Gedragscode Integriteit politieke ambtsdragers gemeente Staphorst 2019

Geldend van 03-07-2019 t/m heden

Intitulé

Gedragscode Integriteit politieke ambtsdragers gemeente Staphorst 2019

De raad van de gemeente Staphorst

Gelezen het voorstel van burgermeester en wethouders van 16 april 2019.

Gelet op de artikelen 15, 41c, en 69, van de Gemeentewet

Besluit vast te stellen de Gedragscode Integriteit politieke ambtsdragers gemeente Staphorst 2019

Het rechtskarakter van deze Gedragscode is dat van een interne regeling in aanvulling op de wettelijke regels. Naast deze Gedragscode bestaan er voorschriften die in de wet of elders geregeld zijn, bijvoorbeeld over fraude en valsheid in geschrifte. Dergelijke voorschriften zijn hierin niet opgenomen.

De Gedragscode bevat zowel normen over hoe in een bepaalde situatie te handelen als regels over procedures die moeten worden gevolgd.

Artikel 1 Algemene bepalingen

  • 1. De Gedragscode integriteit politieke ambtsdragers gemeente Staphorst geldt voor de raadsleden, de burgemeester en de wethouders, tenzij uit de tekst anders blijkt.

  • 2. Waar in deze gedragscode wordt gesproken van ‘raadslid’ wordt mede gedoeld op burgemeester en wethouders

  • 3. Waar in deze gedragscode wordt gesproken van ‘griffier’ in relatie tot ‘raadslid’ wordt tevens gedoeld op de gemeentesecretaris in relatie tot burgemeester en wethouders.

  • 4. In gevallen waarin de Gedragscode niet voorziet of waarbij de toepassing niet eenduidig is, vindt bespreking plaats in respectievelijk de raad en het college van burgemeester en wethouders.

  • 5. De Gedragscode is openbaar en op toegankelijke wijze te raadplegen.

Artikel 2 Respect

  • 1. Het handelen van een politieke ambtsdrager is gericht op respect en gelijkwaardigheid van organisaties en burgers; de belangen van betrokken partijen worden met datzelfde respect afgewogen

  • 2. Respectvolle bejegening van de politieke ambtsdragers onderling, de raadsleden in hun verhouding tot de voorzitter van de raad, de leden van het college en een ieder ander binnen de ambtelijke organisatie en de griffie staat buiten kijf. Beledigende opmerkingen of opmerkingen op de persoon gericht worden niet gemaakt.

Artikel 3 (Neven)functies

  • 1. De politieke ambtsdrager levert de informatie aan over de (neven)functies die openbaar gemaakt moeten worden bij aanvang van het ambt. Als gaande het ambtstermijn nieuwe (nevenfuncties) aanvaard worden of de omstandigheden met betrekking tot bestaande (neven)functies wijzigen, wordt de informatie die hierop betrekking heeft binnen één maand aangeleverd bij griffier c.q. de gemeentesecretaris

  • 2. De informatie betreft in ieder geval

    • a.

      De omschrijving van de (neven)functie

    • b.

      De organisatie voor wie de (neven)functie wordt verricht

    • c.

      Of het al dan niet een (neven)functie betreft uit hoofde van het raadslidmaatschap en

    • d.

      Of de (neven)functie bezoldigd of onbezoldigd is

  • 3. De griffier c.q. de gemeentesecretaris legt hiervoor een register aan en beheert dit register. Het register is openbaar en via internet beschikbaar.

Artikel 4 Belangenverstrengeling

  • 1. Een politieke ambtsdrager doet opgave van zijn financiële belangen. Deze opgave is openbaar.

  • 2. Bij privaat-publieke samenwerkingsrelaties voorkomt de politieke ambtsdrager (de schijn van) bevoordeling in strijd met eerlijke concurrentieverhoudingen.

  • 3. Een oud-politieke ambtsdrager wordt het eerste jaar na de beëindiging van zijn ambtstermijn uitgesloten van het tegen beloning verrichten van werkzaamheden voor de gemeente waaraan hij verbonden was.

  • 4. Indien de onafhankelijke oordeelsvorming van een politieke ambtsdrager over een onderwerp in het geding kan zijn, geeft hij voorafgaande aan de besluitvorming daarover aan in hoeverre het onderwerp hem persoonlijk aangaat.

  • 5. Een politieke ambtsdrager die familie- of vriendschapsbetrekkingen of anderszins persoonlijke betrekkingen heeft met een aanbieder van diensten of zaken aan de gemeente, onthoudt zich van deelname aan de besluitvorming over de betreffende opdracht.

  • 6. Een politieke ambtsdrager neemt van een aanbieder van diensten aan de gemeente geen geschenken, faciliteiten of diensten aan die zijn onafhankelijke positie ten opzichte van de aanbieder kan beïnvloeden.

  • 7. Een politieke ambtsdrager vervult geen nevenfuncties die een structureel risico vormen voor een integere invulling van de politieke functie. Ook de schijn van belangenverstrengeling moet worden vermeden. De nevenfunctie mag geen afbreuk doen aan het aanzien van het ambt en mag niet leiden tot een zodanig tijdbeslag dat daardoor het functioneren als politieke ambtsdrager in het geding komt. De (hoogte van de) honorering van de nevenactiviteiten mag evenmin aanleiding geven tot discussies.

  • 8. Een politieke ambtsdrager geeft ten behoeve van de openbaarmaking van zijn nevenfuncties en nevenfuncties die uit hoofde van zijn politieke ambt worden vervuld aan voor welke organisatie de functies worden verricht, wat het tijdbeslag is en of de functies bezoldigd zijn.

  • 9. Een politieke ambtsdrager behoudt geen inkomsten uit een nevenfunctie die wordt vervuld vanuit zijn politieke ambt (tenzij dat op grond van de wet geheel of gedeeltelijk is toegestaan). De inkomsten komen in dat geval ten goede aan de gemeente Staphorst.

