Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Beleidsuitgangspunten kraken en ontruimen

Geldend van 07-04-2020 t/m heden

Intitulé

Besluit van burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen tot vaststelling van de Beleidsuitgangspunten kraken en ontruimen

Z19-028805

Burgemeester en wethouders van de gemeente Amstelveen;

gelezen het advies van afdeling Veiligheid en Handhaving van 7 mei 2019;

gelet op artikel 4:81 van de Algemene wet bestuursrecht;

besluiten vast te stellen de:

Beleidsuitgangspunten kraken en ontruimen

1 Inleiding

Vanwege recente kraakacties in Amstelveen en de daaropvolgende ontruimingen is besloten om een aantal beleidsuitgangspunten en een handelingsperspectief uit te werken hoe om te gaan met een kraak situatie in de gemeente Amstelveen. Kraken is niet een dagelijks fenomeen in onze gemeente en om die reden is het van belang dit document achter de hand te hebben. In het document gaan we in op:

  • 1.

    het sinds 2010 geldende landelijke kraakverbod;

  • 2.

    de vastlegging van een aantal beleidsuitgangspunten met het doel om elke kraak situatie (op hoofdlijnen) op dezelfde wijze aan te pakken;

  • 3.

    een handelingsperspectief voor de werkwijze rond een kraaksituatie. Dit perspectief is voornamelijk gericht op het handelen vanuit de gemeente.

In bijlage 1 wordt uitgebreid ingegaan op de geldende wetgeving relevant op het gebied van kraken en ontruimingen. In bijlage 2 worden de relevante rechterlijke uitspraken die zijn gedaan in de afgelopen jaren benoemd en in de derde bijlage is de beleidsbrief van de procureurs-generaal toegevoegd. Deze beleidsnota is gebaseerd op de regionale werkwijze rond het omgaan met het landelijke kraakverbod. Amstelveen heeft ervoor gekozen deze werkwijze verder uit te breiden met zes aanvullende beleidsuitgangspunten en een handelingsperspectief specifiek gericht op de lokale situatie binnen de gemeente Amstelveen. Deze notitie heeft tot doel om binnen de gemeente een handvat te hebben mocht zich een kraak voordoen.

Deze beleidsnota legt een verbinding met de Leegstandsverordening van de gemeente Amstelveen. Deze verbinding is vooral terug te zien in het beleidsuitgangspunt om in beginsel niet te ontruimen voor leegstand. De leegstandsverordening heeft tot doel om (langdurige) leegstand in de gemeente te voorkomen waarbij een eigenaar een actieve plicht heeft om leegstand te melden bij de gemeente en te werken aan een (tijdelijke) bestemming voor het pand. Het actief bestrijden van leegstand is de beste manier om een (langdurige) kraak te voorkomen en daar zit dan ook de verbinding met de ‘Beleidsuitgangspunten kraken en ontruimen’.

2 Kraakverbod

Door de komst van de Wet Kraken en Leegstand is kraken in Nederland sinds oktober 2010 als misdrijf opgenomen in het wetbroek van Strafrecht. Hiermee is de ontruimingsbevoegdheid neergelegd bij het Openbaar Ministerie. Deze wet stelt kraken in alle gevallen strafbaar waartegen opgetreden kan worden op basis van de artikelen 138, 138a en 139 van het wetboek van Strafrecht. Elk gekraakte pand zal in principe op strafrechtelijke titel ontruimd worden. De aangifte van een kraak zal door het Openbaar Ministerie beoordeeld worden.

Het is, op basis van artikel 138 Sr. verboden om wederrechtelijk een woning, besloten lokaal of erf, welke bij een ander in gebruik is binnen te dringen of om daar te verblijven. Dit wordt huisvredebreuk, lokaalvredebreuk of erfvredebreuk genoemd. Artikel 138a Sr. beschrijft het verbod op het wederrechtelijke binnendringen van of verblijven in een woning of gebouw, waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd. Daarnaast heeft artikel 139 Sr. betrekking op het wederrechtelijk binnendringen van of verblijven in een voor de openbare dienst bestemd lokaal.

