Verordening rechtspositie raadsleden gemeente Westerkwartier 2020

Geldend van 19-04-2024 t/m 29-07-2024 met terugwerkende kracht vanaf 01-01-2023

Intitulé

Verordening rechtspositie raadsleden gemeente Westerkwartier 2020

De raad van de gemeente Westerkwartier;

gelezen het voorstel van het fractievoorzittersoverleg van 9 mei 2019;

gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.1, vijfde lid, 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.1.8, eerste lid, 3.1.9, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;

B E S L U I T :

vast te stellen de Verordening rechtspositie raadsleden gemeente Westerkwartier 2020

Hoofdstuk 1 Begripsomschrijvingen

Artikel 1 Begrippen

In deze verordening wordt verstaan onder:

  • a.

    raadslid: lid van de gemeenteraad;

  • b.

    fractieassistent: door de raad benoemde en beëdigde persoon overeenkomstig art. 8 Reglement van orde;

  • c.

    griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.

Hoofdstuk 2 Rechtspositie

Artikel 2 Reis- en verblijfkosten voor reizen buiten het grondgebied

  • 1. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur als bedoeld in artikel 97 Gemeentewet worden aan een raadslid of fractieassistent vergoed:

    • a.

      de kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;

    • b.

      bij gebruik van een eigen vervoermiddel het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt.

  • 2. Voor reizen buiten het grondgebied van de gemeente, ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur, worden aan een raadslid of fractieassistent bij gebruik van eigen auto tevens de parkeer-, veer- en tolkosten vergoed;

  • 3. Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.

  • 4. Als een raadslid of fractieassistent een tijdelijke functionele beperking heeft, kan voor reizen als bedoeld in het eerste lid, een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking gesteld.

  • 5. De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of fractieassistent maakt in verband met reizen buiten het grondgebied ter uitvoering van een beslissing van het gemeentebestuur worden ten laste van de gemeente vergoed.

Artikel 3 Scholing

  • 1. Een raadslid of fractieassistent dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de griffier.

  • 2. Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.

  • 3. De maximale vergoeding van de scholing bedraagt:

    • a.

      € 250,- per jaar per raadslid;

    • b.

      € 250,- per jaar per fractieassistent.

  • 4. De raad beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.

Artikel 4 Gebruik en vergoeding tabletcomputer

  • 1. Een raadslid of fractieassistent tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie informatie- en communicatievoorzieningen ter beschikking worden gesteld bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.

  • 2. Een raadslid of fractieassistent levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde informatie- en communicatievoorzieningen in bij de gemeente.

Artikel 5 Werkkostenregeling

  • 1. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.

  • 2. Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.

Hoofdstuk 3 Wijze van vergoeden

Artikel 6 Vergoeding voor de werkzaamheden van raadsleden

  • 1. Van de vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, wordt 20% uitgekeerd op basis van het aantal bijgewoonde raadsvergaderingen afgezet tegen het aantal gehouden vergaderingen

  • 2. Het voorgaande lid is alleen van toepassing wanneer het betrokken raadslid meer dan 30% van het aantal raadsvergaderingen (met afronding naar het naastliggende gehele getal) gedurende een periode van 12 maanden niet heeft bijgewoond. Alsdan vindt verrekening via de eerstvolgende aan het raadslid toekomende vergoeding plaats.

Artikel 7 Betaling vergoedingen

De betaling van de vergoeding voor werkzaamheden, de onkostenvergoedingen en declaraties geschiedt maandelijks of in maandelijkse termijnen als er sprake is van een vergoeding op jaarbasis, tenzij het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden, het Rechtspositiebesluit wethouders of de Regeling rechtspositie wethouders anders bepalen.

Artikel 8 Rechtstreekse facturering bij de gemeente

  • 1. Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:

    • a.

      betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur,

    • b.

      betaling vooruit uit eigen middelen;

  • 2. Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken.

  • 3. Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen drie maanden na factuurdatum of betaling ingediend bij de griffier.

Artikel 9 Verzekering raadsleden voor arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden

  • 1. Een raadslid wordt eenmaal per jaar een bedrag toegekend ter hoogte van het bedrag van de vergoeding voor de werkzaamheden voor één maand, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid, Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, waarmee het raadslid voorzieningen kan treffen ter zake van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden.

  • 2. Voor zover het lidmaatschap van de gemeenteraad in de loop van een jaar begint of eindigt, wordt het bedrag, bedoeld in het eerste lid, naar evenredigheid van de duur van het raadslidmaatschap toegekend.

  • 3. Het eerste lid is niet van toepassing op een raadslid dat is benoemd in een plaats die is opengevallen als gevolg van tijdelijk ontslag van een raadslid wegens zwangerschap en bevalling of ziekte, op grond van artikel X12 van de Kieswet.

Hoofdstuk 4 Slotbepaling, citeertitel en inwerkingtreding

Artikel 10 Slotbepaling

Voor gevallen waarin deze verordening niet of niet naar billijkheid voorziet, kan met instemming van de gezamenlijke fractievoorzitters, verenigd in het fractievoorzittersoverleg, en met inachtneming van de geldende wettelijke bepalingen, een bijzondere regeling worden getroffen.

Artikel 11 Citeertitel

Deze verordening wordt aangehaald als ‘Verordening rechtspositie raadsleden gemeente Westerkwartier 2020’

Artikel 12 Inwerkingtreding

  • 1. Deze verordening treedt in werking op de eerste dag na de bekendmaking ervan.

  • 2. Deze verordening werkt terug tot en met 1 januari 2019.

  • 3. De Verordening rechtspositie raadsleden gemeente Westerkwartier 2019 wordt ingetrokken.

Aldus besloten in de openbare vergadering

van de raad der gemeente Westerkwartier

d.d. 22 mei 2019.

F.H. Wiersma, voorzitter J.L. de Jong, griffier

Ondertekening