Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR624938
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR624938/1
Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen
Geldend van 13-06-2019 t/m heden met terugwerkende kracht vanaf 15-10-2015
Intitulé
Regeling beheer en toezicht basisregistratie personenHet College van B&W van de gemeente Nunspeet, gelet op de
• Wet basisregistratie personen;
• Wet bescherming persoonsgegevens.
Besluiten:
• Vast te stellen de navolgende regeling: beheer en toezicht basisregistratie personen voor de gemeente Nunspeet
Hoofdstuk 1 AANWIJZEN FUNCTIONARISSEN
Artikel 1
Het College van B&W van de gemeente Nunspeet wijst functionarissen aan die belast worden met:
1. Het informatiebeheer
2. Het gegevensbeheer
3. Het systeembeheer
4. Het functioneel applicatiebeheer
5. Het privacybeheer BRP
6. De gegevensverwerking
7. De toezichthouder
8. Het beveiligingsbeheer
Artikel 2
De informatiebeheerder wijst functionarissen aan die worden belast met:
a) gegevensbeheer;
b) gegevensverwerking;
c) het namens het College van B&W afnemen van de in artikel 2.8, lid 2, onder sub e, van de wet bedoelde verklaring.
.
Hoofdstuk 2 HET INFORMATIEBEHEER
Artikel 3
De informatiebeheerder beheert de voorziening voor de basisregistratie personen Cipers / iBurgerzaken, de gegevensuitwisseling vanuit de BRP met het gegevensmagazijn Civision Gegevens Magazijn en het autorisatiebesluit.
Artikel 4
De informatiebeheerder voorziet in:
a) een jaarlijkse planning van de beheeractiviteiten;
b) een jaarlijkse rapportage aan het College van B&W over de bij a. bedoelde planning, waarbij tevens inzicht wordt gegeven in de kengetallen van de bijhoudings- en beheerprocedures;
c) een jaarlijkse rapportage over de resultaten die voortvloeien uit de in artikel 12 bedoelde kwaliteitssteekproef;
d) administratieve beheerprocedures, voor zover hier niet door of bij de wet in is voorzien;
e) periodiek overleg tussen hem en de op basis van de regeling aangewezen beheerders;
f) richtlijnen voor de bijhouding van de basisregistratie personen.
De informatiebeheerder is verantwoordelijk voor:
a. de uitvoering van het periodieke onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet BRP naar de inrichting, de werking en de beveiliging van de basisregistratie, alsmede naar de verwerking van gegevens in de basisregistratie;
b. de periodieke toezending van een uittreksel van de resultaten van het onderzoek aan de Autoriteit persoonsgegevens en aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
Artikel 5
De informatiebeheerder adviseert het College van B&W over de navolgende aspecten die voortvloeien uit deze basisregistratie te weten:
a) persoonsinformatievoorziening;
b) beveiliging;
a. gegevenskwaliteit;
b. personeelsaangelegenheden.
Artikel 6
De informatiebeheerder beslist:
a) over de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van de applicatie;
b) op verzoeken van organen van de gemeente tot het verkrijgen van gegevens uit de basisregistratie personen;
c) op verzoeken van derden als genoemd in artikel 3.6 van de Wet en als genoemd in de bij Verordening BRP genoemde derden tot het verkrijgen van gegevens uit de basisregistratie personen;
d) over de wijze van de verstrekking van gegevens met betrekking tot het bepaalde in dit artikel, onder b en c.