Artikel 5 Informatie

  • 1. Een politieke ambtsdrager gaat zorgvuldig en correct om met informatie waarover hij uit hoofde van zijn politieke ambt beschikt. Hij zorgt ervoor dat stukken met vertrouwelijke gegevens veilig worden opgeborgen en dat computerbestanden beveiligd zijn.

  • 2. Een politieke ambtsdrager maakt niet ten eigen bate of ten bate van zijn persoonlijke betrekkingen gebruik van in de uitoefening van het politieke ambt verkregen informatie.

Artikel 6.1 Geschenken

  • 1. Een politieke ambtsdrager accepteert geen geschenken, faciliteiten of diensten indien zijn onafhankelijke positie hierdoor kan worden beïnvloed. In onderhandelingssituaties weigert hij door betrokken relaties aangeboden geschenken of andere voordelen.

  • 2. Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde hebben van meer dan € 50,-, worden gemeld en in een register opgenomen. Dit register is openbaar en via internet beschikbaar.

  • 3. Geschenken en giften die een politieke ambtsdrager uit hoofde van zijn functie ontvangt en die een geschatte waarde van meer dan € 50,- vertegenwoordigen worden, als zij niet worden teruggestuurd, eigendom van de gemeente. Er wordt een gemeentelijke bestemming voor gezocht, deze bestemming wordt eveneens in het register opgenomen.

  • 4. Geschenken en giften die een waarde van € 50,- of minder vertegenwoordigen mogen worden behouden.

  • 5. Geschenken en giften worden niet op het huisadres ontvangen, uitgezonderd in geval van ziekte of bijzondere gebeurtenissen.

Artikel 6.2 Buitenlandse reizen en excursies

  • 1. Een politieke ambtsdrager die het voornemen heeft uit hoofde van zijn politieke functie een buitenlandse reis te maken of is uitgenodigd voor een buitenlandse reis of werkbezoek op kosten van derden, heeft vooraf toestemming nodig van het raadspresidium of het college. Het gemeentelijk belang van de reis is doorslaggevend voor de besluitvorming. Indien het toestemming aan een bestuurder betreft, wordt de raad over de besluitvorming geïnformeerd.

  • 2. Een politieke ambtsdrager meldt het voornemen tot een buitenlandse reis of een uitnodiging daartoe in het bestuursorgaan waar hij deel van uit maakt en verschaft daarbij informatie over het doel van de reis, de bijbehorende beleidsoverwegingen, de samenstelling van het gezelschap, de geraamde kosten en de wijze waarop van de reis verslag wordt gedaan.

  • 3. Het ten laste van de gemeente meereizen van de partner van een politieke ambtsdrager naar en in het buitenland is uitsluitend toegestaan wanneer dit gebeurt op uitnodiging van de ontvangende partij en het belang van de gemeente daarmee gediend is. Het meereizen van de partner wordt bij de besluitvorming betrokken.

  • 4. Het anderszins meereizen naar en in het buitenland van derden op kosten van de gemeente is niet toegestaan. Het meereizen van derden op eigen kosten is toegestaan en wordt in dat geval bij de besluitvorming betrokken.

  • 5. Het verlengen van een buitenlandse dienstreis voor privédoeleinden is toegestaan, mits dit is betrokken bij de besluitvorming. De extra reis- en verblijfkosten komen volledig voor rekening van de politieke ambtsdrager.

Artikel 6.3 Voorzieningen

  • 1. Politieke ambtsdragers houden zich aan het beleid dat is vastgesteld voor het gebruik van gemeentelijke faciliteiten, zoals computerapparatuur, en financiële middelen.

  • 2. De politieke ambtsdrager verantwoordt zich over zijn gebruik van de voorzieningen volgens de vastgestelde regels en procedures

  • 3. Een politieke ambtsdrager declareert geen kosten die reeds op een andere wijze worden vergoed

  • 4. Oneigenlijk gebruik van voorzieningen en eigendommen van de gemeente te eigen bate of ten bate van derden of partijdoeleinden is niet toegestaan tenzij hier andere afspraken over zijn gemaakt.

Artikel 7 Orde

  • 1. Politieke ambtsdragers houden zich tijdens vergaderingen aan het regelement van orde en volgen de aanwijzingen van de voorzitter op

  • 2. Politieke ambtsdragers laten zich in woord, gebaar en geschrift, inclusief elektronische berichten en berichten op social media, niet negatief uit over individuele ambtenaren en collega politieke ambtsdragers in persoon. Dit geldt zowel in vergaderingen als in het openbaar. Dit geldt niet voor politiek inhoudelijke zaken.

  • 3. Politieke ambtsdragers erkennen de orde-handhavende rol van de voorzitter en gedragen zich naar zijn aanwijzingen

Artikel 8 Uitvoering van de gedragscode

  • 1. Het college en de gemeenteraad bevorderen de eenduidige interpretatie van de gedragsode. In geval van leemtes en onduidelijkheden in de gedragscode voorzien zij daarin.

  • 2. Deze gedragscode sluit zoveel als mogelijk is aan op de gedragscode integriteit voor medewerkers.

  • 3. Ingeval de burgemeester van oordeel is dat een ambtsdrager in strijd met deze gedragscode handelt of heeft gehandeld, spreekt hij betrokken ambtsdrager daarop aan. Na afloop dan wel op een daarvoor geschikt ander moment doet hij daarvan verslag in het fractievoorzittersoverleg als het een raadslid betrof, respectievelijk het college als het een wethouder betrof.

  • 4. Op voorstel van de verschillende bestuursorganen worden er in ieder geval afspraken gemaakt over

    • a.

