Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR625030
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR625030/4
Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte Vlaardingen
Dit is een toekomstige tekst! Geldend vanaf 01-01-2025
Intitulé
Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte VlaardingenArtikel 1 Boetebepalingen
-
1. Overtreding door een natuurlijk persoon of rechtspersoon van het bij of krachtens de volgende artikelen van de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019 bepaalde of de op grond van artikel 1.4 daarbij gegeven voorschriften en beperkingen kan worden bestraft met een bestuurlijke boete: 2.7, eerste lid, 2.10, eerste en tweede lid, 2.10a, eerste en derde lid, 2.11, eerste lid, 2.13, eerste lid, 2.14, eerste lid, 2.16, eerste, tweede en derde lid, 2.17, 2.18, 2.20, eerste lid sub a en sub b, 2.21, eerste lid, 2.25a, 2.27 eerste lid, 2.34, eerste lid, 2.36, tweede lid, 2.37, eerste en tweede lid , 2.41, eerste en tiende lid, 2.44, eerste en tweede lid, 2.45b, 2.46, tweede lid, 2.47, eerste en tweede lid, 2.49c, eerste en tweede lid, 2:49f, 2.55, leden eerste en tweede lid, 2.56, eerste, tweede, vijfde en zevende lid, 2.57, eerste lid, 2.60 leden 1a, 1b en tweede lid, 2.64, tweede en derde lid, 2.66, leden 1a, 1b en tweede lid, 2.67, 2.68, 2.69, 2.69a, 2.70, eerste en tweede lid, 2.72, eerste lid, 2.73 eerste en vijfde lid, 2.74, eerste, vierde en vijfde lid, 2.75 eerste lid, 2.76, eerste lid, 2.77, leden 1a en 1b, 2.78, eerste en tweede lid, 2.85, eerste lid, 2.86, eerste en tweede lid, 2.86a tweede en derde lid, 2.89 (slechts voor art. 3 Opiumwet), 2.89a, eerste en tweede lid, 3.18, 3.19, 3.20, 3.21, 4.6, eerste lid, 4.40, 4.41, 4.42, eerste lid, 4.47, eerste lid, 5.2, leden 3a en 3b, 5.3, eerste lid, 5.4, 5.5, eerste lid, 5.6, leden 1a, 1b en 1c, 5.7, eerste lid, 5.8, eerste en tweede lid, 5.9, eerste lid, 5.10a, 5.11, eerste lid 1, 5.12, 5.13, 5.15, eerste lid, 5.18, eerste lid, 5.22, 5.22a, 5.22b, 5.23, 5.24, 5.25, eerste lid, 5.26, eerste lid, 5.27, eerste lid, 5.28, eerste lid, 5.29, eerste en derde lid, 5.30, eerste lid.
-
2. Overtreding door een natuurlijk persoon of rechtspersoon van het bij of krachtens de volgende artikelen van de Afvalstoffenverordening Vlaardingen 2014 bepaalde kan worden bestraft met een bestuurlijke boete: 7, eerste lid, 8, 9, 10, eerste en tweede lid, 11, eerste, tweede en zesde lid, 12, tweede lid 2, 15, eerste en vijfde lid, 16, tweede lid, 17, eerste lid, 18, eerste en tweede lid, 19, eerste en tweede lid, 20, 21, 22, eerste en tweede lid, 23, eerste lid 1, 24.
-
3. Overtreding door een natuurlijk persoon of rechtspersoon van het bij of krachtens de volgende artikelen van de Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Holy en Emaus 2025 bepaalde kan worden bestraft met een bestuurlijke boete: 3, derde lid, 4, eerste, derde, vierde en vijfde lid, 6, 10 en 12, derde lid.
-
4. Bij overtreding door een natuurlijk persoon van een voorschrift als genoemd in het eerste, tweede of derde lid van dit artikel is de hoogte van de bestuurlijke boete gelijk aan het bedrag dat is vermeld bij het betreffende voorschrift in de bijlage bij het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte.
-
5. Indien de bijlage bij het Besluit bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte geen bedrag bevat voor het overtreden van een voorschrift als genoemd in het eerste tot en met het derde lid van dit artikel dan is de hoogte van de bestuurlijke boete gelijk aan het bedrag dat in de bijlage bij deze verordening is vermeld bij het betreffende voorschrift.