Artikel 7
De informatiebeheerder ziet erop toe dat:
a) de in deze regeling opgenomen bepalingen worden nageleefd;
b) de behandeling en afhandeling van verzoeken om gegevensverstrekking als genoemd in artikel 6 geschiedt volgens de bepalingen uit de wet BRP, de Verordening basisregistratie personen en Wet bescherming persoonsgegevens;
c) de bij of krachtens de wet opgelegde verplichtingen ten aanzien van inrichting en bijhouding evenals de beveiliging van de voorziening voor de basisregistratie personen worden nageleefd;
d) dat alle in artikel 2, genoemde functionarissen op de hoogte zijn van de installatie van nieuwe of gewijzigde versies van de applicatie voor de voorziening voor de basisregistratie personen en van de gevolgen van deze installatie;
e) de beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit het Informatiebeveiligingsbeleid, -plan en bij behorende procedures en werkinstructies worden nageleefd.
Artikel 8
De informatiebeheerder, of een op grond van artikel 1 aangewezen functionaris, neemt deel aan buiten overleg betreffende onderwerpen die het beheer van de voorziening voor de basisregistratie personen aangaan.
Hoofdstuk 3 HET GEGEVENSBEHEER
Artikel 9
1. De gegevensbeheerder is verantwoordelijk voor:
a) de juistheid, actualiteit en betrouwbaarheid van de gegevens die opgenomen zijn of worden in de voorziening voor de basisregistratie personen, Cipers / iBurgerzaken;
a) het beheer van documentatie op het gebied van de wet en overige regelgeving op het gebied van de basisregistratie personen;
b) de communicatie met de overheidsorganen aan wie gegevens worden verstrekt uit de basisregistratie personen en andere houders van voorzieningen voor de basisregistratie personen over gegevensverwerking;
c) het verwerken van complexe mutaties en correcties met betrekking tot de basisregistratie personen;
d) het uitzetten van richtlijnen met betrekking tot het actualiseren en corrigeren van persoonsgegevens in de voorziening voor de basisregistratie personen.
2. De gegevensbeheerder beslist binnen 5 werkdagen op het in behandeling nemen van een melding van een overheidsorgaan die gerede twijfel heeft over de juistheid van een in de voorziening van de basisregistratie personen opgenomen (authentiek) gegeven en stelt het overheidsorgaan in kennis van deze beslissing.
Artikel 10
De gegevensbeheerder voorziet in:
1. de behandeling van wijzigingsverzoeken als bedoeld in artikel 2.57, 2.58 en 2.60 van de Wet BRP;
2. controlewerkzaamheden ter waarborging van de kwaliteit van de basisregistratie personen.
Artikel 11
De gegevensbeheerder is bevoegd, in overleg met de applicatiebeheerder, vanuit de in artikel 9 bedoelde verantwoordelijkheid de gegevensverwerkers aanwijzingen te geven betreffende de opname en bijhouding van gegevens in de voorziening voor de basisregistratie personen.
Artikel 12
1. Periodiek wordt de inhoudelijke kwaliteit van het bestand van persoonslijsten in de basisregistratie personen onderworpen aan een inhoudelijke controle door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.
2. De gegevensbeheerder voorziet in een doorlopende kwaliteitssteekproef en de uitvoering van de daarmee samenhangende verbetermaatregelen gericht op de handhaving van de kwaliteitsnorm van het Ministerie van Binnenlandse Zaken.
3. De gegevensbeheerder voorziet in de uitvoering van het periodiek onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet BRP, voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens in de voorziening.
Artikel 13
De gegevensbeheerder voorziet in de uitvoering van het periodiek onderzoek op grond van artikel 4.3 van de Wet BRP, voor wat betreft de verwerking van persoonsgegevens in een voorziening.
Hoofdstuk 4 HET SYSTEEMBEHEER
Artikel 14
De systeembeheerder is verantwoordelijk voor het technisch onderhoud van de bedrijfsapplicatie Cipers / iBurgerzaken waarmee een voorziening voor de basisregistratie personen wordt gevoerd (hierna applicatie).