      De periodieke bespreking van het onderwerp integriteit in het algemeen en van de gedragscode in het bijzonder

    • b.

      De aanwijzing van contactpersonen of aanspreekpunten integriteit

    • c.

      De processtappen die worden gevolgd in geval van een vermoeden van een integriteitsschending van een politieke ambtsdrager

  • 5. De afspraken bedoeld in het eerste lid, maken deel uit van deze gedragscode

Artikel 9

  • 1. Deze gedragscode treedt in werking op de eerste dag nadat deze is bekend gemaakt en op dat tijdstip vervalt de Integriteitsnotitie politieke ambtsdragers gemeente Staphorst 2011.

  • 2. Deze gedragscode kan worden aangehaald als ‘Gedragscode Integriteit politieke ambtsdragers van de gemeente Staphorst 2019’.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van de gemeenteraad  van de gemeente Staphorst van 21 mei 2019

T.C. Segers,

voorzitter

L. Roest-Jonkers,

griffier

Toelichting Gedragscode Integriteit politieke ambtsdragers gemeente Staphorst 2019

Algemeen

Goed bestuur is integer bestuur. Daarmee is integriteit niet alleen een verantwoordelijkheid van de individuele politieke ambtsdragers, maar een gezamenlijk belang dat de hele organisatie en het hele bestuur in al zijn geledingen aangaat. Deze gedragscode richt zich daarom zowel tot de individuele politieke ambtsdragers als tot de bestuursorganen. Daarnaast is afgesproken dat de gemeentesecretaris en de griffier waar mogelijk hun handelen afstemmen op de inhoud van deze gedragscode.

Integriteit van politieke ambtsdragers verwijst naar de zorgvuldigheid die politieke ambtsdragers moeten betrachten bij het invullen van hun rol in de democratische rechtsstaat. Dat betekent de verantwoordelijkheid nemen die met de functie samenhangt en bereid zijn verantwoording af te leggen, aan collega-bestuurders en/of (leden van) de volksvertegenwoordiging en bovenal aan de burger. Ons democratische systeem en de democratische processen kunnen niet zonder integer functionerende organen en functionarissen. De integriteit van politieke ambtsdragers staat onder druk, wat vooral het gevolg is van allerlei maatschappelijke ontwikkelingen. Ook is de belangstelling voor integriteitsvraagstukken sterk toegenomen. Elke politieke ambtsdrager op elk bestuurlijk niveau kan bij alle afwegingen, soms plotseling, vragen krijgen over zijn integriteit. Wetenschappers doen onderzoek naar corruptie en fraude, journalisten vragen declaraties van bestuurders op en doen verslag van lokale affaires. Burgers mengen zich ook in het debat via sociale media en parlementariërs stellen Kamervragen.

In de democratische rechtsstaat dient eenieder zich te houden aan de wetten en regels die op democratische wijze zijn vastgesteld. Dat geldt in sterke mate voor de politieke ambtsdragers die (mede)verantwoordelijk zijn voor de totstandkoming van die wetten en regels. Zonder dat zal het vertrouwen in de democratische rechtsstaat gemakkelijk kunnen worden ondermijnd en het draagvlak voor de naleving van de wetten en regels verdwijnen.

Vertrekpunt voor de politieke ambtsdrager is de eed of gelofte die de politieke ambtsdrager bij de ambtsaanvaarding aflegt. Integriteit is niet alleen een kwestie van regels, maar ziet ook toe op de onderlinge omgangsvormen. Een respectvolle omgang met burgers en organisaties, tussen politieke ambtsdragers onderling en tussen politieke ambtsdragers en medewerkers, waarbij de eigen politieke inhoud en stijl van groot belang is.

Het college van burgemeester en wethouders en de gemeenteraad stellen een gedragscode vast. Dat is voorgeschreven in de artikelen 15, 41c en 69 van de Gemeentewet. De gedragscode is richtsnoer voor het handelen van individuele politieke ambtsdragers en heeft tot doel hen te ondersteunen bij de invulling van hun verantwoordelijkheid voor de integriteit van het openbaar bestuur.

Aangezien “integriteit” en gedrag als ondeelbaar en universeel worden gezien, is ervoor gekozen één gedragscode vast te stellen, die voor alle politieke ambtsdragers in de gemeente Staphorst geldt.

Het rechtskarakter van deze gedragscode is dat van een interne regeling, als nadere invulling en concretisering van de wettelijke regels. De gedragscode bevat in aanvulling op wettelijke regels gedragsnormen en regels over procedures die de transparantie van het handelen van politieke ambtsdragers evenals van de besluitvorming over en de naleving van de normen vergroten. Zij vormt een beoordelingskader en leidraad bij twijfel, vragen en discussies.

Het niet naleven van de gedragscode heeft geen rechtsgevolgen. Dat is ook niet het doel van de gedragscode. Sprake is van zelfbinding: vaststelling van de gedragscode is het begin van de intentie van alle betrokken politieke ambtsdragers om zich in houding en gedrag hieraan te conformeren.

De regels worden in een gezamenlijk debat vastgesteld door de politieke ambtsdragers zelf. In dit licht moeten de regels in de code worden gezien. Dat maakt de gedragscode evenwel niet vrijblijvend. De politieke ambtsdragers kunnen daarop worden aangesproken en zij dienen zich over de naleving ervan te verantwoorden. Het niet naleven van de gedragscode kan dus wel onderdeel worden van politiek debat en politieke gevolgen hebben.

Integriteit is een thema dat betekenis krijgt in het handelen. Een integriteitsbeleid dat alleen op papier bestaat, is slechts een dode letter. Daarom moet het handelen van politieke ambtsdragers regelmatig onderwerp van gesprek zijn, juist ook onderling, en ook daarbij geeft de gedragscode ondersteuning. De code en de voorgestelde registraties zijn instrumenten. Integriteit is uiteindelijk niet in regels te vangen. Integer handelen kan alleen in een cultuur en organisatie waar ook de andere waarden van goed bestuur worden nagestreefd.