Wat betreft het ontruimen van een gekraakt pand zijn er drie mogelijkheden:

  • Spoedontruiming

    De grondslagen voor een spoedontruiming staan beschreven in de bijgevoegde beleidsbrief van de procureurs-generaal. Mocht de Officier van Justitie tot het oordeel komen dat een gekraakt pand in aanmerking komt voor een spoedontruiming dan zal dit, indien deze ontruiming de openbare orde raakt of dreigt te raken, worden voorgelegd aan de burgemeester. De burgemeester bepaalt, mede op basis van advies van de politie en in afstemming met het OM, wanneer de spoedontruiming plaatsvindt. In principe vindt een spoedontruiming binnen enkele dagen plaats.

  • Ontruiming zonder spoed

    In geval van een kraak kan de eigenaar hiervan aangifte doen bij de politie. Deze aangifte wordt beoordeeld door het Openbaar Ministerie. Indien de Officier van Justitie van mening is dat er sprake is van een overtreding van het kraakverbod, er geen sprake is van grond voor een spoedontruiming, er voldoende belang is voor ontruiming en een juiste ingebruikname is aangetoond, dan worden de krakers aangeschreven waarbij de ontruiming wordt aangekondigd. Deze aanschrijving stelt de krakers in de gelegenheid om een kort geding aan te spannen tegen het besluit van het Openbaar Ministerie. In principe wordt de uitspraak in het kort geding afgewacht.

  • Ontruimen op basis van een rechterlijke uitspraak

    Mocht er een kort geding worden aangespannen rond een kraak, dan zal de rechter een uitspraak doen over de rechtmatigheid van het besluit van de Officier van Justitie om over te gaan tot ontruiming. Hoewel kraken een strafbaar feit is waardoor er opgetreden kan worden op basis van het strafrecht, is het ook mogelijk voor een eigenaar om een civielrechtelijke procedure op te starten. Hierbij spant de eigenaar een proces aan tegen de in het pand aanwezige krakers.

Kraken is een aangelegenheid die om afstemming in de lokale driehoek vraagt waarbij de volgende bevoegdheden relevant zijn:

  • Op basis van de wet is de ontruimingsbevoegdheid bij strafrechtelijke ontruimingen neergelegd bij het Openbaar Ministerie. In het geval van civielrechtelijke ontruimingen ligt deze bij de deurwaarder;

  • Indien de Officier van Justitie van mening is dat artikel 138, 138a of 139 van het wetboek van Strafrecht is overtreden, dan kan het deze de politie de opdracht geven tot aanhouding van de verdachten bij een eventuele ontruiming;

  • De burgemeester heeft, gelet op zijn openbare orde bevoegdheden, de verantwoordelijkheid om te beoordelen of de ontruiming tot ernstige verstoringen van de openbare orde zal leiden en bepaalt, indien dat het geval is in afstemming met de driehoek, het moment van ontruimen;

  • Bij een aantoonbaar acuut gevaar, voor de krakers en/of omwonende gelet op de staat van het pand, dat niet oplosbaar is door het treffen van maatregelen (onomkeerbare acuut onveilige situatie) kan het pand op last van de burgemeester, in afstemming met de driehoek, ontruimd worden. Het Openbaar Ministerie moet toetsen of de gevaarlijke situatie ontstaat door de onrechtmatige bewoning. De burgemeester is bevoegd te ontruimen bij een gevaarlijke situatie die niet door de onrechtmatige bewoning ontstaat. Dit is mogelijk in het geval van bijvoorbeeld gezondheidsproblemen of een gevaar dat zijn oorsprong vindt in een belendend pand.

3 Beleidsuitgangspunten

De gemeente Amstelveen hanteert in het geval van een kraak tien beleidsuitgangspunten. De eerste vier uitgangspunten zijn overgenomen vanuit de regionale werkwijze. Punten 5 t/m 10 zijn uitgangspunten die Amstelveen aanvullend hanteert.

Uitgangspunten die regionaal worden gehanteerd:

  • 1.

    Kraken is een strafbaar feit;

  • 2.

    De ontruiming van een gekraakt pand vindt plaats conform bijgevoegde beleidsbrief van Procureurs-generaal;

  • 3.