-
6. Bij overtreding door een rechtspersoon van een voorschrift als genoemd in het eerste tot en met het derde lid van dit artikel wordt de hoogte van de boete die geldt voor een natuurlijk persoon vermenigvuldigd met factor twee.
-
7. Indien het boetebedrag hoger is dan het wettelijk maximum boetebedrag als bedoeld in artikel 154b, zesde lid, van de Gemeentewet, geldt het wettelijk maximum boetebedrag.
Artikel 2 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking op de dag na de dag waarop zij is bekendgemaakt.
Artikel 3 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als Verordening bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte Vlaardingen.
Ondertekening
Aldus vastgesteld in de openbare raadsvergadering van 6 juni 2019
de griffier,
drs. J. Mimpen
de voorzitter,
mr. A.M.M. Jetten Msc
Bijlage 1 als bedoeld in artikel 1, vijfde lid, van de Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte Vlaardingen
APV Vlaardingen 2019 artikel |
Onderwerp |
Boete in euro’s |
2.7, eerste lid |
Beperking aanbieden e.d. van geschreven of gedrukte stukken of afbeeldingen |
150 |
2.10, eerste en tweede lid |
Straatartiest en straatmuzikant |
200 |
2.10a, eerste en derde lid |
Draaiorgel |
200 |
2.11, eerste lid |
Voorwerpen op, aan of boven de weg |
250 |
2.13, eerste lid |
Aanleggen, beschadigen, opbreken en veranderen van een weg |
300 |
2.14, eerste lid |
Maken, veranderen van een uitweg |
300 |
2.16, eerste lid |
Winkelwagentjes (rechthebbende op een bedrijf) |
100 |
2.16, tweede en derde lid |
Winkelwagentjes (gebruiker) |
100 |
2.17 |
Hinderlijke beplanting of voorwerp |
100 |
2.18 |
Openen straatkolken e.d. |
100 |
2.20, eerste lid, sub a |
Rookverbod in bossen en natuurterreinen |
150 |
2.20, eerste lid, sub b |
Rookverbod in bossen en natuurterreinen (brandende voorwerpen) |
300 |
2.21, eerste lid |
Gevaarlijk of hinderlijk voorwerp |
100 |
2.25a |
(Slaap)verblijf op de weg, in voertuigen en in kampeermiddelen |
150 |
2.27, eerste lid |
Vergunningplicht evenement |
100 |
2.34, eerste lid |
Exploitatievergunning horeca-inrichting |
100 |
2.36, tweede lid |
Exploitatie horeca-inrichting, niet meer voldoen aan eisen Alcoholwet |
100 |
2.37, eerste lid |
Toezicht in horeca-inrichting (afwezigheid ondernemer of leidinggevende) |
415 |
2.37, tweede lid |
Toezicht in de horeca-inrichting (voorkomen strafbare feiten) |
415 |
2.41, eerste en tiende lid |
Sluitingstijden |
300 |
2.44, eerste lid |
Aanwezigheid bezoekers in door burgemeester gesloten horeca-inrichting |
100 |
2.44, tweede lid |
Toelating bezoekers in door burgemeester gesloten horeca-inrichting |
300 |
2.45b |
Het bij zich hebben van lachgas in of om een openbare inrichting, om dit te verkopen of te gebruiken. |
100 |
2.46, tweede lid |
Handel in horeca-inrichting |
100 |
2.47, eerste en tweede lid |
Ordeverstoring en aanzegging |
100 |
2.49c, eerste en tweede lid |
Sluitingstijden inrichtingen van paracommerciële rechtspersonen |
150 |
2.49f |
Proeverijen in slijterijen |
150 |
2.55, eerste lid |
Betreden gesloten woning of lokaal (art. 174a Gemeentewet |
100 |
2.55, tweede lid |
Betreden gesloten woning of lokaal (art. 13b Opiumwet) |
100 |
2.56, eerste lid |
Plakken en kladden (algemeen) |
150 |
2.56, tweede lid |
Plakken en kladden (aanplakbiljet; met bepaalde stoffen) |
150 |
2.56, vijfde lid |
Plakken en kladden (handelsreclame) |
150 |