Artikel 15
De systeembeheerder voorziet in:
a) de fysieke beveiliging van de applicatie;
b) een dagelijkse back-up, die wordt ondergebracht in een daartoe uitgeruste en beveiligde ruimte op een andere locatie dan de ruimte waarin de apparatuur voor een voorziening van de BRP is opgesteld;
c) de technische installatie van gewijzigde of nieuwe versies van de applicatie Cipers / iBurgerzaken;
d) de beschikbaarheid van de applicatie Cipers / iBurgerzaken, overeenkomstig hetgeen daarover intern en met derden is overeengekomen.
Artikel 16
De systeembeheerder is bevoegd:
a) direct maatregelen te treffen wanneer de continuïteit van de applicatie Cipers / iBurgerzaken of de daarin opgeslagen informatie acuut in het geding is; hij is verplicht achteraf terzake te rapporteren aan de informatiebeheerder;
b) aanwijzingen te geven over:
- beheer toepassingssystemen;
- beheer van bestanden;
- reconstructiemaatregelen.
Artikel 17
De systeembeheerder neemt deel aan het in artikel 4, onder e genoemde overleg.
Hoofdstuk 5 HET FUNCTIONEEL APPLICATIEBEHEER
Artikel 18
De Applicatiebeheerders voorzien in:
1. de communicatie bij storingen in hard- en software;
2. een logboek waarin bijzondere gebeurtenissen worden bijgehouden;
3. de toekenning van de autorisatieniveaus voor actualiseringen aan de gegevensverwerkers, de gegevensbeheerder, de Applicatiebeheerders zelf op grond van een besluit van de informatiebeheerder; de bijhouding van een dossier van autorisaties, die overeenkomstig artikel 6 door de informatiebeheerder zijn toegekend;
4. het testen en evalueren van nieuwe versies van de applicatie Cipers / iBurgerzaken, alsmede het testen en evalueren van nieuwe apparatuur;
5. de beoordeling van de gevolgen van de installatie van nieuwe en of gewijzigde versies van de applicatie Cipers / iBurgerzaken;
6. de bijhouding van een verzameling van alle problemen en klachten, die bij het gebruik van de applicatie Cipers / iBurgerzaken ontstaan;
7. een oplossing, eventueel door inschakeling van de systeembeheerder of een derde, voor de onder 6 genoemde problemen en klachten;
8. de voorlichting aan alle in artikel 2 genoemde functionarissen met betrekking tot de gevolgen van een nieuwe of gewijzigde versie van de applicatie Cipers / iBurgerzaken;
9. de coördinatie van de werkzaamheden in geval van uitwijk in overleg met de systeembeheerder;
10. de vormgeving en inhoud van documenten, die rechtstreeks aan de basisregistratie personen worden ontleend;
11. de afhandeling van verzoeken omtrent managementgegevens;
12. een zo spoedig mogelijke oplossing in geval van storingen binnen de applicatie Cipers / iBurgerzaken, zonodig door inschakeling van een derde.
Artikel 19
De Applicatiebeheerders is verantwoordelijk voor:
a) de ondersteuning bij het gebruik van de applicatie Cipers / iBurgerzaken;
b) het tijdig opschonen van de relevante bestanden in de database;
d) het beheer van de tabellen van de basisregistratie personen;
e) het beheer van de gebruikersdocumentatie.
Artikel 20
De Applicatiebeheerders is bevoegd:
a) gegevensverwerkers en het personeel van externe organisatie onderdelen/diensten die direct toegang hebben tot de basisregistratie personen aanwijzingen te geven over het gebruik van de applicatie Cipers / iBurgerzaken;
b) over het gebruik van de basisregistratie personen gedragsregels op te stellen.
Artikel 21
De Applicatiebeheerders is verantwoordelijk voor de gehele of gedeeltelijke uitvoering van de uitwijkprocessen zoals beschreven in de procedure uitwijk van het informatiebeveiligingsbeleid.
Artikel 22
De Applicatiebeheerders ziet erop toe dat voorgeschreven procedures uit het Informatiebeveiligingsbeleid , -plan en bijbehorende procedures en werkinstructies worden nageleefd.
