Regeling Rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Kapelle 2019

Geldend van 11-07-2024 t/m heden

Intitulé

Regeling Rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Kapelle 2019

Het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kapelle;

Gelet op de artikelen 44 en 66 van de Gemeentewet en de artikelen 3.2.9,3.2.10, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers en de artikelen 3.6 en 3.8 van de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers;

Gelezen het advies van de afdeling P&O van GR Samenwerking de Bevelanden, documentkenmerk D19.006471;

Gelet op het collegebesluit d.d. 18 juni 2019 nummer 2019.06650.

B e s l u i t:

Vast te stellen de navolgende: REGELING RECHTSPOSITIE BURGEMEESTER EN WETHOUDERS GEMEENTE KAPELLE 2019

Artikel 1 Definitiebepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

  • a.

    College: college van burgemeester en wethouders.

  • b.

    Burgemeester: voorzitter van het college van burgemeester en wethouders.

  • c.

    Secretaris: de secretaris bedoeld in artikel 102 van de Gemeentewet.

  • d.

    Wethouder: lid van het college van burgemeester en wethouders.

Artikel 2 Ter beschikking gestelde auto burgemeester en wethouders

  • 1.

    Het college stelt aan de burgemeester of de wethouder ten laste van de gemeente geen auto ter beschikking.

  • 2.

    De burgemeester of de wethouder mag wel een auto die voor gemeenschappelijk gebruik is aangeschaft, gebruiken voor dienstreizen.

  • 3.

    Voor zover de burgemeester of de wethouder voor een dienstreis gebruik maakt van een auto die voor gemeenschappelijk gebruik is aangeschaft, heeft de burgemeester of de wethouder voor die dienstreis geen aanspraak op een reiskostenvergoeding.

  • 4.

    Als aan de burgemeester op grond van artikel 3.7 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers voor het regelmatig gebruik van een eigen vervoermiddel voor dienstreizen binnen de gemeente een vaste vergoeding is verleend, wordt deze vergoeding op grond van artikel 3.7 lid 3 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers gehalveerd als de burgemeester voor dienstreizen binnen de gemeente ook regelmatig gebruik maakt van een auto die voor gemeenschappelijk gebruik is aangeschaft.

Artikel 3 Reiskosten woon-werkverkeer

Als de burgemeester of de wethouder schriftelijk heeft verklaard dat voor reizen voor woon-werkverkeer altijd gebruik wordt gemaakt van een eigen vervoermiddel, wordt op verzoek een vaste vergoeding toegekend in overeenstemming met de fiscale regeling van het handboek loonheffingen van de Belastingdienst.

Artikel 4 Buitenlandse dienstreis

  • 1.

    Als de burgemeester of de wethouder in het gemeentelijk belang een reis buiten Nederland maakt, worden de in redelijkheid noodzakelijk gemaakte reis- en verblijfkosten vergoed.

  • 2.

    Voor een reis in het gemeentelijk belang buiten Nederland is vooraf toestemming van het college vereist.

Artikel 5 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing burgemeester en wethouders

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder die willen deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers in verband met de vervulling van hun functie dienen daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de secretaris.

  • 2.

    Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3.

    Het college beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

Artikel 6 Informatie- en communicatievoorzieningen (ICT-middelen)

  • 1.

    De burgemeester of de wethouder tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie ICT-middelen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2.

    De burgemeester of de wethouder levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde ICT-middelen in bij de gemeente. Overname van een ICT-middel is mogelijk als aan de volgende voorwaarden is voldaan:

    • a.

      De gemeente is bereid het ICT-middel af te stoten;

    • b.

      Het ICT-middel is door of namens de gemeente geschoond met speciale software in overeenstemming met de vastgestelde Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) die sinds 1 januari 2019 geldt (Stcrt. 26526);

    • c.

      De burgemeester of de wethouder betaalt de gemeente de resterende waarde in het economische verkeer van het ICT-middel.

Artikel 7 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel

  • 1.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2.

    Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze regeling, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964. 

Artikel 8 Betaling en declaratie van onkosten

  • 1.

    Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze regeling voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      Betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      Betaling vooruit uit eigen middelen of

    • c.

      Betaling ten laste van de gemeentelijke creditcard.

  • 2.

    Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.

  • 3.

    Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door de burgemeester of wethouder ingediend bij de secretaris of een daartoe aangewezen ambtenaar.

  • 4.

    De facturen worden geaccordeerd door de gemeentesecretaris of een daartoe aangewezen ambtenaar.

  • 5.

    Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan burgemeester of wethouders met de eerstvolgende salarisbetaling na het indienen van de aanvraag plaats vindt.

Artikel 9 Inwerkingtreding

  • 1.

    Deze regeling treedt in werking op de dag volgende op die van zijn bekendmaking doch niet eerder dan nadat de raad van de gemeente Kapelle de Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2017 vastgesteld op 24 januari 2017 heeft ingetrokken.

  • 2.

    De regeling werkt terug tot 1 januari 2019.

 

Artikel 10 Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling rechtspositie burgemeester en wethouders gemeente Kapelle 2019.

 

Aldus vastgesteld in de vergadering van het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Kapelle van 18 juni 2019,

Burgemeester en Wethouders van Kapelle,

mr. A.J. van den Berge mr. H.B. Hieltjes

Secretaris, Burgemeester