2.56, zevende lid |
Plakken en kladden (tonen schriftelijke toestemming) |
100 |
2.57, eerste lid |
Vervoer plakgereedschap e.d. |
150 |
2.60, lid 1a |
Hinderlijk gedrag op of aan de weg (klimmen op beeld, monument etc.) |
100 |
2.60, lid 1b |
Hinderlijk gedrag op of aan de openbare weg (zich ophouden, overig) |
150 |
2.60, tweede lid |
Verblijf op aangewezen plaatsen waar dit is verboden |
150 |
2.64, tweede en derde lid |
Verboden drankgebruik/bezit |
100 |
2.66, lid 1a |
Hinderlijk gedrag in portiek of poort |
100 |
2.66, lid 1b |
Hinderlijk gedrag in, op of tegen raamkozijn of drempel |
100 |
2.66, tweede lid |
Hinderlijk gedrag in voor gemeenschappelijk gebruik bestemde ruimte van een gebouw |
100 |
2.67 |
Zich zonder redelijk doel en op een voor anderen hinderlijke wijze ophouden in een voor het publiek toegankelijke ruimte |
150 |
2.67 |
Een voor het publiek toegankelijke ruimte verontreinigen |
150 |
2.67 |
Een voor het publiek toegankelijke ruimte voor een ander doel gebruiken |
100 |
2.68 |
Neerzetten van fietsen e.d. |
50 |
2.69 |
Met een fiets of bromfiets op markten/kermisterrein e.d. zich bevinden |
50 |
2.69a |
Overig hinderlijk gedrag |
100 |
2.70, eerste lid |
Bespieden van personen (kennelijke bedoeling) |
150 |
2.70, tweede lid |
Bespieden van personen |
150 |
2.72, lid 1a |
Loslopende honden op kinderspeelplaats e.d. |
150 |
2.72, lid 1b |
Loslopende honden op een weg binnen de bebouwde kom |
100 |
2.72, lid 1c |
Loslopende honden op een aangewezen plaats buiten de bebouwde kom |
100 |
2.72, lid 1d |
Loslopende honden niet voorzien van halsband of ander identificatiekenmerk |
100 |
2.73, eerste lid |
Verontreiniging door honden |
150 |
2.73, vijfde lid |
Opruimmiddel bij zich dragen en niet tonen op eerste vordering |
100 |
2.74, eerste lid |
Gevaarlijke honden aanlijngebod en muilkorfgebod |
250 |
2.74, vierde lid |
Gevaarlijke honden microchip |
250 |
2.74, vijfde lid |
Hinderlijk gedrag hond; blaffen of janken |
150 |
2.75, eerste lid |
Houden van hinderlijke of schadelijke dieren |
150 |
2.76, eerste lid |
Loslopend vee |
150 |
2.77, lid 1a |
Bijen (bij woningen of gebouwen) |
100 |
2.77, lid 1b |
Bijen (bij de weg) |
100 |
2.78, eerste en tweede lid |
Voederverbod overlast gevende vogels |
100 |
2.85, eerste lid |
Ter beschikking stellen van consumentenvuurwerk zonder vergunning |
250 |
2.86, eerste lid |
Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling (aangewezen gebied) |
250 |
2.86, tweede lid |
Bezigen van consumentenvuurwerk tijdens de jaarwisseling (schade, overlast e.d.) |
250 |
2.86a, tweede lid |
Verbod carbid schieten op een openbare plaats |
250 |
2.86a, derde lid |
Verbod materialen te vervoeren of voorhanden te hebben op een openbare plaats die klaarblijkelijk bestemd zijn voor het schieten van carbid. |
200 |
2.89 |
Openlijk drugsgebruik (slechts artikel 3 Opiumwet) |
100 |
2.89a, eerste lid |
Overlast door lachgas |
150 |
2.89a, tweede lid |
In een aangewezen gebied, lachgas bij zich hebben, gebruiken, of voorbereidingen treffen voor het gebruik |
100 |
3.18 |
Raamprostitutie |
250 |
3.19 |
Straatprostitutie |
250 |
3.20 |
Het geen gehoor geven aan een bevel van een politie agent of toezichthouder, gegeven met oog op de naleving van het verbod artikel 3.19 van de APV Vlaardingen 2019 om zich te verwijderen in een bepaalde richting |
400 |
3.21 |
Verbodsbepalingen klanten |