Artikel 23
De Applicatiebeheerders neemt deel aan:
a) het overleg genoemd in artikel 4, onder e;
b) het externe gebruikersoverleg.
Hoofdstuk 6 HET PRIVACYBEHEER
Artikel 24
1. adviseert de medewerkers van het Team Publiek en het Team Klantcontactcentrum, de informatiebeheerder en het College van B&W over de privacyaspecten die voortvloeien uit de uitvoering van de wet BRP en de Verordening BRP.
2. is verantwoordelijk voor:
a) de advisering over de inhoudelijke afhandeling van de verzoeken als bedoeld in artikel 6, onder b, c en d van deze regeling;
b) het dagelijkse toezicht op de naleving van de privacyvoorschriften in relatie tot het gebruik van gegevens uit de BRP die voortvloeien uit de wet BRP en de Wet bescherming persoonsgegevens.
Artikel 25
adviseert over:
a) de afhandeling van verzoeken om inzage in de basisregistratie personen overeenkomstig artikel 2.55 van de wet BRP respectievelijk artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (inzage);
b) de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de wet BRP ingediend worden en de eventuele privacytoets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de wet;
c) de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 36, 37 en 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens;
d) de kennisgeving ingevolge artikel 38 van de Wet bescherming persoonsgegevens;
e) de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.
Artikel 26
is bevoegd:
a) op grond van het in artikel 24, sub 2b genoemde toezicht, alle gebruikers van gegevens uit de basisregistratie personen aanwijzingen te geven;
b) ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de basisregistratie personen, waarbij de persoonlijke levenssfeer in het geding is.
Artikel 27
is betrokken bij alle bezwaarschriftenprocedures die voortvloeien uit genomen beslissingen op grond van de Wet BRP en daarbij behorende regelingen, de Wet bescherming persoonsgegevens voor zover hierbij privacyaspecten aan de orde zijn.
Hoofdstuk 7 DE GEGEVENSVERWERKING
Artikel 28
De gegevensverwerkers voorzien in:
1. het verwerken van de gegevens in de basisregistratie personen overeenkomstig de voorschriften van de krachtens de wet BRP voorgeschreven systeembeschrijving en de handleiding uitvoeringsprocedures (HUP), voor zover daartoe door de applicatiebeheerder geautoriseerd;
2. het verzamelen van de daarvoor bestemde gegevens;
3. de archivering van de brondocumenten op grond waarvan de gegevens zijn verwerkt;
4. de behandeling van mutaties;
5. de handmatige behandeling van het netwerkverkeer;
6. de behandeling van de foutverslagen, voortvloeiend uit de inkomende netwerk- berichten;
7. de toetsing van de waarde die aan overgelegde brondocumenten kan worden toegekend aan de hand van artikel 2.8 van de wet BRP en ziet erop toe dat geen gegevens worden verwerkt uit documenten waaraan bij of krachtens de Wet BRP geen ontleningstatus is gegeven;
8. de dagelijkse controle van de in de basisregistratie personen aangebrachte actualiseringen
9. de kennisgeving aan de ingeschrevene voor wat betreft de verwerking van
- wijziging van het naamgebruik;
- vervolginschrijving voor zover het een adreswijziging betreft die leidt tot opname in de basisregistratie personen;
10. de toezending van de complete persoonslijst aan de ingeschrevene in geval van een inschrijving in de basisregistratie personen;
11. de afhandeling van de verzoeken om inzage in de basisregistratie personen overeenkomstig artikel 2.55 van de wet BRP respectievelijk artikel 35 van de Wet bescherming persoonsgegevens (inzage) de behandeling van alle verzoeken om verstrekkingsbeperking die op basis van artikel 2.59 van de wet BRP ingediend worden en de eventuele privacytoets als bedoeld in artikel 3.21 lid 2 van de wet BRP;
12. de afhandeling van verzoeken ingevolge de artikelen 36, 37 en 40 van de Wet bescherming persoonsgegevens;
13. de kennisgeving ingevolge artikel 38 van de Wet bescherming persoonsgegevens;
14. de afhandeling van verzoeken om inzage in verstrekkingen uit de basisregistratie personen aan overheidsorganen en derden.
Artikel 29
De gegevensverwerkers:
1. beslissen op aangiften en verzoekschriften die op grond van de wet worden gedaan met inachtneming van het gestelde in artikel 25 en voor zover hier niet op andere wijze in is voorzien;
2. beslissen over het verwerken van resultaten van onderzoeken die zijn ingesteld naar aanleiding van een melding van een overheidsorgaan;
3. stellen overheidsorganen in kennis van de beslissing ingevolge sub b van dit artikel.
Hoofdstuk 8 DE TOEZICHTHOUDER
Artikel 30
De toezichthouders als bedoeld in artikel 4.2 van de Wet BRP, zijn verantwoordelijk voor het toezicht op de naleving van de verplichtingen van de burger ingevolge hoofdstuk 2, afdeling 1, paragraaf 5 van de Wet BRP.
Artikel 31
De toezichthouder controleert of de burger aan zijn verplichtingen met betrekking tot de inschrijving in de BRP (artikel 2.38), de wijziging van diens adres (artikel 2.39), het rechtmatig gebruik van een briefadres (artikelen 2.40 t/m 2.42), zijn vertrek uit Nederland (artikel 2.43), de verstrekking van alle inlichtingen die nodig zijn voor de bijhouding van de BRP.
Artikel 32
De toezichthouder ziet er op toe dat, indien de burger niet zelf aan zijn verplichtingen voldoet of kan voldoen, de verplichtingen worden vervuld door degene die daartoe bevoegd is op grond van de artikelen 2.49 en 2.50 van de Wet BRP.
Artikel 33
1. De toezichthouder ontleent de in lid 2 van dit artikel genoemde bevoegdheden aan hoofdstuk 5 van de Algemene wet bestuursrecht.
2. De toezichthouder is in verband met de uitvoering van de taken als genoemd in artikel 31, bevoegd:
a. met uitzondering van het zonder toestemming van een bewoner betreden van een woning, elke plaats te betreden met meeneming van apparatuur (zoals laptop, fotocamera);
b. zich zonodig toegang verschaffen met behulp van de sterke arm;
c. zich te laten vergezellen door personen die door hem zijn aangewezen;
d. inlichtingen te vorderen;
e. inzage te vorderen van een identiteitsbewijs;
f. zakelijke gegevens te vorderen, kopieën te maken of documenten mee te nemen om te kopiëren;
g. onderzoek te doen;
h. rapport op te maken terzake een geconstateerde overtreding van de bepalingen van de Wet BRP, als genoemd in artikel 31.
Artikel 34
De toezichthouder voert zijn werkzaamheden uit in samenspraak met de gegevensverwerker en koppelt het resultaat van zijn werkzaamheden terug aan de gegevensverwerker.
Artikel 35
1. De toezichthouder is bevoegd om namens het College van B&W een bestuurlijke boete op te leggen.
2. De toezichthouder neemt bij gebruik van de bevoegdheid als bedoeld in lid 1 van dit artikel binnen de gemeente Nunspeet ter zake geldende beleidsregels in acht.
Artikel 36
De toezichthouder legt het resultaat van zijn werkzaamheden vast in een onderzoekrapportage en draagt zorg voor dossiervorming.
Hoofdstuk 9 HET BEVEILIGINGSBEHEER
Artikel 37
1. is verantwoordelijk voor de inrichting, organisatie en uitvoering van het informatiebeveiligingsbeleidsbeleid op het gebied van de persoonsinformatievoorziening.