    Er wordt in beginsel niet ontruimd voor leegstand. Elk gekraakt pand wordt ontruimd als de eigenaar kan aantonen dat hij/ zij het pand na ontruiming direct in gebruik neemt. Er zijn situaties denkbaar waar het belang van een spoedige ontruiming de voorkeur heeft boven een directe ingebruikname, ter beoordeling van het Openbaar Ministerie en de politie. Voorbeelden hiervan zijn een acuut en onoplosbare gevaarlijke situatie voor de krakers of de directe omgeving, als er sprake is van (ernstige vrees voor) verstoring van de openbare orde en veiligheid of bij het plegen van andere misdrijven door de krakers, zoals benoemd in de beleidsbrief van de procureurs-generaal (zie bijlage 3);

  • 4.

    Bij heterdaad van een kraak wordt in beginsel direct opgetreden, tenzij het risico op escalatie reëel is, ter beoordeling aan het Openbaar Ministerie en politie. Als de kans op escalatie reëel ingeschat wordt, dan volgt afstemming in driehoeksverband;

Aanvullende uitgangspunten in Amstelveen:

  • 5.

    Acties rond een kraak worden indien de openbare orde in het geding is, afgestemd in de driehoek, waarbij de bevoegdheden van een ieder in stand blijven. Het gaat erom dat er een gezamenlijke afstemming plaatsvindt over uit te voeren acties;

  • 6.

    Bij een kraak van een gemeentelijk pand wordt te allen tijde direct aangifte gedaan;

  • 7.

    Bij alle acties rond een gekraakt pand in Amstelveen heeft de lokale openbare orde en veiligheid prioriteit;

  • 8.

    Bij medische problematiek bij krakers wordt passende zorg geboden;

  • 9.

    Alle gemeentelijke acties rond een gekraakt pand worden door de afdeling Openbare Orde en Veiligheid gecoördineerd, in afstemming met de afdeling Communicatie en zo nodig Juridische zaken;

  • 10.

    Ontruiming vindt bij voorkeur plaats zonder inzet van geweldsmiddelen. Volgorde van optreden is in principe:

    • 1.

      Wijkagent;

    • 2.

      Basisteam;

    • 3.

      Opschalen met bijv. Mobiele Eenheid.

  • 11.

    Ontruimingen vinden in principe niet plaats/ worden stilgelegd na zonsondergang gelet op mogelijk toename van risico’s op openbare orde verstoringen en/of verstoring van de (nacht)rust. Van dit uitgangspunt wordt afgeweken als dat ten behoeve van de openbare orde en veiligheid noodzakelijk is.

4 Handelingsperspectief

Onderstaande kan gezien worden als hulpmiddel hoe (vanuit de gemeente) om te gaan met een kraak. Uiteraard wordt bij elke kraak rekening gehouden met de specifieke situatie/ ontwikkelingen waardoor mogelijk afgeweken moet worden van onderstaande.

  • De politie meldt de kraakactie bij de gemeente;

  • De gemeente neemt contact op met het Openbaar Ministerie ter afstemming van de te nemen stappen rond de kraak;

  • De benodigde gemeentelijke afdelingen worden door Openbare Orde en Veiligheid (OOV) betrokken;

  • OOV onderhoudt de contacten met het Openbaar Ministerie en de politie en adviseert hierbij de burgemeester;

  • De burgemeester wordt geïnformeerd over de kraak en vervolgens op de hoogte gehouden van de relevante ontwikkelingen;

  • Indien de gemeente eigenaar is van het pand wordt aangifte van de kraak gedaan. In gevallen waarbij het pand niet in eigendom is van de gemeente zal de eigenaar gewezen worden op het belang van het doen van aangifte van de kraak;

  • OOV is het toegangsloket voor het Openbaar Ministerie bij vragen met betrekking tot vergunningen, bestemmingsplannen e.d.;

  • Om een goed beeld te krijgen van de veiligheidssituatie in het gekraakte pand neemt de gemeente, bij signalen van gevaarlijke situaties in het pand, het initiatief om een schouw te organiseren. Bij een schouw, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, is de aanwezigheid van de volgende partijen of een aantal daarvan gewenst:

    • -

      Brandweer;

    • -

      Gemeente WABO en/ of Omgevingsdienst;

    • -

      Politie.