De wetgeving (en de gedragscode in aanvulling hierop) bevat diverse voorschriften inzake openheid met het oog op de integriteit. Die voorschriften hebben betrekking op openbaarmaking van nevenfuncties en/of neveninkomsten, van geschenken, buitenlandse reizen, excursies en evenementen.

De registratie in de code is bedoeld om de transparantie te bevorderen die belangenverstrengeling en onverantwoord en/of onjuist gebruik van publieke middelen door politieke ambtsdragers moet tegengaan. De politieke ambtsdrager is primair zelf verantwoordelijk voor zijn integriteit en hij zal zich daar in alle openheid over moeten verantwoorden.

Artikelsgewijs

Artikel 1 Algemene bepalingen

Hierin staat beschreven, voor wie de gedragscode geldt. Voor de functionarissen gemeentesecretaris en griffier gelden de bepalingen uit hoofdstuk 15 CAR-UWO en ook de gedragscode integriteit voor medewerkers. Hoofdstuk 15 van de CAR/UWO heeft als kernbepaling artikel 15.1: “De ambtenaar is gehouden zijn functie nauwgezet en ijverig te vervullen en zich ook overigens te gedragen zoals een goed ambtenaar betaamt.“.

Artikel 2 Respect

Voor politieke ambtsdragers zijn integriteit en de handhaving daarvan essentieel voor het gezag van de lokale democratie. Zij moeten permanent het vertrouwen hebben van de bewoners. Door integer, transparant en met respect te handelen kunnen politieke ambtsdragers het gezag dat men als overheidsorgaan vertegenwoordigt behouden. Daartoe dient deze gedragscode met onderwerpen zoals hiervoor benoemd. De gedragscode is pas volledig als er een paragraaf in staat over omgangsvormen in de raad, tussen raad en college en over de wijze van debatteren. Het functioneren van de bestuursorganen en de positief kritische samenwerking met respect voor elkaars mening en programmatische verschillen is afhankelijk van de ruimte die en het respect dat men voor elkaar heeft.

De raad heeft een wettelijke relatie met het college en niet met de ambtelijke organisatie. Ook daarvan moeten politieke ambtsdragers zich bewust zijn. Het college kan op het functioneren van de ambtelijke organisatie worden aangesproken, niet de ambtenaren zelf. Zij kunnen zich immers niet verweren en zijn aan de raad geen verantwoording schuldig. Die verantwoording loopt via de ambtelijke lijnen van de gemeente. Informatie van het college aan de raad dient op tijd te geschieden en moet steeds vanuit de wettelijke informatieplicht worden verstrekt. Is dat niet mogelijk, dan verschaft het college de raad onmiddellijk inzicht in de redenen daarvan

Voorbeeld respect: bewonersavond

Op een bewonersavond legt een manager uit wat de plannen zijn ten aanzien van het herinrichten van een winkelstraat. De veranderingen zijn fors, de straat zal een half jaar open liggen, en de winkeliers zijn boos. ‘Wat u zegt klopt helemaal niet. U zegt ons dat het een half jaar zal duren, maar wij hebben van ambtenaren gehoord dat dit wel een zéér optimistische inschatting is en dat de straat wel eens veel langer open kan blijven liggen. Dat kost ons onze klanten. We pikken het niet!’ In de zaal zitten ook twee raadsleden. Tijdens de eerstvolgende raadsvergadering neemt een van hen het woord en zegt verontwaardigd dat de manager gewoon zat te liegen tegen bewoners. Dat we dit soort ambtenaren toch zeker niet willen in de gemeente en of de portefeuillehouder P&O met spoed een beoordelingsgesprekje met deze man wil voeren.

Dit is geen aanvaardbaar gedrag. Het is niet de bedoeling dat in een openbare vergadering, ambtenaren persoonlijk worden aangevallen. Een raadslid dat sterke twijfels heeft ten aanzien van individuele ambtenaren moet dit in beslotenheid natuurlijk kunnen bespreken. Daartoe kan hij zich het beste wenden tot de griffier of de wethouder. In de raad kan hij overigens wel melden dat hij zorgen heeft geuit bij de wethouder over het functioneren van sommige betrokken ambtenaren.

Artikel 3 (Neven)functies

Dit artikel is een uitwerking van de wettelijke verplichting om nevenfuncties openbaar te maken. Politieke ambtsdragers maken openbaar welke nevenfuncties zij vervullen. De politieke ambtsdrager is verantwoordelijk voor de tijdige aanlevering van de informatie en voor de actualiteit daarvan. De informatie wordt neergelegd in een openbaar register dat ter inzage ligt op het gemeentehuis.

Artikel 4 Belangenverstrengeling

In de Awb wordt er verschil gemaakt t.a.v. de openbaarmaking van (inkomsten uit) nevenfuncties tussen de burgemeester enerzijds en wethouders en raadsleden anderzijds

Artikelen 4.3 regelt de zogenaamde ‘draaideurconstructie’. door gedurende 1 jaar na aftreden de uitsluiting van betaalde werkzaamheden ten behoeve van de gemeente een bestuurlijk en financieel belang heeft. Hiermee wordt mogelijke vriendjespolitiek voorkomen en het risico op verstrengeling van persoonlijke en functionele belangen vermeden. Aanvaarding van een dienstbetrekking bij de gemeente is niet uitgesloten. Dat kan van belang zijn in het kader van de re-integratie en ter voorkoming van uitkeringslasten voor de gemeente. Uiteraard dienen daarbij de regels van werving en selectie en aanstelling te gelden die er voor iedereen zijn die bij de gemeente gaat solliciteren.

