Permanente link
Naar de actuele versie van de regeling
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR624658
Naar de door u bekeken versie
http://lokaleregelgeving.overheid.nl/CVDR624658/2
Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2019
Geldend van 02-11-2024 t/m heden
Intitulé
Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2019De raad van de gemeente Kapelle;
Gelet op de artikelen 95, eerste en tweede lid, 96, eerste en tweede lid, en 97, 98, 99 van de Gemeentewet en de artikelen 3.1.3, eerste lid, 3.1.4, eerste lid, 3.3.2, 3.3.3, tweede lid, 3.4.1, eerste lid, en 3.4.2 en 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers;
Gelezen het voorstel van het presidium van de gemeenteraad van 9 april 2019;
b e s l u i t:
vast te stellen de volgende verordening:
Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2019
Artikel 1 Definitiebepalingen
In deze verordening wordt verstaan onder:
- a.
commissielid: lid van een commissie als bedoeld in de artikelen 82, 83 en 84 van de Gemeentewet, dat niet tevens raadslid is of ambtenaar die als zodanig tot lid van een commissie is benoemd.
- b.
griffier: de griffier, bedoeld in artikel 107 van de Gemeentewet.
- c.
raadslid: lid van de gemeenteraad.
Artikel 2 Toelage raadslid onderzoekscommissie
Een raadslid dat lid is van een onderzoekscommissie als bedoeld in artikel 155a, derde lid, van de Gemeentewet wordt voor de duur van de activiteiten van die commissie ten laste van de gemeente een toelage toegekend van € 250 per maand. De toelage is per jaar nooit hoger dan driemaal de maandelijkse vergoeding voor de werkzaamheden, bedoeld in artikel 3.1.1, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
Artikel 3 Vergoeding voor de leden van de rekenkamer
- 1.
Aan de leden van de rekenkamer wordt een vergoeding toegekend van € 250, - per vergadering naast een tegemoetkoming in de reiskosten.
- 2.
Indien de rekenkamer een onderzoek in eigen beheer uitvoert, zal er in de vergadering van de rekenkamer een budget, gekoppeld aan het aantal onderzoekuren, worden vastgesteld. De vergoeding voor de gemaakte uren zal worden afgeleid van de vergadervergoeding, waarbij uit gegaan wordt van een minimum van drie onderzoekuren.
- 3.
Het beheer van het onderzoekbudget zal plaatsvinden door de voorzitter en/of de niet onderzoekende rekenkamerleden. Indien er een budgetoverschrijding plaats vindt, zullen de onderzoeken de rekenkamerleden dit verantwoorden in de vergadering van de rekenkamer.
- 4.
De in dit artikel bedoelde vergoedingen en tegemoetkomingen komen ten laste van het budget van de rekenkamer.
Artikel 4 Reis- en verblijfkosten raads- en commissieleden
- 1.
Voor reizen als bedoeld in artikel 3.1 van de Regeling rechtspositie decentrale politieke ambtsdragers en artikel 3.1.7 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers worden aan een raads- of commissielid vergoed:
- a.
De kosten voor het gebruik van openbaar vervoer;
- b.
Bij gebruik van een eigen vervoersmiddel het maximumbedrag dat door een werkgever aan een werknemer per afgelegde kilometer onbelast kan worden verstrekt alsmede de parkeer- of stallingskosten, veerkosten en tolkosten;
- a.
- 2.
Boetes en naheffingsaanslagen voor parkeren worden niet vergoed.
- 3.
Als een raadslid of commissielid een functionele beperking heeft, kan incidenteel een voor de beperking geschikte vervoersvoorziening worden vergoed of ter beschikking worden gesteld.
- 4.
De noodzakelijke en redelijkerwijs gemaakte werkelijke verblijfkosten die een raadslid of commissielid maakt in verband met reizen, gemaakt voor de uitoefening van de functie, worden ten laste van de gemeente vergoed.
Artikel 5 Nadere regels niet-partijpolitiek georiënteerde scholing raads- en commissieleden
- 1.
Een raads- of commissielid dat wil deelnemen aan niet-partijpolitiek georiënteerde scholing in verband met de vervulling van zijn functie als bedoeld in artikel 3.3.3 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers, dient daartoe vooraf een gemotiveerde aanvraag in bij de fractievoorzitter.
- 2.
Deze aanvraag gaat vergezeld van stukken met inhoudelijke informatie en een kostenspecificatie.
- 3.
De vergoeding van de scholing vindt plaats uit het fractiebudget. De fractie kan een maximale vergoeding per jaar voor scholing van een raads- of commissielid vaststellen.
- 4.
De fractievoorzitter beslist op de aanvraag op basis van de overlegde stukken.
Artikel 6 Verhoging vergoeding commissieleden (niet-raadsleden) voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zwaarte taak
- 1.
