betrokkene of van de rechten en vrijheden van anderen.
- a)
Artikel 10. Evaluatie en wijziging
Dit protocol zal jaarlijks geëvalueerd worden. Bij deze evaluatie wordt de FG betrokken. Indien werkprocessen of wet- en regelgeving worden aangepast en/of sprake is van nieuwe verschijningsvormen van ondermijning, kan dit van invloed zijn op de rechtmatigheid van de verwerkingen van persoonsgegevens en dit kan leiden tot aanpassing van het protocol.
Fase 1
Artikel 11. De verwerking van persoonsgegevens in deze fase
De verwerking in deze fase is ten behoeve van:
- 1.
Analyseren van signalen van burgers en professionals op onrechtmatigheden en maatschappelijke bedreigingen die op ondermijnende activiteiten duiden (en)
- 2.
Aan de hand van de in bijlage 2 onder fase 1 genoemde bronnen vaststellen of een signaal voldoende is voor verdere aanpak ondermijning. Indien er geen sprake is van ondermijnende activiteit dan:
- •
(Versleuteld) bewaren en na drie jaar vernietigen of;
- •
Doorsturen naar een gemeentelijk onderdeel (onderdelen) om op basis van de eigen wettelijke kaders signaal op te pakken of;
- •
Doorsturen naar het RIEC-samenwerkingsverband om op basis van de eigen wettelijke kaders het signaal op te pakken of,
- •
- 3.
Indien er sprake is van ondermijnende activiteiten dan treedt fase 2 in werking.
Fase 2
Artikel 12. Weging signaal en vervolgstap
-
1. De regisseur beoordeelt het signaal aan de hand van de in bijlage 2 onder fase 1 genoemde bronnen en indicatoren uit bijlage 1 van dit protocol.
-
2. Indien er na deze weging geen sprake is van ondermijnende of criminele activiteiten dan wordt het signaal bewaard en na verloop van de bewaartermijn van drie jaar vernietigd.
-
3. Indien er na deze weging wel sprake is van vermoeden van ondermijnende of criminele activiteiten dan treedt fase 2 in werking, hetgeen kan leiden tot een feitelijke casus bij:
- a)
een gemeentelijk onderdeel (onderdelen) of;
- b)
het RIEC-samenwerkingsverband.
- a)
Artikel 13. Weging signaal en vervolgstappen
-
1. De regisseur beoordeelt het signaal met de aanvullingen uit de 1e weging aan de hand van de relevante gemeentelijke bronnen door middel van een ‘hit’-check bij de relevante gemeentelijke onderdelen aan de hand van de indicatoren uit bijlage 1 van dit protocol. Op basis van deze analyse beslist de regisseur of een signaal voor een signaaloverleg dient te worden geagendeerd.
-
2. Gemeentelijke afdelingen leveren op verzoek van de regisseur de gevraagde informatie.
-
3. De weging in het signaaloverleg kan leiden tot:
- a)
Een casusoverleg waarbij de regie bij Het team openbare orde en veiligheid ligt en waarmee fase 3 start, omdat er sprake is van ondermijnende activiteiten, of;
- b)
Het mono- of multidisciplinaire oppakken van het signaal omdat er weliswaar geen sprake is van ondermijnende activiteiten maar wel van overige onrechtmatigheden waarbinnen de afzonderlijke gemeentelijke onderdelen met de bijbehorende publiekrechtelijke taken binnen hun eigen kaders belast zijn of;
- c)
Doorgeleiding naar het RIEC-samenwerkingsverband als vast komt te staan dat er sprake is van georganiseerde criminaliteit waarop het RIEC convenant van toepassing is.
- a)
Fase 3
Artikel 14. Weging signaal: het gemeentelijk casusoverleg
-
1. De regisseur overlegt, afhankelijk van de melding en de informatie uit fase 1 en 2, met de relevante gemeentelijke onderdelen ten behoeve van het ontwikkelen van een plan van aanpak.