2. is in het bijzonder verantwoordelijk voor de opstelling en uitvoering van het plan Informatiebeveiligingsbeleid voor de voorzieningen waarmee de gemeente Nunspeet uitvoering geeft aan de Wet BRP en voor het gegevensmagazijn.
Artikel 38
1. ondersteunt en adviseert de informatiebeheerder op het gebied van informatiebeveiligingsbeleid op zodanige wijze, dat de informatiebeheer diens verantwoordelijkheid op grond van de artikelen 4 en 5 van dit reglement op deugdelijke wijze kan invullen.
2. coördineert de uitvoering van de beveiligingsmaatregelen van het plan Informatiebeveiligingsbeleid.
Artikel 39
is bevoegd:
a) uit hoofde van diens verantwoordelijkheid als bedoeld in artikel 38, alle gebruikers van gegevens uit de basisregistratie personen aanwijzingen te geven;
b) ongevraagd advies uit te brengen over alle procedures en producten die betrekking hebben op de basisregistratie personen, waarbij de beveiliging in het geding is.
Artikel 40
:
a) onderkent en reageert op incidenten en adviseert over de maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van een incident te beperken en om herhaling te voorkomen;
b) stelt passende normen en controlemaatregelen op;
c) implementeert beveiligingsmaatregelen;
d) coördineert en handhaaft de uitvoering van de maatregelen als genoemd onder c.
Artikel 41
is het aanspreekpunt op het gebied van informatiebeveiligingsbeleid en bevordert het beveiligingsbewustzijn bij management en medewerkers.
Artikel 42
:
a) neemt deel aan het in artikel 4, onder e genoemde overleg;
b) participeert in de ontwikkeling en formulering van het informatiebeveiligingsbeleid.
Artikel 43
rapporteert jaarlijks over de informatieveiligheid aan de informatiebeheerder en verzorgt de bijdragen aan de managementrapportage over de informatieveiligheid met betrekking tot de persoonsinformatievoorziening.
Artikel 44
is verantwoordelijk voor het toezicht op naleving van de beveiligingsmaatregelen en –procedures met inachtneming van de door alle gemeenten overgenomen Baseline Informatiebeveiligingsbeleid Gemeenten (BIG).
Artikel 45
is bevoegd om het management dwingende adviezen te geven ten aanzien van de naleving van de beveiligingsvoorschriften, die voortvloeien uit de Wet BRP en de BIG.
Artikel 46
ziet er op toe dat:
a) beveiligingsvoorschriften die voortvloeien uit de Wet BRP en het informatiebeveiligingsbeleid worden nageleefd;
b) de in deze regeling opgenomen bepalingen inzake beveiliging worden nageleefd.
Artikel 47
adviseert rechtstreeks aan het College van B&W over beveiligingsaspecten die uit het informatiebeveiligingsbeleid voortvloeien.
Artikel 48
voorziet in een jaarlijks verslag over de activiteiten inzake het beveiligingsbeheer van de BRP.
Hoofdstuk 10 SLOTBEPALINGEN
Artikel 49
De in deze regeling opgenomen bepalingen gelden voor de voorzieningen als bedoeld artikel 1.2 juncto 1.4 van de Wet BRP evenals voor de in de voorziening genoemde aangehaakte gegevens en voor de basisgegevens uit de BRP in het gegevensmagazijn.
Artikel 50
Deze regeling treedt in werking op de eerste dag na die waarop zij is bekend gemaakt en vervangt de Beheerregeling BRP zoals die is vastgesteld op 28 september 2015.
Artikel 51
Deze regeling wordt aangehaald als Regeling beheer en toezicht basisregistratie personen de gemeente Nunspeet.
Aldus besloten in de vergadering van het College van B&W van 20 september 2016.
Het College van B&W van Nunspeet.
Nunspeet, 20 september 2016
Het College van B&W van de gemeente Nunspeet,
de heer B. van de Weerd, burgemeester
de heer J.J. Kerkhof, gemeentesecretaris
Ondertekening
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl