Regeling vervallen per 01-07-2023

BELEIDSREGELS BEHOREND BIJ DE HUISVESTINGSVERORDENING LANGEDIJK 2019

Geldend van 01-07-2019 t/m 30-06-2023

Intitulé

BELEIDSREGELS BEHOREND BIJ DE HUISVESTINGSVERORDENING LANGEDIJK 2019

Het college van burgemeester en wethouders van Langedijk

Gelet op het bepaalde in artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht en de Huisvestingsverordening Langedijk 2019

b e s l u i t:

vast te stellen de hierbij opgenomen “Beleidsregels gemeente Langedijk 2019”.

Artikel 1. Begripsbepalingen

Alle begrippen en definities die in deze beleidsregels worden gebruikt en die niet nader worden omschreven hebben dezelfde betekenis als in de Gemeentewet, de Huisvestingswet 2014, de Algemene wet bestuursrecht en de Huisvestingsverordening Langedijk 2019.

Artikel 2. Criteria voor urgenties op medische/sociale indicatie (verordening artikel 11a)

1. Voor aanvragen op grond van medische indicatie (artikel 11a lid 2) wordt de situatie als onhoudbaar beschouwd in de volgende gevallen:

a. als de bruikbaarheid of toegankelijkheid van de woning door ziekte of door een lichamelijke of verstandelijke beperking ernstig wordt belemmerd (ergonomische belemmeringen);

b. als de huidige woonsituatie ernstige schade veroorzaakt aan de gezondheid.

2. Voor aanvragen op grond van sociale indicatie (artikel 11a lid 3) verlenen burgemeester en wethouders geen urgentie als de volgende omstandigheden zich voordoen:

a. problemen met de woning in de zin van:

1. ruimtegebrek, wonend in een te kleine woning;

2. een slecht onderhouden woning

3. problemen met tuinonderhoud, het huishouden, en het onderhoud van de woning vanwege slechte gezondheid;

4. vrijwillige verkoop van de eigen woning;

5. huuropzegging door verhuurder;

6. onderhuur of een tijdelijk huurcontract.

b. problemen met de woonomgeving in de zin van:

1. conflict met buren;

2. lawaaioverlast van de directe omgeving;

3. achteruitgang van de buurt.

c. Gezinsproblemen zoals:

1. Inwonend met of zonder kinderen.

2. Zwangerschap.

3. Echtscheiding/relatieverbreking met of zonder kinderen.

4. Slechte ouder-kind relatie.

5. Wanneer men de partner (eventueel met kinderen) vanuit het buitenland wil laten overkomen.

d. Overige problemen zoals:

1. Geen eigen woning of dakloos.

2. Werk in de regio aanvaard.

3. Vanuit het buitenland teruggekeerd.

4. Wanneer men reeds gedurende een lange periode op woonruimte wacht.

5. Financiële problemen.

3. De in lid 2 vermelde situaties zijn niet limitatief omschreven. Het niet genoemd staan van een situatie in bovenstaande lijst leidt niet tot automatische toekenning van een urgentie op grond van sociale indicatie.

Artikel 3. Criteria voor urgenties op grond van calamiteit (verordening artikel 11e)

Er is sprake van een calamiteit als de bewoner de woning niet kan gebruiken door een onvoorziene gebeurtenis waarbij de woning verloren is gegaan of zodanig is beschadigd dat die redelijkerwijs niet meer te gebruiken is.

Artikel 4. Criteria voor urgenties op grond van mantelzorg (verordening artikel 11f)

1. Burgemeester en wethouders hanteren de volgende definitie voor mantelzorg:

“Mantelzorg is langdurige zorg die, niet in het kader van een hulpverlenend beroep, wordt aangeboden aan een hulpbehoevende door personen uit diens directe omgeving, waarbij zorgverlening rechtstreeks voortvloeit uit de sociale relatie en de gebruikelijke zorg van huisgenoten voor elkaar overstijgt.”

2. Bij een aanvraag voor urgentie op basis van mantelzorg wordt door burgemeester en wethouders van de woonplaats van de mantelzorgontvanger aan de hand van bij de aanvraag meegeleverde relevante bewijsstukken beoordeeld of deze langdurige zorg nodig heeft.

Artikel 5. Overgangsbepaling

Voor verzoeken tot toekenning van een huisvestingsindicatie en verzoeken tot indeling in een urgentiecategorie die zijn ingediend voor de inwerkingtreding van deze beleidsregels blijven de beleidsregels van kracht die golden op het moment van aanvragen. Dat geldt zowel voor aanvragen waarop al een besluit is genomen als voor aanvragen die nog niet van een besluit zijn voorzien. Deze laatste worden afgehandeld conform de toen geldende beleidsregels.

Artikel 6. Inwerkingtreding en citeertitel

1. Deze beleidsregels treden in werking op dezelfde datum als de Huisvestingsverordening Langedijk. Zij vervallen op 1 juli 2023.

2. Deze beleidsregels kunnen worden aangehaald als Beleidsregels Urgenties Langedijk 2019.

Aldus vastgesteld in de vergadering van 26 maart 2019

Het college van burgemeester en wethouders van Langedijk

L.A.M. Kompier

burgemeester

E. Annaert

gemeentesecretaris/directeur  

BIJLAGE

DEZE BIJLAGE IS ALLEEN VAN TOEPASSING ALS DE GEMEENTE ZICH VOOR DE BEHANDELING VAN URGENTIE-AANVRAGEN LAAT ADVISEREN DOOR EEN INSTANTIE

(DE REGIONALE URGENTIE COMMISSIE)

1. Werkwijze van de Regionale Urgentiecommissie

De vergaderingen van de Commissie vinden plaats conform een jaarlijks te plannen vergaderschema waarbij uitgegaan wordt van de frequentie 1 keer per 3 weken. De vergaderstukken worden, spoedeisende gevallen uitgezonderd, tenminste één week voor aanvang van de vergadering bij de leden bezorgd. De vergaderingen zijn niet openbaar. De Commissie is bevoegd andere deskundigen voor de vergadering uit te nodigen. Bij het staken van de stemmen is de stem van de voorzitter doorslaggevend.

Voor het houden van vergaderingen van de Commissie is vereist dat in ieder geval de voorzitter en 2 overige leden aanwezig zijn. De leden van de Commissie zijn verplicht tot geheimhouding van hetgeen hun bij het verrichten van hun taak bekend is geworden met betrekking tot de aanvrager. De gegevens die met betrekking tot een verzoek om toekenning van een urgentie bekend zijn geworden, worden geregistreerd.

De Regionale Urgentiecommissie:

• beoordeelt of de aanvrager voldoet aan de voorwaarden voor urgentie die zijn vermeld in dit uitvoeringsvoorschrift urgentiebepaling, aan de hand van de aanvraag en het pré-advies;

• beziet of er vergelijkbare aanvragen zijn geweest en hoe daarop is beslist;

• geeft op basis van deze twee afwegingen advies aan het betreffende college van burgemeester en wethouders over het wel of niet toekennen van urgentie;

• rapporteert periodiek over haar werkzaamheden (onder andere over aantal behandelde aanvragen, afwijzingen, redenen) en kan beleidsvoorstellen doen op het gebied van de urgentietoekenning.

2. Samenstelling van de Regionale Urgentiecommissie

De Regionale Urgentiecommissie bestaat tenminste uit vier leden: een onafhankelijk voorzitter, een adviseur uit het maatschappelijke werk en afgevaardigden op voordracht van gemeenten en corporaties in de Regio Alkmaar. De administratieve ondersteuning van de Commissie wordt verzorgd door een secretaris. Naast de vaste vier leden wordt één vervangend lid aangewezen. De secretaris kan als vervanger dienen bij onvoldoende quorum.

De leden mogen niet zijn:

- medewerkers van gemeenten of corporaties die belast zijn met het opstellen van pré-adviezen;

- wethouders of burgemeesters van de regiogemeenten;

- artsen of andere specialisten die beoordelingen uitbrengen over urgentie-aanvragers.

Voor de benoeming van de leden wordt een voordracht gedaan door het regionaal bestuurlijk overleg wonen in de regio Alkmaar. Om praktische redenen vindt de daadwerkelijke benoeming plaats door burgemeester en wethouders van de gemeente Heiloo. De leden worden benoemd voor een periode van vier jaar en kunnen een keer herbenoemd worden Het lidmaatschap van de Commissie eindigt wanneer een lid van functie verandert of door schriftelijke opzegging van een lid. Binnen drie maanden wordt de functie weer opgevuld. Gedurende die periode wordt de vacante plaats vervuld door de plaatsvervanger.

Ondertekening