  • Bij de aanwezigheid van asbest in een gekraakt pand is het wenselijk dat de eigenaar een asbestinventarisatie aanlevert. Het Openbaar Ministerie beoordeelt de situatie rond de aanwezigheid van de asbest. Indien nodig kunnen de gemeentelijke WABO inspecteurs hierbij betrokken worden. Sec de aanwezig van asbest in een gekraakt pand is overigens geen reden voor een spoedontruiming. Mocht door de wederechtelijke bewoning een gevaarlijke situatie ontstaan of deze blijft in stand voor de krakers zelf, hun omgeving of voor de bij ontruimingen betrokken personen kan besloten worden om over te gaan tot een spoedontruiming. Bij aanwezigheid van asbest wordt vanuit de overheid niet overgegaan tot een schouw totdat duidelijk is dat er geen sprake is van een acuut gevaar voor medewerkers en partners die de schouw uitvoeren;

  • Eventueel wordt vanuit de gemeentelijke afdeling Communicatie gecommuniceerd richting (direct) omwonenden;

  • De gemeenteraad wordt in ieder geval geïnformeerd op de onderstaande momenten. Mocht de situatie om een intensievere communicatie vragen dan wordt dit gedaan:

    • -

      Kort na de kraak;

    • -

      Voorafgaand aan de ontruiming;

    • -

      Na afloop van de kraak.

  • Raadsbrieven worden door OOV en Communicatie in gezamenlijkheid opgesteld;

  • Alle communicatie vanuit de driehoek partners wordt met elkaar afgestemd voordat deze naar buiten gaat (bijvoorbeeld naar de gemeenteraad/de pers/bewoners);

  • Het Openbaar Ministerie bepaalt de termijn waarop ontruimd wordt. In afstemming met de driehoek bepaalt de burgemeester, vanuit de verantwoordelijkheid voor de openbare orde en veiligheid, het precieze moment van de ontruiming. Bij deze inschatting wordt meegenomen of de ontruiming tot ernstige risico’s voor de openbare orde zal leiden en of er risico’s zijn voor politiepersoneel, krakers of omwonenden.

Ondertekening

Aldus vastgesteld in de vergadering van 7 mei 2019.

De secretaris,

Bert Winthorst

De burgemeester,

Bas Eenhoorn

Bijlage 1 Relevante wetgeving

Artikel 184 wetboek van Strafrecht

  • 1.

    Hij die opzettelijk niet voldoet aan een bevel of een vordering, krachtens wettelijk voorschrift gedaan door een ambtenaar met de uitoefening van enig toezicht belast of door een ambtenaar belast met of bevoegd verklaard tot het opsporen of onderzoeken van strafbare feiten, alsmede hij die opzettelijk enige handeling, door een van die ambtenaren ondernomen ter uitvoering van enig wettelijk voorschrift, belet, belemmert of verijdelt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

  • 2.

    Met de in het eerste gedeelte van het vorige lid bedoelde ambtenaar wordt gelijkgesteld ieder die, krachtens wettelijk voorschrift, voortdurend of tijdelijk met enige openbare dienst is belast.

  • 3.

    Met een vordering of handeling als bedoeld in het eerste lid wordt gelijkgesteld een vordering of handeling van de schipper of gezagvoerder van een luchtvaartuig die een bevoegdheid uitoefent of een verplichting vervuld, welke hem als zodanig is toegekend of opgelegd bij een bepaling van het Wetboek van Strafvordering. Onder schipper wordt begrepen hij die het hoogste gezag uitoefent op een overeenkomstig artikel 136a, tweede lid, van het Wetboek van Strafvordering aangewezen installatie.

  • 4.

    Indien tijdens het plegen van het misdrijf nog geen twee jaren zijn verlopen sedert een vroegere veroordeling van de schuldige wegens gelijk misdrijf onherroepelijk is geworden, kan de gevangenisstraf met een derde worden verhoogd.