De leden van de Commissie bezwaarschriften en de Klachtencommissie ontvangen, gezien hun deskundigheid alsmede de zwaarte van hun taak, een vergoeding die maximaal 250% bedraagt van de vergoeding waarop zij overeenkomstig artikel 3.4.1, eerste lid van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers aanspraak op maken. Voor de voorzitters van de genoemde commissies bedraagt dit percentage 300%.
- 2.
Het college stelt jaarlijks de feitelijke vergoeding vast.
Artikel 7 Informatie- en communicatievoorzieningen (ICT-middelen)
- 1.
Een raads- of commissielid tekent een bruikleenovereenkomst wanneer hem ten laste van de gemeente voor de duur van de uitoefening van zijn functie ICT-middelen ter beschikking worden gesteld als bedoeld in artikel 3.3.2 Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers. Het college stelt het model van de bruikleenovereenkomst vast.
- 2.
Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie de ter beschikking gestelde ICT-middelen in bij de gemeente. Overname van een ICT-middel is mogelijk als aan de volgende voorwaarden is voldaan:
- a.
De gemeente is bereid het ICT-middel af te stoten;
- b.
Het ICT-middel is door of namens de gemeente geschoond met speciale software in overeenstemming met de vastgestelde Baseline Informatiebeveiliging Overheid (BIO) die sinds 1 januari 2019 geldt (Stcrt. 26526);
- c.
Het raads- of commissielid betaalt de gemeente de resterende waarde in het economische verkeer van het ICT-middel.
- a.
Artikel 8 Aanwijzing als eindheffingsbestanddeel
- 1.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in artikel 3.3.8 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers.
- 2.
Als eindheffingsbestanddeel als bedoeld in artikel 31, eerste lid, onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 worden verder aangewezen de vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen, genoemd in deze verordening, voor zover deze worden gerekend tot een vergoeding, tegemoetkoming of verstrekking als bedoeld in artikel 31a, tweede lid, onderdelen a tot en met h, van de Wet op de Loonbelasting 1964.
Artikel 9 Betaling vaste vergoedingen
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van de vergoeding van commissieleden, bedoeld in artikel 3.4.1 van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers maandelijks plaats met inachtneming van een vergoeding per bijgewoonde vergadering.
Artikel 10 Betaling en declaratie van onkosten
- 1.
Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die op grond van deze verordening voor vergoeding of tegemoetkoming in aanmerking komen plaats door:
- a.
betaling uit gemeentelijke middelen, op basis van een rechtstreeks aan de gemeente toegezonden factuur, of
- b.
betaling vooruit uit eigen middelen
- a.
- 2.
Een aanvraag om een vergoeding van de onkosten als bedoeld in dit artikel gaat vergezeld van een declaratieformulier en bewijsstukken. Het vereiste om bewijsstukken te overleggen geldt niet wanneer de vergoeding een forfaitair bedrag betreft.
- 3.
Het declaratieformulier en de bewijsstukken worden binnen twee maanden na factuurdatum of betaling door raads- of commissieleden ingediend bij de griffier.
- 4.
De declaraties worden geaccordeerd door de voorzitter van de raad en de griffier.
- 5.
Voor zover van toepassing draagt de gemeente er zorg voor dat de betaling aan raadsleden binnen de eerstvolgende loonbetaling en voor commissieleden binnen veertien dagen na het indienen van de aanvraag wordt overgemaakt.
Artikel 11 Intrekking oude verordening
De verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2017, vastgesteld door de raad in zijn openbare vergadering van 24 januari 2017, wordt ingetrokken.
Artikel 12 Inwerkingtreding
Deze verordening treedt in werking met ingang van de dag na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst en werkt, behoudens artikel 4, terug tot en met 1 januari 2019. Artikel 4 treedt in werking met ingang van de eerste dag van de kalendermaand na de datum van publicatie van het Gemeenteblad waarin deze verordening wordt geplaatst.
Artikel 13 Citeertitel
Deze verordening wordt aangehaald als: Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Kapelle 2019.
De gemeenteraad van Kapelle,
Vastgesteld in de raadsvergadering van de gemeente Kapelle op 28 mei 2019,
De griffier, De voorzitter,
H.J. Meijer - Horden, mr. H.B. Hieltjes
Ziet u een fout in deze regeling?
Bent u van mening dat de inhoud niet juist is? Neem dan contact op met de organisatie die de regelgeving heeft gepubliceerd. Deze organisatie is namelijk zelf verantwoordelijk voor de inhoud van de regelgeving. De naam van de organisatie ziet u bovenaan de regelgeving. De contactgegevens van de organisatie kunt u hier opzoeken: organisaties.overheid.nl.
Werkt de website of een link niet goed? Stuur dan een e-mail naar regelgeving@overheid.nl