Veiligheidsvoorschriften voor carnavalsoptochten

Aan het houden van carnavalsoptochten kunnen, in het belang van de openbare orde en veiligheid ten behoeve van een veilig verloop van carnavalsoptochten, voorschriften worden verbonden op grond van artikel 2.2.2 van de Algemene Plaatselijke Verordening gemeente Reusel-De Mierden.

De betreffende voorschriften luiden:

• 1.

  Het voertuig dat aan de optocht vooraf gaat, moet aangeven dat de optocht volgt.

• 2.

  Het is de deelnemers verboden door middel van hun uitbeelding het normale verloop van de optocht te verstoren.

• 3.

  Tijdens de optocht mogen geen voorwerpen van de wagens worden gegooid. Het is toegestaan snoepgoed of slingers van de wagens te werpen op een zodanige wijze dat niemand er schade van ondervindt of letsel door oploopt.

• 4.

  Open vuur en alcoholgebruik is verboden voor deelnemers tijdens de optocht.

• 5.

  De wagens in de optocht mogen de hoogte van 5,75 meter niet overschrijden. Hierbij moet men zelf berekenen dat het zwaartepunt zodanig ligt dat bij een klapband of dergelijke de wagen niet kantelt. De breedte van de wagen dient zodanig te zijn dat de route kan worden gereden en dat geen masten en bomen worden beschadigd. In verband met de verkeersdrempels dient, gemeten vanaf de grond, de onderkant van de onderste plaat / versiering zich tenminste 35 cm boven het wegdek te bevinden.

Deelnemers dienen tijdens het bouwen ook rekening te houden met ander verkeersmeubilair en bomen in het parcours. Het is verstandig om al in de bouwfase het parcours te verkennen. Eventuele schade aan verkeersmeubilair (bijvoorbeeld straatlantaarns) en bomen zal op de organisatie worden verhaald.

• 6.

  Elke wagen dient te worden begeleid door tenminste twee volwassenen.

• 7.

  Voor personen die op een wagen staan of zitten op een hoogte van meer dan 2,5 meter boven de grond, moeten zodanige voorzieningen zijn getroffen dat deze personen niet uit of van de wagen kunnen vallen.

• 8.

  Per wagen moet een deugdelijke brandblusser aanwezig zijn.

U dient tijdig overleg te voeren met de gemeente. Door middel van een afschrift van de vergunning wordt de politie op de hoogte gesteld.