Artikel 138 wetboek van Strafrecht

  • 1.

    Hij die in de woning of het besloten lokaal of erf, bij een ander in gebruik, wederrechtelijk binnendringt of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van of vanwege de rechthebbende aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste zes maanden of geldboete van de derde categorie.

  • 2.

    Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die, zonder voorkennis van de rechthebbende en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.

  • 3.

    Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

  • 4.

    De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.

Artikel 138a wetboek van Strafrecht

  • 1.

    Hij die in een woning of gebouw, waarvan het gebruik door de rechthebbende is beëindigd, wederrechtelijk binnendringt of wederrechtelijk aldaar vertoeft, wordt, als schuldig aan kraken, gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

  • 2.

    Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste twee jaren of geldboete van de vierde categorie.

  • 3.

    De in het eerste en tweede lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.

Artikel 139 wetboek van Strafrecht

  • 1.

    Hij die in een voor de openbare dienst bestemd lokaal wederrechtelijk binnendringt, of, wederrechtelijk aldaar vertoevende, zich niet op de vordering van de bevoegde ambtenaar aanstonds verwijdert, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste drie maanden of geldboete van de tweede categorie.

  • 2.

    Hij die zich de toegang heeft verschaft door middel van braak of inklimming, van valse sleutels, van een valse order of een vals kostuum, of die zonder voorkennis van de bevoegde ambtenaar en anders dan ten gevolge van vergissing binnengekomen, aldaar wordt aangetroffen in de voor de nachtrust bestemde tijd, wordt geacht te zijn binnengedrongen.

  • 3.

    Indien hij bedreigingen uit of zich bedient van middelen geschikt om vrees aan te jagen, wordt hij gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste een jaar of geldboete van de derde categorie.

  • 4.

    De in het eerste en derde lid bepaalde gevangenisstraffen kunnen met een derde worden verhoogd, indien twee of meer verenigde personen het misdrijf plegen.

Artikel 175 Gemeentewet

  • 1.

    In geval van oproerige beweging, van andere ernstige wanordelijkheden of van rampen, dan wel van ernstige vrees voor het ontstaan daarvan, is de burgemeester bevoegd alle bevelen te geven die hij ter handhaving van de openbare orde of ter beperking van gevaar nodig acht. Daarbij kan van andere dan bij de Grondwet gestelde voorschriften worden afgeweken.

  • 2.

    De burgemeester laat tot maatregelen van geweld niet overgaan dan na het doen van de nodige waarschuwing.

Artikel 551a wetboek van Strafvordering

In geval van verdenking van een misdrijf als omschreven in de artikelen 138, 138a en 139 van het Wetboek van Strafrecht kan iedere opsporingsambtenaar de desbetreffende plaats betreden. De opsporingsambtenaar is bevoegd alle personen die daar wederrechtelijk vertoeven, alsmede alle voorwerpen die daar ter plaatse worden aangetroffen, te verwijderen of te doen verwijderen.

Artikel 12 wetboek van Strafvordering

  • 1.

    Wordt een strafbaar feit niet vervolgd, de vervolging niet voortgezet, of vindt de vervolging plaats door het uitvaardigen van een strafbeschikking, dan kan de rechtstreeks belanghebbende daarover schriftelijk beklag doen bij het gerechtshof, binnen het rechtsgebied waarvan de beslissing tot niet vervolging of niet verdere vervolging is genomen, dan wel de strafbeschikking is uitgevaardigd. Indien de beslissing is genomen door een officier van justitie bij het landelijk parket of bij het functioneel parket, is het gerechtshof Den Haag bevoegd. Indien de beslissing is genomen door een officier van justitie bij het parket centrale verwerking openbaar ministerie, is bevoegd het gerechtshof in het ressort waar de klager woon- of verblijfplaats heeft. Bij gebreke daaraan is het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden bevoegd.

  • 2.

    Onder rechtstreeks belanghebbende wordt mede verstaan een rechtspersoon die krachtens zijn doelstelling en blijkens zijn feitelijke werkzaamheden een belang behartigt dat door de beslissing tot niet vervolging of niet verdere vervolging rechtstreeks wordt getroffen.

  • 3.

    Geen beklag is mogelijk indien er sprake is van een onherroepelijke einduitspraak als bedoeld in artikel 482a.

Artikel 8 EVRM (Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens)

  • 1.

    Een ieder heeft het recht op respect voor zijn privé leven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn correspondentie.

  • 2.

    Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor zover bij wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.

Bijlage 2 Relevante rechterlijke uitspraken

Onderstaande rechterlijke uitspraken zijn relevant om toe te voegen aan deze beleidsuitgangspunten.

Uitspraak 25 juni 2018

Op 25 juni 2018 heeft de voorzieningsrechter uitspraak gedaan in een kort geding zaak van de We Are Here groep tegen het besluit van het OM om het op 5 juni door hen gekraakte pand op de Groen van Prinstererlaan 114 in Amstelveen te ontruimen. De rechter heeft het besluit rechtmatig geacht en geoordeeld dat de ontruiming doorgang mocht vinden. De afwegingen in deze zaak hebben geleid tot het oordeel dat het belang van de Staat, en dan vooral het openbare orde aspect, prevaleert boven dat van de krakers. Voldoende aannemelijk was dat deze kraakactie deel uitmaakt van een breder patroon waarbij de We Are Here groep al krakend door Amsterdam trekt, mogelijk erop rekenend dat de rechter, als eenmaal een huisrecht is gevestigd, haar een extra termijn gunt op grond van zijn uitzonderingsbevoegdheid. Zo’n bevoegdheid mag echter niet worden gebruikt als instrument of element om een woonmodel van de groep te onderhouden door zich jarenlang in een reeks kraakpanden te handhaven. De werkwijze na het laatste kort geding van eind april 2018 is daarvoor illustratief wordt door de rechter benoemd. De We Are Here groep heeft geen gebruik gemaakt van de bestaande opvang mogelijkheden, zoals de Havenstraat, maar is opnieuw overgegaan tot kraak met de daarbij horende wanordelijkheden. Dat is ongewenst uit een openbare orde oogpunt. Bovendien gaat het hier inmiddels om een patroon, dus niet (meer) om een incident. ECLI:HR:2016:607

Uitspraak Hoge raad 28-10-2011

De ontruimingsbevoegdheid van artikel 551a Sv. en de daarop gebaseerde beleidsbrief van het Parket-Generaal zijn na toetsing door de Hoge Raad in kort geding op 28-10-2011 overeind gebleven. De Hoge Raad bevestigt in deze uitspraak het uitgangspunt dat een ontruiming in beginsel wordt aangekondigd tenzij één van de in de beleidsbrief van de Parket-Generaal genoemde uitzonderingssituaties zich voordoet.

Arrest 18-12-2012

In kort geding heeft de president van de rechtbank in Groningen bepaald dat het belang van de eigenaar bij sloop van een gekraakt pand minder zwaar woog dan het woonrecht van de kraker, mede omdat de ontwikkelingsplannen na sloop in de ijskast gezet waren. Deze uitspraak is echter in hoger beroep door het hof van Leeuwarden vernietigd.

Uitspraak president van de rechtbank Haarlem

De president heeft de staat verboden een kraakpand te ontruimen omdat het OM na een vorig vonnis waarbij de ontruiming werd toegestaan geruime tijd (drie maanden) niet daadwerkelijk had ontruimd. Bovendien nam de rechter aan dat de kraker enkele maanden na het vonnis uit zichzelf zou vertrekken.

Uitspraak door het Hof van Arnhem 4-5-2011

Het Hof van Arnhem is het eerste hof dat zich in een strafzaak over de Kraakwet heeft uitgelaten. Het Hof heeft uitgemaakt dat de ontruimingsbevoegdheid van het OM op basis van artikel 551a Sv. een zogenaamde accessoire bevoegdheid is en geen strafrechtelijke, zodat een gesteld verkeerd gebruik daarvan niet hoeft te worden besproken in de strafzaak. Gebreken aan dat gebruik zouden niet tot consequenties voor de strafrecht kunnen leiden. In de regel proberen krakers die vervolgd worden altijd de ontruiming zelf te betrekken in hun verweer. Dit arrest biedt de mogelijkheid om een groot gedeelte van deze discussie te voorkomen. In lagere rechtspraak is het arrest overgenomen door de rechtbank Amsterdam, maar zowel in Rotterdam als in Den Haag zijn er uitspraken geweest van rechters die, in strijd met het arrest van het hof van Arnhem, de rechtmatigheid van de ontruiming wel betrekken bij het oordeel in de strafzaak.