250 |
4.6, eerste lid |
Overige geluidhinder |
150 |
4.40 |
Natuurlijke behoefte doen |
150 |
4.41 |
Toestand van sloten en andere wateren en niet openbare riolen en putten buiten gebouwen |
100 |
4.42, eerste lid |
Opslag voertuigen, vaartuigen, mest, afvalstoffen |
150 |
4.47, eerste lid |
Recreatief nachtverblijf buiten kampeerterreinen |
150 |
5.2, lid 3a |
Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. (op de weg) |
150 |
5.2, lid 3b |
Parkeren van voertuigen van autobedrijf e.d. (gebruik weg als werkplaats) |
150 |
5.3, eerste lid |
Te koop aanbieden van voertuigen |
250 |
5.4 |
Defecte voertuigen |
150 |
5.5, eerste lid |
Voertuigwrakken |
410 |
5.6, lid 1a |
Kampeermiddelen e.a. (langer dan drie achtereenvolgende dagen) |
100 |
5.6, leden 1b en 1c |
Kampeermiddelen e.a. (in strijd met belemmering uitzicht of uiterlijk aanzien gemeente) |
100 |
5.7, eerste lid |
Parkeren van reclamevoertuigen |
250 |
5.8, eerste lid |
Parkeren van grote voertuigen (strijd met uiterlijk aanzien gemeente) |
100 |
5.8, tweede lid |
Parkeren van grote voertuigen (verdeling beschikbare parkeerruimte) |
100 |
5.9, eerste lid |
Parkeren van uitzicht belemmerende voertuigen |
100 |
5.10a |
Parkeren anders dan op de rijbaan |
100 |
5.11, eerste lid |
Aantasting groenvoorziening door motorvoertuigen met twee of meer dan twee wielen |
150 |
5.11, eerste lid |
Aantasting groenvoorziening door bromfietsen of snorfietsen |
100 |
5.11, eerste lid |
Aantasting groenvoorziening door fietsers, bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor en overige weggebruikers |
60 |
5.12 |
Overlast van fiets of bromfiets op aangewezen plaatsen |
50 |
5.13 |
Inzameling van geld of goederen |
150 |
5.15, eerste lid |
Venten op verboden plaats of tijd |
150 |
5.18, eerste lid |
Een standplaats innemen zonder vergunning |
150 |
5.22 |
Beschadigen van waterstaatswerken |
100 |
5.22a |
Voorwerpen op, in of boven openbaar water |
100 |
5.22b |
Magneetvissen |
150 |
5.23 |
Reddingsmiddelen |
150 |
5.24 |
Zwemverbod |
100 |
5.25, eerste lid |
Veiligheid op het water |
150 |
5.26, eerste lid |
Overlast aan vaartuigen |
100 |
5.27, eerste lid |
Gemotoriseerd verkeer op crossterreinen |
100 |
5.28, eerste lid |
Beperking verkeer in natuurgebieden door motorvoertuigen met twee of meer dan twee wielen |
150 |
5.28, eerste lid |
Beperking verkeer in natuurgebieden door bromfietsen of snorfietsen |
100 |
5.28, eerste lid |
Beperking verkeer in natuurgebieden voor fietsers, bestuurders van gehandicaptenvoertuigen met of zonder motor en overige weggebruikers (waaronder onder andere wordt verstaan ruiter met paard) |
60 |
5.29, eerste en derde lid |
Verbod afvalstoffen te verbranden buiten inrichtingen of anderszins vuur te stoken |
300 |
5.30, eerste lid |
Reclameborden |
250 |
Afvalstoffen-verordening Vlaardingen 2014 artikel |
Onderwerp |
Boete in euro’s |
7, eerste lid |
Inzamelverbod huishoudelijke afvalstoffen behoudens aanwijzing als inzamelaar |
150 |
8 |
Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen aan anderen |
100 |
9 |
Verbod op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen door anderen dan de gebruikers van percelen |
100 |
10, eerste en tweede lid |
Niet afzonderlijk ter inzameling aanbieden |
100 |
11, eerste, tweede en zesde lid |
Onjuist ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen |
100 |
12, tweede lid |
Op het verkeerde moment ter inzameling aanbieden |
100 |
15, eerste en vijfde lid |
Ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan de inzameldienst dan wel deze in strijd met de regels aanbieden |
100 |
16, tweede lid |
Het ter inzameling aanbieden van bedrijfsafvalstoffen aan een ander dan de inzameldienst in strijd met door het college gestelde regels. |
100 |
17, eerste lid |
Diffuse milieuverontreiniging |
410 |
18, eerste en tweede lid |
Achterlaten van straatafval |
150 |
19, eerste en tweede lid |
Het verstoren van reeds ter inzameling aangeboden afvalstoffen |
150 |
20 |
Afvalbakken in inrichtingen voor het verbruiken van eet- en drinkwaren en het schoonhouden van de omgeving |
150 |
|
|
|
21 |
Wegwerpen van reclamebiljetten of ander promotiemateriaal |
150 |
22, eerste en tweede lid |
Zwerfafval bij vervoeren, laden en lossen of overige werkzaamheden |
150 |
23, eerste lid |
Verbod opslag van afvalstoffen |
250 |
24 |
Afgifte autowrakken afkomstig uit een huishouden |
410 |
Verordening op het beheer en het gebruik van de gemeentelijke begraafplaatsen Holy en Emaus 2025 |
Onderwerp |
Boete in euro’s |
3, derde lid |
Zich op een gesloten begraafplaats bevinden, anders dan voor het bijwonen van een begrafenis of de bezorging van as. |
100 |
4, eerste lid |
Het met een voertuig rijden op de begraafplaats zonder toestemming dan wel in strijd met de aanwijzingen gegeven door de beheerder. |
150 |
4, eerste lid |
Het sneller dan 10 km per uur rijden op de begraafplaats. |
100 |
4, eerste lid |
Het met zich meevoeren van een fiets, bromfiets of scooter. |
50 |
4, derde lid |
Het niet opvolgen van de aanwijzingen van de beheerder. |
150 |
4, vierde lid |
Het maken van foto’s en video-opnamen zonder toestemming van de beheerder. |
500 |
4, vijfde lid |
Zich niet op aanzegging van de beheerder van de begraafplaats verwijderen. |
200 |
6 |
Het aanwezig zijn bij de opgraving van lijken of asbussen of de ruiming van graven zonder met werkzaamheden belast te zijn door de beheerder. |
150 |
10 |
Het uitstrooien van as op de begraafplaats anders dan op de aangewezen verstrooiingsplaats. |
200 |
12, derde lid |
Het zonder melding of in strijd met een verbod van de beheerder gebruik maken van een geluidsinstallatie op de begraafplaats. |
150 |
Toelichting behorende bij de Verordening Bestuurlijke Boete Overlast in de Openbare Ruimte Vlaardingen
- 1.
Wettelijk kader
De mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen bij overlastfeiten is geregeld in de Gemeentewet (artikel 154b e.v.) en de daarop gebaseerde AMvB, het Besluit Bestuurlijke boete overlast in de openbare ruimte (Bboor). De Gemeentewet geeft gemeenten een zelfstandige bevoegdheid om tegen veel voorkomende en overlastgevende lichte overtredingen op te treden met een bestuurlijke boete. Uitgangspunt is dat de bestuurlijke boete geldt voor overtreding van alle voorschriften uit gemeentelijke verordeningen betreffende gedragingen die kunnen leiden tot overlast in de openbare ruimte en die tevens krachtens artikel 154 Gemeentewet strafbaar zijn gesteld. Dergelijke overtredingen zijn met name opgenomen in de Algemene Plaatselijke Verordening. Ook een Afvalstoffenverordening bevat voorschriften waarvan de overtreding kan leiden tot overlast voor het publiek. Om een bestuurlijke boete te kunnen opleggen, moeten deze voorschriften bij verordening worden aangewezen.
In deze verordening is bepaald voor overtreding van welke voorschriften uit de hiervoor genoemde verordeningen een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. De mogelijkheid om een bestuurlijke boete op te leggen, sluit niet uit dat daarnaast of in plaats daarvan een bestuursrechtelijke herstelsanctie wordt opgelegd, zoals een last onder dwangsom of een last onder bestuursdwang. Ook een herstelsanctie als de (tijdelijke) intrekking van een vergunning kan gepaard gaan met het opleggen van een bestuurlijke boete.
De mogelijkheden om een bestuurlijke boete voor overlastfeiten in te voeren, zijn op een aantal manieren begrensd door de wetgever. Zo is een klein aantal feiten opgenomen in een zogenaamde negatieve lijst (artikel 2 Besluit Bboor). Ten aanzien van de feiten die zijn genoemd in de negatieve lijst kan de gemeenteraad niet bepalen dat daarvoor een bestuurlijke boete kan worden opgelegd. Het gaat hierbij om voorschriften waarvan de overtreding gepaard kan gaan met geweld, zoals voorschriften met betrekking tot het hinderlijk gebruik van alcohol of het gebruik van harddrugs. Ook voorschriften met een gevaarzettend karakter (zoals voorschriften met betrekking tot samenscholingen, ongeregeldheden of vechten), of die evident raken aan ernstiger strafbare feiten (zoals voorschriften met betrekking tot de handel in drugs, heling, het meevoeren van rooftassen, steekwapens, inbrekerswerktuig en voorschriften met betrekking tot de exploitatie van prostitutie), zijn uitgezonderd van de bevoegdheid om een bestuurlijke boete op te leggen. Voor deze feiten is uitsluitend strafrechtelijke handhaving mogelijk. Daarnaast zijn voorschriften met betrekking tot het bedrijfsmatig gelegenheid geven tot prostitutie niet in deze verordening opgenomen. De handhaving van deze voorschriften vindt voornamelijk plaats middels herstelsancties (bij overtreding van vergunningvoorschriften), en strafrechtelijk (bij constateringen van mensenhandel).
Voor overtreding van de Afvalstoffenverordening Vlaardingen 2014 onder het regime van de bestuurlijke boete geldt een zogenaamde positieve lijst (artikel 3 Besluit Bboor). Alleen voor de feiten die op deze positieve lijst zijn opgenomen, kan een bestuurlijke boete worden ingevoerd. Het gaat hierbij om voorschriften die betrekking hebben op het ter inzameling aanbieden van huishoudelijke afvalstoffen en bedrijfsafvalstoffen en om voorschriften met betrekking tot het achterlaten van straatafval en zwerfafval. Vrijwel alle voorschriften uit de gemeentelijke Afvalstoffenverordening Vlaardingen 2014 vallen onder deze positieve lijst en zijn opgenomen in deze verordening, zodat bij overtreding daarvan een bestuurlijke boete kan worden opgelegd.
De verschillende boetecategorieën en de hoogte van de bestuurlijke boete is ten aanzien van een groot aantal overtredingen in (de bijlage bij) het Besluit Bboor vastgelegd. Voor zover ten aanzien van een voorschrift de boetecategorie en de hoogte van de boete niet uit het Besluit Bboor volgt, kan de gemeenteraad de boetehoogte zelf bij verordening vaststellen. Daarbij gelden echter wel de in de Gemeentewet vastgelegde maxima. De bestuurlijke boete kan voor een natuurlijk persoon (per gedraging) niet hoger zijn dan € 415,- en voor rechtspersonen niet hoger dan
€ 2.250,-. Voor de niet in het Besluit Bboor vastgestelde tarieven is met het oog op de rechtszekerheid en rechtsgelijkheid nu voor tarieven gekozen die zoveel mogelijk in lijn zijn met de wel bij dat Besluit Bboor vastgestelde tarieven.
Vanwege de overzichtelijkheid zijn alle beboetbare feiten en de boetehoogte ten aanzien van natuurlijke personen in de bijlage bij de verordening opgenomen. Wanneer de boetehoogte is bepaald in het Besluit Bboor is achter het desbetreffende feit de vermelding ‘bijlage Bboor’ opgenomen. Ontbreekt deze vermelding dan wordt de boetehoogte door de raad vastgesteld.
Bij overtredingen door rechtspersonen wordt het boetebedrag voor een natuurlijk persoon vermenigvuldigd met de factor twee.
- 2.
Artikelsgewijs
Artikel 1 Boetebepalingen
Eerste en tweede lid, boetebepalingen
Uit het wettelijk regime ten aanzien van de bestuurlijke boete voor overlast in de openbare ruimte volgt dat de overtreding van een voorschrift dat ziet op gedragingen die leiden tot overlast in de openbare ruimte bestuurlijk kunnen worden beboet. Voorwaarde daarvoor is dat de betreffende bepaling tevens strafbaar is gesteld krachtens artikel 154 Gemeentewet en niet voorkomt op de negatieve lijst als bedoeld in artikel 2 van het Besluit Bboor. In het eerste en tweede lid zijn de voorschriften uit respectievelijk de Algemene Plaatselijke Verordening Vlaardingen 2019 en de Afvalstoffenverordening Vlaardingen 2014 aangewezen, waarvan de overtreding kan leiden tot het opleggen van een bestuurlijke boete. Daarbij is rekening gehouden met de positieve lijst uit artikel 3 van het Besluit Bboor.
Derde lid, hoogte bestuurlijke boete natuurlijk persoon
Het Besluit Bboor bepaalt de verschillende boetecategorieën en de hoogte van de bestuurlijke boete. Voor zover de hoogte van de bestuurlijke boete niet uit het Besluit Bboor volgt, stelt de gemeenteraad deze bij verordening vast. De bestuurlijke boete kan niet hoger zijn dan het bedrag van de geldboete van de eerste categorie als bedoeld in artikel 23, vierde lid, van het Wetboek van Strafrecht.
De hoogte van de boete die maximaal per gedraging kan worden opgelegd is opgenomen in een afzonderlijke bijlage die onderdeel uitmaakt van deze verordening. Voor het bepalen van de hoogte van de bestuurlijke boete voor feiten die niet in het Besluit Bboor zijn opgenomen, is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de wel in het Besluit Bboor genoemde (categorieën van) voorschriften. De boetebedragen worden jaarlijks geïndexeerd.
In artikel 154b, zesde lid Gemeentewet is bepaald dat de bestuurlijke boete voor natuurlijke personen per gedraging niet hoger kan zijn dan het bedrag van de geldboete van de eerste categorie (op 1 juli 2018 maximaal € 415,-) en voor rechtspersonen per gedraging niet hoger dan € 2.250,- (bedrag op 1 juli 2018). De in de bijlage genoemde boetehoogten gelden voor natuurlijke personen die ten tijde van de overtreding 16 jaar of ouder waren
In het zevende lid van artikel 154b Gemeentewet is bepaald dat een bestuurlijke boete slechts kan worden opgelegd aan personen die ten tijde van de overtreding 12 jaar of ouder waren. De bestuurlijke boete wordt voor personen die ten tijde van de overtreding nog geen zestien jaar oud waren, gehalveerd.
Vierde lid, hoogte bestuurlijke boete rechtspersoon
Uit artikel 154b Gemeentewet volgt dat de boetebedragen die gelden voor een natuurlijk persoon kunnen worden verhoogd als de overtreding wordt begaan door een rechtspersoon. In lid 4 is bepaald dat indien de overtreding wordt begaan door een rechtspersoon, het boetebedrag als genoemd in de bijlage, wordt vermenigvuldigd met de factor twee. De reden hiervoor is dat rechtspersonen door het begaan van een overtreding veelal een bepaald economisch voordeel zullen behalen. Dit rechtvaardigt dat aan hen een hogere boete wordt opgelegd.
Artikel 2 Inwerkingtreding
Op de inwerkingtreding van verordeningen is de regeling van artikel 142 van de Gemeentewet van toepassing. Deze luidt dat alle verordeningen in werking treden op de achtste dag na bekendmaking, tenzij een ander tijdstip daarvoor is aangewezen. In artikel 2 is als tijdstip voor inwerkingtreding bepaald de dag na die waarop zij is bekendgemaakt.
Artikel 3 Citeertitel
Deze bepaling is geformuleerd overeenkomstig aanbeveling 75 (Igr 75) van de “100 Ideeën voor de gemeentelijke regelgever” (VNG, 2018).
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl