Verordening van het algemeen bestuur van Waterschap Limburg houdende regels omtrent commissies (Verordening voor de commissies van advies aan het dagelijks bestuur Waterschap Limburg 2019)

Geldend van 22-06-2019 t/m 03-08-2023

Intitulé

Verordening van het algemeen bestuur van Waterschap Limburg houdende regels omtrent commissies (Verordening voor de commissies van advies aan het dagelijks bestuur Waterschap Limburg 2019)

Het algemeen bestuur van Waterschap Limburg;

gezien het voorstel van het dagelijks bestuur inzake vaststelling 'Verordening voor de commissies van advies aan het dagelijks bestuur', AB-voorstel 2019, nummer 38;

gelet op het bepaalde in artikel 77 en 78, eerste lid van de Waterschapswet;

BESLUIT:

Onder gelijktijdige intrekking van de op 2 januari 2017 vastgestelde Verordening voor de commissies van advies aan het dagelijks bestuur, vast te stellen de 'Verordening voor de vaste commissies van advies aan het dagelijks bestuur Waterschap Limburg 2019', als volgt.

Artikel 1 Definities

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    commissie: commissie van advies aan het dagelijks bestuur;

  • b.

    lid: lid van de commissie;

  • c.

    burgercommissielid: lid van een commissie dat geen lid van het algemeen bestuur is en geen lid van het dagelijks bestuur is.

  • d.

    voorzitter: de voorzitter van de commissie;

  • e.

    secretaris: de secretaris van de commissie;

  • f.

    algemeen bestuur: het algemeen bestuur van het waterschap;

  • g.

    dagelijks bestuur: het dagelijks bestuur van het waterschap.

  • h.

    toehoorder: iedere aanwezige, niet zijnde lid, voorzitter of plaatsvervangend voorzitter van de commissie.

Artikel 2 Adviescommissies

Het waterschap kent twee vaste commissies van advies aan het dagelijks bestuur:

een ‘commissie Waterkeringen & Bestuur en Organisatie’, afgekort: commissie WBO, en

een ‘commissie Watersysteem, Zuiveren en Waterketen’, afgekort: commissie WZW.

Artikel 3 Ad hoc commissies

  • 1. Het algemeen bestuur kan besluiten tot het instellen van een ad hoc-commissie, waarbij de bepalingen van deze verordening zoveel als mogelijk van overeenkomstige toepassing zijn.

  • 2. Het instellingsbesluit omvat de taak van de ad hoc-commissie.

Artikel 4 Taak en taakvelden

  • 1. De commissies hebben tot taak het gevraagd of ongevraagd adviseren van het dagelijks bestuur over zaken, behorende tot de taakvelden van de commissies.

  • 2. De taakvelden van de commissie Waterkeringen & Bestuur en Organisatie zijn onder andere:

    • a.

      dijkversterking

    • b.

      zorgplicht waterkeringen

    • c.

      vergunningverlening en plantoetsing

    • d.

      recreatie

    • e.

      communicatie en klantcontact

    • f.

      mens en organisatie

    • g.

      financiën, control en facilitaire zaken

    • h.

      informatievoorziening

    • i.

      crisisbeheersing

    • j.

      toezicht en handhaving

  • 3. De taakvelden van de commissie Watersysteem, Zuiveren en Waterketen zijn onder andere:

    • a.

      functies van water en rol waterschap

    • b.

      peilbeheer, wateraanvoer en verdrogingsbestrijding

    • c.

      wateroverlast en bodemerosie

    • d.

      beken en beekdalen

    • e.

      water en ruimte

    • f.

      waterkwaliteit en ecologie

    • g.

      afvalwaterketen

    • h.

      samenwerking in de waterketen

    • i.

      grondbeleid en areaalbeheer

Artikel 5 Samenstelling, voordracht en benoeming.

  • 1. De in artikel 2 genoemde commissies bestaan elk uit maximaal negenentwintig leden waarvan

    • a.

      maximaal vijftien leden te benoemen door en uit het algemeen bestuur en

    • b.

      maximaal veertien leden door het algemeen bestuur.

  • 2. Om invulling te geven aan het lidmaatschap zoals bedoeld in het eerste lid onder b. kan elke fractie voor elke commissie één kandidaat voordragen als burgercommissielid, dat geen deel uitmaakt van het algemeen bestuur maar bij de laatstgehouden verkiezingen op de kieslijst heeft gestaan. Een kandidaat-burgercommissielid vanuit de geborgde fractie Ongebouwd, de geborgde fractie Bedrijven en de geborgde fractie Natuurterreinen wordt voorgedragen vanuit respectievelijk de Limburgse Land- en tuinbouwbond LLTB, de Kamer van Koophandel en de Vereniging van Bos- en natuurterreineigenaren VBNE.

  • 3. De in het eerste lid bedoelde leden worden benoemd, als volgt:

    • a.

      door en uit het algemeen bestuur:

      • -

        vijf of zes leden uit de fractie Waterbelang

      • -

        twee leden uit de fractie Natuurterreinen/Water Natuurlijk

      • -

        één of twee leden uit de fractie Ongebouwd

      • -

        één of twee leden uit de fractie Bedrijven

      • -

        één lid uit de fractie VVD

      • -

        één lid uit de fractie Lokaal Limburg

      • -

        één lid uit de fractie 50PLUS

    • b.

      door het algemeen bestuur:

      • -

        twee leden uit de fractie Waterbelang

      • -

        twee leden uit de fractie Natuurterreinen/Water Natuurlijk

      • -

        twee leden uit de fractie Ongebouwd

      • -

        twee leden uit de fractie Bedrijven

      • -

        twee leden uit de fractie VVD

      • -

        twee leden uit de fractie Lokaal Limburg

      • -

        twee leden uit de fractie 50PLUS

  • 4. Een plaatsvervangend lid kan uitsluitend door en uit het algemeen bestuur worden benoemd en betreft het lidmaatschap zoals bedoeld in het derde lid onder a. Een plaatsvervangend lid treedt slechts op bij afwezigheid van het lid dat wordt vervangen.

  • 5. Het dagelijks bestuur wijst uit zijn midden de voorzitter en plaatsvervangend voorzitter van iedere commissie aan.

  • 6. De voorzitter en de plaatsvervangend voorzitter hebben geen stemrecht in de vergadering.

Artikel 6 Benoeming en toelating burgercommissielid

  • 1. Om te kunnen worden benoemd, respectievelijk toegelaten te kunnen worden als burgercommissielid, moet de betreffende kandidaat aan het algemeen bestuur overleggen:

    • a.

      een geloofsbrief in de vorm van een voordracht van de voorzitter van de fractie, respectievelijk een voordracht van het bestuur van de Limburgse Land- en Tuinbouwbond, de Kamer van koophandel of de Vereniging van Bos en Natuurterreineigenaren, gericht aan het algemeen bestuur.

    • b.

      het origineel van een gewaarmerkt afschrift uit de basisregistratie personen, waaruit de woonplaats, geboorteplaats en geboortedatum blijkt;

    • c.

      een bewijs van kandidaatstelling voor de meest recent gehouden verkiezing van de leden van het algemeen bestuur van het waterschap, dit voor zover het een burgerlidmaatschap betreft vanuit een fractie van niet-geborgde zetels;

    • d.

      een verklaring omtrent gedrag, niet ouder dan zes maanden;

    • e.

      een kopie van een identificatiebewijs.

    • f.

      een overzicht van beklede openbare betrekkingen en andere hoofd- en nevenfuncties met onderscheid in bezoldigde en onbezoldigde betrekkingen en functies.

    • g.

      een verklaring inhoudende een aanvaarding van benoeming.

  • 2. Alvorens het burgercommissielid kan worden toegelaten tot een commissie, stelt de Commissie onderzoek geloofsbrieven een onderzoek in. Artikel 4 van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van het algemeen bestuur Waterschap Limburg, jo. artikel 18 en artikel 19 van de Waterschapswet is van overeenkomstige toepassing.

  • 3. Na toelating legt het burgercommissielid in handen van de dijkgraaf van het waterschap de eed of belofte af, overeenkomstig artikel 34 van de Waterschapswet.

  • 4. Het Integriteitsbeleid Waterschap Limburg is van overeenkomstige toepassing op burgercommissieleden.

  • 5. Een burgercommissielid kan in een vergadering van het algemeen bestuur uitsluitend aanwezig zijn als toehoorder op de publieke tribune.

Artikel 7 Zittingsduur; einde lidmaatschap

  • 1. De zittingsduur van ieder lid is gelijk aan die van het lidmaatschap van het algemeen bestuur.

    • a.

      Het lidmaatschap van de leden en plaatsvervangend leden zoals bedoeld in artikel 5, derde lid onder a. eindigt gelijktijdig met het einde van het lidmaatschap van het algemeen bestuur.

    • b.

      Het lidmaatschap van de leden zoals bedoeld in artikel 5, derde lid onder b. eindigt bij opzegging door het lid dan wel bij opzegging door de voorzitter van de fractie die het lid heeft voorgedragen en eindigt in ieder geval op het moment dat een nieuw algemeen bestuur is geïnstalleerd.

  • 2. Onverkort het bepaalde in het eerste lid, eindigt het voorzitterschap van een commissie op het moment dat de voorzitter dan wel plaatsvervangend voorzitter ophoudt lid van het dagelijks bestuur te zijn.

  • 3. Ten aanzien van een ontslag van een burgercommissielid is het bepaalde in de Waterschapswet, zoals dat geldt voor de leden van het algemeen bestuur, van overeenkomstige toepassing.

Artikel 8 Secretariaat; besluitenlijst

  • 1. Het secretariaat van elke commissie berust bij de secretaris-directeur van het waterschap.

  • 2. De secretaris-directeur kan een ambtenaar aanwijzen als plaatsvervangend secretaris van de commissie.

  • 3. De secretaris kan zich door waterschapsambtenaren laten bijstaan.

  • 4. Van de vergaderingen van de commissie worden besluitenlijsten opgemaakt, met daarin opgenomen een beknopte zakelijke weergave van het besprokene, besluitvorming en van de overwegingen die aan de adviezen ten grondslag liggen.

  • 5. Een eventueel afwijkend gevoelen van een minderheid wordt afzonderlijk vermeld indien dat wordt verlangd.

  • 6. Het verslag wordt in de eerst daarop volgende commissievergadering ter vaststelling voorgelegd. Het verslag wordt ter kennisname gebracht van het algemeen bestuur.

Artikel 9 Vergaderingen

  • 1. De commissie vergadert op de data en tijdstippen, vermeld in het vergaderschema dat is opgemaakt door het dagelijks bestuur.

  • 2. De voorzitter kan in bijzondere gevallen met opgaaf van redenen een vergadering laten vervallen. Hij laat dit tijdig aan de leden weten.

  • 3. Indien de voorzitter het nodig oordeelt of wanneer er door ten minste drie leden van de commissie schriftelijk met opgaaf van redenen om is gevraagd, vergadert de commissie in afwijking van het vergaderschema.

    Met inachtneming van het gestelde in deze verordening, bepaalt de voorzitter na overleg met de leden dag en uur van de van het vergaderschema afwijkende vergadering.

  • 4. Het oproepen voor een vergadering geschiedt door of namens de voorzitter ten minste vijf dagen voor het tijdstip van de vergadering, bijzondere gevallen uitgezonderd.

    De oproepingsbrief vermeldt plaats, dag en uur van de vergadering, alsmede de agenda.

  • 5. De vergaderstukken worden voor zover mogelijk gelijktijdig met de oproepingsbrief aan de leden hoofdzakelijk digitaal toegezonden.

  • 6. Ieder lid kan de voorzitter schriftelijk onder opgave van reden verzoeken om een onderwerp aan de agenda toe te voegen.

  • 7. Ieder lid tekent vóór aanvang van de vergadering de presentielijst.

Artikel 10 Handhaving orde

De voorzitter zorgt voor de handhaving van de orde tijdens de vergadering. Hij kan de vergadering schorsen of verdagen indien hij dit met het oog op de handhaving van de orde wenselijk acht. Hij is bevoegd personen die de orde verstoren te doen verwijderen.

Artikel 11 Vergaderquorum

  • 1. De commissie mag niet overgaan tot het uitbrengen van advies indien niet ten minste de helft van het aantal zitting hebbende leden, de leden van het dagelijks bestuur buiten beschouwing gelaten, tegenwoordig is.

  • 2. Ingeval bij aanvang van de vergadering het volgens het eerste lid vereiste aantal leden niet tegenwoordig is, doet de voorzitter mededeling van de namen van de aanwezige leden, respectievelijk als zodanig fungerende plaatsvervangende leden.

    De voorzitter bepaalt voorts in overeenstemming met de aanwezige leden of de vergadering wordt gesloten dan wel de beraadslagingen worden voortgezet. Ingeval de vergadering wordt gesloten, bepaalt de voorzitter dag en uur waarop de volgende vergadering zal worden gehouden. Tussen de gesloten vergadering en de eerstvolgende vergadering ligt een periode van ten minste twee maal vierentwintig uur.

  • 3. Als ingevolge het tweede lid een tweede vergadering wordt belegd, is in deze vergadering de tegenwoordigheid van een derde deel van het aantal zitting hebbende leden, de leden van het dagelijks bestuur buiten beschouwing gelaten, voldoende om te adviseren over de onderwerpen die voor de eerste vergadering aan de orde waren gesteld.

Artikel 12 Openbaarheid vergaderingen

  • 1. De vergaderingen zijn openbaar. Het bepaalde in artikel 35 van de Waterschapswet is van overeenkomstige toepassing.

  • 2. Overeenkomstig het bepaalde in artikel 37 van de Waterschapswet kan de voorzitter geheimhouding opleggen aan de leden en de overige aanwezigen.

Artikel 13 Besluitvorming

  • 1. Alle adviezen worden bij meerderheid van stemmen uitgebracht. Bij het staken van de stemmen wordt geen advies uitgebracht, doch worden de verschillende standpunten ter kennis van het dagelijks bestuur gebracht.

  • 2. Ieder lid heeft één stem. Stemming geschiedt mondeling.

  • 3. Een lid onthoudt zich van de beoordeling of advisering betreffende een zaak die hem, diens partner of een bloed- of aanverwant tot en met de derde graad, persoonlijk aangaat of waarin deze als gelastigde is betrokken.

Artikel 14 Deelnemen aan beraadslagingen

Aan de beraadslagingen mag worden deelgenomen door andere leden van het dagelijks bestuur dan in artikel 5 bedoeld. Zij zijn uitgesloten bij een eventuele stemming over een uit te brengen advies.

Artikel 15 Meespreken derden

De voorzitter stelt toehoorders op hun verzoek in de gelegenheid het woord te voeren tijdens de vergadering met inachtneming van navolgend.

  • a.

    Het verzoek moet uiterlijk vóór aanvang van de vergadering bij de voorzitter worden ingediend, onder vermelding van het agendapunt of de agendapunten waarover men het woord wil voeren.

  • b.

    Bij de behandeling van ieder agendapunt, met uitzondering van de rondvraag, geeft de voorzitter de verzoeker het woord over het aan de orde zijnde agendapunt met een spreektijd van ten hoogste vijf minuten per agendapunt, waarbij de totale spreektijd per vergadering ten hoogste vijftien minuten bedraagt.

Artikel 16 Raadplegen deskundigen

  • 1. De commissie is bevoegd, naast waterschapspersoneel, deskundigen in vergadering te raadplegen.

  • 2. Raadpleging van een of meerdere deskundigen gebeurt niet, voor zover hieraan kosten verbonden zijn, dan na instemming van het dagelijks bestuur.

Artikel 17 Uitleg verordening

Bij twijfel over de uitleg van deze verordening en in de gevallen waarin deze verordening niet voorziet, beslist de voorzitter.

Artikel 18 Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking met ingang van de eerste dag na de dag van bekendmaking.

Artikel 19 Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als 'Verordening voor de commissies van advies aan het dagelijks bestuur Waterschap Limburg 2019'.

Ondertekening

Aldus besloten in de openbare vergadering van het algemeen bestuur van 12 juni 2019.

De secretaris-directeur,

ir. E.J.M. Keulers MMO

De dijkgraaf,

drs. ing. P.F.C.W. van der Broeck