Voorbeeld Belangenverstrengeling: Relevant voor kandidaatstelling.

De griffier van de gemeente stuurt ruim een jaar voorafgaand aan de verkiezingen een brief uit aan alle organisaties, zoals de politieke partijen in de gemeente die deelnemen aan de verkiezingen, opdat zij daar bij de werving en selectie van aspirant raadsleden en vervolgens de vaststelling van de kandidatenlijsten vast rekening mee kunnen houden. De brief wijst op de wettelijke vereisten voor de benoembaarheid volgens de Gemeentewet en de Kieswet en vermeldt de met het raadslidmaatschap onverenigbare betrekkingen. De brief gaat in op het belang om mogelijke belangenverstrengeling te voorkomen bij nevenfuncties. Deze gemeente geeft aan dat het vanuit politiek maatschappelijk oogpunt wenselijk kan zijn om gedurende het raadslidmaatschap afstand te nemen van bepaalde maatschappelijke en/of bestuurlijke functies. Naar de heersende opvattingen van de raad van de gemeente zijn sommige functies, hoewel wettelijk toegestaan, niet wenselijk in samenhang met het raadslidmaatschap.

Voorbeeld belangenverstrengeling: combinatie van raadslidmaatschap en voorzitter voetbalvereniging

Een raadslid is voorzitter van een voetbalvereniging. Kan dit?

Artikel 13 van de Gemeentewet verbiedt de combinatie van deze functies niet. Het is dus geen overtreding van de gedragscode. Wel moet deze functie worden gemeld (zie artikel 3.1van de gedragscode) en de griffier moet zorgdragen voor bekendmaking van deze nevenactiviteit. Voor een raadslid geldt dat hij al zijn functies moet melden.

Bij behandeling sportnota mag het raadslid gewoon meestemmen, in een sportnota worden beslissingen voorgelegd die alle sport betreffen. Er treedt dus a priori geen verstrengeling van belangen op als dit raadslid mee doet aan de besluitvorming in de raad. Kennis bij raadsleden over sport is van groot belang om kwalitatief goede besluiten over sport te nemen voor de gemeente. Het is dus van belang dat hij meedoet in de besluitvorming. Meestemmen mag niet als het belang van een raadslid ('of een individu of organisatie waarbij hij een persoonlijke betrokkenheid heeft') wordt verstrengeld met het algemeen belang.

Bij besluitvorming over uitbreiding van voetbalvelden waarbij ook de club waar het raadslid voorzitter van is wordt genoemd is het niet toegestaan om mee te stemmen. De club is een van de (duidelijke) belanghebbenden in dit besluit, een verstrengeling van belangen is aan de orde: het belang van de club dat hij geacht wordt te dienen als voorzitter enerzijds en het belang van de gemeente voor de uitbreiding van voetbalvelden.

Het betreffende raadslid mag een ander lid van de fractie het woord laten voeren op dit dossier, maar het gaat bij de mogelijkheid om de besluitvorming te beïnvloeden om meer dan alleen het overdragen van het woordvoerderschap op dit dossier. Het raadslid dat voorzitter is van de voetbalclub mag ook intern het standpunt van de fractie niet beïnvloeden over de uitbreiding van de voetbalvelden. Omdat de burger niet kan controleren of hij dat ook daadwerkelijk niet heeft gedaan, is het zaak dat alle fractieleden erop toezien dat ook in de interne oordeels- en besluitvorming de activiteiten van dit raadslid gescheiden blijven.

Artikel 5 Informatie

Burgemeester en wethouders kunnen op grond van een belang, genoemd in artikel 10 van de Wet openbaarheid van bestuur, geheimhouding opleggen. Ook de burgemeester heeft die bevoegdheid. De geheimhoudingsplicht moet worden bevestigd door de volksvertegenwoordiging. Ook de gemeenteraad, onderscheidenlijk (de voorzitter van) een commissie kunnen geheimhouding opleggen (artikelen 25, 55 en 86 Gemeentewet)

Het schenden van de geheimhoudingsplicht is een misdrijf (artikel 272 Wetboek van Strafrecht).

Het is belangrijk dat alle politieke ambtsdragers de juiste maatregelen treffen teneinde te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen.

Het is dan ook belangrijk de juiste maatregelen te treffen om te voorkomen dat onbevoegden vertrouwelijke en/of geheime gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. Daarbij moet in de digitale setting worden gedacht aan de beveiliging van de computer, smartphones e.d. met wachtwoorden en het niet onbeheerd achterlaten van USB-sticks met vertrouwelijke/geheime informatie.

Voorbeeld Informatie: Voorkennis voor je houden, ook in verkiezingstijd.

In een gemeente wordt een woonwijk ontwikkeld. Naar buiten toe lijkt het alsof het allemaal soepel verloopt; bij wijze van spreken kan morgen de eerste paal de grond in gaan. In een recente collegevergadering echter, is een geheim memo besproken dat een heel ander beeld geeft. Op het te ontwikkelen gebied staat een gebouw dat de gemeente moet kopen om ruimte te maken voor de woonwijk. Maar, de onderhandelingen met de eigenaar van dat gebouw willen niet vlotten. Er is zelfs een kans dat de gemeente de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) moet gaan gebruiken, waardoor de eigenaar de verplichting krijgt dat het gebouw in de komende drie jaar alleen aan de gemeente kan worden verkocht. Dat is zeer vertrouwelijke informatie. Als de betreffende eigenaar dat zou weten dan zou hij het gebouw snel aan iemand anders kunnen verkopen. Terwijl deze zaak loopt, wordt het verkiezingstijd. De betrokken wethouder is lijsttrekker namens zijn partij en neemt deel aan een verkiezingsdebat. Daar steekt een van zijn opponenten de loftrompet over de voortgang van het woningbouwproject.

De wethouder weet dat de situatie heel anders is, wil zijn opponent niet laten ‘scoren’, maar kan de strikt vertrouwelijke informatie uit het college niet gebruiken.

Dit soort dilemma’s speelt meer in verkiezingstijd. Als wethouder weet je vaak meer dan je in het openbaar kunt laten weten, wat vooral bij verkiezingsdebatten moeilijk is, waar vaak op het scherpst van de snede wordt gedebatteerd. Het is dan verleidelijk om je bredere kennis over een onderwerp te gebruiken. Het gaat dan immers om stemmen.

Voorbeeld informatie: vertrouwelijke informatie en familie

Het is nog niet bekend gemaakt wanneer de inschrijving voor de nieuwe huizen in een net ontwikkeld gebied van start zal gaan. Een raadslid schat in dat met een beetje goede wil van politiek en ambtenarij de inschrijving waarschijnlijk midden in de zomer zal plaatsvinden. Zijn zus wil graag wonen in dat gebied. Het raadslid mag zijn zus niet waarschuwen hierover. De inschatting over de inschrijving kan alleen worden gemaakt door een persoon met veel voorkennis. Dit raadslid beschikt over informatie die andere burgers niet hebben. Deze informatievoorsprong aanwenden ten bate van zijn zus is een overtreding van de gedragscode en mogelijk een verstrengeling van belangen.

Artikel 6.1 Geschenken

In de gedragscode is uitgangspunt dat geschenken, faciliteiten en diensten niet worden geaccepteerd als hiermee de onafhankelijke positie van de politieke ambtsdrager kan worden beïnvloed. Dat is in ieder geval aan de orde in onderhandelingssituaties. Is daarvan geen sprake dan kunnen om praktische redenen incidentele kleine geschenken (met een geschatte waarde van € 50 of minder) door de politieke ambtsdrager worden aanvaard, echter nooit op het huisadres. Duurdere geschenken worden door betrokkene niet aanvaard. Zij worden hetzij teruggestuurd c.q. teruggegeven hetzij eigendom van de gemeente die zorgt voor een goede bestemming van het geschenk. In een openbaar register worden opgenomen welke geschenken van meer dan € 50 de gemeente heeft aanvaard en welke bestemming daaraan is gegeven. Los van de hier genoemde drempelbedragen, staat het elke politieke ambtsdrager vrij, zulks naar eigen inschatting en moreel oordeel, om geschenken met een lagere waarde onder de werking van deze bepaling te brengen. Uiteraard kan niemand hiertoe worden verplicht.

Voorbeeld geschenken: gratis jaarkaart voor het theater

De raadsleden kunst en cultuur krijgen van een theater in Staphorst een gratis jaarkaart voor alle voorstellingen aangeboden. Het is voor het raadswerk goed om te weten hoe het reilt en zeilt bij het theater.

Het aannemen van de kaart is een overtreding van deze gedragscode. Het is niet noodzakelijk om een kaart te hebben om te weten hoe het reilt en zeilt bij het theater en het accepteren van een dergelijke gift roept mogelijk wel de schijn van corruptie op. De raad kan zich op een andere manier op de hoogte stellen omtrent het theater of de theaterbranche, zoals het afleggen van een werkbezoek met een duidelijk werkprogramma.

Voorbeeld geschenken: vrijkaarten voor evenementen

De gemeente subsidieert een jaarlijks wielerevenement met het oog op haar doelstelling om een sportieve gemeente te zijn en zoveel mogelijk burgers in beweging te krijgen en in aanraking te laten komen met deze populaire sport. Het college vraagt aan de organisatie dertig vrijkaarten voor college- en raadsleden zodat zij als ambassadeur van de gemeente aanwezig kunnen zijn. Dit zou het college niet moeten doen. In feite wordt er een geschenk gevraagd. Voor de organisatie is het moeilijk om nee te zeggen. Een dergelijk verzoek kan worden beschouwd als een oneigenlijke subsidie-eis. Verder is het doel van de subsidie niet het zichtbaar maken van de gemeente. Dit laatste zou in relatie tot dit evenement ook bereikt kunnen worden door de burgemeester of een wethouder bij de opening een rol te laten vervullen. Een andere mogelijkheid is dat de gemeente voor raads- en collegeleden – los van de subsidieverstrekking – een aantal kaartjes aanschaft.

In het geval de organisatie van het wielerevenement de gemeente dertig vrijkaartjes aanbiedt aan voor college- en raadsleden plus partners om achtergrondinformatie te geven over de organisatie van het evenement waarbij een rondleiding wordt gegeven met achtergrondinformatie is het anders. De uitnodiging heeft dan een duidelijk functioneel karakter. Voor de partners geldt dit echter niet. Als zij het evenement willen bijwonen, moeten zij zelf een kaartje kopen.

Artikel 6.2 buitenlandse reizen en excursies

Het gaat hier om excursies, evenementen en buitenlandse reizen die betrokkene als raadslid aanvaardt. Excursies, evenementen en buitenlandse reizen in de hoedanigheid van lid van een politieke partij vallen hier dus niet onder.

Voorbeeld evenementen: Wel of niet meedoen aan de zeiltocht.

Een wethouder EZ wordt voor een zeiltocht uitgenodigd door een grote landelijke onderneming waarmee hij geregeld zaken doet. Het college vindt dat hij niet op de uitnodiging moet ingaan vanwege mogelijke belangenverstrengeling. Later blijkt dat hij de enige wethouder in de regio is die niet bij het zeilevenement is geweest. Sterker nog, er blijken hele colleges van B en W te hebben deelgenomen. De wethouder krijgt het gevoel dat hij een belangrijke kans heeft gemist op informeel contact met collega’s. De wethouder: ‘Bij een volgende uitnodiging zou de afweging om wel of niet te gaan, anders kunnen zijn. Dat het goed voor het netwerk kan zijn wordt dan belangrijker dan de mogelijke belangenverstrengeling. Hierbij moet ook worden betrokken of er op dat moment iets speelt dat de keuze kan beïnvloeden. Ben je bijvoorbeeld in een contractfase met de onderneming dan wordt het anders; dan is het niet handig. Ben je echter in een fase waarbij het gaat om een partner die ooit wel eens wat in de gemeente heeft gedaan, dan wordt de drempel lager. Dus de beslissing om wel of niet mee te doen aan een dergelijke uitnodiging kan per situatie verschillen.’

Artikel 6.3 voorzieningen

Er zijn voor raadsleden voorschriften opgenomen in de gemeentelijke Verordening Rechtspositie over de wijze van declaratie (inclusief het overleggen van bewijsstukken) van vooruit betaalde (zakelijke) kosten en over rechtstreekse facturering van (zakelijke) kosten.

De gemeenteraad kan toestemming verlenen voor een excursie of reis naar het buitenland. Die excursie/reis moet zijn georganiseerd door of vanwege de gemeente. De in redelijkheid gemaakte reis- en verblijfkosten komen voor rekening van de gemeente. De gemeenteraad kan aan de toestemming voorwaarden verbinden.

Aan raadsleden worden rechtspositionele voorzieningen, vergoedingen en andere verstrekkingen geboden die een goed functioneren van de volksvertegenwoordigers mogelijk maken. Wat betreft de uitwerking van de principes van dit stelsel wordt aangesloten bij de werkwijze in het Voorzieningenbesluit dat geldt voor ministers en staatssecretarissen:

  • a.

    in beginsel worden voorzieningen en verstrekkingen in bruikleen ter beschikking gesteld;

  • b.

    indien een voorziening of verstrekking niet in bruikleen ter beschikking kan worden gesteld, wordt de factuur direct ten laste van de begroting van het bestuursorgaan betaald;

  • c.

    het vergoeden van voorzieningen en verstrekkingen achteraf door het indienen van declaraties, wordt tot een minimum beperkt;

  • d.

    voorzieningen, verstrekkingen en declaraties worden maandelijks openbaar gemaakt op internet.

Uitgangspunt is hier dat zo weinig mogelijk uitgaven door de politieke ambtsdragers zelf worden gedaan via zijn of haar privérekening. Geldstromen tussen de rekening van het bestuursorgaan en de persoonlijke rekening van de volksvertegenwoordiger maken een zwaardere controle op de uitgaven noodzakelijk.

Het raadslid zal zich uiteraard nauwgezet moeten houden aan de regels en procedures die er met het oog hierop voor hem of haar gelden.

Stelregel is dat privé gebruik van gemeentelijke voorzieningen niet is toegestaan. Wel hebben organisaties waarmee de politieke ambtsdrager functionele banden onderhoudt mogelijk een specifieke regeling die privégebruik van bedrijfsmiddelen reguleert, zoals privégebruik van een mobiele telefoon en tablet. In dat geval moeten daar goede afstemmingsafspraken over worden gemaakt.

Voorbeeld vergoedingen: Het gebruik van raadsfractievergoedingen.

De raadsfractievergoeding is bedoeld voor ondersteuning van het raadswerk. In de praktijk blijken de gemeenteraadsfracties niet goed te weten waarvoor ze de vergoeding precies mogen gebruiken. Zo worden er etentjes van betaald en cadeaus voor vertrekkende raadsleden of fractiemedewerkers, of worden ze aan teambuilding besteed. De griffie wijst de fracties erop dat dit in feite oneigenlijk gebruik is van de fractievergoeding. Daarop zijn er twee maatregelen genomen: ten eerste wordt de verantwoording over de besteding jaarlijks in het openbaar afgelegd, aan de raad. Ten tweede is er een protocol opgesteld waarin staat waaraan de vergoeding mag worden besteed. De eerste maatregel, de openbare verantwoording, begint ermee dat de gemeenteraad de hoogte van de fractievergoedingen vaststelt. De fracties leggen aan de raad verantwoording af over de besteding ervan, waarna de raad deze uiteindelijk goedkeurt. Zo verantwoordt elke fractie zich afzonderlijk over de gedane uitgaven. Als men het zelf, in alle openbaarheid, verdedigbaar vindt dat de fractievergoeding bijvoorbeeld voor horeca-uitgaven wordt gebruikt, dan is dat acceptabel.. Het protocol, de tweede maatregel, heeft tot doel dat de fracties wat scherper naar de besteding van de vergoedingen kijken.. Het is redelijk als de uitgave een rechtstreeks raakvlak heeft met het uitoefenen van het raadslidmaatschap, maar voorzichtigheid met individuele uitgaven is geboden. Waar de grens daarin ligt, kan per gemeente verschillen, afhankelijk van de interne cultuur. Het beste is om als college en raad een gezamenlijk gedragen lijn te formuleren, aansluitend op wat in de maatschappij als redelijk wordt ervaren. Bovendien is het belangrijk om openheid te geven en elkaar aan te spreken. Zo kan elk raadslid zich verantwoorden zonder in de verdediging te hoeven schieten

Voorbeeld vergoedingen: declareren treinkaartje

Een raadslid gaat met de trein naar een partijbijeenkomst van zijn politieke partij. Het treinkaartje mag niet bij de fractie gedeclareerd worden en uit het fractiebudget vergoed worden. Dit is in overtreding met artikel 6.3 van de gedragscode. Hoewel het van belang is voor het raadswerk dat een raadslid op de hoogte is van de standpunten van zijn partij, wordt het bijwonen van partijbijeenkomsten niet gezien als raadswerk voor de gemeente. Het fractiebudget is bedoeld voor het tegemoetkomen in de kosten die nauw verbonden zijn met het raadswerk voor de gemeente Staphorst.

Vergoedingenoverzicht onkosten

Bedrijfsvoeringskosten

Bestuurskosten

Kosten voor eigen rekening

Werkplek zoals bureau, meubilair

Verhuiskosten

Attenties en cadeaus voor naaste ondersteunende medewerkers

Inrichting werkkamer

Ondersteunend personeel (secretaresse, bode, chauffeur)

Vergoeding tijdelijke woonruimte

Uitgaven voor persoonlijke verzorging

Beveiliging werkplek

Compensatie bijtelling dienstauto

Aanpassingen werkplek in verband met arbeidsomstandigheden

ICT thuis (aansluiting, abonnementen, hard- en software)

Kleding (huur/aanschaf/reiniging)

ICT op de werkplek

Reis- en verblijfkosten binnen- en buitenland (met inbegrip van benodigde vaccinaties)

Miniaturen van onderscheidingen inclusief bevestiging op het kostuum

Mobiele telefoon/pda

Functionele consumpties, lunches en diners (uitsluitend in het buitenland inclusief de fooien)

Individuele consumpties buiten de werkplek

Kantoorbenodigdheden

Deelname aan congressen, cursussen en opleidingen

Alle partijpolitieke kosten zoals onderhoud politiek netwerk en bezoek partijgenootschappelijke bijeenkomsten inclusief reis- en verblijfkosten

Ontvangsten delegaties, werklunches en -diners en functionele borrels op de werkplek

Abonnementen en vakliteratuur op de werkplek

Ontvangsten zakelijke relatie thuis

Verzekeren of vergoeden schade (door diefstal, verlies of beschadiging) aan persoonlijke eigendommen ontstaan tijdens de ambtsvervulling

Lidmaatschap landelijke beroepsvereniging met professionaliseringsoogmerk

Contributies overige beroepsverenigingen

Jaarlijkse bijdrage zakelijke creditcard

Geschenken t.b.v. ambtsbezoek bij jubilea, openingen

Verkeersboetes

Wisselkosten buitenlandse valuta

Fooien in Nederland *

Pilotenkoffer voor vervoer van stukken

Persoonlijke schrijfwaren en benodigdheden zoals vulpen of aktetas

Representatieve aanpassingen aan de woning

Inrichting werkkamer / ontvangstruimte thuis

Abonnementen kranten en tijdschriften thuis

Visite kaartjes

Individuele consumpties buiten de werkplek

Bijeenkomsten voor strategieontwikkeling organisatie

Individuele lunches en maaltijden op de werkplek

Relatiegeschenken (mits functioneel verstrekt voor een externe)

Persoonlijke relatiegeschenken

Kerstkaarten

Functionele persoonlijke website of weblog

* In Nederland is een fooi een persoonlijke blijk van waardering voor de geboden service. In het buitenland vormt een fooi vaak een substantieel deel van de beloning van personeel en is daarmee niet onderhevig aan een persoonlijk oordeel over de serviceverlening. Alleen bij buitenlandse dienstreizen komt de fooi voor rekening van het bestuursorgaan, als onderdeel van de bestuurskosten.

Artikelen 7 en 8 Orde/uitvoering van de gedragscode

De gemeenteraad is het hoogste bestuursorgaan en als zodanig verantwoordelijk voor de inhoud van de gedragscode, voor een eenduidige interpretatie daarvan en voor wijziging/aanvulling daarvan bij onduidelijkheden of leemtes.

De Gemeentewet verplicht de gemeenteraad om voor zijn leden en voor de andere gemeentelijke politieke ambtsdragers een gedragscode vast te stellen. Aanvullend op de wettelijke regels die gelden voor politieke ambtsdragers, bevat de gedragscode een aantal materiële normen waaraan de politieke ambtsdragers zich dienen te houden. De burgemeester krijgt de wettelijke taak om de bestuurlijke integriteit van zijn of haar gemeente te bevorderen. Hiermee is de verantwoordelijkheid voor de portefeuille ‘integriteit’ duidelijk belegd. Het is de uitdrukkelijke intentie van de burgemeester om hieraan een passende en herkenbare invulling te geven.

Belangrijk onderdeel is ook de preventie: ervoor te zorgen dat integriteit en integriteitsbewustzijn in de bestuurlijke gremia een plek krijgen en daarbij afspraken te maken over een regelmatige bespreking van het thema integriteit, zowel in de volksvertegenwoordiging als met het bestuur.

Op grond van artikel 170 uit de Gemeentewet moet de burgemeester de integriteit van het bestuursorgaan bevorderen en (bij vermoedens van) integriteitsschendingen door het bestuur, handelend optreden. De burgemeester is daarmee de “hoeder van integriteit” in zijn bestuursorgaan. Om burgemeesters een handelingsperspectief te bieden, is het Steunpunt Integriteitsonderzoek Politieke Ambtsdragers ingesteld en ondergebracht bij BIOS (Bureau Integriteitsbevordering Openbare Sector). Hier kan een burgemeester voor advies bij de aanpak van integriteitsschendingen.

De burgemeester hoeft hier echter niet alleen voor te staan. Het maken van afspraken tussen de gemeenteraad en de burgemeester over de werkwijze die wordt gevolgd ingeval zich een incident of een vermoeden van een integriteitsschending voordoet kan hierbij helpen. Dat geeft houvast en rust op het moment dat er gehandeld dient te worden. Ten overvloede wordt opgemerkt, dat de opsomming in artikel 7, lid 2, eerste lid, niet uitputtend is.

Artikel 9

Dit artikel regelt de inwerkingtreding, en spreekt voor zich. Met de inwerkingtreding is de voorafgaande gedragscode komen te vervallen