-
2. De regisseur en betrokken gemeentelijke onderdelen bepalen gezamenlijk het plan van aanpak en stellen deze vast.
-
3. De betrokken gemeentelijke onderdelen geven vervolgens vorm aan de uitvoering.
-
4. De regisseur monitort de casus en overlegt om de stand van zaken te bespreken en daar waar nodig bij te sturen.
Artikel 15. Afsluiten casus
-
1. Na afronden van het plan van aanpak wordt het dossier afgesloten.
-
2. Het dossier wordt na sluiting gedurende drie jaar vanaf de laatste verwerking in een actieve omgeving bewaard.
-
3. Daarna wordt het dossier een jaar bewaard in een niet-actieve omgeving.
Ondertekening
Vastgesteld in de collegevergadering van 9 juli 2019
de burgemeester,
Peter den Oudsten
de secretaris,
Diana Starmans
Bijlage 1 Checklist/indicatoren ten behoeve van beoordelingskader Ondermijning
Aan de hand van onderstaande checklist wordt stapsgewijs beoordeeld of er sprake is van ondermijning. De checklist is afhankelijk van maatschappelijke ontwikkelingen en kan derhalve niet als limitatief worden beschouwd.
Stap 1:
Het signaal heeft betrekking op een dan wel meer van de volgende categorieën personen.
Algemeen
- a.
overige faciliteerders die ondermijnende of criminele activiteiten mogelijk maken en/of (on)bewust in stand houden;
- b.
en/of personen die een rol spelen bij een regionaal thema of een handhavingsknelpunt zoals:
- •
Vastgoedfraude- en misbruik.
- •
Witwassen en financieel- economische criminaliteit.
- •
Georganiseerde hennepteelt.
- •
Synthetische drugs.
- •
Mensenhandel- en smokkel.
- •
Zorgfraude
- •
Mensenhandel, -smokkel en uitbuiting (o.a. illegale prostitutie)
- a.
Huis/pandeigenaar
- b.
Verhuurder
- c.
Huurder
- d.
eigenaar (illegale) seksinrichting
- e.
eigenaar (illegale) massagesalon
- f.
exploitant van een vergunde seksinrichting
- g.
beheerder van een vergunde seksinrichting
- h.
illegaal werkende prostituee (dwz zonder vergunning)
georganiseerde hennepteelt/drugs(-handel)
- a.
Huis/pandeigenaar
- b.
Verhuurder
- c.
Huurder
- d.
Tussenpersoon (verhuurmakelaar, evt. andere vormen)
Fraude in de vastgoedsector
- a.
Huis/pandeigenaar
- b.
Verhuurder
- c.
Huurder
- d.
Tussenpersoon (verhuurmakelaar, andere vormen)
- e.
stichting, vereniging of andere ondernemingsvorm (of bestuurders hiervan)
Misbruik in de vastgoedsector
- a.
Huis/pandeigenaar
- b.
Verhuurder
- c.
Huurder
- d.
Tussenpersoon (verhuurmakelaar, andere vormen)
- e.
stichting, vereniging of andere ondernemingsvorm (of bestuurders hiervan)
Fraude en/of witwassen en daaraan gerelateerde vormen of andere vormen van financieel-economische criminaliteit
(o.a. ook illegaal gokken/heling/underground banking)
- a.
ontvanger/begunstigde uitkering vanuit de gemeente
- b.
ontvanger/begunstigde subsidie vanuit de gemeente
- c.
andersoortige begunstigende beschikking vanuit de gemeente
- d.
een tussenpersoon/gemachtigde met betrekking tot zorg
- e.
pandeigenaar
Openbare inrichtingen
- a.
pandeigenaar
- b.
verhuurder
- c.
huurder/pachter
- d.
Exploitant
- e.
Beheerder/Leidinggevende
- f.
Tussenpersoon
- g.
geldschieters
Stap 2:
Het signaal kan een van onderstaande kenmerken omvatten:
Kader/begripsbepaling ‘ondermijnende criminaliteit’ |
Aantasting van instituten die zich richten op legale perspectieven en de werking van het samenlevingssysteem borgen en sturen |
Aantasting van de gezagspositie van bestuur, politie en/of andere overheidsorganen |
Aantasting of latente c.q. mogelijke aantasting van de openbare orde en veiligheid |
Ontwrichting of latente c.q. mogelijke ontwrichting van de maatschappelijke, politieke en/of economische structuren |
Onrechtmatigheden, maatschappelijke bedreigingen en/of georganiseerde criminaliteit |
In aanvulling is tenminste sprake van één van onderstaande locatie-, persoons- en/of bedrijfsgebonden indicatoren binnen het grondgebied van gemeente Groningen.