Kraker mag van rechter in kraakwoning blijven, ontruiming verboden na toetsing art. 8 EVRM

Kraker heeft drie ruimtes betrokken in een voormalig slachthuis. De eigenaar van het slachthuis heeft een groot gedeelte verhuurd aan de huurder, die koelapparatuur verkoopt. De huurder stelt de gekraakte ruimtes nodig te hebben tijdens veilingen van koelapparatuur die hij in het pand organiseert. De voorzieningsrechter heeft op 21 december 2012 een door de kraker gevorderd verbod tot strafrechtelijke ontruiming afgewezen. De Staat is vervolgens niet tot ontruiming overgegaan. Sindsdien hebben zich nieuwe feiten en omstandigheden voorgedaan waardoor de voorzieningsrechter opnieuw moet beoordelen of de ontruiming proportioneel is. Hierbij neemt de voorzieningsrechter allereerste in aanmerking dat bij kort gedingvonnis van 21 december 2012 het door de kraker gevorderde verbod tot ontruiming is afgewezen en dat de Staat vervolgens niet tot ontruiming is overgegaan. Pas begin maart 2013 is de ontruiming aangezegd. Gelet op het tijdsverloop ligt het niet voor de hand dat de huurder de gekraakte ruimtes zeer dringend nodig heeft. Bovendien heeft op 18 januari 2013 een veiling plaatsgevonden dat de gekraakte ruimtes zijn gebruikt. De Staat heeft geen feiten of omstandigheden aangevoerd waaruit voortvloeit dat de veilingen niet georganiseerd kunnen worden zonder dat gebruik kan worden gemaakt van de gekraakte ruimtes dan wel dat enig nadeel is voortgevloeid uit de veiling van 18 januari 213. Hiertegenover staat het in artikel 8 EVRM beschermde belang van de kraker bij huisvesting. Nu voorts duidelijk is geworden dat de huurder per 31 december 2013 het gebruik van het slachthuis zal beëdigen, is de voorzieningsrechter van oordeel dat het gebruik van de ruimtes door de kraker moet prevaleren boven het gebruik van de ruimtes door de huurder. De vordering om de Staat te verbieden de door de kraker gebruikte ruimtes te ontruimen wordt toegewezen.

Uitspraak rechtbank Den Haag rondom spoedontruimingen

Deze uitspraak heeft betrekking op gekraakte bedrijfspanden. Gevolg van deze uitspraak is dat een gekraakt bedrijfspand alleen in aanmerking komt voor een spoedontruiming als de kraker(s), naast kraken/ huisvredebreuk, ook word(t)(e n) verdacht van andere strafbare feiten waardoor de rechthebbende van het gekraakte pand wordt getroffen. ECL:NL:RBDHA:2015:5690

Uitspraak Hoge Raad 28 mei 2013

De Hoge Raad bevestigt een eerdere uitspraak van het gerechtshof omtrent het ontstaan van een huisrecht. Het Hof heeft in deze zaak geoordeeld dat in de 6-7 uur dat het pand was gekraakt geen huisrecht is ontstaan. Er was geen sprake van ongestoord woongenot, omdat de krakers daarin vanaf het begin van hun bezetting door de politie werden gehinderd. Ook verder is niet gebleken dat verdachten(n) in genoemde tijd een privé-huiselijk leven hebben in de woning heeft/ hebben geleid. Voorts was niet vast komen te staan dat verdacht(n) huishoudelijke goederen, voor zover aanwezig, ook daadwerkelijk in gebruik hadden genomen. ECLI:HR:2013:CA0793

Bijlage 3 Beleidsbrief College van procureurs-generaal

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2010-19500.html