Indicator ‘situationele en lokale verankering’ |
Gelegenheidsstructuren (of criminaliteitsbevorderende condities) in de bestuurlijke omgeving (wet en regelgeving; toezicht en handhaving) |
Gelegenheidsstructuren (of criminaliteitsbevorderende condities) in de (sociaal-)maatschappelijke omgeving (fysieke omgevingskenmerken, maatschappelijke ontwikkelingen, sociale relaties of netwerken, informele controle) |
Gelegenheidsstructuren (of criminaliteitsbevorderende condities) in de zakelijke / economische omgeving (beroepen, branches, marktpartijen). |
Processen, procedures, instructies en/of structuren binnen (een) (publieke) organisatie(s) die het mogelijk maakt (on-)bewust te faciliteren |
Bij de gelegenheidsstructuren is een locatie (zoals een pand of bedrijf/onderneming), een persoon, een groep, een familie en/of netwerk (meerdere personen die samenwerken) betrokken |
Stap 3:
En kan tenminste sprake van één van onderstaande indicatoren, hetgeen nader uitgewerkt is in de bijbehorende lijst met ‘red flags’.
Indicator ‘signalering’ |
Incongruenties (omstandigheden en gedragingen); feit dat indiciaties niet goed bij elkaar passen, niet goed overeenstemmen in aard, omvang en intensiteit |
Malafide en/of criminele activteiten, hinder en/of overlast |
Veelal systematisch en structureel gepleegd |
Latent aanwezig |
Complex |
Lijst met ‘red flags”
Algemeen |
|
Loverboys: minderjarigen (< 18 jaar) |
|
Financiering |
T.a.v. partijen
T.a.v. kredietdossiers
|
Financiering |
T.a.v. de taxatie
T.a.v. verstrekking hypotheek en bouwdepot
|
Financiering |
T.a.v. transport hypotheekakte
T.a.v. gebruik rekeningen
T.a.v. financierende partijen
T.a.v. financiering zelf
T.a.v. geldstroom
T.a.v. ongebruikelijke geldstroom
|
Koop/verkoop |
T.a.v. partijen
T.a.v. transport vastgoed
T.a.v. financiële afwikkeling
Algemeen
|
Gebruik/exploitatie van een pand |
Algemeen
T.a.v. gebruik pand voor mensenhandel
|
Bijlage 2: categorieën van verwerkte gegevens behorend bij artikel 1 (algemeen) Privacy Protocol
Van de personen over wie wordt gemeld, kunnen onderstaande gegevens, afhankelijk van de inhoud van de melding/signaal worden verwerkt. In fase 1 van het Privacy Protocol zijn dit de volgende gegevens:
Fase 1
- 1.
De melding en de daarin opgenomen persoonsgegevens zoals naam, adres, beroep etc.
- 2.
Of er sprake is van ondermijning:
- •
eventuele aanwijzingen voor ondermijning uit het onderzoek,
- •
het eventuele vervolg dat aan het onderzoek wordt gegeven.
- •
- 3.
informatie uit de Kamer van Koophandel.
- 4.
Informatie uit het Kadaster.
- 5.
Bestemmingsplannen.
- 6.
Informatie over erfpacht.
- 7.
Informatie afkomstig van het internet.
In fase 2 van het Privacy Protocol kunnen in aanvulling op gegevens uit fase 1 onderstaande gegevens worden verwerkt, afhankelijk van de melding en of relevante casusinformatie:
Fase 2
- 8.
Informatie uit vestigingenregister.
- 9.
Informatie uit systemen van DMO en GKB over uitkeringen, subsidies, jeugdzorg, schuldhulpverlening, beschermd wonen en andersoortige beschikkingen.
- 10.
Informatie uit meldpunten van zorg, overlast, klachten of gebreken
- 11.
Informatie uit de basisregistratie Adressen en Gebouwen.
- 12.
Informatie uit de basisregistratie personen.
- 13.
Informatie over leerplichtregistraties.
- 14.
Informatie over vergunningen en inspecties.
- 15.
Informatie uit systemen van toezichthouders, stadsbeheer en stadstoezicht.
- 16.
Informatie over gemeentelijke belastingen.
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl